Kamerstuk 33330-59

Beantwoording aanvullende vragen naar onderzoek van de ASRE School van de Universiteit van Amsterdam

Dossier: Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens)

Gepubliceerd: 28 februari 2013
Indiener(s): Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD)
Onderwerpen: burgerlijk recht huisvesting huren en verhuren recht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33330-59.html
ID: 33330-59

Nr. 59 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 februari 2013

Naar aanleiding van mijn brief van 27 februari 2013 inzake het onderzoek van de ASRE School van de Universiteit van Amsterdam, zijn drie aanvullende vragen gesteld, die ik onderstaand beantwoord.

Het Kamerlid Fritsma (PVV) heeft opgemerkt dat in de oorspronkelijke versie van het ASRE rapport op bladzijde 2 de zin staat dat het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van BZK, maar de minister heeft net hetzelfde rapport naar de Kamer gestuurd waarin die zin plotseling is weggelaten. Daarover wil het Kamerlid Fritsma voor aanvang van het debat graag een brief met een duidelijke verklaring hebben.

Antwoord: Er is verwarring ontstaan over de rol van het ministerie van BZK omdat aanvankelijk in het rapport vermeld stond dat het ministerie de opdrachtgever zou zijn. Die tekst is door de ASRE op maandag 25 februari 2013 verwijderd omdat dit niet juist is. Verder is het rapport in tweede instantie door ASRE voorzien van een voorwoord waarin is aangeven hoe het rapport tot stand is gekomen.

Het Kamerlid Omtzigt (CDA) heeft aangegeven dat conform de motie-Bakker hij sowieso zou moeten weten hoeveel het rapport gekost heeft voor de schatkist, vanuit alle publieke middelen. Dat wil hij graag weten voor dit rapport.

Antwoord: Het rapport is met een financiële bijdrage in de vorm van een subsidie van het ministerie van BZK tot stand gekomen en niet in opdracht van BZK gemaakt. Op 19 mei 2010 heeft de Amsterdam School of Real Estate (ASRE) een subsidieverzoek ter grootte van 25.000 euro gedaan bij het toenmalige ministerie van VROM, voor een onderzoek naar de effecten van huurverhogingen op de vraag naar huurwoningen. De totale kosten van het promotieonderzoek, inclusief de bijdrage van het ministerie, zijn begroot op 226.263,60 euro. Op 22 juni 2010 is een beschikking voor 25.000 euro door het ministerie van VROM verzonden aan ASRE. Hiermee kon de AIO-aanstelling van de onderzoeker Schilder met een half jaar worden verlengd.

Het Kamerlid Jansen heeft twee aanvullende verzoeken gedaan. Uit mijn brief blijkt volgens het Kamerlid Jansen dat het onderzoek mede gefinancierd is door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het Kamerlid Jansen zou de subsidiebeschikking graag ontvangen voor het debat. Volgens zijn informatie zijn er in 2011 een of twee gesprekken gevoerd over de voorlopige conclusies, niet alleen met het Centraal Planbureau maar ook met het ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij zou de verslagen van die gesprekken graag voor het debat ontvangen.

Antwoord: Het verzoek tot een financiële bijdrage en de subsidiebeschikking zijn als bijlage bijgevoegd.1 Op woensdag 16 november 2011 heeft op het ministerie een gesprek plaatsgevonden tussen ASRE, CPB en ambtenaren van BZK. Ter voorbereiding op het gesprek heeft het CPB een notitie gemaakt, die als bijlage bij deze brief is bijgevoegd.2 Van het gesprek is geen verslag gemaakt. Wel is er in de periode voor en na de vergadering schriftelijk en mondeling inhoudelijk contact geweest tussen CPB en ASRE.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok