Kamerstuk 35668-31

Motie van het lid Van der Lee c.s. over een nadeelcompensatiemethodiek met ook een substantieel ex-postelement

Dossier: Wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de CO2-emissie


Nr. 31 MOTIE VAN HET LID VAN DER LEE C.S.

Voorgesteld 11 mei 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering in de wet die een productiebeperking oplegt aan kolencentrales kiest voor een nadeelcompensatie die vooraf wordt vastgesteld op basis van recente forwardprijzen, waarin ook getracht wordt de effecten van het ingezette klimaatbeleid en toekomstige marktverwachtingen mee te nemen;

overwegende dat de elektriciteitsmarkt zeer volatiel is en het zeer lastig te voorspellen is wat de effecten op de marges van kolencentrales zullen zijn als gevolg van het ingezette klimaatbeleid en het te verwachten nieuwe klimaatbeleid, dat voortbouwt op het verhoogde EU-doel van 55% CO2-reductie in 2030;

overwegende dat de nadeelcompensatie over vier achtereenvolgende kalenderjaren zal worden verstrekt, waardoor er vanwege de zeer volatiele marktcontext een flink risico ontstaat op overcompensatie;

overwegende dat het voor de ontwikkeling van hernieuwbare elektriciteitsopwekking belangrijk is om risico's op overcompensatie van kolencentrales te mitigeren én het zo veel mogelijk voorkomen hiervan ook de kans vergroot dat er vanuit staatssteunregels bezien sneller Europese toestemming kan worden verkregen voor de methodiek van de nadeelcompensatie;

verzoekt de regering, om in de AMvB over de nadeelcompensatie te kiezen voor een methodiek die niet uitsluitend berust op een ex-anteanalyse, maar ook een substantieel ex-postelement bevat, zodat de compensatie zo dicht mogelijk blijft bij de reële ontwikkeling van de markt en de potentieel te behalen marges,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Lee

Boucke

Grinwis

Agnes Mulder

Thijssen