Kamerstuk 35000-A-64

Amendement van het lid Kröger over het verminderen van budget voor de verbreding van de A27

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2019


30,7 %
69,3 %

FVD

VVD

PVV

SP

CDA

DENK

CU

GL

PvdD

SGP

50PLUS

PvdA

D66


Nr. 64 AMENDEMENT VAN HET LID KRÖGER

Ontvangen 29 november 2018

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 12 Hoofdwegennet worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 500.000 (x € 1.000).

II

In artikel 13 Spoorwegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 175.000 (x € 1.000).

III

In artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 325.000 (x € 1.000).

Toelichting

Dit amendement is bedoeld om het bedrag voor de verbreding van de A27- Ring Utrecht met € 500 miljoen te verlagen. Voor dit project is ruim € 1.153 miljoen gereserveerd. De nodige aanpassing van de snelweg kan met veel minder geld binnen de bestaande bak bij de Amelisweerd worden gerealiseerd. Daarmee ontstaan er veel minder bouwtechnische risico’s, minder financiële risico’s, duurt de verkeersoverlast door bouwwerkzaamheden korter, worden natuur en landschap gespaard.

Het vrijgekomen bedrag kan worden ingezet voor een verbetering van het OV en de (fiets)infrastructuur in de regio Utrecht. Gemeente en Provincie Utrecht en de omliggende gemeenten in de regio hebben een plan klaar liggen met no-regret maatregelen die snel ter hand moeten worden genomen. Zonder die investeringen kan ook de geplande woningbouwopgave niet worden gerealiseerd. Er moeten nieuwe lijnen Hoogwaardig Openbaar Vervoer worden aangelegd van USP naar Lunetten, en Overvecht, nieuwe fietsinfrastructuur naar het Centrum Zeist en Bilthoven, en in de tweede fase het doortrekken van de tram naar Zeist. In het bestuurlijk overleg MIRT is met Utrecht overeengekomen om een heel klein deel van het benodigde bedrag bij te leggen. Met dit amendement kan de gehele eerste fase tot 2025 en een deel van de tweede fase tot 2030 gefinancierd worden. De gemeente en de provincie zullen eveneens flink moeten bijdragen aan de realisatie, maar zonder steun van het Rijk, loopt de regio vast.

Tenslotte is er ook een bijdrage van € 60 miljoen nodig om de noordelijke randweg te verbeteren en van ongelijkvloerse kruisingen te voorzien.

Een bedrag van € 175 miljoen is nodig om de spoorverbinding Utrecht – Leiden geschikt te maken voor Intercity’s door het spoor te verdubbelen en te versterken. De gewenste verhoging van de frequentie en snelheid kan niet worden gerealiseerd voor minder omdat de slappe veengrond moet worden versterkt. Problemen zoals bij het Kamper-lijntje moeten worden voorkomen.

Kröger