Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 24 mei 2012

De vaste commissie voor Financiën belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

 

blz.

     

Algemeen

1

Inleiding

2

Administratieve lasten

3

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met tevredenheid kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden zijn groot voorstander van beleid dat gericht is op het voorkomen en bestrijden van fraude en andere onregelmatigheden bij de besteding van publieke middelen. Op een aantal onderdelen van het wetsvoorstel vragen de leden van de VVD-fractie een nadere toelichting.

De leden van de fractie van de PVV hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Daarbij hebben deze leden echter wel enkele vragen, aan- of opmerkingen.

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden verwelkomen regelgeving die erop toeziet fraude en andere onregelmatigheden te voorkomen en te bestrijden.

Inleiding

De leden van de VVD-fractie vragen de regering aan te geven wat de aanleiding is van verordening 2185/96 die de Europese Commissie de bevoegdheid geeft in de lidstaten controles en verificaties ter plaatse uit te voeren. Hoe groot schat de regering de problematiek van fraude in en waar doet deze zich vooral voor? Welke extra bevoegdheden worden met deze verordening precies toegekend ten opzichte van de huidige situatie?

Voorts vragen de leden van de VVD-fractie de regering aan te geven in hoeverre samenwerking plaats zal vinden met reeds bestaande (nationale) controle-organen. Vindt de controle vanuit de EU plaats op basis van vertrouwen, of is er een risico voor een stapeling van controles en daarmee administratieve lasten voor ondernemers?

De leden van de fractie van de PVV hebben onoverkomelijke bezwaren zowel tegen deze wet als de achterliggende verordening. Als er sprake is van fraude en onregelmatigheden dan moet er natuurlijk opgetreden worden. De vraag is en blijft wie moet er optreden? Dit is een kwestie van soevereiniteit. Het is voor de leden van de PVV-fractie duidelijk dat het de EU, in het bijzonder de Europese Commissie, aan legitimatie en legitimiteit ontbreekt tot een dergelijk zelfstandig optreden. In haar gehele geschiedenis hebben de EU, EG en EEG nog nooit een jaarrekening kunnen overleggen die de toets van een onafhankelijke accountant heeft kunnen doorstaan. Het op grond van louter een verordening overdragen van nationale toezichtbevoegdheden ligt in het licht van het bovenstaande dan ook niet in de rede. Graag een reactie van de regering op dit punt.

Indien de EU een onderzoek nodig acht, zal dit, indien daar voldoende capaciteit voor is, door Nederlandse functionarissen dienen te worden verricht. De leden van de PVV-fractie achten het vigerende artikel 235 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap onvoldoende grondslag voor Verordening 2185–96. Verschilt de regering met de leden van de fractie van de PVV van mening dan zouden deze leden graag een gedetailleerde onderbouwing willen zien van de verdragsrechtelijke grondslag van deze wet en de achterliggende verordeningen. Deze leden zijn vooralsnog van mening dat op grond van het ontbreken van de vereiste verdragsrechtelijke grondslag deze wet dan ook in strijd is met het Nederlandse recht. Invoering van deze wet en de uitvoering daarvan achten de leden van de PVV-fractie dan ook ongewenst en onrechtmatig.

De leden van de SP-fractie vragen de regering aan te geven wat er door het Bureau precies wordt onderzocht. Kan de regering ook meer vertellen over de samenstelling van het Bureau en het aantal fte dat jaarlijks wordt gespendeerd? Wat is de bezoldiging van de personeelsleden van het Bureau?

Het verlenen van bijstand aan de Europese Commissie is een verplichting voor de lidstaten, zo lezen de leden van de SP-fractie. Kan de regering aangeven welke sancties er bestaan bij het niet naleven van deze verplichting tot het verlenen van bijstand? Zo nee, waarom niet?

Welke ambtenaren zijn bevoegd deel te nemen aan de audits, zo vragen de leden van de SP-fractie. Is een lidstaat verplicht een audit uit te voeren, wanneer de Europese Commissie dit verzoekt krachtens verordening nr. 1198/2006? Zo ja, welke sancties staan er op het niet uitvoeren van een audit, wanneer hier door de Europese Commissie om wordt verzocht?

Bestaan er sancties voor marktdeelnemers welke niet alle medewerking verlenen aan de Europese Commissie of een aangewezen functionaris? Zo ja, welke zijn dit? Zo nee, hoe wordt dan gerealiseerd dat marktdeelnemers alle medewerking verlenen?

Administratieve lasten

De leden van de SP-fractie lezen dat het wetsvoorstel volgens de regering niet leidt tot hogere administratieve lasten voor bedrijven, omdat het slechts om enkele onderzoeken per jaar gaat. Om hoeveel onderzoeken kan het gaat, tot welk aantal wordt er gesproken van «enkele» onderzoeken?

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Aptroot

De adjunct-griffier van de commissie, Giezen