Gepubliceerd: 27 september 2016
Indiener(s): Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: bestuur organisatie en beleid recht staatsrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34384-9.html
ID: 34384-9

Nr. 9 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 september 2016

Bij de plenaire behandeling, op 22 juni jl., van de wijziging van de Kieswet in verband met de invoering van een permanente registratie voor kiezers in het buitenland (Handelingen II 2015/16, nr. 99, item 5), heb ik uw Kamer toegezegd in een brief terug te zullen komen op twee onderwerpen, te weten:

  • het niet schrappen uit de permanente registratie van een geregistreerde als hij/zij zich weer in Nederland heeft gevestigd;

  • de mogelijkheid om in een ambassade c.q. consulaat te stemmen.

In het Algemeen Overleg, van 8 september jl., over verkiezingsaangelegenheden heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de test met internetstemmen voor kiezers in het buitenland en over het uitsluiten van personen uit het kiesrecht als gevolg van het plegen van terroristische misdrijven

Met deze brief kom ik deze toezeggingen na.

Niet schrappen uit de permanente registratie

In de voorgestelde wijziging van de Kieswet is geregeld dat alleen personen die hun werkelijke woonplaats buiten Nederland hebben, opgenomen kunnen zijn met een permanente registratie (artikel D 2). Als betrokkene zich weer in Nederland vestigt, ontvangt de gemeente Den Haag een melding van de inschrijving in Nederland vanuit de Basisregistratie personen (Brp). Het kan ook zijn dat betrokkene de wijziging van zijn woonplaats doorgeeft aan de gemeente Den Haag als houder van het permanente kiezersregister. In beide gevallen schrapt de gemeente Den Haag betrokkene uit het register. Daarmee wordt voorkomen dat de kiezer zowel een stempas krijgt van de gemeente waar hij staat ingeschreven én van de gemeente Den Haag briefstembescheiden om per brief vanuit het buitenland te stemmen.

Het is inderdaad, zoals TK-lid Koşer Kaya betoogde, mogelijk dat betrokkene na relatief korte tijd zich uitschrijft en weer vertrekt naar het buitenland. Volgens het wetsvoorstel ontvangt de gemeente Den Haag dan weer een signaal uit de Brp. Dat leidt ertoe dat de gemeente betrokkene aanschrijft met de vraag of hij weer opgenomen wil worden in de permanente registratie. Het aanschrijven van betrokkene is noodzakelijk omdat bekend moet zijn voor welke verkiezingen de kiezer wil stemmen2 én op welk adres betrokkene de stembescheiden wil ontvangen. Bedacht moet worden dat bij een (nieuw) vertrek naar het buitenland niet altijd duidelijk is op welk adres men zich (permanent) gaat vestigen. Al met al ben ik van mening dat in het wetsvoorstel op dit punt de juiste keuze is gemaakt.

Mogelijkheid om op een ambassade c.q. consulaat te stemmen

Gevraagd is om te onderzoeken of kiezers in het buitenland op de ambassades en consulaten, in een stemhokje, zelf zouden kunnen stemmen. Kiezers in het buitenland kunnen nu hun briefstem rechtstreeks versturen aan gemeente Den Haag of hun briefstem afgeven op de ambassade of per post opsturen naar de ambassade. Waar mogelijk faciliteren de ambassades ook met het doorsturen van de stembescheiden. Het kabinet ziet daarom niet de meerwaarde in van het kunnen stemmen op de ambassade zelf. Ook niet omdat Nederlanders die niet in de stad wonen waar een ambassade is gevestigd soms ver zouden moeten reizen om daar een stem uit te brengen. Daar komt bij dat de ambassades en consulaten niet zijn toegerust om als stemlokaal te fungeren.

Van de gelegenheid maak ik gebruik om u te melden dat de Minister van Buitenlandse Zaken voor de komende verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 22 landen een briefstembureau zal instellen. Dat is hetzelfde aantal als bij de TK-verkiezing in 2012. Ook de komende verkiezing zal worden geëvalueerd. In de evaluatie wordt ook het gebruik van de briefstembureaus meegenomen.

Test met internetstemmen voor kiezers in het buitenland

Aan de Tweede Kamer is een test toegezegd3 met internetstemmen voor kiezers in het buitenland. De test wordt gehouden om te onderzoeken hoe de techniek van het internetstemmen zich ontwikkelt. In het bijzonder is de test een middel om na te gaan hoe betrouwbaar internetstemmen nu kan zijn. De test heeft de vorm van een gesimuleerde (schaduw) verkiezing.

De gesimuleerde verkiezing vindt plaats van 7 december tot en met 13 december 2016. Gedurende 7 dagen kunnen van 07.00 uur tot 22.00 uur teststemmen worden uitgebracht op niet bestaande partijen en kandidaten. Alle Nederlanders die zich hebben geregistreerd bij de verkiezing van de TK in 2012 én die daarbij een e-mailadres hebben opgegeven krijgen binnenkort een uitnodiging om mee te doen aan de test. Het gaat om ca 40.000 personen.

De internetstemdienst wordt nu gereed gemaakt voor de gesimuleerde verkiezing. In oktober wordt getest of de stemdienst in functionele zin correct werkt. Tijdens de gesimuleerde verkiezing worden door experts beveiligingstesten uitgevoerd om na te gaan of het stemmen per internet betrouwbaar is en de gesimuleerde verkiezing zonder verstoring kan plaatsvinden. Het is de bedoeling om (ook) een hackathon te organiseren om hackers de gelegenheid te geven kwetsbaarheden op te sporen en te melden.

Na de gesimuleerde verkiezing heeft plaatsgevonden zullen de resultaten worden geanalyseerd en verwerkt in een rapportage die ik uiteraard aan de Tweede Kamer zal zenden.

Uitsluiting uit het kiesrecht als gevolg van het plegen van terroristische misdrijven

Aan uw Kamer is een overzicht toegezegd van de acties die zijn uitgevoerd voor het aanscherpen van de uitsluitingen van het kiesrecht als bijkomende straf bij een veroordeling voor een strafbaar feit in het Wetboek van Strafrecht.

Op 17 februari 2016 heeft de Tweede Kamer het standpunt4 ontvangen over het advies van de Kiesraad over het onderzoek van de Kiesraad naar strafbepalingen in het verkiezingsproces. Hierin werd aangekondigd dat de Minister van Veiligheid en Justitie en ik zouden bezien of het mogelijk is om de strafrechter bij meer terroristische misdrijven de bevoegdheid te geven veroordeelden uit te sluiten van het kiesrecht.

In vervolg hierop heeft in mei van dit jaar ambtelijk overleg tussen de beide departementen plaatsgevonden. Het overleg was bedoeld om te inventariseren bij welke terroristische misdrijven reeds ontzetting uit het kiesrecht als bijkomende straf mogelijk is en bij welke misdrijven dat niet het geval is. De inventarisatie heeft aan het licht gebracht dat bij een groot aantal terroristische misdrijven de veroordeelde al uit het kiesrecht kan worden ontzet.

Het gaat daarbij vooral om strafbaarstellingen die tot kern hebben het in gevaar brengen van het goed functioneren van ons staatsbestel. Dat streven is echter ook in belangrijke mate terug te vinden in de omschrijving van het begrip «terroristisch oogmerk» dat voor elk terroristisch misdrijf als vereiste voor strafbaarheid geldt. Die constatering legt naar ons oordeel veel gewicht in de schaal als het gaat om de vraag voor welke overige terroristische misdrijven de ontzetting uit kiesrecht mogelijk moet worden gemaakt.

In overleg met mijn ambtgenoot van Veiligheid en Justitie wordt op het moment bezien op welke wijze daadwerkelijk uitvoering zal worden gegeven aan het voornemen om de ontzetting uit het kiesrecht bij meer terroristische misdrijven mogelijk te maken. Een wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht daartoe zal door de Minister van Veiligheid en Justitie in het najaar in consultatie worden gegeven.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk