Kamerstuk 35704-14

Reactie op amendementen van de leden lodders en Van Weyenberg over een moratorium (Kamerstuk 35704-4)

Dossier: Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen)

Gepubliceerd: 10 februari 2021
Indiener(s): Alexandra van Huffelen (staatssecretaris financiën) (D66)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35704-14.html
ID: 35704-14

Nr. 14 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2021

Bijgaand treft u ten behoeve van het algemeen overleg Hersteloperatie kinderopvangtoeslagen mijn oordeel over het ingediende amendement van de leden Lodders en Van Weyenberg.1 Tevens treft u de antwoorden op vragen van de leden Jasper van Dijk en Leijten over het in één keer ontvangen van 54 aanmaningen van het CJIB (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 1637), abusievelijk heb ik u gisteren foutief gemeld dat deze door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zouden worden beantwoord. (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nrs. 1616,1622 en 1623)

Amendement Lodders en Van Weyenberg

Ik heb met belangstelling kennisgenomen van het gewijzigd amendement dat de leden Lodders en Van Weyenberg hebben ingediend. Met dit amendement wordt een zogenoemd tijdelijk moratorium (afkoelingsperiode) opgenomen in de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen waardoor voldoende rust en ruimte wordt gecreëerd om te komen tot een zo goed mogelijke afwikkeling van de schulden van de ouders die behoren tot de hersteloperatie toeslagen. Om dit moratorium te effectueren is het nodig dat betrokken partijen weten om welke ouders het gaat. In dit amendement is een grondslag voor die gegevensdeling opgenomen. De uitvoering hiervan moet verder worden uitgewerkt. Ik streef ernaar dit spoedig te doen met betrokken partijen, zoals de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en private schuldeisers. Voorstelbaar is dat in de praktijk een externe partij onder verantwoordelijkheid van Belastingdienst/Toeslagen een rol krijgt in de informatievoorziening richting schuldeisers of dat wordt aangesloten bij het Digitaal Beslagregister. De gegevensverstrekkingen moeten ervoor zorgen dat de afkoelingsperiode effectiever functioneert voor de ouders, de schuldeisers en de (schuld)hulpverleners in de praktijk. De bescherming van de privacy en de proportionaliteit van de gegevensverstrekking blijft hierbij uiteraard een continue punt van aandacht.

Belangrijke stappen voor de gedupeerde ouders zijn het stopzetten en vervolgens, als dat aan de orde is, het kwijtschelden dan wel stopzetten van de invordering van publieke schulden voor gedupeerde ouders (eerdergenoemde uitzonderingen omtrent schulden die voortvloeien uit ernstige fraude of strafrechtelijke feiten daargelaten). De budgettaire gevolgen van het kwijtschelden van deze nog openstaande publieke schulden zullen bij het eerstvolgende begrotingsmoment inzichtelijk worden gemaakt. Daarnaast spreek ik met diverse organisaties die private schuldeisers vertegenwoordigen om ook met hen afspraken te maken over de verdere afhandeling van de schulden van deze ouders.

Er wordt, in nauwe samenwerking met betrokken partijen zoals onder meer de VNG en de Branchevereniging voor schuldhulpverlening, sociaal bankieren en bewindvoering (NVVK), hard gewerkt aan een integrale oplossing voor deze ouders. Het amendement biedt ons ruimte deze aanpak zorgvuldig vorm te geven. De afkoelingsperiode brengt een tijdelijke beperking van de verhaalsrechten van alle schuldeisers met zich, maar dit betekent niet dat het kabinet de belangen van schuldeisers niet meeweegt. De bedoeling van de afkoelingsperiode is dan ook dat wordt gekomen tot een acceptabele oplossing voor alle betrokken partijen. Het feit dat de afkoelingsperiode van toepassing is op een vordering van een schuldeiser betekent niet dat een schuldeiser verplicht is om een aan hem voorgestelde afwikkeling te aanvaarden. De afkoelingsperiode van dit amendement zorgt wel voor rust en ruimte om met elkaar in overleg te gaan. De goede afwikkeling en oplossing van de schuldenproblematiek zelf is dus een volgende stap. Ik ben mij daarbij bewust van de door uw Kamer aangenomen motie van het lid Wilders, die oproept om indien nodig de schulden van private schuldeisers over te nemen.2

Daarnaast bevat dit amendement een toevoeging aan de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen waardoor gegevens over vervallen achterstanden bij het Bureau Kredietregistratie gedupeerde ouders niet langer in de weg zitten bij een nieuwe start. Dit is in lijn met de motie van het lid Jetten die het kabinet oproept zich hier maximaal voor in te spannen.3

De in het amendement voorgestelde afkoelingsperiode zorgt voor rust en ruimte, zodat wij in goed overleg met de schuldeisers en andere betrokken partijen stappen genomen kunnen worden die nodig zijn om voor de ouders te kunnen komen tot een stabiele financiële situatie. Van daaruit kan toegewerkt worden naar het doel om deze ouders in staat te stellen een nieuwe start te maken. Hiervoor span ik mij iedere dag maximaal in en ik laat het oordeel van dit amendement graag aan uw Kamer.

De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen