Gepubliceerd: 1 november 2022
Indiener(s): Sigrid Kaag (viceminister-president , minister financiën) (D66)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35466-19.html
ID: 35466-19

Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2022

Op 19 mei 2020 hebben de EU-lidstaten in de Raad van de Europese Unie het noodinstrument SURE goedgekeurd (European instrument for temporary support to mitigate unemployment risks in an emergency). SURE is een instrument voor tijdelijke steun om inkomensverlies van burgers als gevolg van de COVID-19- uitbraak op te vangen en de toename in werkloosheid en de gevolgen ervan te beperken, alsook sommige uitgaven ten behoeve van gezondheid te financieren. Over de ontstaansgeschiedenis van SURE, de inhoud van de verordening1 en de budgettaire gevolgen bent u onder meer geïnformeerd middels mijn brief van 20 mei 2020.2 Met deze brief informeer ik u over aanpassingen in het maximale bedrag dat aan Letland kan worden uitgeleend in het kader van SURE.

De Europese Commissie kan onder SURE namens de Europese Unie tot 31 december 2022 voor 100 miljard euro aan leningen aantrekken op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen om die vervolgens als leningen aan lidstaten te verstrekken. Terugbetaling wordt gegarandeerd door de marge onder het Eigenmiddelenplafond en de aanvullende bilaterale garantie die alle EU-lidstaten hebben afgegeven. De bilaterale garanties lopen tot 31 december 2053.

Volgens de SURE-verordening kunnen landen die sinds 1 februari 2020 te maken hebben met plots en sterk gestegen overheidsuitgaven als gevolg van nationale maatregelen die rechtstreeks verband houden met werktijdsverkortingsregelingen of soortgelijke maatregelen een lening onder SURE aanvragen om de sociaaleconomische gevolgen van de COVID-19 uitbraak op te vangen. Middelen die onder SURE worden toegekend moeten hoofdzakelijk worden gebruikt voor dergelijke maatregelen en, waar passend, ter ondersteuning van sommige zorgmaatregelen, met name gerelateerd aan de werkplek.3 De verordening vereist dat de Commissie na een aanvraag door een lidstaat voor SURE-middelen bovengenoemde stijging van de overheidsuitgaven verifieert. Via deze uitvoeringsbesluiten wordt de Europese Commissie gemandateerd namens de Unie een maximum bedrag aan een land uit lenen.

Op 6 oktober heeft Letland een aanvullende aanvraag voor steun uit SURE bij de Europese Commissie ingediend.4 De Commissie heeft hierop een voorstel gedaan om het uitvoeringsbesluit van de Raad voor Letland aan te passen. De gecommitteerde leningen die beschikbaar zijn voor Letland worden met 168 miljoen euro naar boven bijgesteld en bedragen in het voorgestelde uitvoeringsbesluit in totaal 473 miljoen euro. Daarnaast wordt de periode waarin Letland deze leningen op kan vragen verlengd tot eind 2023, in lijn met de eerdere aanpassingen van SURE-uitvoeringsbesluiten voor andere lidstaten5.

In het aangepaste uitvoeringsbesluit staat beschreven welke maatregelen Letland met deze middelen mag financieren. In het geval van Letland betreft het een verlenging van eerder goedgekeurde maatregelen. De maatregelen hebben onder andere betrekking op loonkostensubsidie voor werkgevers en een toelage voor personeel in de gezondheidszorg die geconfronteerd worden met extra werk en risico als gevolg van het virus. Daarnaast heeft Letland de kosten vergoed voor werkgevers indien personeel wegens zelfisolatie niet konden werken.

Het kabinet is van mening dat de maatregelen die Letland middels het voorgestelde uitvoeringsbesluit kan financieren, recht doen aan de doelstellingen en de vereisten van SURE. Hoewel de COVID-pandemie inmiddels aanmerkelijk minder ernstige economische en sociale gevolgen heeft dan in de eerste fase van het SURE-instrument, begrijpt het kabinet dat een aantal lidstaten maatregelen heeft verlengd of genomen om de effecten ervan op de inkomenspositie van burgers, werkgelegenheid en gezondheid te beperken, die niet waren voorzien bij de eerdere aanvragen voor steun uit het SURE-instrument. Het kabinet is daarom voornemens om in te stemmen met het voorliggende uitvoeringsbesluit.

Na goedkeuring van dit uitvoeringsbesluit is in totaal 98,4 miljard euro toegekend, van de maximaal 100 miljard euro.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag