Gepubliceerd: 8 juli 2016
Indiener(s): Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA)
Onderwerpen: financieel toezicht financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33957-24.html
ID: 33957-24

Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2016

De afgelopen maanden heb ik samen met de directie van DNB en het bestuur van de AFM afspraken gemaakt over de nieuwe kostenkaders voor de periode 2017–2020. Graag informeer ik uw Kamer hierbij over deze nieuwe kostenkaders. De kostenkaders voor de DNB en de AFM 2017–2020 zijn vastgesteld als volgt:

Kostenkader DNB 2017–2020 (in miljoenen)
 

2016

2017

2018

2019

2020

Basisbedrag (uitgangspunt ZBO-begroting 2016)

153,4

153,4

153,4

153,4

153,4

Taakstelling (oplopend vanaf – 1,75% in 2017)

 

– 2,7

– 5,4

– 8,1

– 10,7

Flexibele schil

 

2,7

5,0

5,9

6,9

Bekende uitbreiding van takenpakket

 

2,7

3,9

3,9

3,9

Ruimte voor onvoorziene intensiveringen

 

0,0

1,1

2,0

3,0

Loon- en prijsbijstelling

 

PM

PM

PM

PM

Meerjarenkader

 

153,4

153,0

151,2

149,6

Kostenkader AFM 2017–2020 (in miljoenen)
 

2016

2017

2018

2019

2020

Basisbedrag (uitgangspunt ZBO-begroting 2016)

92,2

92,2

92,2

92,2

92,2

Taakstelling (oplopend vanaf – 1,75% in 2017)

 

– 1,6

– 3,2

– 4,8

– 6,5

Flexibele schil

 

4,01

6,0

7,0

8,0

Bekende uitbreiding van takenpakket

 

4,0

4,0

4,0

4,0

Ruimte voor onvoorziene intensiveringen

 

0

2,0

3,0

4,0

Intensiveringen

 

1,8

1,3

0,8

0,3

Loon- en prijsbijstelling

 

PM

PM

PM

PM

Meerjarenkader

 

96,4

96,3

95,2

94,0

X Noot
1

In 2017 is onderdeel van de flexibele schil een additioneel budget bestaande uit (maximaal de) kosten die voor het begrotingsjaar 2016 zijn begroot maar in dat begrotingsjaar niet door de AFM zijn ingezet. Dit bedrag wordt niet automatisch in de ZBO-begroting van 2017 opgenomen; dat kan alleen als de kosten niet regulier kunnen worden opgevangen en de extra ruimte daadwerkelijk nodig is voor de toezicht- en organisatieontwikkeling van de AFM.

Achtergrond

De bekostiging van DNB en de AFM is geregeld in de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft). Op grond van deze wet keur ik jaarlijks de toezichtbegroting van de toezichthouders goed. De toezichthouders zijn bij het opstellen van de begroting gebonden aan de hoogte van het plafond dat volgt uit een kostenkader. Uit het oogpunt van bestuurlijke rust stel ik een kostenkader voor vier jaar vast. Het kostenkader 2013–2016 loopt eind dit jaar af. Na intensief overleg met de toezichthouders is een kostenkader voor 2017–2020 tot stand gekomen. Hieronder vindt u een specifieke toelichting op de (verschillende componenten van de) nieuwe kostenkaders van de toezichthouders.

Reduceren kosten

Met de nieuwe kostenkaders wordt tegemoet gekomen aan mijn wens om de kosten van de toezichthouders te reduceren. Bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wbft per 20151 heb ik toegezegd dat de toezichthouders een (efficiency)taakstelling opgelegd krijgen. In beide kostenkaders is een taakstelling opgenomen van 1,75% in 2017 die in totaal oploopt tot 7% in 2020. Het staat de toezichthouder vrij te bepalen op welke wijze invulling aan de taakstelling wordt gegeven. Deze taakstelling prikkelt de toezichthouders naar mijn mening voldoende om de bedrijfsvoering efficiënter in te richten, zonder dat aan de kwaliteit en effectiviteit van het toezicht afbreuk wordt gedaan.

Toelichting kostenkader DNB 2017–2020

Uit een bottom-up analyse van DNB is gebleken dat intensiveringen op bijvoorbeeld het terrein van het bankentoezicht en toezicht op pensioenen en verzekeringsmaatschappijen de komende jaren onverkort nodig blijven. Binnen het nieuwe kostenkader zal DNB deze intensiveringen grotendeels opvangen door herprioritering. Doordat DNB deze intensiveringen binnen de bestaande ruimte opvangt, in combinatie met de taakstelling, nemen de kosten voor het toezicht van DNB gedurende de looptijd van het kostenkader 2017–2020 af (afgezien van eventuele loon- en prijsbijstelling).

Toelichting kostenkader AFM 2017–2020

Ook de AFM ziet verschillende intensiveringen op haar pad. De AFM vangt een groot deel van die intensiveringen binnen de reguliere begroting op. Ondanks herprioritering en de taakstelling, kent het kader voor de AFM voor 2017 een stijging ten opzichte van 2016, maar vanaf 2017 loopt het kader elk jaar richting 2020 af. De stijging per 2017 komt met name doordat de taken die volgen uit MiFID II per 2017 aan taakpakket van de AFM wordt toegevoegd, wat een dermate forse nieuwe taak betreft dat hiervoor extra middelen nodig zijn. Daarnaast is de AFM, op basis van de meerjarenagenda, al enige tijd bezig met het ontwikkelen van de organisatie. De toezichthouder krijgt van mij de ruimte om deze ontwikkeling volledig vorm te geven. Hierbij gaat het onder meer om extra investeringen zodat de AFM meer datagedreven en efficiënter kan werken. Uitgangspunt van deze investeringen is dat deze zich later terugverdienen, omdat meer efficiënt en datagedreven toezicht op termijn leiden tot lagere toezichtskosten.

Toelichting componenten kostenkaders

Basisbedrag

Het basisbedrag in het kostenkader 2017–2020 is de ZBO-begroting 2016.

Flexibele schil

Om bestuurlijke rust te creëren is in de nieuwe kostenkaders voor beide toezichthouders een flexibele schil opgenomen. De flexibele schil is voor een gedeelte bedoeld voor nieuwe taken die de toezichthouders nu al voorzien. Het overige deel van de flexibele schil kan de toezichthouder inzetten voor op dit moment nog onvoorziene intensiveringen, die de toezichthouders niet regulier, bijvoorbeeld door herprioritering, binnen het basisbedrag kunnen opvangen. Hieronder vallen ook nieuwe taken die de komende jaren opkomen; ook deze dienen in beginsel te worden opgevangen binnen de flexibele schil. Ten aanzien van beide toezichthouders is ervoor gekozen de flexibele schil op te laten lopen gedurende de looptijd van het kostenkader. Hoe verder in de tijd, hoe onzekerder het is of zich onvoorziene intensiveringen gaan voordoen. Uitgangspunt bij de flexibele schil is dat deze niet automatisch in de ZBO-begroting voor de betreffende jaren wordt opgenomen. Dat gebeurt alleen als de extra ruimte daadwerkelijk nodig is. Uit de tabel blijkt dat ook met de flexibele schil de toezichthouders een begroting kunnen indienen waarvan het niveau lager is dan de hoogte van het kostenkader voor het betreffende jaar (gecorrigeerd voor inflatie). Bij het kostenkader van de AFM is in 2017 bij de flexibele schil een voetnoot geplaatst. De AFM heeft aangegeven mogelijk voor het begrotingsjaar 2016 begrote kosten niet in 2016, maar pas in 2017 te maken. Indien dit aan de orde is, zal de AFM in beginsel extra kosten binnen het afgestemde kostenkader moeten opvangen. Indien dit echter niet mogelijk blijkt, kan de AFM een bedrag maximaal ter hoogte van de niet gemaakte kosten uit 2016 in 2017 inzetten. Hiermee bied ik de AFM de ruimte om de door haar in 2016 (en eerder) ingezette toezicht- en organisatieontwikkeling volledig uit te voeren. Indien aan de orde, zal dit additionele budget in 2017 bovenop het bedrag van de flexibele schil van 4 miljoen komen. Omdat de hoogte van dit optionele budget pas duidelijk zal zijn na afronding van het begrotingsjaar 2016, is hiervoor nog geen bedrag opgenomen in het kostenkader 2017–2020.

Loon- en prijsbijstelling

In de nieuwe kostenkaders is een normatieve component opgenomen voor de loonbijstelling. De loonbijstelling van de toezichthouders wordt gekoppeld aan de marktloonontwikkelingen – contractlonen gebaseerd op de CPB-raming van de contractlonen marktsector. De loonbijstelling wordt jaarlijks vastgesteld, om deze reden zijn de exacte bedragen nog niet opgenomen in de kostenkaders 2017–2020. Voor de vaststelling van de prijsbijstelling blijft de berekeningssystematiek zoals gehanteerd in het huidige kostenkader in het nieuwe kostenkader gehandhaafd.2

Begroting resolutie en DGS

De kosten voor de ZBO-taken van DNB voor resolutie en het depositogarantiestelsel (DGS) zijn niet in het kostenkader 2017–2020 verwerkt. DNB levert voorlopig voor beide ZBO-taken jaarlijks een aparte begroting aan. Ik overweeg voor deze taken vanaf 2019 een apart kostenkader vast te stellen, waar ik uw Kamer dan over zal informeren.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem