Kamerstuk 34255-18

Amendement van het lid Van Weyenberg c.s. ter vervanging van nr. 15 dat regelt dat er zowel in de individuele als in de collectieve variant met de risicovrije rente wordt gerekend, zodat er een gelijk speelveld ontstaat

Dossier: Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met verbetering van premieregelingen (Wet verbeterde premieregeling)


Nr. 18 AMENDEMENT VAN HET LID VAN WEYENBERG C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 151

Ontvangen 9 maart 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel Ib, wordt artikel 63a als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De hoogte van een variabele uitkering kan ook variëren door een, uiterlijk op de ingangsdatum van het pensioen vastgestelde, periodieke vaste daling van de uitkering. Deze periodieke vaste daling bedraagt ten hoogste 35% van het verschil tussen de parameter voor aandelenrendement en de risicovrije rente.

2. In het achtste lid wordt «gebaseerd op de rendementsverwachtingen» vervangen door «gebaseerd op de risicovrije rente» en vervalt de tweede zin.

II

In artikel II, onderdeel K, wordt artikel 75a als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De hoogte van een variabele uitkering kan ook variëren door een, uiterlijk op de ingangsdatum van het pensioen vastgestelde, periodieke vaste daling van de uitkering. Deze periodieke vaste daling bedraagt ten hoogste 35% van het verschil tussen de parameter voor aandelenrendement en de risicovrije rente.

2. In het achtste lid wordt «gebaseerd op de rendementsverwachtingen» vervangen door «gebaseerd op de risicovrije rente» en vervalt de tweede zin.

Toelichting

Dit amendement regelt dat er zowel in de individuele als in de collectieve variant met de risicovrije rente wordt gerekend, zodat er een gelijk speelveld ontstaat.

In het nieuwe initiatiefwetsvoorstel 34 255 gaat men in de collectieve variant uit van een risicovrije rente als projectierente, maar in de individuele variant komt er de keuze voor een risicovrije rente met daarbij een opslag. Om de eenvoud van het stelsel te bewaren, is het belangrijk in zowel de collectieve als in de individuele variant met dezelfde rente te rekenen. Hierbij is voor de risicovrije rente gekozen. Hierdoor wordt er geen voorschot genomen op winsten uit de toekomst, en kan de deelnemer niet achteraf met vervelend nieuws geconfronteerd worden. Ook kan in beide gevallen een periodieke vaste daling (hoog-laag constructie) ingevoerd worden.

Van Weyenberg Vermeij Omtzigt