Nr. 56 MOTIE VAN HET LID ORTEGA-MARTIJN

Voorgesteld 18 april 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de besparingen die gemeenten boeken wanneer iemand met loondispensatie aan de slag gaat, via de vaststelling van het macrobudget na een jaar in zijn geheel terugvloeien naar het Rijk;

constaterende dat het instrument loondispensatie binnen de Wet werken naar vermogen een belangrijk instrument vormt om mensen die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, aan het werk te helpen;

overwegende dat duurzame begeleiding noodzakelijk is om te voorkomen dat iemand terugvalt in de uitkering en daarmee de besparing vervalt;

van mening dat de inzet moet zijn om zo veel mogelijk mensen duurzaam aan het werk te helpen;

verzoekt de regering, bij de vaststelling van het macrobudget een aanzienlijk deel van de bespaarde uitkeringslasten meerjarig bij gemeenten te laten ten behoeve van de begeleiding van deze groep;

verzoekt de regering voorts, om dit in overleg met de gemeenten uit te werken in de systematiek voor het macrobudget en deze systematiek per ingangsdatum van de nieuwe Wet werken naar vermogen in te laten gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ortega-Martijn