Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 februari 2016
Tijdens het Algemeen Overleg Politie van 14 oktober 2015 (Kamerstuk 29 628, nr. 596) heb ik onder meer gesproken over de verschillende organisaties die zich in Nederland actief richten op het welzijn van de hulpverlener in algemene zin. Ik heb veel waardering voor de diverse goede initiatieven die worden ondernomen en voor de oprechte betrokkenheid die daaruit blijkt. Tegelijkertijd constateer ik dat deze initiatieven aan slagkracht kunnen winnen indien er meer samenwerking en coördinatie zou zijn.
In dat kader heb ik de Landelijke Veiligheidsdag genoemd als een mogelijk platform om verschillende initiatieven te koppelen. Vanuit dat perspectief heb ik een gesprek gearrangeerd tussen de gemeente Almere, de stichting Hulpverlenersrespect, de stichting Hulp voor Hulpverleners en vertegenwoordigers van mijn ministerie. Gesproken is over de mogelijkheid tot het organiseren van het Awardgala Hulpverlener van het Jaar (stichting Hulp voor Hulpverleners) en de Nationale Hulpverlenersdag (stichting Hulpverlenersrespect) onder de paraplu van de Landelijke Veiligheidsdag. Dit vanuit de idee dat een grootschaliger evenement nog meer kan bijdragen aan erkenning en waardering van hulpverleners, zowel onderling als vanuit de samenleving. Door bundeling van verschillende initiatieven die bijeenkomen op de Landelijke Veiligheidsdag zou een grotere doelgroep bereikt kunnen worden en er zou meer (media)aandacht gegenereerd kunnen worden. Tevens bieden de bij de gemeente Almere aanwezige faciliteiten en infrastructuur kansen.
De uitkomst van deze bespreking is dat de gemeente Almere en de genoemde stichtingen bereid zijn in communicatief opzicht en met betrekking tot inhoudelijke programmering van activiteiten meer met elkaar samen te werken. Bijvoorbeeld door het op elkaar afstemmen van elkaars initiatieven en het bijwonen en promoten daarvan, teneinde versnippering te voorkomen. Ik zie dit als een stap in de goede richting.
Partijen zijn vooralsnog niet tot afspraken gekomen over de door mij voorgestelde verdergaande samenwerking met betrekking tot de Landelijke Veiligheidsdag maar sluiten een dergelijke ontwikkeling in de toekomst ook niet uit. Ik spreek de hoop uit dat zij in de toekomst deze beweging alsnog zullen maken.
Mijn reflecties op de uitkomsten van het overleg heb ik kenbaar gemaakt aan de betrokken partijen. Een afschrift van dat schrijven voeg ik bijgaand ter informatie bij1.
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur