Kamerstuk 34251-48

Gewijzigd amendement van de leden van Meenen en Mohandis ter vervanging van nr. 33 waarmee instemmingsrecht voor de medezeggenschap ontstaat bij het opheffen of samenvoegen van opleidingen

Dossier: Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met versterking van de bestuurskracht van onderwijsinstellingen

Gepubliceerd: 2 februari 2016
Indiener(s): Mohammed Mohandis (PvdA), Paul van Meenen (D66)
Onderwerpen: onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34251-48.html
ID: 34251-48
Origineel: 34251-33

46,7 %
53,3 %

GrKÖ

Houwers

SGP

Klein

Van Vliet

SP

CU

GrBvK

50PLUS

CDA

PVV

GL

PvdA

PvdD

VVD

D66


Nr. 48 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN MEENEN EN MOHANDIS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 33

Ontvangen 2 februari 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel V worden na onderdeel D twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Da

Artikel 9.30a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid tweede lid vervalt «en» aan het slot van onderdeel b en wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door «, en» een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. plannen tot beëindiging van een opleiding respectievelijk tot samenvoeging van bestaande opleidingen als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, onderdeel b.

2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2a. In het geval van samenvoeging van bestaande opleidingen wordt de instemming, bedoeld in het tweede lid, aanhef en onderdeel d, verkregen voordat het voornemen, bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, aanhef en onderdeel b, ter instemming aan Onze Minister wordt voorgelegd.

Db

Artikel 9.33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «en» aan het slot van onderdeel f en wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door «, en» een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h. plannen tot beëindiging van een opleiding respectievelijk tot samenvoeging van bestaande opleidingen als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, onderdeel b.

2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. In het geval van samenvoeging van bestaande opleidingen wordt de instemming, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel h, verkregen voordat het voornemen, bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, aanhef en onderdeel b, ter instemming aan Onze Minister wordt voorgelegd.

II

In artikel V worden na onderdeel K1 twee onderdelen ingevoegd, luidende:

K2

Artikel 10.16b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, vervalt aan het slot van onderdeel c «en» en wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door «, en» een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. plannen tot beëindiging van een opleiding respectievelijk tot samenvoeging van bestaande opleidingen als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, onderdeel b.

2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2a. In het geval van samenvoeging van bestaande opleidingen wordt de instemming, bedoeld in het tweede lid, aanhef en onderdeel e, verkregen voordat het voornemen, bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, aanhef en onderdeel b, ter instemming aan Onze Minister wordt voorgelegd.

K3

Artikel 10.20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, vervalt «en» aan het slot van onderdeel h en wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door «, en» een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • j. plannen tot beëindiging van een opleiding respectievelijk tot samenvoeging van bestaande opleidingen als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, onderdeel b.

2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. In geval van samenvoeging van bestaande opleidingen wordt de instemming, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel j, verkregen voordat het voornemen, bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, aanhef en onderdeel b, ter instemming aan Onze Minister wordt voorgelegd.

Toelichting

Dit amendement regelt het instemmingsrecht van de medezeggenschap in het hoger onderwijs bij besluiten tot het opheffen of het samenvoegen van bestaande opleidingen. De afgelopen jaren hebben instellingen vaker een aantal bestaande opleidingen ondergebracht in één opleiding met meerdere richtingen, of opleidingen opgeheven. Daarbij was het onduidelijk op welke gronden dat gebeurde en op welke wijze studenten en docenten daarbij betrokken dienden te worden.

De indieners zijn van mening dat een besluit tot het opheffen of samenvoegen van bestaande opleidingen instemming behoeft van de centrale medezeggenschap. Het opleidingsaanbod is onderdeel van het strategisch beleid van de instelling. Het is daarom gepast dat studenten en docenten ook op dit onderdeel nauw betrokken worden. De medezeggenschap kan op die wijze toetsen of het onderwijskundig belang en het materiële belang voldoende tot elkaar zijn afgewogen, er voldoende alternatieven zijn onderzocht en of er goede overgangsregelingen getroffen zijn.

Van Meenen Mohandis