Kamerstuk 35450-XVI-5

Amendement van de leden Klaver en Ellemeet over middelen voor een bonus voor zorgprofessionals

Dossier: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Gepubliceerd: 24 juni 2020
Indiener(s): Corinne Ellemeet (GL), Jesse Klaver (GL)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35450-XVI-5.html
ID: 35450-XVI-5
Wijzigingen: 35450-XVI-8

Nr. 5 AMENDEMENT VAN DE LEDEN KLAVER EN ELLEMEET

Ontvangen 24 juni 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 10 Apparaatsuitgaven van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.660.000 (x € 1.000).

Toelichting

Indieners stellen voor om de uitgaven op de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te verhogen met € 1.660 mln. De zorgsector heeft zich tijdens de COVID-19 uitbraak onvermoeibaar ingezet om de beste zorg of ondersteuning te leveren. Zij verdienen méér dan een applaus. Dit amendement regelt dat er financiële middelen worden vrijgemaakt, zodat álle zorgverleners en ondersteunende zorgprofessionals in vaste of tijdelijke loondienst tot een bruto jaarsalaris van € 70.000 in de sector Zorg en Welzijn op een uniforme belastingvrije bonus kunnen rekenen van € 1.500 per persoon. Iedere verzorgende, verpleegkundige, thuiszorgmedewerker of overige (ondersteunende) zorgprofessional komt voor deze bonus in aanmerking wanneer er sprake is van een dienstverband bij een werkgever in de nader bepalende Zorg en Welzijnssector en tevens in de maand april werkzaamheden heeft verricht.

De branches waar deze (zorg)professionals onder vallen zijn:

  • ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg;

  • universitair medische centra;

  • verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT);

  • gehandicaptenzorg;

  • huisartsen en gezondheidscentra;

  • gemeentelijke gezondheidsdienst;

  • kinderopvang;

  • geestelijke gezondheidszorg;

  • jeugdzorg.

In Nederland werken binnen de voornoemde salarisschaal circa 197.000 personen in niet-universitaire ziekenhuizen, circa 445.000 zorgverleners in de VVT, circa 74.000 personen in de geestelijke gezondheidszorg en circa 186.000 in de gehandicaptenzorg. Voor deze groepen wordt € 1.350 mln. in dit amendement gereserveerd. Voor personeel onder de voornoemde salarisschaal in de branches: universitair medische centra, huisartsen en gezondheidscentra, gemeentelijke gezondheidsdienst, kinderopvang en jeugdzorg, wordt nog eens € 300 mln. gereserveerd. Vervolgens reserveert dit amendement € 10 mln. voor de uitvoeringskosten. Deze extra uitgaven worden gefinancierd uit belastingverhogingen in lijn met de tegenbegrotingen van de indieners in afgelopen jaren.

De indieners achten deze zorgbonus onder meer wenselijk omdat veel zorgverleners lange dagen en overuren hebben gemaakt en zij tevens lang in onzekerheid bleven vanwege onvoldoende beschikbaarheid van adequate beschermingsmaterialen. De uniforme bonus komt in een fonds waar de voornoemde groepen fiscaalvrij aanspraak op kunnen maken. Deze bonus kan worden ondergebracht in de regeling eindheffingsloon in de Wet op de loonbelasting 1964. Daardoor is de bonus geen onderdeel van het bij de werknemer belaste loon en is deze ook onbelast voor de inkomstenbelasting én heeft geen effect op eventuele toeslagen of heffingen.

De hoogte van de bonus sluit aan bij de bonussen die reeds zijn toegezegd aan zorgverleners in onze buurlanden wetende Duitsland en België.

Klaver Ellemeet