Kamerstuk 34552-45

Amendement van het lid Schouten waarmee o.a. de kloof tussen een- en tweeverdieners wordt verkleind

Dossier: Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017)

Gepubliceerd: 16 november 2016
Indiener(s): Carola Schouten (CU)
Onderwerpen: belasting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34552-45.html
ID: 34552-45

37,3 %
62,0 %

Houwers

PvdA

PvdD

GrBvK

SGP

GrKÖ

GL

CU

50PLUS

VVD

SP

CDA

Klein

PVV

Monasch

D66

Van Vliet


Nr. 45 AMENDEMENT VAN HET LID SCHOUTEN

Ontvangen 16 november 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

De in artikel I, onderdeel A, opgenomen tarieftabel wordt vervangen door:

Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan

maar niet meer dan

bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat

I

II

III

IV

€ 19.982

8,90%

€ 19.982

€ 33.791

€ 1.778

13,00%

€ 33.791

€ 67.072

€ 3.573

40,80%

€ 67.072

€ 17.151

52,00%

II

De in artikel I, onderdeel B, opgenomen tarieftabel wordt vervangen door:

Bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan

maar niet meer dan

bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare inkomen uit werk en woning dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat

I

II

III

IV

€ 19.982

8,90%

€ 19.982

€ 34.130

€ 1.778

13,00%

€ 34.130

€ 67.072

€ 3.617

40,80%

€ 67.072

€ 17.057

52,00%

III

In artikel I wordt na onderdeel K een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ka

Artikel 8.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «46 2/3% van de algemene heffingskorting vermeerderd met de voor de belastingplichtige geldende arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting» vervangen door: 46 2/3% van het totaal van de algemene heffingskorting en de voor de belastingplichtige geldende arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting.

2. In het tweede lid wordt «wordt voor de bepaling van het toetsniveau de algemene heffingskorting» vervangen door: worden voor de bepaling van het toetsniveau de algemene heffingskorting en de voor de belastingplichtige geldende arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting.

IV

Na artikel I worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2020 in de in artikel 2.10, eerste lid, opgenomen tabel en in de in artikel 2.10a, eerste lid, opgenomen tabel het in de laatste kolom als tweede vermelde percentage verlaagd met 0,05%-punt.

ARTIKEL IB

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2022 in de in artikel 2.10, eerste lid, opgenomen tabel en in de in artikel 2.10a, eerste lid, opgenomen tabel het in de laatste kolom als tweede vermelde percentage verlaagd met 0,05%-punt.

ARTIKEL IC

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2023 in de in artikel 2.10, eerste lid, opgenomen tabel en in de in artikel 2.10a, eerste lid, opgenomen tabel het in de laatste kolom als tweede vermelde percentage verlaagd met 0,05%-punt.

V

De in artikel II, onderdeel C, opgenomen tarieftabel wordt vervangen door:

Bij een belastbaar loon van meer dan

maar niet meer dan

bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat

I

II

III

IV

€ 19.982

8,90%

€ 19.982

€ 33.791

€ 1.778

13,00%

€ 33.791

€ 67.072

€ 3.573

40,80%

€ 67.072

€ 17.151

52,00%

VI

De in artikel II, onderdeel D, opgenomen tarieftabel wordt vervangen door:

Bij een belastbaar loon van meer dan

maar niet meer dan

bedraagt de belasting het in kolom III vermelde bedrag, vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het in kolom IV vermelde percentage te nemen van het gedeelte van het belastbare loon dat het in kolom I vermelde bedrag te boven gaat

I

II

III

IV

€ 19.982

8,90%

€ 19.982

€ 34.130

€ 1.778

13,00%

€ 34.130

€ 67.072

€ 3.617

40,80%

€ 67.072

€ 17.057

52,00%

VII

Na artikel II worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIA

In de Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2020 in de in artikel 20a, eerste lid, opgenomen tabel en in de in artikel 20b, eerste lid, opgenomen tabel het in de laatste kolom als tweede vermelde percentage verlaagd met 0,05%-punt.

ARTIKEL IIB

In de Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2022 in de in artikel 20a, eerste lid, opgenomen tabel en in de in artikel 20b, eerste lid, opgenomen tabel het in de laatste kolom als tweede vermelde percentage verlaagd met 0,05%-punt.

ARTIKEL IIC

In de Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2023 in de in artikel 20a, eerste lid, opgenomen tabel en in de in artikel 20b, eerste lid, opgenomen tabel het in de laatste kolom als tweede vermelde percentage verlaagd met 0,05%-punt.

Toelichting

Met dit amendement wordt de kloof tussen een- en tweeverdieners kleiner, de marginale druk lager en wordt de werkgelegenheid bevorderd. Een en ander wordt bewerkstelligd door in de inkomstenbelasting de verhoging van de gecombineerde heffingskorting bij de minstverdienende partner die na 31 december 1962 geboren is in 2017 niet te beperken tot een niveau van 40% van de algemene heffingskorting, vermeerderd met 100% van de voor de minstverdienende partner geldende arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting, maar tot een niveau van 40% van het totaal van de algemene heffingskorting en de voor de belastingplichtige geldende arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting. Het percentage van 40% wordt, conform de huidige wetgeving, ieder jaar met 6 2/3%-punt verder afgebouwd.

De opbrengst van deze maatregel wordt ingezet om het tarief van de tweede schijf van de loon- en inkomstenbelasting te verlagen. In 2017 wordt het tarief van de tweede schijf, ten opzichte van het wetsvoorstel, met 0,15%-punt verlaagd naar 13,00%. In de jaren 2020, 2022 en 2023 vinden, ten opzichte van het basispad, aanvullende verlagingen van het tarief van de tweede schijf plaats met telkens 0,05%-punt. In 2017 gaat het daarmee om een lastenverschuiving van € 104 miljoen en structureel € 240 miljoen.

Schouten