Kamerstuk 35470-VII-4

Memorie van toelichting

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2019

Gepubliceerd: 20 mei 2020
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35470-VII-4.html
ID: 35470-VII-4

Ontvangen 20 mei 2020

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2019–2020

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 afzonderlijk bij wet vastgesteld en ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.H. Ollongren

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN (SLOTVERSCHILLEN)

1 Leeswijzer

De beleidsmatige mutaties en technische mutaties, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, worden toegelicht. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV 2020

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerp-begroting) in € mln.

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € mln.)

Technische mutaties (ondergrens in € mln.)

1. Openbaar bestuur en democratie

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

2. Nationale Veiligheid

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.

3. Woningmarkt

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 5 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.Ontvangsten: 10 mln.

4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 4 mln.

11. Centraal apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.

12. Algemeen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

13. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

2 Beleidsartikelen

Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie

Het verplichtingenbudget op artikel 1 is met circa € 0,8 mln. overschreden. Daarnaast is er circa € 0,9 mln. minder uitgegeven.

Toelichting

De overschrijding op het verplichtingenbudget is grotendeels toe te schrijven aan de activiteiten in het kader van de versnelling van de versterkingsopgave in Groningen en de subsidie die verstrekt is aan de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden voor het versterken van de positie van de gemeenteraad en raadsleden in de lokale democratie.

De onderschrijding op het uitgavenbudget komt voort uit diverse kleine onderschrijdingen op voornamelijk subsidie- en opdrachtenbudgetten.

Artikel 2. Nationale veiligheid

Op artikel 2 is in 2019 circa € 11 mln. meer verplicht dan begroot. Daarnaast zijn de uitgaven circa € 0,4 mln. lager uitgevallen. Tevens is er circa € 0,6 mln. meer ontvangen.

Toelichting

De overschrijding op het verplichtingenbudget komt doordat er in 2019 verplichtingen zijn vastgelegd die een kasbeslag in latere jaren kennen.

Artikel 3. Woningmarkt

Op artikel 3 is in 2019 circa € 91,4 mln. minder verplicht dan begroot. Daarnaast is er circa € 62,1 mln. minder uitgegeven. Hier staat tegenover dat er ook circa € 63,7 mln. minder is ontvangen dan geraamd.

Toelichting

De onderschrijding op het verplichtingenbudget en het uitgavenbudget komt voornamelijk doordat de uitgaven op het budget van de huurtoeslag circa € 61,9 mln. lager zijn uitgevallen dan begroot. De lagere uitgaven zijn het saldo van lagere voorschotten en hogere nabetalingen.

De lagere ontvangsten hebben eveneens betrekking op de huurtoeslag en zijn het gevolg van lagere terugvorderingen.

Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Op artikel 4 is in 2019 circa € 78,7 mln. meer verplicht dan begroot. Het uitgavenbudget is met circa € 5,5 mln. overschreden.

Toelichting

De overuitputting op het verplichtingenbudget kent diverse oorzaken. Zo hebben gemeenten met hun aanvragen het maximaal beschikbare budget voor het Programma Reductie Energiebesparing (PRE) bereikt (€ 87 mln.). Het beschikbare budget staat in de begroting voor het jaar 2020, maar het volledige bedrag is in 2019 verplicht. Daarnaast is de jaaropdracht 2020 aan RVO.nl in 2019 als verplichting vastgelegd. Tevens is in 2019 de jaaropdracht 2020-2021 aan de Unie van Waterschappen voor het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES) vastgelegd. Het vastleggen van deze verplichtingen is reeds aangekondigd in de Kamerbrief inzake beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2019 (Kamerstukken II 2019/20 35300 VII, nr. 92).

De overschrijding op het uitgavenbudget van artikel 4 wordt volledig verklaard doordat de uitgaven voor de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP) € 10,2 mln. hoger zijn uitgevallen dan geraamd. RVO.nl heeft meer vaststellingen behandeld dan verwacht. De overschrijding wordt in mindering gebracht op het uitgavenbudget van 2020. De overschrijding was reeds aangekondigd in de Kamerbrief inzake beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2019 (Kamerstukken II 2019/20 35300 VII, nr. 92).

Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Op artikel 5 is het verplichtingenbudget met circa € 2,1 mln. onderschreden en het uitgavenbudget is met circa € 0,9 mln. overschreden. Daarnaast zijn de ontvangsten circa € 0,7 mln. lager uitgevallen dan geraamd.

