Gepubliceerd: 19 januari 2017
Indiener(s): Pia Dijkstra (D66)
Onderwerpen: bestuur organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34633-4.html
ID: 34633-4

Nr. 4 VERSLAG

Vastgesteld 19 januari 2017

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Zij hebben nog enkele opmerkingen en vragen over het wetsvoorstel.

Deze leden zijn van mening dat voor kiezers in het buitenland stemmen via internet op termijn wettelijk mogelijk zou moeten worden gemaakt, mits de veiligheid en integriteit van het stemproces voldoende kan worden gegaran-deerd. Zij zien om die reden uit naar de test die zo snel mogelijk zal plaats-vinden voor Nederlanders in het buitenland.

De leden van de VVD-fractie lezen in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat op grond van deze Tijdelijke experimentenwet bij de Euro-pees Parlementsverkiezing in 2014 voor het eerst met het nieuwe stembiljet is geëxperimenteerd. Dat experiment is succesvol verlopen volgens de regering. Kan de regering nut en noodzaak van nieuwe experimenten met het nieuwe stembiljet uiteenzetten? Welke toegevoegde waarde hebben nieuwe experimenten met een nieuw stembiljet, nu de Tweede Kamer in 2016 het wetsvoorstel Experimenten met een nieuw stembiljet in het stemlokaal (TK 34 288) heeft verworpen? Deelt de regering de opvatting van de leden van de VVD-fractie dat middelen beter kunnen worden besteed aan het testen met internetstemmen voor Nederlanders in het buitenland en experimenten met elektronische hulpmiddelen voor kiezers in Nederland?

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel tot verlenging van de werkingsduur van de Tijdelijke experimentenwet stembiljet-ten en centrale stemopneming.

In de memorie van toelichting stelt de regering dat het eerste experiment met het nieuwe stembiljet bij de Europees Parlementsverkiezing in 2014 succes-vol is verlopen. De evaluatie van dit experiment heeft uitgewezen dat het nieuwe stembiljet begrijpelijk is voor de kiezers in het buitenland. Uit de evaluatie blijkt ook dat de briefstembureaus hebben geconstateerd dat het nieuwe stembiljet makkelijker en sneller te tellen is.

Ook bij het referendum op 6 april 2016 over de Wet tot goedkeuring van het EU-associatieakkoord met Oekraïne konden kiezers in het buitenland via de e-mail een stembiljet ontvangen. Waarom verwijst de regering niet naar de evaluatie van het referendum? Hoeveel kiezers in het buitenland hebben bij het bedoelde referendum een briefstem uitgebracht? Hoeveel daarvan waren ongeldig?

Deze leden vragen, of de regering met het voorstel tot verlenging van de werkingsduur van de Tijdelijke experimentenwet niet vooruitloopt op de eva-luatie van de gehouden experimenten. De regering stelt in de memorie van toelichting: «Om bij eventuele verkiezingen voorafgaande aan de inwerking-treding van een eventuele definitieve wettelijke regeling verwarring te voor-komen is het noodzakelijk om de mogelijkheid te behouden om experimenten te organiseren.» Kan de regering de betekenis van deze zin nader uiteen-zetten? Betekent dit, dat de regering de huidige bepalingen in de Kieswet als afgeschaft beschouwt?

Door de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet blijft de mogelijk-heid bestaan van een experiment met centraal tellen. Is de regering voorne-mens nieuwe experimenten te starten met centrale stemopneming, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot de oorspronkelijke mededeling dat de evaluaties van de experimenten met cen-traal stemmen in 2014 en 2015 geen aanleiding geven hiermee nog een experiment te houden?

De Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVvB) stelt in haar advies, dat zij het bevreemdend vindt dat alleen de kiezers in het buitenland met een ander model stembiljet mogen stemmen. De NVvB is van mening dat een stembiljet voor een verkiezing na experimenten uiteindelijk voor alle kiezers hetzelfde moet zijn. De leden van de CDA-fractie vragen, wat het standpunt van de regering hierover is.

De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra

Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx