Gepubliceerd: 9 oktober 2020
Indiener(s): Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA)
Onderwerpen: organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35526-52.html
ID: 35526-52
Origineel: 35526-2

Nr. 52 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 oktober 2020

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het voorgestelde artikel 58a, eerste lid, wordt «beveiligingsorganisatie: een beveiligingsorganisatie waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus» vervangen door «beveiligingsmedewerker: een persoon belast met beveiligingswerkzaamheden als bedoeld in artikel 7, eerste, tweede en derde lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus alsmede een persoon in dienst van een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 5, vijfde lid, van die wet».

2. In het voorgestelde artikel 58d, derde lid, wordt «artikel 7 van de Wet veiligheidsregio's» vervangen door «de artikelen 5 en 7 van de Wet veiligheidsregio's».

3. In het voorgestelde artikel 58f, derde lid, onder b, wordt na «toezichthouder,» ingevoegd «beveiligingsmedewerker,» en komt «, een beveiligingsorganisatie» te vervallen.

B

Na het voorgestelde artikel 58c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 58ca Vangnet BES

Indien zich in het openbare lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba een omstandigheid voordoet waarin een krachtens dit hoofdstuk vast te stellen ministeriële regeling niet zodanig tijdig tot stand kan komen als ter bestrijding van de epidemie noodzakelijk is, kan Onze Minister ter uitvoering van artikel 7, eerste lid, de gezaghebber opdragen toepassing te geven aan de hem in artikel 179 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba toegekende bevoegdheid om algemeen verbindende voorschriften vast te stellen ter bestrijding van de epidemie. Binnen twee weken na de vaststelling van die opdracht wordt een ministeriële regeling vastgesteld tot regeling van de in die voorschriften genoemde onderwerpen. Onze Minister zendt de regeling binnen twee dagen na vaststelling aan beide Kamers van de Staten-Generaal.

C

In artikel VIIB wordt na «epidemie» ingevoegd «van covid-19».

D

In artikel VIIC wordt «en die wet in werking treedt» vervangen door «en die wet in werking is getreden of treedt».

E

Artikel VIID komt te luiden:

ARTIKEL VIID SAMENLOOP WETSVOORSTEL 35337 (ALCOHOLWET)

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 13 november 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet (35 337) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel EE, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, wordt in artikel I, onderdeel A, artikel 58j, eerste lid, onder e, van deze wet «Drank- en Horecawet» telkens vervangen door «Alcoholwet».

2. Indien het in het eerste lid genoemde wetsvoorstel tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel EE, van die wet op hetzelfde tijdstip in werking treedt als of later in werking treedt dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, wordt met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding in artikel 58j, eerste lid, onder e, van de Wet publieke gezondheid «Drank- en Horecawet» telkens vervangen door «Alcoholwet».

Toelichting

Deze nota van wijziging strekt ertoe:

  • indien nodig, de optie van een opdracht tot een noodverordening open te houden voor Caribisch Nederland (onderdeel B);

  • ook toepassing van artikel 5 van de Wet veiligheidsregio’s aan de voorzitter van de veiligheidsregio te laten (onderdeel A, onder 2);

  • de uitzondering op de veiligeafstandsnorm ook te laten gelden voor personen in dienst van een bestuursorgaan, indien zij in de uitoefening van hun functie beveiligingswerkzaamheden verrichten (onderdeel A, onder 1 en 3);

  • enkele strikt wetstechnische verbeteringen door te voeren in de artikelen VIIB, VIIC en VIID (onderdelen C tot en met E).

Deze wijzigingen worden hieronder onderwerpsgewijs toegelicht.

