Kamerstuk 34086-18

Amendement van het lid Van Toorenburg dat regelt dat een opsporingsambtenaar ten behoeve van het onderzoek naar het vermogen van de veroordeelde bevoegd is, (krachtens een machtiging van de rechter-commissaris,) bij bevel daartoe van de officier van justitie, in het belang van het onderzoek, (1) zonder toestemming van de bewoner of rechthebbende een woning onderscheidenlijk besloten plaats, niet zijnde een woning, te betreden teneinde vermogensbestanddelen of voorwerpen veilig te stellen (2) alsmede in de woning of besloten plaats aangetroffen voorwerpen in beslag te nemen ten behoeve van de vaststelling van de omvang van het vermogen van de veroordeelde waarop verhaal kan worden genomen

Dossier: Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met een herziening van de wettelijke regeling van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen (Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen)

Gepubliceerd: 8 december 2015
Indiener(s): Madeleine van Toorenburg (CDA)
Onderwerpen: recht strafrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34086-18.html
ID: 34086-18
Wijzigingen: 34086-23

Nr. 18 AMENDEMENT VAN HET LID VAN TOORENBURG

Ontvangen 8 december 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel QQ, wordt aan artikel 6:4:11 als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • f. zonder toestemming van de rechthebbende een besloten plaats, niet zijnde een woning, te betreden teneinde vermogensbestanddelen veilig te stellen op de wijze als bedoeld in artikel 6:4:11, zevende lid, of voorwerpen veilig te stellen als bedoeld in onderdeel g;

  • g. voorwerpen in beslag te nemen ten behoeve van de vaststelling van de omvang van het vermogen van de veroordeelde waarop verhaal kan worden genomen.

2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Ten behoeve van het onderzoek naar het vermogen van de veroordeelde is de opsporingsambtenaar eveneens bevoegd, krachtens een machtiging van de rechter-commissaris, bij bevel daartoe van de officier van justitie, in het belang van het onderzoek zonder toestemming van de bewoner een woning te betreden teneinde vermogensbestanddelen veilig te stellen op de wijze als bedoeld in artikel 6:4:11, zevende lid, of voorwerpen veilig te stellen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel g.

II

In artikel I, onderdeel QQ, wordt artikel 6:4:12, vierde lid, als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt voor «besloten plaats» ingevoegd: woning of.

2. In onderdeel a wordt voor «plaats» ingevoegd: woning of.

3. In onderdeel b wordt «onderdeel e» vervangen door: onderdeel e of f, of 1a-de lid.

Toelichting

Dit amendement regelt dat een opsporingsambtenaar ten behoeve van het onderzoek naar het vermogen van de veroordeelde bevoegd is, (krachtens een machtiging van de rechter-commissaris,) bij bevel daartoe van de officier van justitie, in het belang van het onderzoek, (1) zonder toestemming van de bewoner of rechthebbende een woning onderscheidenlijk besloten plaats, niet zijnde een woning, te betreden teneinde vermogensbestanddelen of voorwerpen veilig te stellen (2) alsmede in de woning of besloten plaats aangetroffen voorwerpen in beslag te nemen ten behoeve van de vaststelling van de omvang van het vermogen van de veroordeelde waarop verhaal kan worden genomen. Dit laatste houdt onder meer in dat een geautomatiseerd werk in beslag kan worden genomen teneinde daarin onderzoek te verrichten naar in dat werk opgeslagen gegevens inzake vermogensbestanddelen van de veroordeelde.

In zijn reactie op onderhavig wetsvoorstel heeft College van procureurs-generaal namens het Openbaar Ministerie (OM) aangegeven dat de regeling omtrent het (SEO) in de praktijk pas kort van kracht is maar al enkele aanpassingen behoeft. Indiener kan niet goed doorgronden waarom de regering hier middels onderhavig wetsvoorstel niet direct gevolg aan heeft gegeven, gelet op het belang van de opsporing en de politieke wens om crimineel verkregen gelden (zo snel mogelijk) te ontnemen.

Daarom heeft indiener in een ander amendement bij dit wetsvoorstel (Kamerstukken II 2015/16, 34 086, nr. 17) al twee wijzigingen voorgesteld ten aanzien van het onderbreken en hervatten van een SEO, alsmede ten aanzien van het bevriezen van vermogens ook buiten een SEO. In onderhavig amendement wil indiener de mogelijkheden tijdens het SEO voor Justitie versterken om vermogensbestanddelen te traceren.

Tot de huidige bevoegdheden behoort namelijk niet het zonder toestemming van de bewoner of rechthebbende betreden van woningen onderscheidenlijk besloten plaatsen ter vaststelling en eventuele inbeslagneming van vermogensbestanddelen. Er kunnen echter sterke aanwijzingen zijn die een onderzoek op die plaatsen met als doel het traceren van vermogensbestanddelen rechtvaardigt. Te denken valt aan veroordeelde die weigert een hoge openstaande straf te betalen maar waarvan gebleken is via andere (huidige) SEO- opsporingsmiddelen (stelselmatig volgen, telecomgegevens) dat hij dure apparatuur of bijvoorbeeld een goednieuwe keuken in zijn woning heeft laten installeren. Het betreden van een woning of besloten plaats, niet zijnde een woning, om zowel de omvang als locatie van diens vermogen vast (en/of veilig) te stellen is dan wenselijk in deze fase van justitieel onderzoek.

Hetzelfde geldt voor het ontbreken van de bevoegdheid tot inbeslagneming teneinde onderzoek in een geautomatiseerd werk te doen. Ook langs die weg kunnen vermogensbestanddelen getraceerd worden.

Van Toorenburg