Gepubliceerd: 17 september 2019
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35300-VII-1.html
ID: 35300-VII-1

Nr. 1 Voorstel van Wet

Ontvangen 17 september 2019

Vergaderjaar 2019‒2020

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016 bepaalt welke begrotingen tot de Rijksbegroting behoren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende departementale begrotingsstaat voor het jaar 2020 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake de agentschappen voor het jaar 2020 wordt vastgesteld.

Artikel 3

De vaststelling van de begrotingsstaten geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 4

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Tabel 1 Vastgestelde departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Totaal

5.874.593

6.015.824

654.449

Beleidsartikelen

1

Openbaar bestuur en democratie

59.387

59.387

21.965

2

Nationale veiligheid

297.861

297.861

14.714

3

Woningmarkt

4.297.396

4.297.396

472.000

4

Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

341.942

480.942

91

5

Ruimtelijke ordening en omgevingswet

122.524

124.755

3.824

6

Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

169.975

169.975

423

7

Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

34.343

34.343

450

9

Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

128.168

128.168

121.690

Niet-beleidsartikelen

11

Centraal apparaat

401.762

401.762

19.292

12

Algemeen

21.235

21.235

0

13

Nog onverdeeld

0

0

0

Tabel 2 Vastgestelde begrotingsstaat inzake de agentschappen voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

Naam baten-lastenagentschap

Baten

Lasten

Saldo baten en lasten

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

101.921

105.058

‒ 3.137

Logius

221.267

221.267

0

P-Direkt

100.386

100.386

0

Uitvoeringorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

266.379

266.379

0

FMHaaglanden

137.321

137.321

0

SSC ICT

267.595

267.595

0

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

1.303.755

1.303.755

0

Dienst van de Huurcommissie (DHC)

12.434

12.434

0

Totaal

2.411.058

2.414.195

‒ 3.137

Tabel 3 Vastgestelde begrotingsstaat inzake de agentschappen voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

Naam baten-lastenagentschap

Totaal kapitaaluitgaven

Totaal kapitaalontvangsten

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

4.260

4.260

Logius

2.270

2.000

P-Direkt

15.667

8.000

Uitvoeringorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

1.000

0

FMHaaglanden

9.202

4.088

SSC ICT

98.265

43.375

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

955.394

647.000

Dienst van de Huurcommissie (DHC)

0

0

Totaal

1.086.058

708.723

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over de beleidsartikelen en de niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 6.015,8 mln.

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over de beleidsartikelen en de niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 654,4 mln.