Kamerstuk 34117-28

Gewijzigd amendement van de leden Van Weyenberg en Krol ter vervanging van nr. 16 over het schrappen van de verplichting om de basisregeling en de vrijwillige regeling binnen één collectiviteitkring onder te brengen

Dossier: Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds)

Gepubliceerd: 18 juni 2015
Indiener(s): Steven van Weyenberg (D66), Henk Krol (50PLUS)
Onderwerpen: ouderen sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34117-28.html
ID: 34117-28
Origineel: 34117-16

78,0 %
22,0 %

50PLUS

CU

VVD

PvdD

Houwers

PVV

GrBvK

GL

GrKÖ

SGP

Klein

SP

Van Vliet

D66

PvdA

CDA


Nr. 28 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN WEYENBERG EN KROL TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 16

Ontvangen 18 juni 2015

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel P, komt te luiden:

P

Aan artikel 117 worden drie leden toegevoegd, luidende:

  • 5. Bij een algemeen pensioenfonds kan de vrijwillige pensioenregeling die in aanvulling op de basispensioenregeling wordt uitgevoerd deel uitmaken van een ander afgescheiden vermogen dan deze basispensioenregeling.

  • 6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het bepaalde in het vijfde lid.

  • 7. De voordracht voor een krachtens het zesde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

In onderhavig wetsvoorstel wordt voor het algemeen pensioenfonds geregeld dat eventuele vrijwillige regelingen moeten worden uitgevoerd binnen dezelfde collectiviteitkring als de basisregeling. Er kunnen echter ook voordelen zijn aan het onderbrengen van vrijwillige regelingen in een afzonderlijke kring. Zo zal de deelnemerspopulatie van een vrijwillige regeling doorgaans anders samengesteld (kunnen) zijn dan de populatie van de basisregeling. Voorts kunnen de (uitvoerings)kosten voor de vrijwillige regeling – die vaak een ander karakter heeft dan de basisregeling – lager uitvallen, indien deze gedeeld kunnen worden door een groter collectief (namelijk samen met andere vrijwillige regelingen). Tot slot is het eenvoudiger om bij een afgescheiden vrijwillige nettoregeling de fiscale hygiëne te waarborgen. Met de in dit amendement voorgestelde wijziging, waarbij de verplichting om de basisregeling en de vrijwillige regeling binnen één collectiviteitkring onder te brengen wordt geschrapt, kunnen deze voordelen worden benut. De delegatiebepaling maakt het mogelijk om, indien dat wenselijk of noodzakelijk wordt geacht, nadere regels te stellen ten aanzien van de uitwerking, bijvoorbeeld het type vrijwillige regelingen waaraan wordt gedacht.

Met dit amendement wordt overigens niet getornd aan de verplichting uit artikel 117, eerste lid, van de Pensioenwet dat een pensioenfonds enkel een vrijwillige regeling kan uitvoeren indien dit een aanvulling is op een basispensioenregeling bij datzelfde pensioenfonds.

Van Weyenberg Krol