Kamerstuk 35000-IV-39

Beantwoording vragen commissie naar aanleiding van het werkbezoek van de commissie aan Sint Eustatius en Saba

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2019

Gepubliceerd: 8 februari 2019
Indiener(s): Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35000-IV-39.html
ID: 35000-IV-39

Nr. 39 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2019

Bijgaand zend ik u, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de beantwoording van de vragen die gesteld zijn door de Vaste Commissie Koninkrijksrelaties naar aanleiding van uw werkbezoek aan Saba en Sint Eustatius in januari 2019.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Vraag 1

Welke problemen ondervindt Caribisch Nederland door bureaucratische regels, bij voorbeeld de door Saba ondervonden problemen in de uitvoering van subsidies, toekenningen en andere aanvragen? Welke bureaucratische barrières zijn er ontstaan door de tussenkomst van Bonaire te vergen in de communicatie met Nederland? Welke maatregelen bent u voornemens te treffen om onnodige bureaucratie te voorkomen c.q. te beperken en de beslissingsbevoegdheid zo mogelijk meer bij Saba als verantwoordelijk orgaan zelf te leggen?

Vraag 8

Bent u bekend met de kritiek van het bestuur op het eiland Saba dat het aanvragen van – over het algemeen vrij eenvoudige – vergunningen en subsidies bij de Rijksdienst Caribisch Nederland gepaard gaat met zeer lange doorlooptijden en veel bureaucratie? Zo ja, welke mogelijkheden bestaan er om meer feitelijke beslisbevoegdheid neer te leggen op Saba zelf?

Vraag 25

Welke toegevoegde waarde heeft de Rijksdienst Caribisch Nederland? Deelt u de zorgen van veel mensen op Saba dat dit orgaan leidt tot veel onnodige en onwenselijke bureaucratie?

Antwoord vraag 1, 8 en 25

Samen met het openbaar lichaam Saba, bezie ik hoe de rijksoverheid en de lokale overheid elkaar waar nodig en mogelijk kunnen versterken bij de uitvoering van de verschillende taken. Ik verwacht voor de zomer met het bestuurscollege van Saba een bestuursovereenkomst te sluiten, waarbij Saba en de ministeries afspraken maken over gezamenlijke prioriteiten in de komende jaren. Voor de taakverdeling tussen openbare lichamen en de rijksoverheid is verder nog relevant het dit jaar te verwachten advies van de Raad van State over onder meer de taakverdeling tussen openbare lichamen en de rijksoverheid.

Vraag 2

Welke inspanningen zijn er gedaan om de werkelijke aard en omvang van armoede in Caribisch Nederland vast te stellen? Klopt het dat ouderen inmiddels ertoe gebracht zijn om met hun ouderdomspensioen hun kinderen en kleinkinderen financieel te ondersteunen, waardoor armoede en schrijnende situaties generaties lang onzichtbaar blijven?

Vraag 3

Kan worden voorzien in een overzicht van kosten van levensonderhoud op de afzonderlijke eilanden van Caribisch Nederland? Welke gevolgen vloeien hieruit voort voor de verdere besluitvorming over het sociaal minimum?

Vraag 29

Bent u bereid om alsnog een «sociaal minimum» vast te stellen voor Saba, Sint Eustatius en Bonaire, als een inspanningsverplichting voor de toekomst?

Antwoord vragen 2, 3 en 29

De afgelopen jaren hebben verschillende onderzoeken plaatsgevonden om de armoedeproblematiek in Caribisch Nederland in kaart te brengen. Zo heeft Bureau Regioplan in 2018 in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) onderzoek gedaan naar de minimaal noodzakelijke kosten van levensonderhoud in Caribisch Nederland. Dit rapport en de bijbehorende kabinetsreactie1 zijn op 29 juni 2018 door de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en mij aan uw Kamer aangeboden. Naast het in kaart brengen van de noodzakelijke kosten, was een belangrijk doel om inzicht te krijgen in hoe de inkomens in Caribisch Nederland zich verhouden tot deze kosten. Voor wat betreft ouderen die met hun ouderdomspensioen hun kinderen en kleinkinderen financieel ondersteunen, blijkt uit het onderzoek van Bureau Regioplan dat in bepaalde gevallen meerdere generaties bij elkaar wonen die de huishouding en zorgtaken delen en economisch verantwoordelijk voor elkaar zijn.

Het onderzoek laat zien dat een aanzienlijk deel van de mensen in Caribisch Nederland moeite heeft om rond te komen. Daarom heeft het kabinet in juni 2018 een pakket aan maatregelen aangekondigd om bestaanszekerheid van inwoners in Caribisch Nederland te verbeteren2. Met het pakket aan maatregelen wil het kabinet de situatie voor kwetsbare groepen als alleenstaande gepensioneerden, volledig en duurzaam arbeidsongeschikten en (alleenstaande) ouders met kinderen verbeteren. Zo worden met de verhoging van het wettelijk minimumloon en de uitkeringen, de verhoging van de kinderbijslag, de verhoging van de onderstand voor mensen die zelfstandig wonen, de verhoging van de inkomensgrens voor bijzondere onderstand, de toeslag voor alleenstaande AOV-gerechtigden en verhoging van de onderstand voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten, aan de inkomenskant substantiële stappen gezet om de kloof tussen de inkomens en kosten voor levensonderhoud voor kwetsbare groepen te verkleinen.

Conform de motie Van der Graaf c.s.3 zal de Staatssecretaris van SZW beide Kamers in een voortgangsrapportage voor de zomer informeren over de stappen die moeten worden gezet om een norm voor het sociaal minimum te kunnen vaststellen. Zoals is opgenomen in de brief aan de Eerste Kamer van 7 december 20184 zal hierbij worden bezien of het dan mogelijk is om een ijkpunt voor het sociaal minimum te kiezen als referentiepunt voor gerichte maatregelen voor de komende jaren. Het gaat om een ijkpunt dat is voorzien van waarborgen en dat kan worden bijgesteld als bepaalde kostenposten in de toekomst hoger of lager worden.

Vraag 4

Welke initiatieven worden genomen om het erosieprobleem op Sint Eustatius aan te pakken? Is inmiddels bekend hoe groot precies het erosieprobleem is?

Antwoord 4

Het is inmiddels bekend hoe groot de erosieproblematiek is. Aan Royal Haskoning DHV is in mei 2018 opdracht gegeven voor een samenhangend en fundamenteel onderzoek van erosieverschijnselen aan de kusten en de erosie verschijnselen door slechte drainage van hemelwater langs de wegen van het eiland.

Inmiddels is gestart met de voorbereidingen van de uitvoering gebaseerd op de voorstellen van Royal Haskoning. Aangezien het om een groot aantal en verschillende werkzaamheden gaat zal de uitvoering enkele jaren in beslag gaan nemen. De uitvoering zal zo veel mogelijk in combinatie worden gedaan met andere uitvoerende werkzaamheden op het eiland om de overlast voor de burgers beperkt te houden.

Vanwege de gevaarlijke situatie rondom de erosie van de klif onder Fort Oranje is hier voorrang aan gegeven. Ik kan u overigens melden dat de regeringscommissaris na een aanbestedingsprocedure de opdracht voor de stabilisatie van de klif eind januari heeft gegund aan AcrobatX, een Frans bedrijf dat al in de regio actief is.

Vraag 5

Wat zijn de realistische kansen voor landbouw op Caribisch Nederland in het algemeen en Sint Eustatius in het bijzonder?

Antwoord 5

Landbouw op de eilanden van Caribisch Nederland is op beperkte schaal mogelijk als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Leidend daarbij is het treffen van voorzieningen, zodat er voldoende water beschikbaar komt voor de plaatselijke bevolking en de landbouw, door opvang of productie uit zeewater. Momenteel is er door de droogte van afgelopen jaren in beperkte mate water beschikbaar, dat naar verwachting door klimaatverandering verder zal verslechteren. Daarnaast loopt veel vee los op de eilanden. Door overbegrazing neemt de kans op erosie en aantasting van het koraal toe. Het loslopend vee achter de hekken krijgen en de zorg voor voldoende veevoer vergt een structurele omschakeling van de plaatselijke boeren. De boerenstand is sterk verouderd en jongeren dienen te worden opgeleid. Kennisoverdracht van de oudere naar de jongere generatie is daarvoor nodig.

Op Sint Eustatius is landbouw een sector met potentieel. De grond is vulkanisch en daardoor erg vruchtbaar. Tegelijkertijd ondervindt het eiland een aantal structurele problemen, zoals hierboven al aangegeven, die belemmeren dat de landbouwsector ten volle tot ontwikkeling kan komen. Evenals op de andere eilanden van Caribisch Nederland is een van de belangrijkste problemen het ontbreken van structurele beschikbaarheid van water. De regeringscommissaris werkt in samenwerking met betrokkenen aan een meer integrale aanpak die zowel erosie op het eiland tegengaat als de regenwatergeleiding en -opvang voor onder meer de landbouw effectiever organiseert. Het verder professionaliseren van de landbouwsector heeft als bijkomend voordeel dat wanneer Sint Eustatius meer producten zelf kan produceren, zij minder afhankelijk wordt van (dure) import.

Vraag 6

Welke maatregelen worden getroffen voor Saba en Sint Eustatius om natuur en cultuur te behouden en te versterken?

Antwoord 6

Om de natuur te behouden en versterken, voert STENAPA namens het Openbaar Lichaam Sint Eustatius beheerstaken ten bate van de (unieke) eilandelijke flora en fauna, zowel boven als onder water. In het najaar van 2017 hebben de orkanen Irma en Maria de natuur op Sint Eustatius veel schade toegebracht. Het herstel en versterken van natuur is gemiddeld genomen geen taak die snel zichtbaar resultaat laat zien, maar wel degelijk van groot belang is voor het behoud van de bijzondere Caribische natuur. Diverse natuurprojecten zijn gefinancierd binnen de wederopbouwbudgetten. Voorbeelden daarvan zijn het herbebossingsproject en het leguanenbeschermingsproject. Hier is een bedrag van 800.000 euro aan toegekend.

Om de cultuur te behouden en te versterken, is het doel een geïntegreerd (in samenhang met o.a. de portefeuilles educatie, sport, gezondheid en toerisme) beleidsplan uit te voeren voor jong en oud. Uitgaande van de kernwaarden van de Statiaanse gemeenschap, onder de noemer «Strong Roots», is het streven gericht op het delen van verhalen en kennis met als doel meer samenhang en eigenwaarde te creëren.

Op Saba wordt de natuur op het land en in het mariene park beheerd door de Saba Conservation Foundation in opdracht van het Openbaar Lichaam. Het nationale park Sababank valt onder het beheer van het Rijk. De laatste jaren zijn met financiële steun vanuit het Rijk (natuurgelden) projecten uitgevoerd op het terrein van toegankelijkheid, kustbescherming en erosie. Ook is de hoogste berg van het Koninkrijk (Mount scenery) aangewezen als nationaal park. De wateren rond Saba en Sint Eustatius liggen in het Yarari zeezoogdieren en haaien reservaat. In dit gebied wordt gewerkt aan de ontwikkeling van duurzame visserij. In 2019 zal een nieuw integraal natuurbeleidsplan voor Caribisch Nederland worden opgesteld. Cultuur is een eilandelijke taak, maar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ondersteunt de eilanden hier bij. Zo ondersteunt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onder andere het monumentenbeleid.

Vraag 7

Welke stappen zijn en/of worden inmiddels gezet naar bestuurlijke wederopbouw en draagvlak voor de komende verkiezingen op Sint Eustatius? Wat wordt bijvoorbeeld gedaan ter versterking van democratische structuren?

Antwoord 7

De regeringscommissaris is na de inwerkingtreding van de Tijdelijke Wet taakverwaarlozing Sint Eustatius sinds februari 2018 formeel beslissingsbevoegd. Hij heeft als adviescollege de maatschappelijke raad van advies ingesteld die op allerhande vormen van onderwerpen en met enige regelmaat door de regeringscommissaris wordt geconsulteerd. De leden vertegenwoordigen een dwarsdoorsnede van de samenleving. Daarnaast hebben enkele lokale (ex)politici het zogenaamde Coöperatieve Platform opgericht. Ook dit Platform wordt regelmatig geconsulteerd. Het Openbaar Lichaam Sint Eustatius werkt samen met BZK aan een meerjarig opleidingsprogramma voor het ambtelijk apparaat, dat vakinhoudelijke competenties alsmede het ambtelijk vakmanschap kwalitatief moet verbeteren. Permanente opleiding vormt immers de sleutel tot een goed functionerend ambtelijk apparaat. Het programma «Bestuur van de Toekomst» voor politici is in ontwikkeling.

In de tweede uitvoeringsrapportage Sint Eustatius5 heb ik aan de Kamer gemeld dat ik in september 2019 aan de hand van de in de uitvoeringsrapportage genoemde criteria een besluit zal nemen over het wel of niet doorgaan van de verkiezing in maart 2020.

Vraag 9

Op welke manier wordt invulling gegeven aan de aangenomen motie (Kamerstuk 30 012, nr. 83) over het inzetten van bibliotheken als plek voor persoonlijke ontwikkeling en centra voor leven lang ontwikkelen? Wat is het tijdspad voor deze plannen?

Antwoord 9

De Tweede Kamer heeft via de motie Diertens de regering verzocht bij het verder vormgeven van het leven lang leren beleid in Caribisch Nederland te bezien op welke wijze bibliotheken hierbij een prominente rol kunnen vervullen6. Als publieke voorziening voor het algemene publiek kan de openbare bibliotheek een belangrijke rol spelen bij non-formele educatie. De condities daarvoor zijn in Caribisch Nederland op dit moment nog niet in voldoende mate vervuld. Als eerste stap is in 2018 door de Koninklijke Bibliotheek (KB) de toegang tot de digitale bibliotheek geregeld. Verdere stappen zijn nodig. Verbetering van het bibliotheekwerk is onderwerp van gesprek met de bestuurscolleges van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt in de eerste plaats bij de eilandbesturen zelf. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zal u bij volgende rapportages, zoals de evaluatie van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob), informeren over de voortgang.

Vraag 10

Herkent u de signalen dat er voor de medische centra op Saba en Sint Eustatius veel (logistieke) belemmeringen zijn om patiënten goed te kunnen helpen en/of te repatriëren? En dat veel patiënten daardoor uitwijken naar Sint Maarten of Colombia? Bent u bereid deze kwesties onder de aandacht brengen bij uw collega’s, en hen aan te sporen om in overleg te gaan met het bestuur van de medische centra op Saba en Sint Eustatius?

Antwoord 10

Op Saba en Sint Eustatius zijn de medische centra een anderhalvelijnszorgvoorziening. Dat betekent dat voor ziekenhuiszorg de inwoners van deze eilanden per definitie van het eiland moeten. In de regel eerst naar het ziekenhuis op Sint Maarten en voor tertiaire zorg naar Colombia. Dit is sinds 10-10-10 staand beleid.

Het Zorgverzekeringskantoor staat in nauw contact met de betrokken partijen om zo goed mogelijke zorg voor de inwoners op de eilanden te organiseren. Bovendien ondersteunt het Zorgverzekeringskantoor het ziekenhuis op Sint Maarten, zodat de inwoners van Saba en Sint Eustatius zorg zo dichtbij mogelijk kunnen krijgen. De beperkingen die samenhangen met de schaal van deze eilanden, zoals de vliegverbindingen, kunnen begrijpelijkerwijs niet via de zorg volledig ongedaan worden gemaakt.

Vraag 11

Klopt het dat het voor dialysepatiënten niet mogelijk is om behandeld te worden op Saba en Sint Eustatius? Ziet u mogelijkheden om deze behandelingen wel aan te kunnen bieden op deze eilanden?

Antwoord 11

Dialysepatiënten van Saba en Sint Eustatius worden op Sint Maarten behandeld. Vaak drie keer per week. Op 21 september 2018 heeft Staatssecretaris Blokhuis aan uw Kamer de resultaten aangeboden van het onderzoek en de businesscase naar de mogelijkheid van het opzetten van een hemodialyse unit op Sint Eustatius.7 In het onderzoek komt naar voren dat zowel de geïnterviewden van het Sint Maarten Medical Center (SMMC), het Sint Eustatius Health Care Foundation (SEHCF), als de geïnterviewde patiënten positief staan tegenover de mogelijkheid van hemodialyse op Sint Eustatius. Dit onder de voorwaarde dat de nodige voorzieningen worden getroffen en het zo wordt opgezet dat de kwaliteit en continuïteit van de zorg gegarandeerd is. Gezien de huidige staat van het SEHCF is het technisch gezien ook niet realistisch om een hemodialyse unit in het bestaande gebouw te realiseren. Daarom heeft Staatssecretaris Blokhuis in voornoemde brief opgemerkt dat dit onderwerp bij de nieuwbouwplannen moet worden betrokken. Daarbij is de medisch inhoudelijke component bepalend.

Vraag 12

Klopt het dat het recent gesloten Nationaal Preventieakkoord ook gaat gelden op Saba en Sint Eustatius? Zijn er in dat kader al acties ondernomen op deze eilanden?

Antwoord 12

Bij brieven van onder meer 7 juni8 en 21 september 20189 heeft Staatssecretaris Blokhuis uw Kamer geïnformeerd dat hij voor Caribisch Nederland een specifiek preventie- en sportakkoord zal sluiten. Hij past per eiland maatwerk toe. Op dit moment wordt met de openbare lichamen en andere lokale organisaties gewerkt aan de plannen. De bedoeling is om de akkoorden in mei 2019 te ondertekenen. Voor Saba worden de afspraken over sport en preventie vastgelegd in het in antwoord op vraag 1 genoemde akkoord tussen het Rijk en het openbaar lichaam.

Vraag 13

De eilandsraadsleden en bestuurders hebben vragen gesteld over de organisatie van de verkiezingen van de Eerste Kamer; hebben deze vragen u bereikt?

Vraag 15

Klopt het dat een aantal vragen over de kiescolleges en de registratie van inwoners nog niet beantwoord zijn? Worden deze vragen alsnog beantwoord?

Antwoord 13 en 15

Met de openbare lichamen vindt frequent overleg plaats over de organisatie van de verkiezingen voor het kiescollege van elk van de openbare lichamen, en in het verlengde daarvan de verkiezingen voor de Eerste Kamer. Langs die lijn zijn deze vragen vanuit de eilanden beantwoord.

Vraag 14

Op welke manier is er op Saba en Sint Eustatius voorlichting gegeven of wordt er voorlichting gegeven over de verkiezingen die moeten leiden tot de keuze van de Eerste Kamer in nieuwe samenstelling? Wordt de voorlichting alleen in het Nederlands aangeboden, of ook in het Engels?

Antwoord 14

Aangezien dit een eerste verkiezing van kiescolleges betreft, wordt er momenteel uitgebreid voorlichting gegeven aan de politieke groeperingen en de bevolking in Caribisch Nederland, specifiek ook ten aanzien van kandidaatstelling. In de voorlichting wordt onder andere aangegeven op welke wijze men zich kandidaat kan stellen en welke rol het kiescollege heeft bij het indirect kiezen van de Eerste Kamer. De voorlichtingscampagne voor de kandidaatstelling van de Rijksdienst Caribisch Nederland is gestart in de week van 4 december 2018 en heeft gelopen tot en met 4 februari 2019, de laatste dag van kandidaatstelling. Diverse middelen, gedifferentieerd per openbaar lichaam, worden ingezet. Het gaat daarbij onder meer om fysieke en digitale billboards, posters, Huis aan Huis bladen, radio- en tv spots, wekelijkse krantenadvertenties, Facebook, infomercials, infographics, een landingspagina met alle relevante informatie (www.rijksdienstcn.com/kiescollege2019), persberichten en brieven (van de gezaghebbers en Rijksvertegenwoordiger) naar de politieke partijen met alle praktische informatie. De opkomst bevorderende voorlichtingscampagne voor de kiezers (met het oog op het belang van het stemmen en het verloop van de stemming) loopt van 5 februari 2019 tot en met 20 maart 2019.

Voor alle communicatiemiddelen wordt Nederlands en Papiamentu gebruikt op Bonaire en Nederlands en Engels op Saba en Sint Eustatius.

Vraag 16

Op Sint Eustatius wordt gesproken over een locatie voor een gevangenis. Het bestuur en inwoners zouden de voorkeur hebben voor een gevangenis op de plek van het oude bestemmingsplan, en niet op de nieuwe geplande locatie in de buurt van het UNESCO World Heritage. Wat zijn hier de afwegingen?

Antwoord 16

Op 29 november 2018 heeft de regeringscommissaris een Town Hall meeting gehouden over een wijziging van het bestemmingsplan ten behoeve van de uitbreiding van de detentiecapaciteit achter het politiebureau. Mede op basis van de input van de bewoners, is formeel besloten dat het bestemmingsplan niet zal worden gewijzigd om dit mogelijk te maken. Het Ministerie van Justitie en Veiligheid onderzoekt momenteel of een andere locatie voor detentiecapaciteit op Statia haalbaar is.

Vraag 17

Wat zijn de gemiddelde bankkosten op de eilanden? Hoe verhouden die zich tot de gemiddelde bankkosten in Nederland? Zijn er mogelijkheden om de kwaliteit van de dienstverlening van banken te verbeteren?

Vraag 22

Waarom kunnen mensen op Saba, Sint Eustatius en Bonaire niet goed en goedkoop internetbankieren bij een grote Nederlandse bank zoals ABN Amro, Rabobank of ING, zoals in het Europese deel van Nederland wel mogelijk is? Bent u bereid met één van de banken (bijvoorbeeld «staatsbank» ABN Amro) een overeenkomst te sluiten over goed en goedkoop internetbankieren? Bent u bereid om deze bank ook een pinautomaat te laten plaatsen op Saba en Sint Eustatius waar zonder extra kosten geld kan worden opgenomen?

Antwoord vraag 17 en 22

Voor het duurzaam garanderen en verbeteren van de bancaire- en betaaldienstverlening in Caribisch Nederland is een aanpak in breder verband nodig. Financiën, EZK en BZK bekijken gezamenlijk de mogelijkheden om te komen tot een meer duurzaam aanbod op dit terrein. Zo wordt onder meer bekeken hoe het betalingsverkeer vanuit Europees Nederland kan worden versterkt en hoe het elektronisch bankieren kan worden gestimuleerd. Ik ben momenteel met mijn collega van Financiën hierover in overleg en zal u hierover naar aanleiding van de uitkomsten van dit overleg in een separate Kamerbrief nader informeren, zoals toegezegd in het AO Sint Eustatius van 27 september 201810. Informatie over de tarieven die banken hanteren voor hun financiële diensten en producten zijn over het algemeen te vinden op de websites van de lokale banken.

Vraag 18

Bent u bekend met de signalen dat op Saba en Sint Eustatius het internetwerk niet altijd stabiel is, en de kosten relatief hoog zijn? Ziet u mogelijkheden om dat te verbeteren?

Vraag 21

Welke mogelijkheden ziet u om goedkoop internet door een (Nederlandse) aanbieder mogelijk te maken op Saba, Sint Eustatius en Bonaire? Bent u bereid de mededingingsregels zo toe te passen dat een stabiele en goedkope aanbieder van internet mogelijk wordt?

Vraag 33

Een internetabonnement op Saba kost 160 dollar per maand. Ziet u kans om deze vaste kosten te verlagen? Is er een aanbieder die daar kansen voor ziet? Als er maar ruimte is voor één aanbieder, is het dan mogelijk om die dan aan te wijzen zonder dat er sprake is van mededinging, gezien de kleinschaligheid van de eilanden?

Antwoord vraag 18, 21 en 33

Ik zie inderdaad dat de kwaliteit achterblijft in vergelijking met Nederland en dat de tarieven hoog zijn. De afgelopen jaren zijn de tarieven en kwaliteit wel aanzienlijk verbeterd. In beginsel ligt de verantwoordelijkheid voor de telecomdienstverlening bij de telecomaanbieders zelf. Concessiehouders investeren zelf in vernieuwingen, zodat netwerken meer data aanbieden voor lagere kosten. Feitelijke ontwikkelingen zoals het uitrollen van 4G of het aanleggen van VDSL of glasvezel wijzen op verbeteringen in de afgelopen jaren, maar het blijft een grote uitdaging om telecomdiensten aan te bieden op basis van een moderne standaard en tegen een aantrekkelijk/aanvaardbaar tarief. Dit zal ook in toekomst moeilijk blijven, gegeven de beperkte grootte van de eilanden en daarmee de verdien- en investeringscapaciteit. Door de grote schaalverschillen in marktomvang tussen Europees Nederland en Caribisch Nederland kan hetgeen van telecomaanbieders mag worden geëist sterk verschillen met Europees Nederland.

Indien een Nederlandse of andere aanbieder actief wil worden op Caribisch Nederland zou zij of een concessie moeten aanvragen of een concessie moeten overnemen van een bestaande aanbieder. In het geval de aanbieder aan de concessie-eisen, bijvoorbeeld ten aanzien van de kwaliteit van de dienstverlening, voldoet kan zij diensten aanbieden. Er is daarbij geen belemmering voor aanbieders om de samenwerking met elkaar hiervoor aan te gaan. Zo is bijvoorbeeld de Nederlandse Mededingingswet niet van toepassing in Caribisch Nederland. Op dit moment zijn op alle drie de eilanden één vaste en meerdere mobiele concessiehouders actief.

Op dit moment wordt er toegewerkt naar een herziening van delen van de telecomwet- en regelgeving. Dit kan ervoor zorgen dat consumenten beter op de eilanden worden beschermd. Daarnaast is op verschillende momenten de afgelopen jaren bij het Ministerie van Economische zaken en Klimaat een verzoek van één van de eilanden gekomen om – ten behoeve van betere en goedkopere internet- en telefoonvoorzieningen – te ondersteunen bij gesprekken over mogelijke samenwerking met een Nederlandse aanbieder over mogelijke samenwerking. Uiteraard staan wij hier positief tegenover. Echter, aangezien het om commerciële onderhandelingen gaat heeft te ministerie hier enkel een faciliterende rol.

(Bij vraag 33 wil ik nog wel opmerken dat het genoemde tarief van 160 dollar kennelijk gaat om het op één na zwaarste abonnement, er is al een basis bundel vanaf 49 dollar (zie http://satelnv.com/connection_residential.html)

Vraag 19

Klopt het dat er flinke prijsstijgingen zijn voor water en elektriciteit, specifiek ook op Sint Eustatius? Wat is de ontwikkeling van de prijs van deze diensten in de afgelopen jaren? Met welke prijs is gerekend in het onderzoek naar de toereikendheid van het sociaal minimum? Hoe beoordeelt u in dat licht het huidige sociale minimum?

Vraag 32

Wat wordt er gedaan om de kosten van elektriciteit zo laag mogelijk te houden voor de inwoners van Saba, Sint Eustatius en Bonaire? Klopt het dat wetgeving ten aanzien van elektriciteit, bekostiging en netwerken wel werkt voor Bonaire, maar in veel mindere mate toegesneden is voor de situatie op Saba en Sint Eustatius?

Antwoord vraag 19 en 32

De tarieven voor elektriciteit zijn in alle drie openbare lichamen gedaald per 1 januari 2019, behalve het vaste gebruikstarief voor elektriciteit op Sint Eustatius. Dit is gelijk gebleven. De ontwikkeling van de tarieven in de afgelopen jaren is vooral veroorzaakt door de volgende drie factoren: (1) investeringen in productiecapaciteit (zonneweiden op Saba en Sint Eustatius, op Bonaire betreft dit de voorgenomen investering in efficiëntere productiecapaciteit op brandstof), (2) fluctuaties in de (wereld)olieprijs, en (3) de invoering van een nieuwe wettelijke tariefsystematiek per 1 juli 2017 op Saba en Sint Eustatius en per 1 april 2018 op Bonaire.

Recent schreef het Saba elektriciteitsbedrijf aan zijn klanten dat het tarief vanaf 1 januari 2.019 USD 0,3516 per kWh bedraagt (dit was USD 0,3757 per kWh in 2018) en dat dit tarief USD 0,4319 per kWh zou bedragen zonder de zonneweiden. Op Sint Eustatius daalt het tarief van USD 0,3105 per kWh in 2018 naar USD 0,2965 per kWh. Ook dit tarief zou zonder zonneweide aanmerkelijk hoger liggen. Hiernaast is er sinds 2014 subsidie om een deel van de netbeheerkosten te dekken. Op Saba blijft het vaste gebruikstarief waarin netbeheerkosten zijn verdisconteerd per januari 2019 ongeveer gelijk. Op Sint Eustatius is het tarief op 30 januari jl. vastgesteld op USD 3,64 en daarmee gelijk gebleven met het tarief in 2018. Zie hierover ook de brief die begin februari aan uw Kamer is verzonden in antwoord op vragen van uw commissie met betrekking tot het vastrecht van de elektriciteitstarieven op Sint Eustatius.

Door de nieuwe wettelijke systematiek zijn vaste gebruikstarieven geïntroduceerd, waar voorheen slechts een gebruiksafhankelijk tarief (uitgedrukt in USD per kWh) gold. Hierdoor is een vergelijking met eerder jaren gecompliceerd. De belangrijkste ontwikkeling van de prijs in eerdere jaren hing samen met de daling (halvering) van de wereldolieprijs in 2014.

Met de invoering van de Wet elektriciteit en drinkwater BES zijn de drinkwatertarieven kostendekkend vastgesteld. Dit heeft geleid tot een sterke stijging van de drinkwatertarieven op Sint-Eustatius, waardoor de betaalbaarheid en daarmee de beschikbaarheid van drinkwater onder druk staat. Dit is in strijd met het doel van de wet: betaalbaar drinkwater voor eenieder in Caribisch Nederland, Om drinkwater betaalbaar en daarmee toegankelijk te houden stelt het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat jaarlijks subsidie beschikbaar.

Voor de invoering van de Wet elektriciteit en drinkwater BES op 1 juli 2016 was het variabele drinkwatertarief USD 10 voor duizend liter drinkwater. Na 1 juli 2016 is het variabele kostendekkende drinkwatertarief voor duizend liter drinkwater gedaald tot USD 7,87. Daarnaast is mede dankzij de subsidie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het vastrecht sterk in prijs gedaald van USD 30 naar USD 6,85 per maand.

In 2018 heeft Regioplan in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzocht wat de minimale noodzakelijke kosten voor levensonderhoud zijn in Caribisch Nederland11. De door Regioplan waargenomen maandelijkse gemiddelde kosten voor regulier elektriciteitsgebruik zijn USD 43, USD 57 en USD 84 voor een alleenstaande op respectievelijk Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Voor water zijn de door Regioplan waargenomen maandelijkse gemiddelde kosten USD 30, USD 43 en USD 43 voor een alleenstaande op respectievelijk Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Zoals gesteld in de beantwoording van vragen 2, 3 en 9, zal de Staatssecretaris van SZW beide Kamers in een voortgangsrapportage voor de zomer informeren over de stappen die moeten worden gezet om een norm voor het sociaal minimum te kunnen vaststellen.

Om de kosten van elektriciteit laag te houden heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat de aanleg van de zonneweiden op Saba en Sint Eustatius gesubsidieerd, en op Saba de zuinigere centrale op olie. Op Sint Eustatius wordt hierdoor 46% op olie bespaard. Op Saba (waar de tweede zonneweide mede met Europese subsidie wordt aangelegd) zal dit naar verwachting ongeveer 39% zijn vanaf eind februari 2019, bovenop 14% besparing op olie door zuinigere generatoren. Hierdoor liggen de tarieven aanzienlijk lager dan zonder de besparing op olie het geval zou zijn geweest. Sinds 1 juli 2016 is het nieuwe wettelijke kader van kracht waardoor onder andere slechts efficiënte kosten in rekening worden gebracht bij de klanten. Op Bonaire is in het voorjaar van 2018 een sterke wens ontstaan om naast kostenoriëntatie ook sociale overwegingen bij de bepaling van de tarieven wettelijk toe te staan. Naar aanleiding van dit verzoek van Bonaire is een wetsvoorstel in voorbereiding. Op Saba is echter vooralsnog terughoudend gereageerd op de idee de wetgeving aan te passen. Ook op Sint Eustatius hebben geen belanghebbenden verzocht tot aanpassing van de huidige wetgeving. Hierom wordt beoogd dat het wetsvoorstel voldoende maatwerk per openbaar lichaam mogelijk maakt zodat aan de wensen van Bonaire tegemoet gekomen kan worden zonder dat er een ongewenste wijziging voor Sint Eustatius of Saba is.

Vraag 20

In het verleden zijn regelmatig afspraken gemaakt tussen het bestuur op Saba, de Tweede Kamer en de Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties over zaken die Saba beter zelf kan doen en niet meer vanuit uit ministerie hoeven te worden gedaan. Te vaak lopen dergelijke politieke afspraken vervolgens kennelijk vast door ambtelijke onwil in de ministeries. Een voorbeeld is het besluit over werkvergunningen. Waarom lukt het niet om politieke afspraken met Saba ook daadwerkelijk door te voeren? Welke maatregelen gaat u nemen om dit soort onwil vanuit de ministeries in de toekomst te voorkomen? Hebt u behoefte aan meer «doorzettingsmacht» om ambtelijke onwil en versnippering in het beleid met betrekking tot Saba (en in de toekomst Sint Eustatius) te voorkomen?

Vraag 30

Klopt het dat het bestuur van Saba nog steeds niet zelf kan beslissen over het uitgeven en toekennen van werkvergunningen? Waarom niet? Wat is het bezwaar om dit niet toe te staan?

Antwoord vraag 20 en 30

Het verstrekken van tewerkstellingsvergunningen (TWV) is een taak van de rijksoverheid. Ik herken de signalen die werkgevers en bestuurders op Saba afgeven. Binnen de kaders van de huidige wetgeving kan gekeken worden naar meer maatwerk binnen de lokale context, vooral rondom de arbeidsmarkttoets (eilandtoets). Om de doorlooptijden te verkorten heeft de Staatssecretaris van SZW daarom in november 2018 op mijn verzoek de beleidsregels rondom de TWV op Saba versoepeld12. Op deze manier kunnen moeilijk vervulbare vacatures voor o.a. onderwijzers, leerkrachten, duikinstructeurs, gediplomeerde chef-koks, artsen en academisch opgeleid geneeskundig personeel makkelijker en sneller vervuld worden. Met openbaar lichaam Saba heeft de Staatssecretaris van SZW gekeken naar de mogelijkheden voor meer maatwerk binnen de lokale context, vooral rondom de arbeidsmarkttoets (eilandtoets). SZW en openbaar lichaam Saba volgen gezamenlijk hoe de betreffende wijziging uitpakt en of nadere afspraken nodig en wenselijk zijn.

Vraag 23

Waarom duurt het zo lang voordat nieuwe aanbieders een eerlijke kans krijgen om vluchten aan te bieden naar Saba en Sint Eustatius? Bent u bereid de regels aan te passen zodat nieuwe aanbieders een gelijke kans krijgen?

Antwoord 23

Op grond van het open regime van het «Multilateral Protocol on the liberalization of air transport» (hierna: protocol) dat in 2011 tussen alle landen van het Koninkrijk is overeengekomen, mag een luchtvaartmaatschappij die is gevestigd in een van de landen van het Koninkrijk passagiers en/of vracht vervoeren van, naar en via alle landen van het Koninkrijk op basis van het recht van 3e, 4e en 5e vrijheid.

Voor vestiging op Bonaire, Saba of Sint Eustatius is het daarbij vereist dat de luchtvaartmaatschappij over een exploitatievergunning op basis van de Luchtvaartwet BES en een Air Operator Certificate (AOC) op basis van de Wet Luchtvaart beschikt. Daarbij dient de luchtvaartmaatschappij geregistreerd te zijn op een van de BES eilanden. Het staat nieuwe aanbieders die aan die vereisten voldoen ook vrij om op gelijke voet vluchten uit te voeren op Saba en Sint Eustatius.

Vraag 24

Welke mogelijkheden ziet u om de geplande uitbreiding van de haven van Saba verder uit te breiden, zodat de haven niet alleen orkaanbestendig wordt maar ook beter en goedkoper vervoer van personen en goederen mogelijk wordt, grotere goederenschepen kunnen aanleggen en ook meer kleine cruiseschepen het eiland kunnen aandoen?

Antwoord 24

Het ligt in de bedoeling om de haven van Saba binnen de fysieke mogelijkheden (met name de dieptecontouren) zo ver mogelijk uit te breiden, orkaanbestendig en aardbevingproof te maken, rekening houdend met het beschikbare budget. Door het steile onderwatertalud dat Saba kenmerkt, is het alleen tegen zeer hoge kosten mogelijk een nog grotere haven aan te leggen anders dan nu gepland, daar dit de sloop en nieuwbouw zou vergen van de nog bestaande havendam. Met de nu beoogde uitbreiding van de haven wordt de haven veilig voor diverse soorten scheepvaartverkeer en watersporters, zodat het een kans biedt voor verdere economische ontwikkelingen. Door de uitbreiding van de haven, kunnen grotere schepen aanmeren, wat de afhankelijkheid van Saba kan verkleinen en wat kansen biedt de kosten van levensonderhoud te verlagen door efficiëntere aanvoer.

Vraag 26

Bent u bereid om voor Saba (en in de toekomst mogelijk ook voor Sint Eustatius) voortaan het «nee-mits»-principe toe te passen, in die zin dat wetten en regels uit Nederland niet gelden voor deze bijzonder kleine eilanden, behalve als er goede redenen zijn om dit wel te doen?

Vraag 31

Is het uitgangspunt ten aanzien van wetgeving nog steeds dat het kabinet terughoudend is met regelgeving voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius? Waaruit blijkt dat? Is het uitgangspunt bij wetgeving dat wetgeving niet voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius geldt tenzij het specifiek als zodanig wordt benoemd in de wet? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 26 en 31

Uit artikel 2 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba volgt dat regelgeving in beginsel alleen van toepassing is in Caribisch Nederland voor zover dit uitdrukkelijk is geregeld of indien een wettelijk voorschrift zodanig is geformuleerd dat evident is dat het van toepassing is. Met het oog op de legislatieve terughoudendheid na de transitie is steeds het uitgangspunt geweest dat er geen nieuwe wet- en regelgeving voor de openbare lichamen wordt ingevoerd, tenzij daar nut en noodzaak toe is. Ik vind het belangrijk om daarbij rekening te houden met het «more for more, less for less» principe, waarbij ik zoveel mogelijk rekening wil houden met de lokale context en maatwerk wil toepassen.

Vraag 27

Klopt het dat een grotere veerboot naar Saba en Sint Eustatius het hele jaar door zou kunnen varen en dit de transportkosten voor de bewoners erg zou kunnen verlagen? Is het mogelijk om deze grotere veerboot rendabel te maken door zowel het vervoer van personen als van materiaal mogelijk te maken?

Vraag 35

Ten tijde van het onderhoud aan het vliegveld van Saba is er voor die periode een veerdienst geweest. Deze was zeer succesvol vanuit het perspectief van de toename aan bezoekers aan Saba. Is het weer in dienst nemen van een dergelijke verbinding een optie om meer mogelijkheden van transport tussen de eilanden te hebben?

Antwoord 35

In beginsel klopt het dat een groter schip de kosten per ladingeenheid of passagier drukt, ook bij toenemende dagkosten van dat schip. Het is goed om te kijken naar een combinatie van vervoer van personen én goederen, wel zal het schip voldoende beladen moet zijn om winstgevend te kunnen zijn. Met een kleine ferry is het al bijna niet winstgevend. Saba onderzoekt momenteel mogelijkheden van het gebruik van een grotere ferry in combinatie met vervoer van goederen.

Vanwege de sluiting van de luchthaven door de renovatie werd er een alternatieve verbinding over zee aangeboden door middel van meer ferrydiensten. Deze extra ferrydiensten zijn door Saba zelf geregeld, waarbij met behulp van financiële middelen van het Ministerie van IenW het tarief tijdelijk een stuk lager kon zijn. In die periode zijn ongeveer 25% meer passagiersbewegingen gesignaleerd. Aan deze toename kan in combinatie met de tijdelijke sluiting van het vliegveld en het verlaagde tarief geen eenduidige conclusie verbonden worden. In het overleg met Saba over de eerder genoemde bestuursovereenkomst is connectiviteit onderwerp van gesprek.

Vraag 28

Bent u bereid om een onderzoek mogelijk te maken naar vernieuwing en uitbreiding van het bejaardenhuis van Saba?

Antwoord 28

Het verpleeghuis op Saba heeft recent in samenwerking met de Woningcorporatie al voorstudie gedaan naar de mogelijkheden voor een nieuw onderkomen voor het verpleeghuis. In 2019 worden verdere stappen gezet. Het Zorgverzekeringskantoor is hierbij betrokken en het verpleeghuis is bekend met de welwillendheid van het Ministerie van VWS in deze.

Vraag 34

Welke zeggenschap heeft Nederland als aandeelhouder van Winair ten aanzien van de kosten van tickets tussen de eilanden int Maarten, Saba en Sint Eustatius?

Antwoord 34

De Nederlandse Staat heeft een aandelenbelang van 7,95%. Tevens is één van de commissarissen in de board van Winair benoemd op voordracht van Nederland. Zoals genoemd in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen heeft de Nederlandse Staat dit aandelenpakket per oktober 2010 verkregen om betrouwbare, veilige en kostenefficiënte bereikbaarheid van Saba en Sint Eustatius – een publiek belang – zo goed mogelijk te borgen.13

Daarbij moet worden aangetekend dat de bepaling van de ticketprijzen en kostendekkend opereren van de vluchten primair de verantwoordelijkheid is van het management van Winair. Nederland streeft ernaar ook bij te dragen aan behoud van een redelijk kostenniveau bij Winair door de aanbieding van een garantstelling voor een lening voor nieuwe vliegtuigen van Winair waarbij goedkoper op de eilanden kan worden geopereerd dan met de huidige vliegtuigen in lease. Als gevolg van de schade door de orkaan Irma, ook wat betreft vervoersvraag en omzet, heeft nog geen besluitvorming over aanschaf van nieuwe vliegtuigen plaatsgevonden.