Toelichting

Voorzien was dat opdrachten aan het Kadaster en Geonovum voor 2020 reeds in 2019 vastgelegd zouden worden. De vastlegging heeft echter niet meer in 2019 plaatsgevonden, waardoor er op artikel 5 minder verplicht is dan begroot.

De overschrijding op het uitgavenbudget is hoofdzakelijk toe te schrijven aan een reallocatie van artikel 6 naar artikel 5.2 voor het afmaken van het basisniveau Digitaal Stelsel Omgevingswet Landelijke Voorziening (DSO-LV) en voor de eenmalige migratiekosten voor de overgang van het Standaard Platform van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) naar het Ministerie van BZK (€ 1 mln.). Daarnaast is van het Ministerie van IenW een bijdrage ontvangen van € 0,3 mln. voor het Omgevingsloket Online (OLO). De overschrijding van het uitgavenbudget was reeds aangekondigd in de Kamerbrief inzake beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2019 (Kamerstukken II 2019/20 35300 VII, nr. 92).

De lagere ontvangsten zijn het gevolg van lagere afrekeningen met ICTU en Geonovum.

Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Op artikel 6 zijn de verplichtingen en uitgaven lager uitgevallen dan geraamd. Respectievelijk gaat het om circa € 14,3 mln. en € 2,9 mln. Hier staat tegenover dat de ontvangsten circa € 10,5 mln. hoger zijn uitgevallen dan geraamd.

Toelichting

De onderschrijding op het verplichtingenbudget komt met name doordat verplichtingen reeds in eerdere jaren zijn aangegaan. Daarnaast vallen de verplichtingen en uitgaven lager uit dan begroot omdat er vanuit diverse regelingen binnen artikelonderdeel 6.2 middelen zijn overgeheveld naar artikel 5 ten behoeve van eenmalige migratiekosten voor de overgang van het Standaard Platform van het Ministerie van IenW naar het Ministerie van BZK. Daarnaast is er minder uitgegeven op de investeringspost doordat er minder opdrachten verleend zijn dan verwacht.

De hogere ontvangsten zijn grotendeels toe te schrijven aan afrekeningen van in 2018 afgeronde opdrachten met RvIG, Logius, RVO.nl en Kamer van Koophandel.

Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Op artikel 7 is er circa € 5,7 mln. minder verplicht dan geraamd.

Toelichting

De onderschrijding op het verplichtingenbudget komt voornamelijk doordat verplichtingen reeds in eerdere jaren zijn vastgelegd.

Artikel 9. Uitvoering rijksvastgoedbeleid

Zowel het verplichtingenbudget als het uitgavenbudget valt circa € 2,3 mln. lager uit dan geraamd.

Toelichting

De onderschrijding op het verplichtingenbudget en het uitgavenbudget komt doordat de bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf voor de huisvesting van het Koninklijk Huis (paleizen) lager is uitgevallen dan geraamd. De bijdrage is lager uitgevallen, omdat een aantal activiteiten later wordt uitgevoerd dan gepland.

3 Niet-Beleidsartikelen

Artikel 11. Centraal apparaat

Op artikel 11 is er in 2019 circa € 7,7 mln. meer verplicht dan geraamd. Daarnaast zijn de uitgaven circa € 1,5 mln. lager uitgevallen dan begroot en vallen de ontvangsten circa € 2,1 mln. hoger uit.

Toelichting

De hogere verplichtingen komen onder andere doordat er bij slotwet circa € 2 mln. is overgeheveld van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de begroting van BZK voor de dienstverlening van Doc-Direkt. Daarnaast zijn er meer verplichtingen voor personale uitgaven vastgelegd, waaronder verplichtingen in het kader van detacheringen en de inhuur van externen.

De onderschrijding op de uitgaven wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere personele uitgaven, waarbij met name de uitgaven aan externe inhuur lager zijn uitgevallen dan geraamd.

De hogere ontvangsten komen onder andere voort uit hogere bijdragen voor dienstverlening FMH en hogere bijdragen voor de dienstverlening aan de baten-lastenagentschappen die via het kerndepartement lopen.

Artikel 12. Algemeen

Het verplichtingebudget laat een onderschrijding van circa € 8,2 mln. zien. Het uitgavenbudget is eveneens met circa € 9,7 mln. onderschreden.

Toelichting

De onderschrijding op zowel het verplichtingenbudget als het uitgavenbudget komt hoofdzakelijk doordat de afdracht van loonheffing inzake de werkkostenregeling niet meer in 2019 heeft plaatsgevonden. Naar verwachting vindt de afdracht in 2020 plaats.