Nr. 3 AMENDEMENT VAN HET LID GIJS VAN DIJK

Ontvangen 8 april 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet van de begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.125.000 (x € 1.000).

Toelichting

Indiener is van mening dat werknemers met flexibele contracten die hun baan verliezen gedurende de Corona-crisis zeker moeten kunnen zijn van een vangnet. De indiener stelt daarom voor om, net zoals bij zelfstandigen, werknemers met een flexibel contract die hun baan verliezen ook een individueel recht op inkomensondersteuning verdienen. Zodoende wordt voorkomen dat grote groepen werknemers die ontslagen worden onder het sociaal minimum komen.

Het doel van dit amendement is om werknemers met inkomstenverlies, als gevolg van de corona-crisis, te voorzien in hun levensonderhoud als het inkomen tot onder het sociaal minimum daalt. De indiener gaat hierbij uit van werknemers die, ondanks de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), niet meer worden opgeroepen door hun werkgever. De indiener denkt dan aan werknemers met een nulurencontract, oproepcontracten die niet meer worden opgeroepen en uitzendkrachten fase A van de ABU en fase 1/2 NBBU en werknemers die in hun proeftijd zaten of waarvan het tijdelijke contract afloopt. Werknemers, die ontslagen worden en te maken hebben met inkomstenverlies, kunnen hiermee ook aanspraak maken op de regeling Tijdelijke Ondersteuning Zelfstandig Ondernemers (TOZO).

Ook voor werknemers met inkomstenverlies die onder het sociaal minimum terechtkomen geldt dat de regeling, net zoals de TOZO, tijdelijk is en voor drie maanden geldt (maart, april en mei 2020). De indiener houdt echter graag de mogelijkheid open om, net zoals bij de TOZO, om deze regeling te verlengen. Een aanvraag voor levensonderhoud kan tot en met 31 mei 2020 worden ingediend. De uitkering voor levensonderhoud duurt maximaal drie maanden. Een aanvraag voor een uitkering voor levensonderhoud kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd tot en met 1 maart 2020.

Voor het aanvragen van deze regeling vindt er geen toets op het inkomen van de echtgenoot of partner en ook geen vermogenstoets plaats. Tevens wordt de kostendelersnorm niet toegepast. Om als werknemer met inkomstenverlies recht te krijgen tot deze regeling worden aanvullende voorwaarden opgenomen

De aanvullende voorwaarden zijn als volgt. Ten eerste moet sprake zijn van inkomen uit arbeid gedurende de periode januari en februari. Werknemers dienen een salarisstrook van de maanden januari of februari te kunnen overleggen. Ten tweede moet sprake zijn van inkomensverlies t.o.v. het gemiddelde inkomen in deze periode. Ten derde moet de werknemer in Nederland wonen en werken. Deze voorwaarden beogen dat werknemers toegang krijgen tot deze regeling als zij onvoldoende ww-rechten hebben opgebouwd en inkomen verliezen gedurende de Corona-crisis.

Dit amendement verhoogt daarom de uitgaven aan de bijstand met 1,125 mld. euro. Deze kosten zijn gebaseerd op het feit dat vakbond FNV aangeeft dat 300.000 mensen met een flexibel contract hun baan dreigen te verliezen. In de berekening gaat de indiener uit van 300.000 personen die voor drie maanden gebruik zullen maken van dit vangnet, a 15.000 euro1. De berekening ziet er dan als volgt uit: 15.000 euro / 12 maanden * 3 maanden * 300.000 personen. In dat geval bedragen de kosten 1,125 miljard euro.

In werkelijkheid zijn de kosten afhankelijk van het totale beroep dat op de regeling wordt gedaan, wat afhangt van het aantal mensen dat hun baan verliest, de WW-rechten die zij hebben opgebouwd en het inkomen dat zij behouden. Bovendien voldoet een deel van deze mensen reeds aan de voorwaarden voor een reguliere bijstandsuitkering na uitvoering van de middelentoets.

Gijs van Dijk