Kamerstuk 35575-13

Amendement van het lid Stoffer over de glastuinbouw uitzonderen van de CO2-heffing industrie

Dossier: Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet Milieubeheer voor de invoering van een CO2-heffing voor de industrie (Wet CO2-heffing industrie)


20,0 %
80,0 %

FVD

Van Kooten-Arissen

50PLUS

GL

VVD

CDA

SP

DENK

PvdD

Krol

D66

CU

SGP

Van Haga

PVV

PvdA


Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID STOFFER

Ontvangen 6 november 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel F, wordt aan het voorgestelde artikel 71j een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Van de heffing is uitgezonderd de emissie van kooldioxide door industriële installaties die wordt geleverd ter bevordering van het groeiproces van gewassen in de glastuinbouw en waarbij wordt voldaan aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden.

Toelichting

Algemeen

In de glastuinbouw wordt aardgas gestookt voor de levering van warmte en CO2. Elektrificatie kan zorgen voor duurzame verwarming, maar niet voor het produceren van CO2. Levering van CO2 aan de glastuinbouw (CCU) draagt bij aan de verduurzaming van deze sector, maar komt slechts moeizaam van de grond. De indiener stelt voor om CO2 levering aan de glastuinbouw evenals CCS uit te zonderen van de CO2-heffing.

Artikelsgewijs

Het voorgestelde vierde lid regelt dat de uitstoot door industriële installaties van CO2 die wordt geleverd aan de glastuinbouw alwaar het wordt aangewend ter bevordering van het groeiproces van gewassen wordt uitgezonderd van de CO2-heffing industrie. Deze uitzondering is een aanvulling op het in artikel I, onderdeel F, voorgestelde artikel 77i, aanhef en onderdeel a. Zo wordt geborgd dat ook de uitstoot van industriële installaties die niet direct of indirect uitsluitend worden geëxploiteerd voor het in een kas telen van gewassen evenmin wordt betrokken in de CO2-heffing industrie. Dit amendement heeft geen budgettaire gevolgen.

Stoffer