Ontvangen 9 oktober 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel Sa een onderdeel ingevoegd, luidende:
Sb
In artikel 6:1, eerste lid, wordt «zonder behoud van loon» vervangen door: met behoud van loon ter hoogte van 75% van het minimumloon als bedoeld in artikel 6:4a.
II
In artikel I wordt na onderdeel U een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ua
Na artikel 6:4 wordt ingevoegd:
1. De werknemer die het verlof, bedoeld in artikel 6:1 opneemt, heeft per uur opgenomen uur verlof recht op uitbetaling van 9,375% van het minimumloon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel c, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag of, indien het een persoon jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon, bedoeld in artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid, van die wet.
2. De artikelen 4:6 en 5:7 zijn van overeenkomstige toepassing.
Dit amendement strekt ertoe dat werknemers doorbetaald worden op minimaal het niveau van vijfenzeventig procent van het wettelijke minimumloon wanneer zij ouderschapsverlof opnemen. Ouders die voor de opvoeding van hun kind ouderschapsverlof willen opnemen moeten niet gehinderd worden door financiële barrières. Voor vijfendertig procent van de niet-gebruikers met behoefte aan ouderschapsverlof vormen de financiële gevolgen de grootste drempel. Bij situaties waarin de thuissituatie vraagt dat een van de ouders meer tijd investeert in de opvoeding van de kinderen moet er ook een degelijke financiële regeling voorhanden zijn.
Siderius