Kamerstuk 34086-23

Gewijzigd amendement van het lid Van Toorenburg ter vervanging van nr. 18 dat regelt dat de bevriezingsbevoegdheid in elke ontnemingszaak kan worden toegepast alsmede dat (in het kader van een SEO) de rechter-commissaris op vordering van de officier van justitie plaatsen, waaronder woningen, kan doorzoeken met het oog op het veiligstellen van voorwerpen om hierop verhaal te kunnen nemen, waartoe de rechter-commissaris de betreffende voorwerpen kan bevriezen

Dossier: Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met een herziening van de wettelijke regeling van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen (Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen)

Gepubliceerd: 1 april 2016
Indiener(s): Madeleine van Toorenburg (CDA)
Onderwerpen: recht strafrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34086-23.html
ID: 34086-23
Origineel: 34086-18

66,7 %
33,3 %

PvdD

50PLUS

Houwers

PVV

GL

PvdA

VVD

D66

CDA

Van Vliet

Klein

GrBvK

GrKÖ

SGP

CU

SP


Nr. 23 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN TOORENBURG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 18

Ontvangen 1 april 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel QQ, wordt artikel 6:4:9 als volgt gewijzigd:

1. Voor de huidige tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij gebreke van volledige betaling binnen de ingevolge artikel 6:4:1, tweede lid, bedoelde termijn kan de opsporingsambtenaar in afwachting van de komst van de deurwaarder de maatregelen nemen die redelijkerwijs nodig zijn om voor verhaal vatbare voorwerpen veilig te stellen. Deze maatregelen kunnen de vrijheid van personen die zich ter plaatse bevinden beperken.

II

In artikel I, onderdeel QQ, wordt na artikel 6:4:9 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6:4:9a

In geval van een onderzoek als bedoeld in artikel 6:4:10, eerste lid, kan de officier van justitie vorderen dat de rechter-commissaris een plaats doorzoekt met het oog op het veiligstellen van voorwerpen op de wijze als bedoeld in artikel 6:4:9, tweede lid. Hij kan zich daarbij doen vergezellen van bepaalde door hem aangewezen personen.

III

In artikel I, onderdeel QQ, vervalt in artikel 6:4:11 het zevende lid.

Toelichting

Dit amendement heeft betrekking op de mogelijkheid tot bevriezing van voorwerpen die zich lenen voor verhaal. De SEO-regeling kent in het zevende lid van het voorgestelde artikel 6:4:11 Sv de bevoegdheid voor opsporingsambtenaren om te bevriezen in afwachting van de komst van een deurwaarder. Deze bevoegdheid is in de praktijk effectief gebleken bij het veilig stellen van voor verhaal vatbare voorwerpen. Het amendement voorziet erin dat deze bevoegdheid in elke ontnemingszaak kan worden toegepast, dus ook wanneer er geen strafrechtelijk executieonderzoek (hierna: SEO) is ingesteld. Dit regelt het voorgestelde artikel 6:4:9, tweede lid (onderdeel I). In verband hiermee komt het voorgestelde 6:4:11, zevende lid, dat de bevriezingsmogelijkheden beperkt tot de situaties waarin wel een SEO is ingesteld, te vervallen (onderdeel III).

Verder regelt dit amendement dat wanneer een SEO is gestart, de rechter-commissaris op vordering van de officier van justitie plaatsen, waaronder woningen, kan doorzoeken (onderdeel II). Het doel van de doorzoeking is het veiligstellen van voorwerpen om hierop verhaal te kunnen nemen, waartoe de rechter-commissaris de betreffende voorwerpen kan bevriezen. De rechter-commissaris kan zich bij de doorzoeking laten bijstaan door andere personen. Gezien het doel van het onderzoek moet bij deze anderen worden gedacht aan opsporingsambtenaren, waaronder ook de officier van justitie is begrepen, en gerechtsdeurwaarders.

Met de voorgestelde bevoegdheden wil indiener de mogelijkheden versterken om vermogensbestanddelen veilig te stellen. Tot de huidige bevoegdheden behoort niet het – zonder toestemming van de bewoner of rechthebbende – betreden en doorzoeken van woningen onderscheidenlijk andere besloten plaatsen ter veiligstelling van vermogensbestanddelen. Er kunnen echter sterke aanwijzingen zijn die een onderzoek op die plaatsen met als doel het bevriezen van vermogensbestanddelen voor verhaal rechtvaardigt. Te denken valt aan een veroordeelde die weigert de opgelegde ontnemingsmaatregel te betalen maar waarvan is gebleken via andere (huidige) SEO-opsporingsmiddelen (stelselmatig volgen, telecomgegevens) dat hij bijvoorbeeld een gloednieuwe sportauto heeft aangeschaft of dure apparatuur in zijn woning heeft laten installeren. Het betreden van een woning of besloten plaats om vermogen veilig te stellen is dan wenselijk in deze fase van justitieel onderzoek. Ook het bevriezen buiten het verband van het SEO beoogt aan de versterking van de tenuitvoerlegging van opgelegde ontnemingsmaatregelen bij te dragen.

Van Toorenburg