Gepubliceerd: 2 februari 2021
Indiener(s): Stientje van Veldhoven (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (D66)
Onderwerpen: bestuur de nederlandse antillen en aruba natuur en milieu organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35629-6.html
ID: 35629-6

Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 2 februari 2021

Algemeen

De regering heeft met veel belangstelling kennis genomen van de opmerkingen en vragen van de leden van de fractie van D66 over het wetsvoorstel voor de wijziging van de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES in verband met het reguleren van de milieuaspecten van inrichtingen en enkele reparaties. De leden van de D66-fractie benadrukken het belang van de uitvoering en handhaving.

Beantwoording

De leden van de fractie van D66 vragen de regering of vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) voldoende capaciteit heeft op de eilanden voor het uitvoeren en handhaven van deze wetswijziging.

Dit voorstel brengt geen veranderingen in de handhavingsbevoegdheden van de eilanden met zich mee en heeft daarom geen gevolgen voor de capaciteit voor de vergunningverlening, toezicht en handhaving. Met het wetsvoorstel wordt een grondslag gecreëerd om ten aanzien van de milieueffecten van bedrijven bij algemene maatregel van bestuur kwaliteitseisen te stellen die bij eilandelijke regelgeving nader kunnen worden ingevuld. De kwaliteitseisen geven regels voor milieubelastende activiteiten ter bescherming van het milieu voor inrichtingen waarvoor geen vergunningplicht geldt (de laatstgenoemde inrichtingen hebben een grotere milieubelasting). Er wordt hiermee een solide basismilieuregelgeving geïntroduceerd die in eilandelijke regelgeving wordt uitgewerkt en verfijnd. Naast het verder specificeren van de milieuregels biedt dit aan de eilanden ook de ruimte om specifieke of hogere milieuambities vast te stellen waar dit wenselijk is. Het voorstel is na overleg met het eilandbestuur tot stand gekomen en biedt de eilanden meer ruimte voor het stellen van regels afgestemd op de lokale bedrijvigheid. Dit creëert meer lokaal draagvlak en is ook vergelijkbaar met het Nederlandse decentrale inrichting.

De aanvullende eilandelijke regelgeving kan wel gevolgen hebben voor VTH. Hiervoor wordt ondersteuning geboden in de vorm van kennis (trainingen) en capaciteit in overeenstemming met de al besproken inzet in het kader van de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES.1 Aanvullend hierop wordt voorafgaand aan de totstandkoming van eilandelijke regels ondersteuning gegeven aan het voorbereiden van inspectieprogramma’s en op Bonaire de coördinatie van samenwerking tussen verschillende handhavingspartners, inhoudelijke ondersteuning bij complexe handhavingszaken en het oprichten van een informatiepunt milieu voor bedrijven. Ik verwijs hierbij naar de Kamerbrief van 2 december 2020 over het Rapport van de Raad voor de rechtshandhaving over Handhaving natuur- en milieuwetgeving in Caribisch Nederland2 waarin duidelijk wordt gemaakt dat nog veel werk moet worden verricht om de natuur- en milieuhandhaving op peil te brengen. Hiertoe behoort ook het moderniseren van milieuregels.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer