Kamerstuk 35570-XII-107

Resultaten onderzoeken motie Schonis c.s. naar tolvrije Westerscheldetunnel (Kamerstuk 35570-XII-41)

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021

Gepubliceerd: 8 april 2021
Indiener(s): Cora van Nieuwenhuizen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35570-XII-107.html
ID: 35570-XII-107

Nr. 107 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2021

Uw Kamer heeft bij motie van het lid Schonis c.s. (Kamerstuk 35 570 XII, nr. 41) gevraagd om de sociale en economische effecten van een tolvrije tunnel op Zeeuws-Vlaanderen en op Zeeland als geheel te onderzoeken. Ook verzoekt de motie om onderzoek te doen naar de financiële mogelijkheden om de Westerscheldetunnel tolvrij te maken, hierbij te kijken naar verschillende bekostigingsmodellen en de Kamer hierover te informeren ten behoeve van de aanstaande kabinetsformatie.

In februari (Kamerstuk 35 570 XII, nr. 102) heb ik u gemeld dat het Rijk en de regio in samenspraak twee onderzoeksopdrachten hebben uitgewerkt. Dit heeft geresulteerd in twee onderzoeken. Het eerste onderzoek, uitgevoerd door Ecorys, beschrijft de sociale en economische effecten van een tolvrije tunnel op Zeeuws-Vlaanderen en op Zeeland als geheel. Het tweede onderzoek, uitgevoerd door RebelGroup, beschrijft de financiële mogelijkheden om de Westerscheldetunnel tolvrij te maken, inclusief een aantal mogelijke bekostigingsmodellen. Het resultaat van de onderzoeken treft u in de twee bijgaande rapporten aan1.

Uit de onderzoeken komt naar voren dat de welvaartswinst van het vervroegd tolvrij maken van de Westerscheldetunnel tussen de € 27 en € 39 mln bedraagt. De maatschappelijke baten zijn circa anderhalf maal zo hoog als de maatschappelijke kosten en negatieve effecten. Echter, het vervroegd tolvrij maken van de Westerscheldetunnel leidt ook tot gederfde tolopbrengsten ter grootte van in totaal € 340 miljoen. Hiervoor dient eerst dekking gevonden te worden. Op dit moment is hier geen ruimte voor op de Rijksbegroting. Daarbij moet bedacht worden dat het vrijmaken van middelen om de gederfde opbrengsten in te passen in de Rijksbegroting, andere investeringen die leiden tot welvaartswinst juist onder druk kan zetten. Besluitvorming over het al dan niet vervroegd tolvrij maken van de Westerscheldetunnel en de dekking daarvan is aan een volgend kabinet.

Met deze brief beschouw ik de motie als afgehandeld.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga