Gepubliceerd: 20 juni 2022
Indiener(s): Marijke van Beukering-Huijbregts (D66)
Onderwerpen: arbeidsvoorwaarden werk
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35101-10.html
ID: 35101-10
Origineel: 35101-6

Nr. 10 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 20 juni 2022

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:

C

Aan artikel 135, vierde lid, wordt toegevoegd «Genoemd beleggingsbeleid wordt door het pensioenfonds ten minste eenmaal in vijf jaar en bij een ingrijpende wijziging geëvalueerd en geactualiseerd. Indien een pensioenfonds afwijkt van het advies van het verantwoordingsorgaan zoals bedoeld in artikel 115a, derde lid, derde lid, onderdeel l, of van het advies van het belanghebbendenorgaan zoals bedoeld in artikel 115c, tweede lid, onder k, wordt dit nader in het bestuursverslag gemotiveerd.»

B

Artikel II, onderdeel B, komt te luiden:

B

Aan artikel 130, vierde lid, wordt toegevoegd «Genoemd beleggingsbeleid wordt door het beroepspensioenfonds ten minste eenmaal in vijf jaar en bij een ingrijpende wijziging geëvalueerd en geactualiseerd. Indien een beroepspensioenfonds afwijkt van het advies van het verantwoordingsorgaan zoals bedoeld in artikel 110e, derde lid, onderdeel k, wordt dit nader in het bestuursverslag gemotiveerd.»

C

Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIa. EVALUATIEBEPALING

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Toelichting

Deze nota van wijziging strekt tot het opnemen van een tweetal voorzieningen ten aanzien van evaluatie. Deze wijzigingen dragen bij aan het aansluiten van de Wet eigen strategie pensioenfonds (Wesp) op het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen (Wtp). Door het beleggingsbeleid gelijktijdig uit te vragen met de risicohouding zouden deze aspecten van pensioenen in samenhang kunnen worden bezien. Om de effectiviteit van de Wesp inzichtelijk te krijgen, wordt een evaluatiebepaling opgenomen in de wet.

Onderdelen A en B

De eerste voorziening is opgenomen in de onderdelen A (Pensioenwet) en B (Wet verplichte beroepspensioenregeling), en betreft de opname van een termijn van ten minste elke vijf jaren (en bij elke ingrijpende wijziging) voor een verplichte evaluatie en actualisatie van het beleggingsbeleid ten aanzien van milieu en klimaat, mensenrechten en sociale verhoudingen.

Onderdeel C

De tweede voorziening betreft een verplichte wetsevaluatie van de Wet eigen strategie pensioenfonds na vijf jaar.

Van Beukering-Huijbregts