Gepubliceerd: 27 december 2010
Indiener(s): Tjeenk Willink , Halbe Zijlstra (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD)
Onderwerpen: beroepsonderwijs hoger onderwijs onderwijs en wetenschap overige vormen van onderwijs voortgezet onderwijs
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32587-4.html
ID: 32587-4

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 12 november 2010 en het nader rapport d.d. 20 december 2010, aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 14 september 2010, no. 10.002537, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende wijziging van onder meer de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de instelling van het diplomaregister hoger onderwijs, beroepsonderwijs, voortgezet (algemeen volwassenen)onderwijs, NT2 en inburgering, met memorie van toelichting.

Het voorstel heeft tot doel betrouwbare gegevens over diploma’s en examens te verzamelen.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt opmerkingen over de verstrekking van gegevens uit het register en het recht op kennisneming en correctie. Zij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van het voorstel wenselijk is.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 14 september 2010, nr. 10.002537, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 12 november 2010, nr. W05.10.0435/I, bied ik U hierbij aan.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft u in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal nadat met haar opmerkingen rekening zal zijn gehouden.

1. Verstrekking van diplomagegevens buiten de Europese Unie

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft in zijn advies2 opgemerkt dat rekening moet worden gehouden met de regels in de WBP inzake het gegevensverkeer met landen buiten de Europese Unie.3 Volgens de toelichting is hiermee rekening gehouden: gegevensverstrekking naar landen buiten de Europese Unie vindt slechts plaats op uitdrukkelijk verzoek van de diplomabezitter; daarmee wordt tevens voldaan aan artikel 77, eerste lid, onderdeel a, van de WBP.4 Het wetsvoorstel zelf spreekt echter niet over verstrekking op uitdrukkelijk verzoek van betrokkene (dat wil zeggen: de diplomabezitter), maar alleen over verstrekking met zijn toestemming aan overige derden.5

De Afdeling adviseert in het wetsartikel aan te sluiten bij de bewoordingen in de toelichting, zodat wordt aangesloten bij de relevante bepaling in de WBP.

1. De verstrekking van diplomagegevens aan overige derden in het voorgestelde artikel 24q, achtste lid, is om veiligheidsredenen vervangen door verstrekking aan de diplomahouder van een elektronisch document met diplomagegevens dat is beveiligd tegen wijzigingen en waarvan kan worden vastgesteld dat het is afgegeven door de minister. Dit betekent dat de diplomahouder alleen zelf diplomagegevens naar een persoon of organisatie buiten de Europese Unie kan zenden. Artikel 77, eerste lid, onderdeel a, van de WBP, dat betrekking heeft op de doorgifte van persoonsgegevens, is dus niet meer van toepassing. De toelichting is aan deze wijziging aangepast.

2. Kennisgeving en correctie

a. Volgens de toelichting bij artikel 24p krijgt betrokkene een bericht van de Dienst Uitvoering Onderwijs zodra de gegevens van een waardedocument in het register zijn opgenomen.6 Uit de tekst van het voorstel blijkt dit niet.7

Eerst als betrokkene op de hoogte is van registratie van zijn waardedocumenten, kan hij desgewenst de gegevens controleren en gebruik maken van de mogelijkheid die het voorgestelde artikel 24p biedt.

De Afdeling adviseert het voorstel en de toelichting met elkaar in overeenstemming te brengen.

2a. Naar aanleiding van het advies van de Raad is de toelichting op artikel 24p verduidelijkt. Aangegeven is dat bij uitreiking van het diploma en inwerkingtreding van het wetsvoorstel algemene informatie wordt verstrekt over de inhoud van het diplomaregister en de correctiemogelijkheden. Omdat geen sprake is van een individuele kennisgeving maar alleen van algemene informatie, is hierover niets opgenomen in voornoemd artikel 24p.

b. Nu niet zonder meer vaststaat dat de betrokkene er van op de hoogte wordt gesteld dat gegevens die op hem betrekking hebben in het diplomaregister zijn opgenomen, is het volgende van belang.

Indien betrokkene meer dan vier jaar na het behalen van een waardedocument constateert dat een of meer gegevens in het diplomaregister afwijken van de gegevens in het originele waardedocument, kan hij op vertoon van het originele document verzoeken om verbetering van deze gegevens te verbeteren. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de vergoeding die betrokkene daarvoor verschuldigd is. Kennelijk is vergoeding aan de orde als het waardedocument meer dan vier jaar oud is, omdat de controle dan alleen kan plaatsvinden met behulp van het originele document en daarmee extra werkzaamheden zijn gemoeid.8

Als betrokkene niet op de hoogte is gesteld van de opname in het register, kan niet zonder meer worden tegengeworpen dat hij gedurende vier jaar na het behalen van het waardedocument geen gebruik heeft gemaakt van de correctiemogelijkheid op grond van artikel 24p, eerste lid. Na die termijn zou daarom de correctie op grond van het tweede lid in dat geval eveneens kosteloos plaats dienen te vinden.

De Afdeling adviseert, indien de betrokkene niet standaard op de hoogte wordt gesteld van de opneming van diplomagegevens in het register, de mogelijkheid om de kosten van correctie als bedoeld in artikel 24p, tweede lid, te verhalen op de betrokkene te schrappen.

2b. Het advies heeft ertoe geleid, dat de mogelijkheid om een vergoeding te vragen voor verbetering van gegevens is geschrapt.

3. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage.

3. De redactionele kanttekeningen zijn verwerkt. In verband met de verplaatsing van de begripsbepaling van persoonsgebonden nummer is een technische wijziging van de Leerplichtwet 1969 toegevoegd (artikel V).

Van de gelegenheid van het uitbrengen van dit nader rapport is gebruik gemaakt om de volgende wijzigingen aan te brengen.

4. In artikel 24o, tweede lid, onder b, is de verwijzing naar artikel 2.5.5a, tweede lid, onder c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs vervangen door de huidige tekst van dat artikelonderdeel. Hiermee wordt voorkomen dat toekomstige aanvullingen op dit artikelonderdeel ook in het diplomaregister moeten worden opgenomen.

5. In artikel 24p, eerste lid, is de duurbegrenzing van het elektronische correctieverzoek geschrapt. De toelichting op artikel 24p, eerste lid, is in verband hiermee aangepast. Het elektronische verzoek brengt voor de diplomahouder veel minder lasten mee dan het correctieverzoek op grond van artikel 24p, tweede lid, terwijl de lasten voor de organisatie die het diploma heeft uitgereikt bij beide correctieverzoeken ongeveer hetzelfde zijn. Dit laatste houdt verband met het feit dat ook bij de correctie op grond van artikel 24p, tweede lid, afstemming moet plaatsvinden met de organisatie die het diploma heeft uitgereikt.

6. In artikel 24p en de toelichting daarop is duidelijker tot uitdrukking gebracht dat het elektronische correctieverzoek wordt ingediend en de reactie daarop wordt gegeven door middel van een voorziening in het diplomaregister. Ook is aangegeven wanneer een correctieverzoek op grond van artikel 24p, tweede lid, kan worden ingediend.

7. In verband met het vervallen van de duurbegrenzing van het elektronische correctieverzoek is ook de duurbegrenzing van de inzage van diplomagegevens op grond van artikel 24q, tweede en derde lid, geschrapt. De belangrijkste reden voor deze inzage is namelijk de medewerking aan een correctieverzoek. Om geen onnodige inzage te laten plaatsvinden, is in voornoemde artikelleden tevens een beperking opgenomen tot waardedocumenten die zijn behaald voor onderwijs van de desbetreffende instelling of school, of zijn verstrekt door die instelling, die school of het College voor examens.

8. Aan de verwijzing in artikel VI, eerste lid, naar «artikel 7.52 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek» is toegevoegd «zoals luidend op 1 januari 2011». Artikel 7.52 krijgt na inwerkingtreding van artikel V, onderdeel D, van de wet invoering persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2001, 681) namelijk een andere inhoud. Als laatstgenoemd artikelonderdeel eerder in werking treedt dan het wetsvoorstel diplomaregister, is de verwijzing naar «artikel 7.52 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek» niet meer juist. Door voornoemde toevoeging worden problemen met de verwijzing voorkomen.

9. In de nieuwe artikelen VIII en IX is de samenloop met twee reeds bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstellen geregeld.

10. Paragraaf 1.3 van de memorie van toelichting is aangescherpt op het gebied van de toepassing van de Archiefwet 1995.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De vice-president van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Economische zaken, Landbouw en Innovatie, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra

Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no. W05.10 0435/I met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging geeft.

  • De omschrijving van «waardedocument» (artikel 24l, onderdeel e) wijzigen in: een diploma, getuigschrift, cijferlijst of certificaat als bedoeld in artikel 24n.

  • De omschrijving van «persoonsgebonden nummer» (artikel 24l, onderdeel f) overbrengen naar artikel 1, nu het begrip ook voorkomt in hoofdstuk 6a; artikel 24a, onderdeel c, schrappen.

  • In het opschrift van artikel 24n vóór «24n» invoegen: Artikel.

  • In artikel 24o bepalen dat het diplomaregister gegevens bevat over

  • In het opschrift van artikel 24s «diplomaonderwijs» wijzigen in: diplomaregister.

  • Artikel VI van het voorstel schrijven als: ARTIKEL VI.