Gepubliceerd: 2 oktober 2019
Indiener(s): Michel Rog (CDA)
Onderwerpen: organisatie en beleid sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35275-7.html
ID: 35275-7

Nr. 7 VERSLAG

Vastgesteld 2 oktober 2019

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de in het verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende door de regering worden beantwoord acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

I.

ALGEMEEN

2

1.

Inleiding

2

2.

Klein beleid

3

 

2.1 Verstrekking ongevalsrapport aan slachtoffer (artikel IV)

3

 

2.2 Afschaffing vervolguitkering WW VVU (artikel VI)

3

 

2.3 Controle melding WagwEU (artikel XII)

3

3.

Uitvoering

3

     

II.

ARTIKELSGEWIJS

3

 

Artikel III Algemene Ouderdomswet

3

     

III.

EERSTE NOTA VAN WIJZIGING

4

4.

Klein beleid

4

 

4.1 Geen cumulatie ontslaggronden met f-gronden

4

 

4.2 Variabilisering pensioenuitkering naar aanleiding van temporisering verhoging AOW-leeftijd

4

 

4.3 Aanvang terugvordering sociale lening Wet inburgering

4

 

4.4 Wijziging Wml in verband met de stukloonregeling

4

 

4.5 Gewenningsperiode herziening arbeidsongeschiktheid Wet ongevallenverzekering BES

5

 

4.6 Aanpassing uurloongrenzen jeugd-LIV in Wet tegemoetkomingen loondomein

5

I. ALGEMEEN

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid alsmede enkele wetten van andere ministeries (Verzamelwet SZW 2020) en hebben naar aanleiding hiervan nog enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben geen aanleiding gevonden tot het maken van opmerkingen of het stellen van vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben daarover nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en de twee nota’s van wijziging. Zij hebben nog enkele vragen.

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele vragen.

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse de opmerkingen van de Raad van State gelezen over het eigenrisicodragerschap in de Ziektewet. Deze leden waren enigszins verbaasd dat de door de Raad van State benoemde gevolgen van deze wijziging niet op voorhand in beeld en opgelost waren en waarderen dat een separaat voorstel wordt voorbereid. Zij willen graag weten met welke oplossingsrichting de regering aan het werk gaat en op welke termijn het separate voorstel naar de Kamer wordt gezonden.

De leden van de VVD-fractie lezen dat enkele van de voorgestelde wijzigingen financiële besparingen opleveren. Deze leden zijn benieuwd wat de verwachte besparing in totaal is en waar deze terechtkomt.

De leden van de D66-fractie vragen waarom er dit keer voor is gekozen om geen aparte verzamelwet pensioenen in te dienen. Deze leden vragen of bekend is dat er belemmeringen worden ervaren bij waardeoverdracht tussen verschillende kringen van een Algemeen Pensioenfonds (APF) (van een defined contribution (DC)-kring naar een defined benefit (DB)-kring of andersom). Er zijn nu pensioenregelingen die een collectieve DC-regeling combineren met de mogelijkheid tot inkoop van een DB-aanspraak. Als er sprake is van twee verschillende pensioenuitvoerders dan kan er al waardeoverdracht plaatsvinden, maar als de uitvoering geheel bij een APF is belegd, dan kan er onder de huidige wetgeving geen waardeoverdracht plaatsvinden. Zijn deze belemmeringen bekend en wat zou er nodig zijn om deze waardeoverdracht wettelijk wel mogelijk te maken?

De leden van de SGP-fractie constateren dat de regering de voorgenomen aanpassing ten aanzien van het eigenrisicodragerschap heeft geschrapt en dat zij in overleg met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) de verdere uitwerking ter hand wil nemen. Deze leden vragen of de regering kan bevestigen dat zij nog steeds het voornemen heeft tot een wetswijziging op dit punt te komen. Eveneens vragen zij of de regering bij de uitwerking onder meer de private uitvoerders wil betrekken.

2. Klein beleid

2.1 Verstrekking ongevalsrapport aan slachtoffer (artikel IV)

De leden van de VVD-fractie zijn positief over de wijziging Verstrekking ongevalsrapport aan slachtoffer. Zij kunnen zich goed voorstellen dat slachtoffers behoefte hebben aan inzage in het dossier van hun eigen ongeval. Deze wet zorgt ervoor dat een slachtoffer van een ongeval volledig inzicht krijgt, zonder dat hij daarvoor een Wet openbaarheid van bestuur (Wob)-verzoek moet doen dat vanuit het oogpunt van privacy de noodzakelijke medische gegevens mist. Deze leden willen wel graag wat meer toelichting over de werkwijze waarop betrokkenen in de praktijk inzage in de betreffende dossiers kunnen krijgen.

2.2 Afschaffing vervolguitkering WW VVU (artikel VI)

De leden van de D66-fractie vragen hoe het kan dat er onder het overgangsrecht in het kader van de afschaffing van de vervolguitkering (VVU) van de Werkloosheidswet (WW) toch af en toe nog recht is ontstaan, in tegenstelling tot wat bij de afschaffing werd verwacht. Wat is de geraamde toekomstige instroom waar de besparing van € 250.000 per jaar op gebaseerd is?

De leden van de SGP-fractie vragen of de regering concrete voorbeelden kan geven van de uitzonderlijke situaties waarin zonder dit wetsvoorstel na 31 december 2019 nog steeds een beroep gedaan zou kunnen worden op de vervolguitkering.

2.3 Controle melding WagwEU (artikel XII)

De leden van de D66-fractie vragen of de termijn van vijf dagen ook een gangbare termijn is in andere landen die de meldingsplicht van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (WagwEU) op dit moment aan het implementeren zijn. Wat zijn de termijnen in andere landen en wat zijn de overwegingen daarbij?

3. Uitvoering

De leden van de D66-fractie vragen of de wetgeving in de nota van wijziging ook uitvoerbaar wordt geacht door de uitvoeringsinstanties. Daarnaast vragen deze leden of aan de voorbehouden die het UWV maakt in de uitvoeringstoets is voldaan, en of ook de latere wijzigingen in de Verzamelwet 2020 volgens het UWV uitvoerbaar zijn.

II. ARTIKELSGEWIJS

Artikel III Algemene Ouderdomswet

De leden van de SP-fractie vragen waarom de regering keer op keer geen antwoord geeft op de vraag hoe de koppeling eruit komt te zien. Wordt de formule V=2/3*(L-17,63)-(P-65)? Ja of nee? Indien anders dan zien deze leden graag de een reactie tegemoet.

III. EERSTE NOTA VAN WIJZIGING

4. Klein beleid

4.1 Geen cumulatie ontslaggronden met f-gronden

De leden van de D66-fractie vragen in hoeveel zaken op basis van de f-grond ontslag wordt verleend.

4.2 Variabilisering pensioenuitkering naar aanleiding van temporisering verhoging AOW-leeftijd

De leden van de SP-fractie vragen wanneer de wetgeving en regelgeving waarin de ontwikkeling van de Algemene Ouderdomswet (AOW)-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd met ingang van 2025 voor 2/3 wordt gekoppeld aan de ontwikkeling van de resterende levensverwachting op 65 jaar naar de Kamer wordt verstuurd.

4.3 Aanvang terugvordering sociale lening Wet inburgering

De leden van de VVD-fractie zijn positief dat het voorstel beoogt de perverse prikkel tot niet-inburgering weg te nemen. Zij lezen dat de verwachting is dat vrijwel alle inburgeringsplichtigen zes jaar na de reguliere termijnen aan de inburgeringsplicht hebben voldaan. Kan de regering toelichten waarop dit is gebaseerd? Is de regering met deze leden van mening dat een terugbetaaltermijn van zes jaar na afloop van de oorspronkelijk inburgeringstermijn inburgeraars niet het juiste signaal geeft om snel in te burgeren? Heeft de regering bij het vaststellen van de maximale termijn overwogen om een onderscheid te maken tussen zij die verwijtbaar en zij die niet-verwijtbaar nog niet aan de inburgeringsplicht hebben voldaan? Welke gevolgen verwacht de regering dat de nieuwe inburgeringswet heeft voor de inburgeringstermijn en daarmee voor het gebruik van deze regeling?

4.4 Wijziging Wml in verband met de stukloonregeling

De leden van de D66-fractie vragen of er al gebruik is gemaakt van de stukloonregeling en op basis van welke ervaringen de voorliggende wijziging wenselijk is.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen de regering wat de concrete aanleiding is om voortaan altijd aanvullende eisen te stellen aan stukloonnormen, ook al worden deze gezamenlijk ingediend door werkgevers en werknemers. Kan de regering nader toelichten waarom dit wenselijk wordt geacht?

De leden van de SP-fractie hebben nog enkele vragen over de wijziging Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) in verband met de stukloonregeling. Zij willen graag weten wat voor soort nadere bepalingen gesteld kunnen worden. Ook krijgen zij graag een voorbeeld van een situatie waarin dit toegepast kan worden en een nadere duiding waarom dit wenselijk is. Deze leden ontvangen verder graag een volledig overzicht van de werkzaamheden die door de Minister zijn aangewezen waarvoor stukloon ontvangen kan worden inclusief de hoogte van dit stukloon. Hoe is bij het vaststellen van het stukloon verankerd dat mensen niet onder het wettelijk minimumloon zakken? Welke controle is hierop? Deze leden willen tevens graag weten hoe lang een stukloon aanwijzing van de Minister geldig is en hoe in deze periode een fatsoenlijke hoogte van dit stukloon gegarandeerd wordt (mede met het oog op inflatie en loonontwikkeling).

4.5 Gewenningsperiode herziening arbeidsongeschiktheid Wet ongevallenverzekering BES

De leden van de GroenLinks-fractie waarderen het voornemen van de regering om een gewenningsperiode in te voeren bij herziening van de arbeidsongeschiktheid op grond van de Wet ongevallenverzekering BES. Deze leden vragen wat de onderbouwing is voor de gekozen wachtperiode. Waarom is bijvoorbeeld niet voor een vaste termijn gekozen?

4.6 Aanpassing uurloongrenzen jeugd-LIV in Wet tegemoetkomingen loondomein

De leden van de GroenLinks-fractie vragen de regering aan te geven wat het verschil in voorwaarden is tussen het Lage-inkomensvoordeel (LIV) en het jeugd- LIV en welke groepen nu niet meer in aanmerking komen, terwijl dat eerst wel het geval was.

De voorzitter van de commissie, Rog

Adjunct-griffier van de commissie, Kraaijenoord