Kamerstuk 34589-(R2077)-9

Motie van het lid Ouwehand over nakomen van de Europese afspraken over tegengaan van klimaatverandering

Dossier: Goedkeuring van de op 12 december 2015 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst van Parijs (Trb. 2016, 94 en Trb. 2016, 162)


24,7 %
75,3 %

Monasch

GrBvK

Van Vliet

GrKÖ

VVD

GL

CDA

SP

SGP

Klein

50PLUS

PVV

PvdA

PvdD

Houwers

D66

CU


Nr. 9 MOTIE VAN HET LID OUWEHAND

Voorgesteld 25 januari 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

wijzende op de grote noodzaak om maatregelen te treffen tegen de klimaatverandering en op de afspraken die hiertoe gemaakt zijn met het klimaatakkoord in Parijs;

constaterende dat de Europese lidstaten en het Europees parlement in 2013 hebben afgesproken ten minste 20% van de EU-begroting voor 2014–2020 te besteden aan maatregelen tegen klimaatverandering;

constaterende dat uit een onderzoek van de Europese Rekenkamer blijkt dat dit doel bij lange na niet gehaald zal worden, en dat vooral in het landbouw- en visserijbeleid en de plattelandsontwikkeling het roer nog niet om is;

constaterende dat het kabinet verwijst naar de herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), die pas in 2020 zal plaatsvinden, voor een eventuele verschuiving van budgetten naar klimaatactie, waarmee de afspraak om tussen 2014 en 2020 al 20% van de EU-begroting te besteden aan het tegengaan van klimaatverandering terzijde wordt geschoven;

spreekt uit dat de Europese afspraken over het tegengaan van klimaatverandering moeten worden nagekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ouwehand