Kamerstuk 32801-8

Verslag van een algemeen overleg

EHEC-bacterie


Nr. 8 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 18 juli 2011

De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie1 heeft op 15 juni 2011 vervolgoverleg gevoerd met staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over:

  • de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie d.d. 30 mei 2011 over de situatie in de EHEC-besmetting (32 801, nr. 2);

  • de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie d.d. 7 juni 2011 over de situatie in de EHEC-besmetting en de export van Nederlandse groenten (32 801, nr. 4);

  • de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie d.d. 7 juni 2011 met het verslag van de informele Landbouwraad van 29 t/m 31 mei 2011 over o.a, het thema duurzame veehouderij en de EHEC-bacterie (21 501-32, nr. 495);

Van het overleg brengt de commissie bijgaand woordelijk geredigeerd verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Van der Ham

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Franke

Voorzitter: Snijder-Hazelhoff

Griffier: Peen

Aanwezig zijn vijf leden der Kamer, te weten Dijkgraaf, Jacobi, De Mos, Smilde en Snijder-Hazelhoff

en staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie die vergezeld is van enkele ambtenaren van zijn ministerie.

De voorzitter: Hiermee heropen ik dit algemeen overleg over de EHEC-bacterie en de discussie met de staatssecretaris daarover. Dit is een vervolg op een AO waarmee we vorige week reeds zijn begonnen. Ik stel voor dat we maximaal drie minuutjes spreken en dat we ons enigszins beperken in de interrupties.

Ik heet de staatssecretaris, zijn ambtelijke ondersteuning, de mensen op de publieke tribune en natuurlijk de Kamerfracties die aanwezig zijn, van harte welkom. Ik ga ervan uit dat er nog een aantal mensen kan aanschuiven.

Mevrouw Smilde (CDA): Voorzitter. Ik mag Ger Koopmans vervangen, wat geen geringe eer is.

Wij willen de staatssecretaris bedanken voor de brief die wij hebben gekregen. We zijn ook tevreden over het bereikte resultaat met Rusland. Het is natuurlijk in de eerste plaats goed om te merken dat het nu allemaal in een wat rustiger vaarwater komt. We horen graag van de staatssecretaris of er nu echt meer bekend is over de bron van besmetting in Duitsland. Dat lijkt het geval, maar is dat het ook?

Wij zijn tevreden over de opkoopregeling van het interventiedeel. De telers zouden naar zeggen van de staatssecretaris 70% vergoed kunnen krijgen. De sector komt zelf met een lager percentage aanzetten. Hoe denkt de staatssecretaris daarover?

De staatssecretaris zal nagaan of er tijdelijke marktbeheermaatregelen kunnen worden genomen. Wat is de stand van zaken? Welke acties moeten op middellange termijn ondernomen worden, wil het vertrouwen van de consument weer hersteld zijn?

Wat vindt de staatssecretaris van de door de sector aangedragen mogelijkheid om de garantstelling voor werkkapitaal terug te halen? Brussel zou deze kaders ruimer kunnen maken, zodat tuinders tot december 2011 nog van deze regeling gebruik kunnen maken.

Tot slot heb ik nog een vraag die misschien wat meer op een ander terrein ligt. Er zijn inmiddels ook in Nederland ziektegevallen, maar voor zover wij weten gaat het daarin niet om de heel ernstige 0104-bacterie. Wil de staatssecretaris daar nog iets over zeggen? Breidt zich dat ook uit?

De heer De Mos (PVV): Voorzitter. Ik heb in de eerste helft van het debat iedereen opgeroepen om vooral weer komkommers, paprika's, tomaten etc. te gaan eten. Dat is redelijk gelukt, want ik hoor vanuit de sector dat de handel in tomaten, komkommers etc. gelukkig weer aantrekt. Mijn aanbod aan de staatssecretaris blijft staan. Als ik hem met iets kan helpen, bijvoorbeeld met een «Alleen voor beschuit kom ik eruit»-campagne, maar dan voor groente, lijkt mij dat geweldig.

Helaas ben ik wat minder vrolijk over de schadeloosstelling. Wij willen toch een schadeloosstelling van 100% voor alle tuinders, want die zijn toch eigenlijk onschuldig slachtoffer geworden van deze EHEC-ellende, zoals we die toch wel mogen omschrijven. Wat is de inzet van de staatssecretaris voor dit onderwerp in Europa? De inzet van de staatssecretaris is al goed, maar kan natuurlijk altijd beter. Krijgen de tuinders die hun goederen voor een lagere prijs hebben verkocht ook nog een schadeloosstelling? Is er ook een schadeloosstelling voor de tuinders die niet lid zijn van een productorganisatie? Ook die tuinders zijn natuurlijk de dupe van al deze EHEC-toestanden.

Ik heb nog geen reactie gekregen op de communicatieadviseur die ik Duitsland wel cadeau wil doen. Is dat een idee? Door gebrekkige communicatie is de ellende natuurlijk begonnen.

De heer Dijkgraaf (SGP): Mevrouw de voorzitter. Ik dank de staatssecretaris wederom voor zijn grote inzet. Die is in onze beleving niet minder geworden. De afgelopen tijd is er gelukkig enig herstel zichtbaar. Mij resten nog vijf vragen. De eerste betreft het actieve marktbeheer. De staatssecretaris heeft vorige keer gezegd, de mogelijkheden daartoe maximaal te benutten, maar ik heb behoefte aan meer informatie over de concreetheid daarvan en de snelheid waarmee dat mogelijk is. In de sector is daar op dit moment nog niet zo veel van te merken. Dat is op zich niet gek, want het gaat allemaal snel, maar ik heb wel behoefte aan een tijdpad en mogelijkheden.

Mijn tweede vraag gaat over de net al genoemde garantstellingsregeling. Ik sluit mij daarbij aan. Is het mogelijk om die snel weer actief te krijgen? Zij was dat tot 1 april jl.

Mijn derde vraag gaat over de 70% niet verkochte producten. Dat is op zich mooi, al hebben wij nog wel vragen over dat percentage. Is daar internationaal niet wat meer uit te halen? Ik heb nog een vraag over de 70% niet verkochte producten. Je kunt als ondernemer natuurlijk ook gedacht hebben: beter iets dan niets en het hele spul tegen 10% van de prijs hebben verkocht. Als je dat gedaan hebt en vervolgens niets krijgt, trek je de haren uit je hoofd. Hoe gaat de staatssecretaris met dergelijke gevallen om?

Mijn vierde vraag betreft de 20 mln. die de staatssecretaris zelf ter beschikking heeft als ik het goed begrijp. Die 20 mln. is dan 20%, wat zou betekenen dat van de 210 mln. 50 mln. naar Nederland zou gaan. Dat is 50%, dus dan heb je dezelfde verhouding van 20:50 en kom je op 70 mln. uit. Als ik bedenk dat de schade volgens de sector 40 mln. per week is, kom je op 160 mln. 70% daarvan is 110 mln., dus dan heb je een gat van 40 mln. Hoe kijkt de staatssecretaris daar tegenaan? Is er nog wel voldoende budget om die 70% te dekken? Zo niet, gaat dat budget dan omhoog of gebeurt er iets anders? Wat gebeurt er als het budget niet toereikend is?

Mijn vijfde en laatste vraag heb ik eigenlijk al gesteld: is er ruimte om die 70% te verhogen?

Mevrouw Jacobi (PvdA): Voorzitter. Allereerst spreek ik mijn waardering uit voor de inzet van de staatssecretaris voor een hele sector die buiten haar schuld in de ellende komt. Ik heb net als mevrouw Smilde van de CDA-fractie enkele vragen over de lange en de korte termijn. Wij kennen in de schadesysteemregelingen zaken waar tuinders zich niet tegen kunnen verzekeren. Zo geldt voor fruittelers ook de sneeuwregeling. Is het niet verstandig om met de sector over een door haar zelf op te zetten schadefonds te gaan spreken?

Mij is opgevallen dat – en volgens mij zei viroloog Osterhaus het ook – de Europese variant van de Amerikaanse CDC voor infectieziektebestrijding, die in Zweden staat, redelijk buitenspel staat bij de coördinatie van dit type onderzoek, terwijl ik met het oog op de handel en de voedselmarkt vind dat dit bureau juist een veel centralere plek moet krijgen. Hoe kunnen wij onze organisaties als TNO en de Europese CDC er meer bij gaan betrekken? Mijn partij wil heel graag brononderzoek. Ik las ook dat TNO een methode aan het ontwikkelen is die het ontstaan van de E.coli-bacterie tegengaat. Kunnen wij daarover meer informatie krijgen? Wij hopen dat dit doorzet.

De EHEC-bacterie valt niet los te zien van de antibioticaresistentie. Mijn collega Arib heeft vorige keer of de keer daarvoor al voorgesteld om daar een parlementair onderzoek naar te gaan doen. Daarop krijg ik graag een reactie.

De heer Dijkgraaf (SGP): Vindt mevrouw Jacobi het geen goed idee om de staatssecretaris de vraag te stellen die ik net ben vergeten te stellen, namelijk hoe het met tracking & tracing gaat en wat de afspraken zijn tussen de Europese Unie en Rusland? Ik heb het idee dat we tracking & tracing in Nederland een stuk beter op orde hebben, dus als we op de hele Europese Unie moeten wachten, kan dat wel eens lang gaan duren. Is een alleingang van Nederland tegenover Rusland ook mogelijk, zodat we dat eerder op gang krijgen? Mevrouw Jacobi vindt dit ongetwijfeld een heel goede vraag.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Een dergelijk type suggestieve politiek is wel leuk als het gaat om vragen, maar anders ben ik er niet van gediend en dien ik u wel van repliek. Uw vraag past wel een beetje bij mijn vraag over de Europese CDC. Wat doe je als lidstaat, wat doe je Europees? Als je iets Europees doet, moet het een meerwaarde hebben voor het CDC-instrument.

De voorzitter: Mijnheer Dijkgraaf, u had ook gewoon kunnen zeggen: voorzitter, ik ben een vraag vergeten. Mag ik die alsnog stellen? Maar goed, u hebt hem nu gesteld.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Voorzitter. Ik ben ook het type vrouw dat zich eigenlijk niet leent voor dit soort dingen.

Voorzitter: Smilde

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Voorzitter. Om te beginnen kijk ik terug op vorige week. We hebben net een brief van de staatssecretaris gekregen op grond waarvan ik constateer dat er 37 mensen aan de EHEC-bacterie zijn overleden. Wat is nu de stand van zaken? Komen er nog nieuwe ziektegevallen bij? Hoe zit het met de ziektegevallen in Nederland en met het verloop daarvan? Deze vraag stelde mevrouw Smilde ook. Wil de staatssecretaris een tipje van de sluier oplichten?

Ik kom vervolgens op de toezegging van de staatssecretaris dat de Europese Commissie het Duitse traceringsysteem zou analyseren. Hoe zit het met de bronbepaling? Ik heb nog steeds het beeld dat het niet de tomaat en de komkommer zijn. Weten we nu echt exact zeker waar de bacterie vandaan komt? Mij lijkt dat dit toch nog even goed voor het voetlicht moet worden gebracht. Daartoe moet dat hele traceringsysteem langsgelopen worden, want bekend moet worden hoe de bacterie op de taugé, waar het aan ligt, terecht is gekomen.

We hebben nu ook een aantal besmettingen met de E.coli-bacterie in Nederland geconstateerd, zij het niet met de EHEC-bacterie. Mij lijkt dat we dat vooral goed moeten communiceren, want een E.coli-bacterie komt vaker voor dan de specifieke EHEC-bacterie in Duitsland. Is te traceren hoe het zover heeft kunnen komen dat deze bietenspruiten, taugé of wat de oorzaak ook moge zijn, besmet zijn geraakt? Dat moeten wij als overheid willen weten.

Over de route van de schadeloosstelling zei de staatssecretaris vorige week met een brief te komen. Die hebben wij net ontvangen. Op de bedragen ga ik niet in, want ik denk dat we die hebben te accepteren. De staatssecretaris schrijft wel dat de opkoopregeling uit een interventie-deel, een groen-oogsten-deel en een niet-oogsten-deel bestaat, al denk ik dat dat laatste een «niet te oogsten deel» moet heten. Als ik terugkijk, denk ik dat de schade veel groter is geweest dan die nu misschien nog uit de markt moet worden genomen, etc. Hoe zal die schade vergoed worden? Dat kan ik namelijk niet lezen in de brief. Het lijkt mij goed dat we dat in beeld hebben, want ook die schade is reeds geleden. Hoe moet ik dat plaatsen in de context van de brief? Ik hoop van ganser harte dat de markten met de campagne en ermee dat duidelijk wordt waar het aan ligt, zo snel mogelijk weer vrij komen en weer gaan functioneren. Ik heb dan ook net als mevrouw Smilde de vraag of de staatssecretaris zicht heeft op de marktontwikkeling.

Daar wil ik het bij laten.

Voorzitter: Snijder-Hazelhoff

De voorzitter: De staatssecretaris krijgt zes minuten de tijd om zijn zaken op een rij te zetten en beantwoordt daarna de vragen.

Staatssecretaris Bleker: Voorzitter. Eerst de vragen over de bron van de besmetting en de actuele ziektesituatie. Duitsland gaat er met de kennis van nu vanuit – dat hebben we ook in de media kunnen lezen – dat de besmetting afkomstig is van de kiemgroente taugé. Men heeft ook een bepaald bedrijf in Duitsland op het oog. Definitief uitsluitsel zal er ongetwijfeld binnenkort komen. Dan wordt op enig moment definitief bepaald dat dit de bron is geweest.

Het aantal nieuwe ziektegevallen loopt sterk terug. Dat duidt er dus op dat de bron is opgedroogd en dat nieuwe ziektegevallen met name door overdracht van mens 1 op mens 2 ontstaan. Ik meen dat het aantal ziektegevallen gisteren met zeven is toegenomen. Dat is veel minder per dag dan bijvoorbeeld een week geleden. Daar zullen de Duitsers ons over rapporteren.

Over de situatie van de mensen die in Nederland besmet zijn geraakt, kan ik geen concrete mededelingen doen. Volgens mij zitten wij nu nog op een aantal van acht besmette gevallen. Er is op gewezen dat er in ons land ook twee bedrijven met kiemgroenten werken, waarin de E.coli-bacterie is aangetroffen. Het betreft niet de gevaarlijke 104-variant, maar andere varianten. Het ging om rode bietenscheuten. Ik had daar nog nooit van gehoord, maar het schijnt dat het bestaat. Dat is een kleine markt. Het is nu in ieder geval zeker dat het absoluut niet de 104-variant is en het RIVM doet onderzoek om precies te bepalen wat het wel is. De verwachting is dat we daar eind van de week duidelijkheid over krijgen.

Een vraag was ook of traceerbaar is waar het vandaan komt. Ja, dat is traceerbaar. Ik doe daar nu verder geen mededelingen over, maar het gaat om zaad dat afkomstig is uit land B en dat uiteindelijk gewonnen is in land C. Het is dus vanuit land C via land B naar Nederland gekomen en zoals het er nu naar uitziet, zat de bron van de bacterie al in het zaad. De vraag is of de besmetting in het land van oorsprong of in het land van doorzending heeft plaatsgevonden. Dat moet nog duidelijk worden, maar we kunnen dat in ieder geval zeer nauwkeurig traceren en dat zal ook gebeuren.

Dan kom ik bij het punt van het Duitse systeem en van het Europese instituut. De Europese Commissie zal op verzoek van alle lidstaten het hele systeem van waarneming, analyse en traceerbaarheid nog eens heel scherp onder de loep nemen en ook de samenwerking tussen de autoriteiten. Er komen ongetwijfeld in de tweede helft van het jaar vanuit de Commissie nog eens nadere berichten over wat die analyse heeft opgeleverd. Heeft het ons en de sector ook het een en ander geleerd? Ik denk het wel. Er was al een gesprek gaande over een verzekeringsvariant. Mevrouw Jacobi vroeg daarnaar. Dat kan in een stroomversnelling komen door het gigantische incident dat wij nu meemaken. Ik denk dat in deze weken ook de positie en het belang van het Productschap Tuinbouw heel duidelijk is geworden, evenals het belang van de organisatiegraad van de sector. Als een sector – en daarmee ook het individuele bedrijf – zo gevoelig is voor externe ontwikkelingen, dan is de interne organisatie van zaken cruciaal. Dat zal ongetwijfeld tot herbezinning leiden. De warme woorden over het productschap waren dezer dagen een veelvoud van het aantal dat je gemiddeld genomen per jaar hoort. Dat is ook wel even goed om te zeggen. En dan doel ik niet op de woorden van de politiek, maar op die uit de sector zelf. Ik zag zelfs ergens een tweet – dat zal de heer Dijkgraaf aanspreken – van mensen van de binnenvaart: had de binnenvaart ook maar een productschap, net zoals de tuinbouw er een heeft. Zo kunnen wij zeggen: oude waarden kunnen in tijd van crisis ineens weer nieuwe glorie krijgen. Dat lijkt hier een beetje het geval. Dat zal ongetwijfeld ook in de sector zelf tot een heroriëntatie leiden. Hoe ga je hier nu mee om?

Niet-leden van de telersverenigingen zullen via het productschap – de heer De Mos heeft daarover een vraag gesteld – in aanmerking komen voor dezelfde regeling als de leden. Ze willen dat het liefst via het Productschap Tuinbouw doen. Dan kunnen we dat organiseren en hebben we ook geregeld een beheercomité van de Europese Unie gaat over de uitwerking van deze regeling. Dat is voor elkaar. Ik kan u wel zeggen dat bij collega-landen met enige jaloezie wordt gekeken naar de huidige organisatiegraad in Nederland, vanuit het bange vermoeden dat Nederland door die hoge organisatiegraad nog weleens een leuk graantje zou kunnen meepikken uit de regeling die er nu aan zit te komen. Aan de andere kant vind ik dat ook in andere landen, waar de organisatiegraad minder op orde is, bedrijven niet de dupe mogen worden. Zij dienen ook op een fatsoenlijke manier aan de bak te komen.

Dan kom ik op de regeling zelf.

De heer De Mos (PVV): Voorzitter. Ik ben natuurlijk hartstikke blij dat de niet-leden ook in aanmerking komen. Dan kan de tomatenvlag uit. De handel heeft echter ook een schadepost van ik geloof 60 mld. geleden. Komt de handel ook nog ergens in aanmerking voor een schadevergoeding?

Staatssecretaris Bleker: Wij bepleiten dat nog wel, maar ik moet wel zeggen dat je ook in dit geval prioriteiten moet stellen. De handel is beter in staat om klappen in een bepaalde periode op te vangen dan de telers dat zijn. Dat komt ook doordat de handel gedurende het hele jaar met verschillende producten de markt opgaat. De telers, komkommertelers bijvoorbeeld, moeten hun inkomen echt nu, in deze weken, verdienen. Dan kan de handel wel nadeel ondervinden van het feit dat de markt inzakt, maar dat is voor een teler in een beperkte periode een fikse dip, terwijl het voor de handel over een veel langere periode een dip is. Een korte dip over een overigens gemiddeld genomen redelijk lange periode. De situatie is dus wel een beetje anders en mijn prioriteit ligt nu bij die telers. We zullen kijken of er in Europa op een of andere manier nog iets te doen is met de handel.

Dan kom ik op de percentages. Het noodfonds vergoedt een percentage van 50% van de prijs die bepaald wordt op basis van drie referentiejaren. Die drie referentiejaren zijn 2008, 2009 en 2010. Aanvankelijk ging het om 2007, 2008 en 2009, maar dat is mede op onze aandrang veranderd in 2008, 2009 en 2010, omdat het tot een gunstiger uitkomst leidt. Daar heeft de Eurocommissaris in toegestemd. Dan gaat het om 50% daarvan. Deze regeling komt bovenop de crisismaatregelen die al van de zijde van de Nederlandse regering waren ingesteld, de 10 mln. plus een bijdrage van het bedrijfsleven. Daaruit wordt ongeveer 20% vergoed van de prijsval van de referentieprijs. Dan zou je ongeveer in de buurt van de 70% komen. Ik moet zeggen dat je ook een andere berekeningswijze kunt hanteren. Dan kom je misschien in de buurt van de 60 of 65%. Ik heb daar ook met een tuinder over gesproken en die was eigenlijk heel pragmatisch. Hij zei: liever geen gevecht van drie maanden over 60 of 70%; een goede regeling goed uitvoeren en uitbetalen. Dat heb ik me wel ter harte genomen. We kunnen in Europa en in de politiek nog over de laatste 5 tot 10% praten, maar dat is de boodschap die ik kreeg, en dan niet alleen van individuele tuinders, maar ook vanuit de organisaties. Een goede regeling op een gegeven moment accepteren, goed uitvoeren, geld op de rekening.

Het is een marktmaatregel. Er worden producten uit de markt gehaald voor een bepaalde prijs om de teler tegemoet te komen, omdat die prijs extreem laag is of omdat het product niet te verkopen is, maar ook omdat daarmee de markt gestimuleerd wordt doordat er als het ware minder aanbod is. Het is in essentie een marktmaatregel en het is moeilijk voor te stellen dat een marktmaatregel ook van toepassing is op producten die al op de markt zijn gebracht. De heer Dijkgraaf is econoom. Die producten zijn al op de markt gebracht, zij het voor een heel lage prijs. Dan zou je nu alsnog iets doen waarmee je de markt beïnvloedt. Dat doe je niet, want je beïnvloedt de markt niet. De markt is immers al beïnvloed doordat het product voor die lage prijs op de markt is gebracht. Dat is de formele redenering die je vanuit het principe van de marktmaatregel kunt hanteren. Desalniettemin is het knap zuur, om even in de concrete termen van de heer De Mos te blijven, dat de ene collega het spul uit de markt heeft genomen en daar een vergoeding voor krijgt, terwijl de andere collega het voor 10% van de normale prijs op de markt heeft gebracht en nu de sigaar is, omdat hij geen vergoeding krijgt. Wij zijn bezig om daar in de vorm van een suppletieregeling toch nog iets op te vinden. Ik kan geen garanties geven dat het ons gaat lukken, want we zitten wel met het principiële punt dat het eigenlijk geen marktmaatregel is, want het product is op de markt gebracht. We hebben dus nog wel een paar dingen te doen. Daar wordt in het beheercomité over gesproken en we zullen dat ook in de Raad van de ministers van Landbouw van 27 juni aan de orde stellen. Succes is echter niet verzekerd. Ik doe even aan verwachtingsmanagement.

De voorzitter:De heer Dijkgraaf heeft een vraag hierover.

De heer Dijkgraaf (SGP): Inderdaad zuur, want eigenlijk heeft de teler geen boodschap aan het type maatregel dat de politiek hier kiest. De staatssecretaris hangt het daaraan op. Dat begrijp ik ook wel, want het is prettig om het via marktmaatregelen te doen, maar eigenlijk gaat het natuurlijk om de metavraag hoeveel schade je hebt geleden. Die moet onafhankelijk zijn van de vraag welke tegemoetkoming vervolgens door de politiek wordt gekozen. Ik dring hier met klem op aan, te meer omdat ik wel weet wat er in een volgende crisis gebeurt als wij nu deze route kiezen. Dan brengt niemand meer tegen 10% iets op de markt. De telers denken dan: ik zou wel gek wezen want hiermee loop ik het gigantische risico dat ik mezelf voor 60% in de portemonnee tref. Je krijgt dan alle mogelijke strategische gedragingen. Als er iets niet in de markt moet gebeuren, is het dat wel.

Staatssecretaris Bleker: Ik begrijp het allemaal en daarom zetten wij ons nog in voor een suppletieregeling en zoeken wij steun bij een aantal andere lidstaten waar dit ook is opgetreden. Het verhaal is valide, maar het is ook valide als je zegt dat een marktmaatregel nooit betrekking kan hebben op producten die al op de markt zijn gebracht.

De heer Dijkgraaf (SGP): Nee, per definitie niet, vandaar het woord «suppletieregeling». Je kiest dan voor een ander type instrument.

Staatssecretaris Bleker: Ik wil geen verwachtingen wekken, maar er wordt nog voor gestreden om hierop iets te vinden.

De v oorzitter: Ik heb nog een vraag voor de duidelijkheid. Ik heb gezegd dat een interventiemaatregel prachtig is, maar ook dat er al schade is ontstaan voordat ... De staatssecretaris schrijft in zijn brief dat hij op 31 mei de vraag heeft neergelegd in Brussel en dat vanaf dat moment de interventie zal werken. Mag ik dit zo concluderen? Betekent dit dat hij nu nagaat of er nog een maatregel mogelijk is voor hetgeen daarvoor is gebeurd, dus vanaf 26 mei? Zo lees ik de brief.

Staatssecretaris Bleker: De periode waarop deze regeling van toepassing is, loopt van 26 mei tot 27 juni. Dit betekent dat producten die vanaf 26 mei uit de markt zijn gehaald en waarvan dat goed administratief aantoonbaar is, als het ware deels worden opgekocht. Dit probleem doet zich voor bij producten die van 26 mei tot 1 juni voor 5% van de prijs op de markt zijn gebracht. De regeling is van toepassing op producten die vanaf 26 mei uit de markt zijn gehaald.

De voorzitter: Even voor de duidelijkheid: In de brief wordt gesteld dat in de laatste zin van de opkoopregeling staat dat dit geen problemen oplevert, omdat in de periode tussen 26 en 31 mei geen producten uit de handel zijn genomen. Ik lees dit dan zo dat wij daarvoor niets doen. In een zin eerder staat dat Nederland de crisispreventiemaatregel in Brussel heeft geactiveerd vanaf 31 mei. Daarvoor gaat de maatregel gelden.

Staatssecretaris Bleker: De regeling is van kracht. Als op 27 mei in Nederland producten uit de handel waren genomen, had de regeling ook daarvoor gegolden. In Nederland is dat echter pas vanaf 31 mei gedaan. Meer is er niet over te vertellen.

De voorzitter: En wij wachten nu af welke andere mogelijkheden er zijn? Dat horen wij na de Landbouwraad?

Staatssecretaris Bleker: Ja.

Mevrouw Smilde heeft een vraag gesteld over de garantstellingsregeling. Die regeling is nu operationeel. De Nederlandse Staat staat in een soort contract met de banken garant voor de uitgestelde aflossingsverplichtingen. Die regeling is nu van kracht.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Voor de beeldvorming zou ik het op prijs stellen als wij over enige tijd een overzicht krijgen van het aantal bedrijven dat hiervan gebruikmaakt.

Staatssecretaris Bleker: Ja, ik stel voor dat wij in september opnieuw rapporteren over de stand van zaken.

Er is gesproken over een communicatieadviseur voor Duitsland. Dat is een mooi aanbod, maar de Duitsers moeten dat zelf maar regelen.

Dan Rusland en Europa. Wij hebben vorige week donderdag een voorstel gedaan aan de Russen voor de condities waaronder de export naar Rusland weer zou kunnen aanvangen. Dat voorstel is donderdag door de Russen geaccepteerd. Als wij toen voor een alleingang hadden gekozen en de Russen ook, was vanaf vorige week donderdagavond of vrijdag of begin deze week de export van Nederland naar Rusland weer op gang gekomen. Er lag al een brief van de Russische autoriteiten klaar om dat te bevestigen.

Tijdens die dagen, donderdag en vrijdag, werd ook de Rusland-EU-top gehouden. De Europese Unie heeft toen gepleit voor een Europese oplossing. Ik begrijp dat heel goed. Rusland heeft voorgesteld om de Europese oplossing te baseren op de afspraken die met Nederland waren gemaakt. Dat wil zeggen dat er een certificaat komt met de definiëring van de herkomst, teeltmethoden, testgegevens en testinstituut. In beginsel is gezegd dat dit de basis moet zijn. Vervolgens is in de dagen daarna nader verkeer ontstaan tussen Rusland en de Europese Unie en zijn er kennelijk toch nog haren in de soep geraakt. Ik moet u zeggen dat ik daar behoorlijk van baal, want elke dag kost ons geld, niet alleen Nederland, maar ook de andere Europese lidstaten.

Wij hebben vandaag nog aan de Europese Commissie laten weten dat het naar ons oordeel mogelijk is om dit op Europees niveau af te kaarten, bijna letterlijk op basis van hetgeen wij met Rusland waren overeengekomen. Ik doe niet aan jij-bakken, maar ik vind het knap waardeloos dat er in beginsel een model is waarmee de Russen instemmen en er al een brief ligt om de export weer op gang te brengen, terwijl wij nu inmiddels zes dagen verder zijn zonder dat dit gebeurt.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ik snap de klaagzang en de staatssecretaris brengt het als een heel spannend verhaal, maar als je nu in die stroop terecht bent gekomen, is de vraag wat wij daarvan kunnen leren en wat er, waar dan ook ter wereld, moet veranderen om dit een volgende keer niet nog eens mee te maken. Ligt het aan mensen of aan de procedures of aan chemie? De staatssecretaris is een knappe man en weet dat vast wel.

Staatssecretaris Bleker: Ik weet het niet, maar ik kan u wel zeggen dat ik, als dit in de loop van de dag niet opschiet, met een of meer andere lidstaten ga proberen om dit in een versnelling te krijgen.

De heer Dijkgraaf (SGP): Daar hoopte ik al op, vandaar mijn vraag, want ik ben van mening dat wij lef moeten tonen. Als zij niet snel met zo'n model, dat toch heel valide is, meegaan, moeten wij maar kiezen voor een Europa van twee of drie snelheden. Dan lopen we maar voorop en als zij het belangrijk vinden, kunnen andere lidstaten daarbij aansluiten.

De voorzitter: Het is natuurlijk van de zotte. Een aantal lidstaten kan waarschijnlijk niet helemaal voldoen aan het profiel dat wij hebben opgesteld, maar dan moet het inderdaad maar in een aantal snelheden worden voltrokken.

Staatssecretaris Bleker: Ik wijs niet met een beschuldigende vinger naar Rusland of naar de Europese Unie of naar andere lidstaten. Ik constateer alleen dat er een model is waarover wij in beginsel overeenstemming hebben bereikt. Ik heb aanwijzingen dat een aantal andere lidstaten ook die kant uitging, waaronder Denemarken en België. Het bevalt me niet dat het kennelijk dan toch zo kan worden vertraagd. Of dit nu door hogere politiek in Rusland of in de Europese Unie gebeurt, het kost onze mensen gewoon een paar miljoen per dag als de export naar Rusland niet op gang komt. Dit geldt ook voor de Denen en voor de Belgen.

De heer Dijkgraaf (SGP): Ik heb helemaal geen behoefte aan een VAO en de staatssecretaris waarschijnlijk ook niet, maar het is misschien goed om hem mee te geven dat naar mijn mening de commissie unaniem van mening is dat de staatssecretaris alle vrijheid heeft om door te pakken als dat nodig is.

Staatssecretaris Bleker: Oké, dat was Rusland.

Ik ben al ingegaan op de verzekeringskwestie waarover mevrouw Jacobi heeft gesproken. Daaraan wordt gewerkt.

Mevrouw Jacobi (PvdA): De staatssecretaris heeft die kwestie wel genoemd, maar ik pleit ervoor dat wij in de breedte kijken naar de bestaande schadefondsregelingen in de tuinbouwsector. Misschien moeten die wat breder toepasbaar worden en moeten wij daarvoor wat meer structuur aanbrengen. Zo'n schadefonds is meestal het gevolg van een flink uit de hand gelopen crisis. Misschien moeten wij wat meer naar de voorkant kijken of wij dat niet wat meer in de aanbevelingen moeten doen.

Staatssecretaris Bleker: Dat is de bedoeling en daaraan wordt gewerkt door het productschap en de sector.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Volgens mij heeft de staatssecretaris niet echt gereageerd op mijn vraag over het Europese CDC.

Staatssecretaris Bleker: Ik heb gezegd dat er in de loop van de tweede helft van het jaar een evaluatie komt van het hele traject waarbij deze organisatie ook betrokken wordt. In de Landbouwraad is om zo'n evaluatie gevraagd aan de Europese Commissie.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Mijn vraag betrof ook de korte termijn. In hoeverre worden ze nu al veel beter in het traject gezet?

Staatssecretaris Bleker: Wij werken nu al nauw samen met het RIVM en met de door u bedoelde organisatie. Dat is nu al gaande.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Dat is niet bij alle andere lidstaten zo. Er zit weinig coördinatie op. Dat was mijn punt.

Staatssecretaris Bleker: En daarom komt er een evaluatie om te bekijken hoe dat in het algemeen werkt tussen de Europese lidstaten en deze organisatie. In de tweede helft van het jaar zal de Europese Commissie daar wel mee komen.

De voorzitter: Ik dank de staatssecretaris voor deze beantwoording. Ik geef de Kamer kort de gelegenheid om hierop te reageren.

Mevrouw Smilde (CDA): Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording. Ik ben het met de anderen eens dat het goed is dat de staatssecretaris kan doorpakken op dit dossier. De minister van VWS heeft ook gezegd dat deze evaluatie er moet komen. Dan gaat het met name om de input van andere landen bij de Europese Unie. Dus daar ben ik erg blij mee. Voor de rest gaan wij akkoord met wat de staatssecretaris zei.

De heer De Mos (PVV): Voorzitter. Herstel van vertrouwen in het eten van groente en fruit is prioriteit nummer één. Dus: wanneer komt het eerste campagnefilmpje? Ik ben blij met de toezegging van de staatssecretaris om te kijken naar een schadevergoeding voor de handel en naar een schadevergoeding voor telers die tegen een veel lagere prijs verkocht hebben.

«Haren in de soep door Europa» is geen nieuws. Ik houd ook van soep, Hollandse tomatensoep wel te verstaan. Ga voor die alleingang, staatssecretaris. U blij, tuinders blij.

Ik heb de heer Bleker leren kennen als een ridder te paard, met onder zijn ene arm een doos komkommers en onder zijn andere arm een kist tomaten. Ik ga ervan uit dat hij ten strijde trekt voor een honderd procent schadevergoeding en dat hij op 22 juli bij de definitieve schadevaststelling kan stellen: ik kwam, ik zag en ik overwon.

De heer Dijkgraaf (SGP): Voorzitter. Het is altijd jammer om dit te moeten verstoren. We genieten straks nog even na.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Even serieus.

De heer Dijkgraaf (SGP): Dit zijn ook serieuze punten, maar op een mooie manier gebracht.

Ik heb nog twee punten. Veel dank voor de manier waarop de staatssecretaris erin zit. Ik denk dat dit een mooi moment is om te constateren dat deze commissie eens een keer unaniem is. Dat gebeurt niet zo heel vaak, maar dit keer wel in de steun voor de aanpak van dit dossier. Dat is mooi.

Ik heb een vraag gesteld over actief marktbeheer. Wanneer kunnen we daarmee aan de slag gaan? Valt er iets te zeggen over het tijdpad? Als dat schriftelijk kan, vind ik het ook best. Mijn tweede vraag is of de 70 mln. naar inschatting van de staatssecretaris genoeg is. Zo niet, wat gaan we dan doen?

Mevrouw Jacobi (PvdA): Voorzitter. Ik wil het nog even hebben over dat aspect van Rusland. De fractie van D66 heeft er een punt van gemaakt dat de EU-commissaris van internationale handel niet door onze staatssecretaris was ingelicht toen hij naar Moskou afreisde. Zou het kunnen helpen om de EU-commissaris daar nu wel bij te betrekken?

Dan de problematiek van de antibioticaresistentie. Ik denk dat het goed is als we hier diepgaander op doorgaan. Kan het kabinet met een plan van aanpak komen? Ik had het net over een parlementair onderzoek. In ieder geval zou ik graag zien dat het kabinet uitstraalt dat wij met die ontwikkeling heel serieus en hard aan de slag gaan.

Voorzitter: Smilde

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ook de VVD-fractie steunt het voorstel om de export naar Rusland sneller los te trekken in plaats van af te wachten. Het is goed dat de staatssecretaris zijn best gaat doen voor de suppletieregeling.

Over de traceerbaarheid zei de staatssecretaris dat ongeveer bekend is hoe het is gegaan, via B en via C. Wanneer wordt exact duidelijk hoe het heeft gezeten? Krijgt de Kamer daar bericht over?

Ik wil nog eens benadrukken dat het voor de consument goed is dat wij het niet alleen steeds hebben over de EHEC-bacterie, maar dat wij onderscheid maken tussen EHEC en E.coli. Iedereen is nu nog een beetje bang. Men heeft het drama in Duitsland voor ogen als het gaat om EHEC. We zien dan ook koppen in de media als «EHEC aangetroffen op rodebietenspruiten».

Voorzitter: Snijder-Hazelhoff

Staatssecretaris Bleker: Voorzitter. In september komt er een brief met de actuele stand van zaken. Hoe heeft de markt zich ontwikkeld? Hoeveel bedrijven hebben gebruikgemaakt van de garantstellingsregeling? Hoe zit het met de kwestie van de vergoeding? Welke bedragen zijn er naar Nederland, naar de Nederlandse telers gegaan en op welke titel? In september kennen we de marktsituatie van dat moment. Dan kunnen we ook in beeld brengen om welke bedragen het precies gaat. Het is nu een beetje tasten in het duister omdat de regeling nog wordt uitgewerkt en pas over enige dagen formeel bekend wordt gemaakt.

Wij hebben de Europese Commissie geïnformeerd over de lobbywerkzaamheden in Rusland. Dat ging zelfs zo ver dat wij, toen wij er eenmaal waren, het verzoek kregen van de Europese Commissie om een gesprek met de hoogste adviseur van de voedselveiligheidsdienst in Rusland te hebben. Die lijnen waren heel kort. Overigens merkten wij ook ter plekke dat er in ieder geval nog een ander land bezig was om een regeling te treffen.

Dan de traceerbaarheid. Waar kwam de besmetting met de E.coli-bacterie op de bietenspruiten vandaan? Ook daarover zal ik in september definitief uitsluitsel geven. Ik weet het waarschijnlijk al begin volgende week of de week daarop, maar het lijkt me slim om dat in die «all over»-brief van september te schetsen.

De voorzitter: Het lijkt mij beter als wij dat eerder weten, ook voor de buitenwacht is dat beter. We zitten te mopperen over het feit dat men in Duitsland zit te mokken over die bron. Het lijkt mij goed als wij in ieder geval duidelijkheid scheppen.

Staatssecretaris Bleker: Maar goed, dit is niet de EHEC-bacterie.

De voorzitter: Nee, maar wij moeten in ieder geval wel duidelijkheid scheppen over de vraag hoe het zo heeft kunnen komen.

Staatssecretaris Bleker: Wij kennen op dit moment de landen van herkomst en doorzending. Voor het zomerreces zal duidelijk zijn om welke bacterie het precies gaat. Daar krijgt de Kamer separaat een brief over. Deze toezegging doe ik namens de minister van Volksgezondheid.

De voorzitter: Maar zij vindt dat vast goed.

Staatssecretaris Bleker: Tot nu toe vond ik alles wat zij deed goed en omgekeerd ook.

Mevrouw Jacobi (PvdA): We praten over verschillende dingen. Hier gaat het over de vraag hoe het brononderzoek gaat, maar ik heb gevraagd om een stevige aanpak van de antibioticaresistentie, die heel veel te maken heeft met de E.coli-variant.

Staatssecretaris Bleker: Dat moeten we toch een beetje los proberen te zien van alleen deze bacterie en deze besmetting. Daarover zijn specifieke afspraken gemaakt in het debat over antibiotica en daar heeft minister Schippers ook een toezegging over gedaan.

De heer Dijkgraaf (SGP): Als die 70 mln. niet genoeg is – die 20 mln. van Nederland plus die 50 mln. van Europa – wat is dan de denklijn van de staatssecretaris? Dat wil ik graag weten omdat we in september weer drie maanden verder zijn.

Staatssecretaris Bleker: Op 27 juni is er een Landbouwraad. Dan wordt de tussenbalans opgemaakt en wil ik een definitiever oordeel vellen over de vraag naar de schade bij bedrijven die wel verkocht hebben maar tegen een heel lage prijs in het kader van de suppletieregeling. Ook wil ik dan ingaan op de vraag of de handel op de een of andere manier bij het geheel kan worden betrokken. Beide punten zijn moeilijk. Op 27 juni zal daar meer duidelijkheid over zijn en dan hebben we het «all over»-overzicht. Uiteindelijk gaat het erom wat redelijkerwijs gesproken de prijs van de tomaat of de komkommer zou zijn geweest in 2011 en wat je als vergoeding krijgt voor het feit dat je die producten niet op de markt hebt gebracht. Daar moet ook geen overcompensatie in zitten. Honderd procent is niet nuttig, want dan breng je nooit meer iets op de markt. Dus er mag geen overcompensatie inzitten, maar dan moeten we wel behoorlijk boven die vijftig procent uitkomen. Dat is wat wij steeds hebben gezegd. Daar hebben we rond 27 juni een eerste indicatie van.

De voorzitter: Wij krijgen altijd een terugkoppeling van de Landbouwraad. Zou u dit annex aan wat u eerder hebt toegezegd voor de zomer naar de Kamer terug willen koppelen? Dan zijn we allen redelijk tevreden.

Staatssecretaris Bleker: Oké, een korte update met een terugkoppeling van 27 juni. In september krijgt de Kamer een wat uitgebreider overzicht van alle regelingen en hoe het daarmee gelopen is.

De heer Dijkgraaf (SGP): Ik heb een vraag over de procedure. Kunnen wij die korte update ruim voor het begin van het zomerreces krijgen? Anders kan het net zo goed in september.

Staatssecretaris Bleker: Ja, ja. Op de zevende dag.

De heer Dijkgraaf (SGP): Zei u: zeven dagen voor het zomerreces? Dat is goed.

Staatssecretaris Bleker: Ik zei: de zevende dag.

De heer Dijkgraaf (SGP): Ik ga ervan uit dat het zo snel als mogelijk onze kant opkomt.

Staatssecretaris Bleker: Is 27 juni een vrijdag of een maandag?

De voorzitter: Een maandag.

Staatssecretaris Bleker: In de week van 27 juni krijgt u die brief.

De heer Dijkgraaf (SGP): Dank. Dan is er nog één punt. Ik heb drie keer gevraagd naar het actief marktbeheer, maar ik heb nog geen antwoord gekregen.

Staatssecretaris Bleker: Dat zit in de septemberbrief.

De heer Dijkgraaf (SGP): Ja, maar we hoeven toch niet te wachten op wat Europa doet? Dat ligt al binnen de huidige mogelijkheden en dat raakt al bedrijven die nu actief zijn. Dus ik neem aan dat de staatssecretaris en zijn ministerie met dat actief marktbeheer bezig zijn.

Staatssecretaris Bleker: Maar waar doelt u dan precies op?

De heer Dijkgraaf (SGP): Dat ging om samenwerking in de keten, de maatregelen waar de sector zelf mee komt, wat normaal niet mogelijk is vanwege de mededingingsregelgeving maar vanwege de crisis wel.

Staatssecretaris Bleker: Dat is vooral een zaak van de sector. De sector moet na overleg met ons met voorstellen komen. We moeten daar een beetje nuchter in zijn. Daarover rapporteer ik niet voor het zomerreces. We moeten de sector even de tijd gunnen om lessen te trekken.

De voorzitter: Ik kijk rond. Volgens mij is eenieder tevredengesteld. Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording.

De staatssecretaris heeft de volgende toezeggingen gedaan.

  • De staatssecretaris stuurt de Kamer eind augustus/begin september een brief met de stand van zaken omtrent de garantstellingsregeling voor marktontwikkeling en de vergoeding.

  • De staatssecretaris stuurt de Kamer voor het zomerreces een aparte brief over de bron van de besmetting.

  • De staatssecretaris zal de Kamer informeren over het vervolgonderzoek naar mestvergisters en biogas, zoals in het vorige AO is afgesproken.

  • De staatssecretaris stuurt de Kamer een korte update naar aanleiding van de discussie in de Landbouw- en Visserijraad van 27 juni in Brussel.

Ik constateer dat er geen behoefte is aan een VAO. Ik dank de staatssecretaris en ik sluit dit algemeen overleg.