Kamerstuk 35367-10

Amendement van het lid Alkaya over instemming van de OR voor beëindiging van de bedenktijd

Dossier: Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het inroepen van een bedenktijd door het bestuur van een beursvennootschap


45,3 %
54,7 %

50PLUS

D66

Krol

SP

CU

PvdA

FVD

PvdD

GL

PVV

Van Kooten-Arissen

SGP

VVD

CDA

DENK

Van Haga


Nr. 10 AMENDEMENT VAN HET LID ALKAYA

Ontvangen 2 september 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 114b lid 5 voor de punt aan het slot van de derde volzin ingevoegd «, met dien verstande dat de ondernemingsraad, voor zover aanwezig, de beëindiging van de bedenktijd moet goedkeuren».

Toelichting

Het wetsvoorstel rust bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen uit met de mogelijkheid om zich, middels een bedenktijd, te weren tegen activistische aandeelhouders en vijandige overnames die de langetermijnwaardecreatie van de onderneming bedreigen. Het bestuur kan besluiten de bedenktijd voortijdig te beëindigen indien het van mening is dat het voldoende zicht heeft op de effecten op de stakeholders en het een afweging van deze belangen heeft gemaakt. Hiervoor heeft het de instemming van de Raad van Commissarissen nodig.

De indiener is van mening dat ook de ondernemingsraad dient te worden betrokken bij de vraag of de bedenktijd al dan niet eerder dient te worden beëindigd. Het is immers niet uitgesloten dat de belangen van de bestuurders en die van de werknemers niet overeenkomen. Aangezien de werknemers het meest afhankelijk zijn van het voortbestaan van hun onderneming en hun werkplek, regelt dit amendement dat zij dienen in te stemmen alvorens het bestuur de bedenktijd kan beëindigen.

Alkaya