Opdracht tot noodverordening Caribisch Nederland (onderdeel B)

Ter bestrijding van het virus worden er in zowel Caribisch Nederland als in Europees Nederland verschillende maatregelen getroffen. De aanpak in Caribisch Nederland vergt, vanwege de kleinschalige eilandsetting, een andere aanpak dan die in Europees Nederland. Gezien de kleinschalige eilandsetting, het gebrek aan uitwijkmogelijkheden en de beperkte uitwijkopties voor curatieve zorg, kan het nodig zijn om op zeer korte termijn maatregelen te treffen. Dit verschil komt onder meer tot uiting in de aparte advisering door het Outbreak Management Team voor Caribisch Nederland. Gelet op dit bijzondere karakter van de bestrijding van het virus aldaar, is het wenselijk dat het mogelijk is om indien nodig met een noodverordening te werken. De eilandsraden van Bonaire en Saba hebben hun steun betuigd voor behoud van het vangnet voor Caribisch Nederland. Zoals blijkt uit de brief van de regeringscommissaris en plaatsvervangend regeringscommissaris van Sint Eustatius van 6 oktober 2020 onderschrijven ook zij en alle drie de lijsttrekkers bij de aanstaande eilandsraadsverkiezingen op Sint Eustatius het behoud van het vangnet. Artikel 132a van de Grondwet geeft ook uitdrukkelijk de mogelijkheid om voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba andere specifieke maatregelen te treffen met het oog op de bijzondere omstandigheden waardoor deze openbare lichamen zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland. Binnen twee weken na de opdracht tot het vaststellen van een noodverordening, moet een ministeriële regeling worden vastgesteld tot regeling van de in de noodverordening genoemde onderwerpen. Het voorgestelde artikel 58ca strekt hiertoe.

Artikel 5 van de Wet veiligheidsregio’s (onderdeel A)

Bij de (eerste) nota van wijziging is aan artikel 58d een derde lid toegevoegd, waarbij in afwijking van artikel 39, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) niet de voorzitter van de veiligheidsregio, maar de burgemeester bevoegd werd om toepassing te geven aan de in dat derde lid genoemde artikelen, waaronder artikel 5 Wvr. Dat zou er evenwel toe leiden dat op grond van artikel 5 Wvr de burgemeester het opperbevel heeft, dat onder meer ziet op de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), terwijl op grond van artikel 6, vierde lid, van de Wet publieke gezondheid de voorzitter van de veiligheidsregio zorgdraagt voor de bestrijding van de epidemie. Dat draagt niet bij aan de met de nota van wijziging beoogde duidelijkheid. Daarom wordt nu geregeld dat naast artikel 7 ook artikel 5 Wvr wordt uitgezonderd in artikel 58d, derde lid. De voorzitter van de veiligheidsregio kan ook aan dat artikel dus toepassing blijven geven. Artikel 58d, derde lid, betekent dat voor zover de burgemeester op grond van de dit wetsvoorstel bevoegd wordt, hij daartoe ook het gezag heeft over de politie en de Koninklijke marechaussee; dat het opperbevel van artikel 5 Wvr nu bij de voorzitter van de veiligheidsregio blijft, brengt daarin geen verandering.

Beveiligingsmedewerkers (onderdeel A, onder 1 en 3)

Bij de (eerste) nota van wijziging zijn medewerkers van particuliere beveiligingsorganisaties uitgezonderd van de veiligeafstandsnorm, voor zover zij hun taak niet op gepaste wijze kunnen uitoefenen met inachtneming van de veilige afstand. Deze wijziging strekt ertoe de uitzondering in dat geval ook te laten gelden voor personen in dienst van een bestuursorgaan, indien zij in de uitoefening van hun functie beveiligingswerkzaamheden verrichten. Te denken valt aan beveiligers die in dienst zijn van gemeentebesturen en aan de Rijks Beveiligings Organisatie.

Technische verbeteringen artikelen VIIB, VIIC en VIID (onderdelen C tot en met E)

Aangezien de wijzigingswet geen definitiebepaling bevat, moet in artikel VIIB «epidemie» nader worden gespecificeerd als «epidemie van covid-19», zoals ook is gedaan in artikel VIIA.

De wijziging in artikel VIIC herstelt een wetstechnische omissie in een samenloopbepaling.

Ook de wijzigingen van artikel VIID herstellen enkele onvolkomenheden in een samenloopbepaling. Bij de vormgeving ervan was een deel van een passage weggevallen en stonden enkele onjuiste verwijzingen. Dit wordt met deze wijziging hersteld.

Deze nota van wijziging wordt mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangeboden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge