Kamerstuk 34233-18

Gewijzigd amendement van het lid Van der Staaij c.s. ter vervanging van nr. 13, dat verheldert dat een verzekerde het PGB kan en mag afstemmen op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden.

Dossier: Wijziging van de Zorgverzekeringswet met het oog op het opnemen van regels betreffende een Zvw-pgb


100,0 %
0,0 %

CU

PVV

PvdA

Klein

SGP

SP

CDA

GL

GrKÖ

Van Vliet

VVD

GrBvK

PvdD

D66

50PLUS

Houwers


Nr. 18 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 13

Ontvangen 16 december 2015

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 13a aan het eerste lid een volzin toegevoegd, luidende: De zorgverzekeraar stelt de verzekerde met deze vergoeding in staat in de praktijk zorg of een andere dienst te betrekken, die is afgestemd op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden.

Toelichting

Het flexibel kunnen organiseren van de zorg, zodat deze aansluit bij het leven dat mensen leiden, is de essentie van het persoonsgebonden budget. Dit amendement verheldert daarom dat een verzekerde het persoonsgebonden budget zelf kan en mag afstemmen op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden. De genoemde elementen zijn ontleend aan de definitie van een maatwerkvoorziening uit de Wmo 2015.

Met de bepaling dat de verzekerde zorg op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden kan afstemmen, wordt geborgd dat hij die zorg ook flexibel kan organiseren en inzetten. Niet limitatief gaat het hier bijvoorbeeld om het kunnen schuiven tussen vormen van zorg, zoals verpleging, verzorging en andere diensten die samenhangen met de wijkverpleging, en het kunnen opvangen van pieken en dalen in de zorgbehoefte gedurende het jaar.

De zinsnede «in de praktijk» waarborgt daarnaast dat budgethouders door de verzekeraars in staat worden gesteld om de vergoeding ook in te zetten voor het vergoeden van kosten die onlosmakelijk zijn verbonden met het betrekken van zorg of andere diensten. Te denken valt aan secundaire arbeidsvoorwaarden of andere werkkosten. Dit vloeit voort uit het feit dat de Wmg voor wijkverpleging integrale tarieven kent, die zijn vastgesteld met inbegrip van secundaire arbeidsvoorwaarden en reiskosten.

Dit amendement verandert niets aan de praktijk van artikel 14, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet. De vraag of een verzekerde behoefte heeft aan een bepaalde vorm van zorg of een bepaalde andere dienst, wordt namelijk nog steeds slechts op basis van zorginhoudelijke criteria beantwoord door de wijkverpleegkundige. De voorgestelde volzin ziet op de wijze waarop de verzekerde de zorginhoudelijk vastgestelde behoefte vertaalt bij het inkopen van zorg.

Van der Staaij Voortman Bruins Slot Bergkamp Otwin van Dijk Dik-Faber