Kamerstuk 33000-XIII-190

Reactie op verzoek van het lid El Fassed over de Nederlandse inzet bij de World Conference on International Telecommunications

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2012

Gepubliceerd: 25 juni 2012
Indiener(s): Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33000-XIII-190.html
ID: 33000-XIII-190

Nr. 190 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2012

Tijdens de regeling van de werkzaamheden van 20 juni jl. is door de heer El Fassed (Groen Links) verzocht om er onder andere voor te pleiten dat de documenten die betrekking hebben op de voorbereidingen van de VN Conferentie over Internationale Telecommunicatieregels (WCIT) openbaar worden gemaakt en dat het kabinet zich op deze conferentie sterk inzet voor burgerrechten, privacy en persvrijheid. Hierbij vindt u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, mijn reactie.

De VN Conferentie over Internationale Telecommunicatieregels

Van 3–14 december 2012 zal door de Internationale Telecommunicatie Unie (ITU) een conferentie worden georganiseerd ter herziening van de zogenoemde Internationale Telecommunicatie Regels (ITR’s). Eerdere afspraken uit 1988 zijn achterhaald door de verregaande liberalisering en privatisering van de telecomsector, alsmede de opkomst van het internet.

Na enige discussie over de vraag of nieuwe ITR’s nog wel zinvol zouden zijn in een tijd dat marktpartijen vooral onderling afspraken maken over de afwikkeling van hun verkeer, is uiteindelijk afgesproken dat er toch gewerkt zal worden aan nieuwe ITR’s, waarbij ook nieuwe relevante onderwerpen erin zouden kunnen worden opgenomen.

Inmiddels zijn de onderhandelingen in de voorbereidende werkgroep in volle gang. Deze onderhandelingen hebben plaats tussen lidstaten en zogenaamde sector members: bedrijven en internetorganisaties, die lid zijn van de ITU.

Openbaarheid van stukken

Het lid El Fassed heeft aangegeven dat een groot aantal documenten voor deze conferentie die al jaren angstvallig geheim zouden worden gehouden, afgelopen vrijdag via de website WCITLeaks zijn uitgelekt en hij vraagt hoe het kabinet ervoor gaat zorgen dat alle documenten voor deze conferentie openbaar worden gemaakt en in hoeverre het kabinet zich in zal zetten voor deelname van alle belanghebbenden.

De voorbereidingen van WCIT, die in Dubai plaatshebben in december 2012, zijn ook relevant voor partijen uit de internetwereld die niet van oudsher deelnemen aan de ITU. Deze partijen bedingen terecht maximale openheid van de documenten. Vele partijen uit de internetwereld (bijvoorbeeld ISOC, Ripe etc) zijn lid van ITU en beschikken nu al over de documenten. Zij brengen ook zelf documenten in de onderhandelingen in. Het kabinet houdt nauw contact met alle internetpartijen in haar nationale voorbereiding, zie ook het gepubliceerde document Report on Dutch WCIT-12 preparation, Information Document 16 (bijlage 1)1. Het kabinet zet zich op deze manier in voor deelname van alle belanghebbenden.

In tegenstelling tot wat het lid El Fassed suggereert, is dit verslag van de Nederlandse consultaties reeds publiekelijk beschikbaar gemaakt door het kabinet op 8 juni jl. De documenten op WCITLeaks die betrekking hebben op de Nederlandse inzet, waren dus reeds openbare stukken.

Voor de stukken die onder verantwoordelijkheid van andere landen zijn voorbereid, heeft in zijn recente openingstoespraak (bijlage 2)1 voor de Raadswerkgroepbijeenkomst van 20 juni jl. de Secretaris-generaal van de ITU ook expliciet de Nederlandse consultatie genoemd en de oproep aan andere landen gedaan om dit goede voorbeeld te volgen in het belang van transparantie en verantwoording. In dezelfde toespraak heeft de Secretaris-generaal aangegeven dat hij aan de ITU Council in juli a.s. zal vragen om de documenten, die betrekking hebben op de onderhandeling over het nieuwe ITR-verdrag ook voor niet ITU-leden toegankelijk te maken. Het moge duidelijk zijn dat het kabinet een positief besluit hiertoe van de ITU Council verwelkomt en dus de oproep van het lid El Fassed deelt, en ook dat andere landen het Nederlandse voorbeeld volgen.

Inzet kabinet

Het lid El Fassed vraagt van het kabinet zich op deze conferentie in te zetten voor persvrijheid, privacy en burgerrechten. Het kabinet deelt deze inzet geheel.

De Nederlandse partijen die aan de workshops (o.a. bedrijven, internetorganisaties, consumenten partijen) hebben deelgenomen, willen dat de nieuwe International Telecommunications Regulations ITR’s:

  • meer strategisch zijn dan operationeel.

  • de regels niet direct van toepassing zijn op de marktpartijen, maar uitwerking krijgen via nationale regelgeving.

Partijen willen niet dat regelgeving uit de telefoonsector ook van toepassing wordt voor internet, zonder dat hiervan de gevolgen goed in kaart zijn gebracht. Zij vragen daarom aandacht voor onbedoelde effecten. Zij vragen daarom een goede impactanalyse van de voorgenomen regels. Marktpartijen zien toegevoegde waarde in het opnemen van cybersecurity en anti-spam-maatregelen in nieuwe ITR’s, als deze goed is opgezet. Het kabinet zal de input gebruiken in de onderhandelingen en zich in de onderhandelingen inzetten voor openheid en internetvrijheid.

Bij de verdere voorbereiding van WCIT werkt het kabinet internationaal nauw samen met de Europese landen die lid zijn van CEPT (Europese Conferentie voor Post en Telecommunicatie, 48 Europese landen). In de CEPT worden gezamenlijke voorstellen opgesteld. Onderwerpen waaraan op dit moment onder meer gewerkt wordt zijn: internationale roaming, Calling Line Identification en cybersecurity en spam. De Europese Commissie is ook bij die voorbereidingen betrokken en let erop dat de uitkomsten van WCIT verenigbaar zijn met het Europese regelgevende kader voor de communicatiesector. Eveneens benadrukt Nederland als voorzitter van de Freedom on line coalition (FOC) bij de leden van de coalitie het belang van een open en vrij internet als uitgangspunt bij de standpuntbepaling. Zoals gebruikelijk zal in november een instructie voor de Nederlandse delegatie worden opgesteld, welke in een bijeenkomst met alle Nederlandse belanghebbenden besproken zal worden.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen