Kamerstuk 33400-H-3

Advies Raad van State en nader rapport

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2013

Gepubliceerd: 18 september 2012
Indiener(s): Piet Hein Donner (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33400-H-3.html
ID: 33400-H-3

Nr. 3 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 10 september 2012 en het nader rapport d.d. 14 september 2012, aangeboden aan de Koningin door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 3 september 2012, no.12.002008, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2013, met memorie van toelichting.

Het voorstel strekt tot vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds voor het jaar 2013.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt daarover de volgende opmerking.

Het voorgestelde artikel 3 bepaalt dat, in afwijking van artikel 94 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het overzicht van de bijzondere uitkeringen publiceert in een bijlage bij de memorie van toelichting bij het onderhavige wetsvoorstel.1 Volgens de toelichting is reeds bij het samenstellen van het eerste overzicht bijzondere uitkeringen in mei 2011 gebleken dat de maand mei te vroeg in het jaar is om de Tweede Kamer te informeren over de bijzondere uitkeringen over het lopende jaar.2 Daarom bereidt de regering een wetswijziging voor die beoogt het overzicht bijzondere uitkeringen jaarlijks te publiceren als bijlage bij de memorie van toelichting bij het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat van het BES-fonds.

De Raad van State heeft er in het verleden reeds meermalen op gewezen dat de inhoud van de begrotingswetten beperkt dient te blijven tot de begroting van de ontvangsten en de uitgaven van het Rijk.3 Het bijzondere karakter van de begrotingswetten komt ook tot uitdrukking in de bijzondere en van de normale wetgevingsprocedure afwijkende procedureregels. Indien afwijking van hetgeen is geregeld in de Wet financiën openbare lichamen BES noodzakelijk is, dient dit, zoals ook in de toelichting wordt onderkend, te worden bepaald bij gewone wet. Sinds de eerste ervaring in 2011, waaruit bleek dat de derde week van mei praktisch niet haalbaar is, is inmiddels reeds een jaar verstreken. De toelichting lijkt te suggereren dat het nog enkele jaren kan duren voor de wetgeving daadwerkelijk is aangepast.

Daar komt nog bij dat het overzicht van bijzondere uitkeringen dat in de memorie van toelichting is opgenomen betrekking heeft op het jaar 2012, terwijl dit wetsvoorstel betrekking heeft op het begrotingsjaar 2013. Door middel van het voorgestelde artikel 3, dat in werking treedt op 1 januari 2013, wordt slechts afgeweken van de verplichting die op grond van de Wet financiën openbare lichamen BES bestaat voor het uiterlijk in mei 2013 publiceren van het overzicht van bijzondere uitkeringen over 2013. Daarmee is de verplichting om uiterlijk in mei 2012 het overzicht van bijzondere uitkeringen te publiceren nog niet «ongedaan gemaakt». Tevens bestaat er voor de verplichting om in mei 2013 het overzicht van bijzondere uitkeringen te publiceren nog ruim een half jaar om een daartoe strekkende wijziging van artikel 94 van de Wet financiën openbare lichamen BES voor te bereiden en in procedure te brengen.

Tegen deze achtergrond adviseert de Afdeling artikel 3 te laten vervallen. Tevens verdient het aanbeveling het overzicht van bijzondere uitkeringen over 2012, met de daarvoor in de lopende begroting beschikbare bedragen, afzonderlijk te publiceren. Tot slot beveelt de Afdeling aan prioriteit toe te kennen aan het voorbereiden en in procedure brengen van de aangekondigde wetswijziging.

Blijkens bijgaand advies heeft de Afdeling advisering van de Raad van State over bovenvermelde begroting een aantal opmerking gemaakt. Dit geeft mij aanleiding tot de volgende reactie.

  • De afdeling signaleert dat het overzicht bijzondere uitkeringen niet past in een begrotingswet en overigens dat het hier een overzicht betreft dat betrekking heeft op het jaar 2012, terwijl de begroting betrekking heeft op het jaar 2013.

    Geadviseerd wordt dan ook om artikel 3 te laten vervallen en om het overzicht in bijlage 3.2: bijzondere uitkeringen over 2012, afzonderlijk te publiceren. Dit advies volg ik op: artikel 3, de toelichting en bijlage 3.2 worden geschrapt.

  • Bezien wordt hoe de aangekondigde wetswijziging wordt vormgegeven.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

J. P. H. Donner

Het wetsvoorstel is hiermee in overeenstemming gebracht. Het totaal van de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten verandert hierdoor niet.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies