Kamerstuk 34824-10

Reactie op de motie van het lid Van der Molen c.s. over de kosten van ontvlechting van samenwerkingsverbanden

Dossier: Samenvoeging van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik en wijziging van de grens tussen de provincies Utrecht en Zuid-Holland

Gepubliceerd: 21 juni 2019
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: bestuur gemeenten
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34824-10.html
ID: 34824-10

Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2019

De voormalige gemeenten Leerdam, Zederik (Zuid-Holland) en Vianen (Utrecht) zijn per 1 januari 2019 gefuseerd tot de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden, die ligt binnen de provincie Utrecht. Deze herindeling heeft daarmee een wijziging van de provinciale indeling tot gevolg gehad. Het gevolg van de wijziging van de provinciegrens is dat ook de indeling van de wettelijke gemeenschappelijke regelingen moest worden aangepast, omdat de wetgeving uitgaat van een indeling die de provinciegrenzen respecteert. Het betreft de Veiligheidsregio’s Zuid-Holland Zuid en Utrecht, de Omgevingsdiensten Zuid-Holland Zuid en Utrecht, en de GGD Utrecht en Dienst Gezondheid & Jeugd in Zuid-Holland.

Als gevolg van de wijziging van indeling eindigde de deelname van de gemeenten Leerdam en Zederik aan de wettelijke samenwerkingsverbanden in Zuid-Holland-Zuid en is Vijfheerenlanden per 1 januari 2019 onderdeel van de wettelijke samenwerkingsverbanden in de regio Utrecht. Het is de eerste keer in Nederland dat een wijziging van provinciale indeling leidt tot een wijziging van de indeling van wettelijke gemeenschappelijke regelingen.

Bij de behandeling van het herindelingsvoorstel «Vijfheerenlanden» is door uw Kamer de motie Van der Molen c.s. aangenomen.1 Met de motie wordt de regering verzocht in overleg met de betrokken gemeenten de kosten van ontvlechting van de wettelijke samenwerkingsverbanden zo veel mogelijk te beperken en een regeling te treffen voor de verdere afwikkeling. Met deze brief informeer ik u graag over deze verdere afwikkeling.

Begeleidingscommissie

De drie gemeenten hebben in januari 2018 het Ministerie van BZK gevraagd om de regie te nemen in het proces van uit- en intreden van de wettelijke samenwerkingsverbanden. Dit verzoek werd ondersteund door de twee provincies. In overleg met deze partijen heeft mijn ministerie een begeleidingscommissie samengesteld waarin deze partijen zijn vertegenwoordigd, onder voorzitterschap van het Ministerie van BZK.2

Onder aansturing van de begeleidingscommissie heeft een procesbegeleider met alle partijen gewerkt aan het proces van uit- en intreding. Hierbij heeft iedere partij vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid de nodige activiteiten ondernomen voor het tijdig en op goede wijze zorg dragen voor de uit- en intreding van de wettelijke samenwerkingsverbanden.

Operationeel proces en borging dienstverlening

De belangrijkste taak in het proces van uit- en intreding is het borgen van de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening van de betreffende wettelijke gemeenschappelijke regelingen. De gemeenschappelijke regelingen en betrokken gemeenten hebben conform hun wettelijke verantwoordelijkheid zorg gedragen voor een goede overdracht van taken en de continuering van de dienstverlening aan de inwoners van de betreffende gemeenten. Voor deze inzet ben ik de betrokken partijen zeer erkentelijk.

Financiële afwikkeling uit- en intreding

De uit- en intreding brengen ook financiële effecten met zich mee, zoals project- en frictiekosten. De begeleidingscommissie heeft in 2018 een proces uitgelijnd en uitgangspunten benoemd waarlangs de financiële effecten verrekend zullen worden.

De begeleidingscommissie heeft in de brieven van 4 en 28 juni 2018 de betrokken besturen van de wettelijke gemeenschappelijke regelingen geïnformeerd over het te volgen ontvlechtingsproces en de uitgangspunten voor de berekening van de ontvlechtingskosten.

De partijen die deel uitmaken van de begeleidingscommissie dragen zorg voor de financiële verrekening van de kosten als gevolg van de uit- en intreding van Vijfheerenlanden uit de wettelijke samenwerkingsverbanden.3 Deze partijen (de twee provincies, de gemeente Vijfheerenlanden en BZK) hebben allen in onderlinge afspraak een bijdrage geleverd welke gezamenlijk de totale kosten dekt van de uit- en intreding van de wettelijke samenwerkingsverbanden. Hiermee zijn ook de financiële gevolgen van de uit- en intreding afgewikkeld.

Evaluatie proces

Omdat het de eerste keer is dat een gemeentelijke herindeling leidt tot wijziging van provinciale indeling en daarmee tot een wijziging van indeling van wettelijke samenwerkingsverbanden, vind ik het wenselijk dat dit proces wordt geëvalueerd. Hiertoe zal ik de komende periode opdracht geven. Op deze manier kunnen de ervaringen en lessen van dit proces worden gebruikt bij eventuele toekomstige gemeentelijke herindelingen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en stel u voor hiermee de motie van lid Van der Molen c.s. (Kamerstuk 34 824, nr. 7) als afgedaan te beschouwen. Tijdens de behandeling van het herindelingsvoorstel «Vijfheerenlanden» heeft uw Kamer ook een motie aangenomen over de centrumpositie van Gorinchem.4 Over deze motie zal ik uw Kamer in een aparte brief informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren