Kamerstuk 35300-VI-105

Compliance rapport van de Groep van Staten tegen Corruptie van de Raad van Europa (GRECO) vierde evaluatieronde

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2020

Gepubliceerd: 30 januari 2020
Indiener(s): Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35300-VI-105.html
ID: 35300-VI-105

Nr. 105 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 januari 2020

In de plenaire vergadering van de Groep van Staten tegen Corruptie van de Raad van Europa (GRECO) van 2 tot en met 6 december 2019 is gesproken over de implementatie van de aanbevelingen van de GRECO aan Nederland ter preventie van corruptie en het bevorderen van integer gedrag bij de Staten-Generaal, de rechtspraak en het Openbaar Ministerie. Deze aanbevelingen volgen uit de vierde evaluatieronde door GRECO.

Hierbij treft u de originele versie en de vertaling van het vastgestelde rapport aan1. Het betreft het addendum op het tweede nalevingsverslag. Door middel van deze brief informeren wij u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, over de huidige stand van zaken ten aanzien van de aanbevelingen.

Implementatie aanbevelingen

GRECO heeft in het evaluatierapport uit 2013 in totaal zeven aanbevelingen gedaan aan Nederland: vier aanbevelingen aan de Staten-Generaal, twee aanbevelingen aan de rechtspraak en één aanbeveling aan het Openbaar Ministerie2.

In de periode vanaf juli 2013 heeft Nederland een aantal aanbevelingen geheel of gedeeltelijk geïmplementeerd (eerste nalevingsverslag, tussentijds nalevingsverslag en tweede nalevingsverslag).3 In de plenaire vergadering van maart 2018 verzocht GRECO Nederland om uiterlijk 31 december 2018 een rapportage te leveren over de implementatie van de nog openstaande aanbevelingen. Op voorstel van GRECO is deze datum verschoven naar uiterlijk 30 juni 2019. Deze voortgangsinformatie is verwerkt in bijgaand addendum op het tweede nalevingsverslag. De maatregelen die de Eerste en Tweede Kamer in de tweede helft van 2019 hebben genomen ter versterking van het eigen integriteitsbeleid, zijn ook in de plenaire vergadering besproken en in dit rapport meegenomen.

Hieronder geven wij kort de stand van zaken aan met betrekking tot de uitvoering van de aanbevelingen en de observaties van GRECO.

Van de zeven aanbevelingen uit de vierde evaluatieronde zijn drie aanbevelingen naar tevredenheid geïmplementeerd, drie aanbevelingen zijn gedeeltelijk geïmplementeerd en één aanbeveling is nog niet geïmplementeerd.

Aanbevelingen betreffende de Staten-Generaal

  • i. Opstellen van een gedragscode voor beide Kamers: geheel geïmplementeerd door de Eerste Kamer, gedeeltelijk geïmplementeerd door de Tweede Kamer.

  • ii. Herziening van openbaarmakingvereisten ten aanzien van belangen, bezittingen, nevenfuncties, verplichten): geheel geïmplementeerd;

  • iii. Toezicht/handhaving bij overtreding van integriteitregels: geheel geïmplementeerd door de Eerste Kamer, gedeeltelijk geïmplementeerd door de Tweede Kamer.

  • iv. Installeren van een vertrouwenspersoon en aanbieden van periodieke training integriteitbewustzijn: gedeeltelijk geïmplementeerd door de Eerste Kamer, geheel geïmplementeerd door de Tweede Kamer.

Aanbevelingen betreffende rechters

  • v. Wettelijk verbod op het tegelijkertijd zijn van rechter en Kamerlid: niet geïmplementeerd;

  • vi. Opstellen van richtlijnen met betrekking tot integer handelen voor rechterplaatsvervangers: geheel geïmplementeerd.

Aanbeveling betreffende het Openbaar Ministerie

  • vii. Evaluatie van integriteitsbeleid en de effecten op het integriteitsbewustzijn: geheel geïmplementeerd.

Het addendum bij het tweede nalevingsverslag betreft de nog openstaande aanbevelingen (i, iii, iv en v). GRECO is van oordeel dat Nederland bij de uitvoering daarvan verdere vooruitgang heeft geboekt.

Ten aanzien van aanbeveling i stelt de GRECO vast dat de Eerste Kamer een gedragscode heeft ingevoerd met onder meer regels over contacten met lobbyisten. Hiermee heeft de Eerste Kamer voldaan aan deze aanbeveling. De GRECO constateert voorts dat er in de Tweede Kamer een procedure loopt voor goedkeuring van een gedragscode en kijkt uit naar afronding daarvan.

Ten aanzien van aanbeveling iii constateert de GRECO dat de gedragscode van de Eerste Kamer voorziet in een systeem voor toezicht en handhaving. De Eerste Kamer heeft hiermee voldaan aan de aanbeveling. GRECO constateert voorts dat de Tweede Kamer bezig is met uitwerking van een voorstel inzake toezicht en handhaving en kijkt uit naar de uitvoering van dat systeem.

Aanbeveling iv was al geïmplementeerd door de Tweede Kamer. GRECO heeft met waardering kennis genomen van de recente maatregelen die de Tweede Kamer heeft genomen ter verdere versterking van vertrouwelijke advisering aan Kamerleden. GRECO kijkt uit naar de volledige uitvoering van dit nieuwe systeem. Ook is GRECO verheugd over de maatregelen die de Eerste Kamer heeft genomen voor benoeming van een vertrouwenspersoon en uitvoering van bewustwordingsactiviteiten. Omdat dit model ten tijde van vaststelling van het rapport nog niet volledig in werking was, heeft de Eerste Kamer naar het oordeel van GRECO de aanbeveling gedeeltelijk geïmplementeerd.

De aanbeveling voor een wettelijk verbod op het tegelijkertijd zijn van rechter en Kamerlid (aanbeveling v) is nog niet geïmplementeerd. GRECO heeft kennisgenomen van het advies van de Raad voor de rechtspraak, het Presidenten Raad Overleg en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak waarin zij concluderen dat dat het voorstelbaar is dat de Minister voor Rechtsbescherming het initiatief neemt tot wetgeving, gelet op een verschuiving in het denken over de incompatibiliteit en het standpunt van de leden van de rechterlijke macht (inhoudende dat zij zich kunnen vinden in het onverenigbaar verklaren van het ambt van rechter met een lidmaatschap van de Eerste en Tweede Kamer) en heeft kennisgenomen van het feit dat sindsdien een wetsvoorstel in voorbereiding is. Omdat er nog geen wetsvoorstel is ingediend, kan GRECO de aanbeveling nog niet als gedeeltelijk geïmplementeerd beschouwen. Beide Kamers zijn bij brief d.d. 13 november 2018 geïnformeerd over het advies van de rechtspraak en het voornemen tot een wettelijk verbod.4

Het verzoek van GRECO aan Nederland is om uiterlijk 31 december 2020 opnieuw te rapporteren over de voortgang van de implementatie van bovengenoemde nog openstaande aanbevelingen.

Het addendum bij het tweede compliance rapport van GRECO zal, voorzien van een gelijkluidende begeleidende brief, ook aan de voorzitter van de Eerste Kamer worden gezonden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus