Gepubliceerd: 30 november 2010
Indiener(s): Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32565-XIV-2.html
ID: 32565-XIV-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten, die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2010 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Wetsartikel 3

Het kabinet heeft bij zijn aantreden op 14 oktober 2010 besloten om het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op te heffen en samen te voegen met het Ministerie van Economische Zaken tot het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (zie het Koninklijk besluit van 14 oktober 2010 in de Staatscourant van 18 oktober 2010, nr. 16584).

De organisatorische uitwerking van deze besluiten vindt thans plaats en zal naar verwachting in 2011 kunnen worden afgerond. Om administratieve redenen is besloten om de begrotingen 2010 niet aan de nieuwe, inganggezette reorganisaties aan te passen. Evenwel, door de opheffing van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kan er bij een juiste toepassing van artikel 1, eerste lid, onder a, van de Comptabiliteitswet 2001 geen sprake meer zijn van een begroting van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Artikel 1, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 regelt welke begrotingen tot de Rijksbegroting behoren.

Om een en ander formeel juist te laten verlopen, is er voor gekozen voor 2010 en voor 2011 te regelen, dat er als onderdeel van de Rijksbegroting een aparte begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zal zijn. Daarmee wordt afgeweken van artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001. Dit wordt voor 2010 in het eerste lid van het onderhavige wetsartikel geregeld.

In het tweede lid wordt, in lijn met de afspraken in het Regeerakkoord en met het hiervoor genoemde koninklijke besluit, geregeld welke minister(s) voor het jaar 2010 vanaf 14 oktober 2010 het beheer over deze begroting voert (voeren).

In het derde lid wordt voor het jaar 2010 geregeld dat er een jaarverslag met betrekking tot Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit moet worden opgemaakt en welke minister daarvoor verantwoordelijk is.

De Comptabiliteitswet 2001 zal hiervoor zo spoedig mogelijk structureel worden aangepast.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

B. BEGROTINGSTOELICHTING

OVERZICHT BELANGRIJKSTE SUPPLETOIRE UITGAVENMUTATIES 2010 (NAJAARSNOTA)

(bedragen x € 1 mln.)
 

Art.nr.

Uitgaven 2010

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010

 

2 488,7

Stand 1e suppletoire begroting 2010

 

2 651,5

   

Mutaties Miljoenennota 2011

 

4,9

   

Belangrijkste suppletoire mutaties:

  

1) Natuur en Landschap

23/24

32,7

2) Zandmaas (ILG)

23

15,0

3) Natuurprojecten Amerikaanse ambassade

24

5,0

4) Tarieven Voedsel en Warenautoriteit

25

5,2

5) Bedrijfstoeslagregeling

29

16,0

6) Migratiekosten ousourcing kantoorautomatisering

29

7,8

7) Duurzame agrarische sector

21

–37,8

8) Regelingen glastuinbouw

21

– 12,7

9) Prijsbijstelling

29

– 9,6

10) Fonds Economische Structuurversterking

div.

– 21,8

11) Overige mutaties

div.

3,8

   

Stand 2e suppletoire begroting 2010

 

2 660,0

Toelichting:

1) Natuur en landschap

Er is – in aanvulling op de problematiek die is gedekt bij Vermoedelijke uitkomsten (begroting 2011) – sprake van een knelpunt van per saldo € 36,4 mln. op het terrein van Natuur en landschap. Dit tekort wordt met name veroorzaakt door:

  • uitvoeringskosten Programma Beheer en implementatiekosten van het nieuwe (provinciale) subsidiestelsel Natuur- en landschapsbeheer (€ 25,7 mln.)

  • kosten projecten riettelers en weidevogelbeheer, voortvloeiend uit de amendementen Cramer (riettelers) en Jacobi en Atsma (weidevogelbeheer) bij begroting 2009 (€ 3,3 mln.)

  • kosten programma’s Biodiversiteit en Leren voor Duurzame Ontwikkeling (€ 3,3 mln.)

  • een tekort op de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer, onderdeel ganzen (€ 1,8 mln.)

  • schouw- en WOZ-kosten gronden en terreinen van SBB (€ 1,1 mln.)

  • restant subsidietaakstelling OD 28.23 (€ 1,0)

Het tekort op de uitgaven bedraagt € 32,7 mln. Het totale tekort wordt gedekt door binnen het beleidsterrein Natuur en Landschap een kasschuif vanuit 2011 naar 2010 voor € 36,4 mln. te verwerken. De ontvangstenraming wordt met € 3,7 mln. verlaagd (zie toelichting onder ontvangsten).

2) Zandmaas (ILG)

Vanuit de begroting van Verkeer en Waterstaat worden middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van natuur- en gebiedsontwikkeling rond de Maas in Limburg. De bijdrage valt onder het Investeringsbudget Landelijk Gebied.

3) Natuurprojecten Amerikaanse ambassade

Ter compensatie van natuurprojecten rond de nieuwe Amerikaanse ambassade in Den Haag/Wassenaar is 5 mln. beschikbaar gesteld. Het betreft hier het realiseren c.q. verbeteren van de ecologische structuur, het versterken van de cultuurhistorische en recreatieve waarden van de landgoederen en het verbeteren van de recreatieve voorzieningen.

4) Tarieven Voedsel- en Warenautoriteit (VWA)

De voorgenomen indexering van de tarieven van de VWA per 1 juli 2010 is als gevolg van de demissionaire status van het vorige kabinet door de Tweede Kamer controversieel verklaard. Als gevolg hiervan is uitstel opgetreden van de tariefstijging VWA naar 1 januari 2011. Deze gederfde inkomsten moeten worden gecompenseerd evenals de gederfde inkomsten als gevolg van het roodvleesconvenant waardoor de bijdrage aan de VWA moet worden verhoogd.

5) Bedrijfstoeslagregeling GLB

Als basis voor de uitbetaling van de GLB-Bedrijfstoeslagregeling (BTR) 2009 is in 2010 gebruik gemaakt van een referentielaag van het perceelsregistratiesysteem die niet volledig voldeed aan de EU-regelgeving. Dit had tot gevolg dat er meer aan BTR-premies is uitbetaald dan bij de EU kon worden gedeclareerd. De voormalig minister van LNV heeft eerder aan de Tweede Kamer toegezegd (brief TK 2 825 nr 99) dat de begunstigden geen financieel nadeel mogen ondervinden.

6) Migratiekosten outsourcing kantoorautomatisering

De kantoorautomatisering van LNV wordt uitbesteed aan een externe leverancier. Voor deze migratie worden additionele kosten gemaakt die onder andere samenhangen met vervanging van de hardware.

7) Duurzame agrarische sector/Onderuitputting stimuleringspakket

De onderuitputting op de middelen uit het Aanvullend Beleidsakkoord (ABA) van het vorige kabinet zit voornamelijk op de investeringsregelingen duurzame stallen en gecombineerde luchtwassers. De verplichtingen zijn aangegaan, maar de uitfinanciering op kasbasis zal in de periode 2011–2013 tot betaling komen. De onderuitputting ABA-middelen 2010 zal derhalve via de eindejaarsmarge aan de begroting voor 2011 worden toegevoegd en beschikbaar blijven voor de financiering van de aangegane verplichtingen.

8) Regelingen glastuinbouw

Bij de glastuinbouwregelingen Marktintroductie Energie-Innovatie (MEI) en de Investeringsregeling energiebesparing (IRE) is een ramingsbijstelling mogelijk doordat als gevolg van de economische crisis de investeringsbereidheid bij de sector is getemporiseerd. Deze middelen zijn in 2010 niet nodig voor de uitfinanciering van de reeds aangegane verplichtingen. Voor de lopende aanvraagrondes en de geplande openstellingen vanuit het programma Kas als Energiebron voor 2011 en 2012 is voldoende budget beschikbaar voor de uitfinanciering.

9) Prijsbijstelling

De prijsbijstelling wordt ingezet om een deel van de knelpunten (tarieven VWA, bedrijfstoeslagregeling GLB en migratiekosten outsourcing kantoorautomatisering) op de LNV-begroting op te vangen.

10) Fonds Economische Structuurversterking

Met ingang van 2011 zullen de FES-bijdragen aan projecten uitsluitend op de begrotingen van de vakdepartementen worden verantwoord, en niet langer in de FES-begroting. Door deze aanpassing worden de kasritmes van een aantal lopende projecten aangepast tot de meest realistische inschatting op dit moment. Dit omdat door de nieuwe systematiek de flexibiliteit om voorgestelde wijzigingen in kaspatronen alsnog te accommoderen binnen het budgettaire beeld sterk afneemt. Op grond hiervan vindt in 2010 verlaging plaats met € 21,8 mln. ten gunste van 2011 en latere jaren. Het gaat om de projecten Plantkundig Onderzoek, Kas als Energiebron, Luchtkwaliteit, Ketenefficiency, Verminderen methaanemissie, Greenports, Westerschelde, Nieuwe Hollandse Waterlinie, Impuls Aviaire Influenza, Kennis Bsik Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur (transitie Duurzame Landbouw) en Groene Genetica.

OVERZICHT BELANGRIJKSTE SUPPLETOIRE ONTVANGSTENMUTATIES 2010 (NAJAARSNOTA)

(bedragen x € 1 mln.)
 

Art.nr.

Ontvangsten 2010

Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010

 

536,1

Stand 1e suppletoire begroting 2010

 

591,4

   

Mutaties Miljoenennota 2011

 

8,7

   

Belangrijkste suppletoire mutaties:

  

1) Landbouwheffingen

29

– 53,0

2) Fonds Economische Structuurversterking

div.

– 21,8

3) Natuur en landschap

3) Overige mutaties

24

div.

– 3,7

7,3

   

Stand 2e suppletoire begroting 2010

 

528,9

Toelichting:

1) Landbouwheffingen

Door afname van de wereldhandel als gevolg van de economische crisis vallen de landbouwheffingen lager uit.

2) Fonds Economische Structuurversterking

Zie de toelichting onder de uitgavenmutaties.

3) Natuur en landschap

De geraamde verkoopopbrengsten door het Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) vallen lager uit door minder belangstelling van derden voor aankoop BBL-gronden als gevolg van de economische crisis. Op grond hiervan wordt de ontvangstenraming met € 3,7 mln. verlaagd.

De beleidsartikelen

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

21 Duurzaam ondernemen

Stand oorspronkelijk vastgestelde 2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen

328 348

365 619

18 189

383 808

Uitgaven

322 986

346 210

– 38 780

307 430

Programma-uitgaven:

160 797

179 264

– 55 376

123 888

21.11 Verbeteren van ondernemerschap en ondernemersklimaat

9 862

12 777

25 606

38 383

21.12 Bevorderen van maatschappelijk geaccepteerde productievoorwaarden en dierenwelzijn

32 847

44 772

– 17 782

26 990

21.13 Bevorderen van duurzame productiemethoden en bedrijfssystemen w.o. biologische landbouw

106 142

111 719

– 62 543

49 176

21.14 Bevorderen duurzame vangst en kweek van vis en schelpdieren

11 946

9 996

– 657

9 339

Apparaatsuitgaven

162 189

166 946

16 596

183 542

21.21 Apparaat

19 012

9 831

593

10 424

21.22 Baten-lastendiensten

143 177

157 115

16 003

173 118

     

Ontvangsten

30 184

39 029

2 787

41 816

Toelichting op de programma-uitgaven en verplichtingen

OD 21.11 Verbeteren van ondernemerschap en ondernemersklimaat

De mutatie op OD 21.11 houdt onder andere verband met de BedrijfsToeslag Regeling (BTR). Als basis voor de uitbetaling van de GLB-Bedrijfstoeslagregeling (BTR) 2009 is in 2010 gebruik gemaakt van een referentielaag van het perceelsregistratiesysteem die niet volledig voldeed aan de EU-regelgeving. Dit had tot gevolg dat er meer aan BTR-premies is uitbetaald dan bij de EU kon worden gedeclareerd. De voormalig minister van LNV heeft aan de Tweede Kamer toegezegd (brief TK 2 825 nr 99) dat de begunstigden geen financieel nadeel mogen ondervinden. Dit OD wordt met € 12 mln. verhoogd om de uitbetaling plaats te laten vinden. Daarnaast verwacht EL&I dit jaar € 10 mln. uit te moeten betalen aan verliesdeclaraties van banken op grond van de garantieregeling. Om deze uitbetaling mogelijk te maken is er € 10,5 mln. onttrokken uit de interne begrotingsreserve borgstellingsfonds en is OD21.11 opgehoogd met € 10 mln. en OD21.22 met 0,5 mln. voor de uitvoeringskosten van Dienst Regelingen. Verder wordt in verband met het in het kader van Q-koorts ingestelde levenslang fokverbod en de toegezegde nadeelcompensatie een bedrag van € 4,1 mln. gestort in het Diergezondheidsfonds, VWS draagt hiervan 50% van de kosten.

OD 21.12 Bevorderen van maatschappelijk geaccepteerde productievoorwaarden en dierenwelzijn

De verlaging op OD 21.12 houdt voornamelijk verband met het feit dat de aanvullend beleidsakkoordmiddelen niet in 2010 maar in latere jaren worden uitgegeven. Deze middelen blijven (via de eindejaarsmarge) beschikbaar voor de financiering van de aangegane verplichtingen. Op OD 21.12 gaat het om de investeringsregeling duurzame stallen (€ 17,5 mln.) en de Intensivering SBIR voor biobased economy en agrologistiek (€ 1,8 mln.). Naast deze vertraging in de uitfinanciering qua kas bij de middelen aanvullend beleidsakkoord zijn er vanuit OD 21.12 middelen (€ 2,2 mln.) overgeboekt naar artikel 26 voor de uitvoering van diverse projecten door de Dienst Landbouwkundig Onderzoek op het gebied van gewasbescherming, bemesting en fytosanitaire projecten. Verder is er € 3,5 mln. uit de interne begrotingsreserve landbouw (voormalig O&S fonds voor de landbouw) onttrokken voor de financiering van de schadevergoeding voor het aardappelspindelknolviroïde (PSTVd viroïde) in kuipplanten.

OD 21.13 Bevorderen van duurzame productiemethoden en bedrijfssystemen w.o. biologische landbouw

De uitfinanciering van de middelen in het kader van het aanvullend beleidsakkoord zijn vertraagd. De middelen voor de investeringsregeling luchtwassers (€ 17,7 mln.) en het opzetten van een algencentrum (€ 0,8 mln.) wordt niet in 2010 maar in latere jaren uitgegeven. Deze middelen blijven (via de eindejaarsmarge) beschikbaar voor de uitfinanciering. Daarnaast heeft er bij de glastuinbouwregelingen Marktintroductie Energie-Innovatie (MEI) en de Investeringsregeling energiebesparing (IRE) een ramingsbijstelling plaatsgevonden. Deze ramingsbijstelling, voor de kas, is het gevolg van het feit dat door de economische crisis de investeringsbereidheid bij de sector is getemporiseerd. Deze middelen zijn in 2010 niet nodig voor de uitfinanciering van de reeds aangegane verplichtingen. Voor de lopende aanvraagrondes en de geplande openstellingen vanuit het programma Kas als Energiebron voor 2011 en 2012 is voldoende budget beschikbaar.

Vanuit de Enveloppe Energie wordt er voor het innovatieprogramma verminderen methaanemissie in de landbouw budget beschikbaar gesteld, voor 2010 € 1,6 mln. Dit innovatieprogramma behoort tot het 4e pakket innovatieprogramma’s energie en beoogt de uitstoot van methaan door herkauwers te verminderen door de samenstelling van het veevoer te veranderen. Daarmee geeft het invulling aan nationale en internationale doelstellingen om te komen tot een reductie van niet CO2 broeikasgassen. Met ingang van 2011 zullen de FES-bijdragen aan projecten uitsluitend op de begrotingen van de vakdepartementen worden verantwoord, en niet langer in de FES-begroting. Door deze aanpassing worden de kasritmes van een aantal lopende projecten aangepast tot de meest realistische inschatting op dit moment. Dit omdat door de nieuwe systematiek de flexibiliteit om voorgestelde wijzigingen in kaspatronen alsnog te accommoderen binnen het budgettaire beeld sterk afneemt. Op grond hiervan vindt in 2010 verlaging plaats van ongeveer € 15 mln. ten gunste van 2011 en verdere jaren.

Verder worden er vanuit OD 21.13 middelen (€ 3,3 mln.) overgeboekt naar artikel 26 voor de uitvoering van diverse projecten door de Dienst Landbouwkundig Onderzoek op het gebied van Biobased economy, duurzame veehouderij, en projecten duurzame landbouw.

Toelichting op de apparaatsuitgaven

OD21.22 Baten-lastendiensten

De hogere bijdrage aan de baten-lastendiensten houdt voornamelijk verband met het volgende:

  • De bijdrage aan Dienst Regelingen (DR) wordt verhoogd in verband met kosten voor het herstelplan aanpassing perceelregistratie (€ 7,8 mln.)

  • De bijdrage aan de Rijksrederij is verhoogd met € 1,35 mln. De Rijksrederij is officieel 1 juli 2009 van start gegaan. LNV is «opdrachtgever» van in totaal 10 vaartuigen. Er is sprake van een tekort op het LNV budget Rijksrederij van € 0,8 mln. Op basis van de tarieven van de Rijksrederij in 2010 ontstaat voor de Kustwacht (Barend Biesheuvel) een dekkingstekort van € 0,4 mln. Daarnaast is er sprake van hogere brandstofkosten van € 0,15 mln.

  • Voor de bestrijding van de Oost-aziatische Boktor wordt de bijdrage aan de Plantenkundige Dienst met € 1,8 mln. verhoogd. Op diverse plaatsen is de boktor aangetroffen: Hoofddorp, Maasland en Krimpen aan de IJssel. De boktor is zeer schadelijk voor veel loofbomen en struiken en daarom worden op basis van Europese regels maatregelen genomen om verdere verspreiding tegen te gaan. De uitgaven voor de maatregelen en de bestrijding betreffen kosten voor het afvoeren van vernietigd materiaal, laboratorium, inspecties, onderzoek, taxaties, ruiming.

  • De provincies dragen bij aan de kosten die Dienst Landelijk Gebied maakt als EU-betaalorgaan voor de POP-middelen (€ 1,3 mln.)

  • Toekennen van de loonbijstelling 2010, € 2,3 mln.

Toelichting op de ontvangsten

De verhoging van de ontvangsten hangt samen met de onttrekkingen uit de interne begrotingsreserves voor de uitbetaling van verliesdeclaraties van banken (€ 10,5 mln.) en de onttrekking voor de financiering van de schadevergoeding voor het aardappelspindelknolviroïde (PSTVd viroïde) in kuipplanten (€ 3,5 mln.). Vanuit de Enveloppe Energie wordt er voor het innovatieprogramma verminderen methaanemissie in de landbouw budget beschikbaar gesteld, voor 2010 € 1,6 mln. Met ingang van 2011 zullen de FES-bijdragen aan projecten uitsluitend op de begrotingen van de vakdepartementen worden verantwoord, en niet langer in de FES-begroting. Door deze aanpassing worden de kasritmes van een aantal lopende projecten aangepast tot de meest realistische inschatting op dit moment. Dit omdat door de nieuwe systematiek de flexibiliteit om voorgestelde wijzigingen in kaspatronen alsnog te accommoderen binnen het budgettaire beeld sterk afneemt. Op grond hiervan worden zowel de uitgaven als de ontvangsten in 2010 verlaagt met ongeveer € 15 mln.

Daarnaast zijn er middelen ontvangen van provincies die bijdragen aan de kosten die Dienst Landelijk gebied maakt voor het POP-betaalorgaan (€ 1,3 mln.)

Toelichting op de Interne begrotingsreserves

Storting voor garantiefaciliteit (interne begrotingsreserve 21.11)

Vanuit het vorige Coalitieakkoord (Balkenende IV) is vanaf 2008 structureel € 2 mln. beschikbaar gesteld voor de verdere versterking van de borgstellingsfaciliteit ten behoeve van de ontwikkeling van een innovatieve en duurzame primaire land- en tuinbouw. Deze middelen zijn toegevoegd aan artikel 21.11, instrument Ondernemerschap. Deze middelen worden toegevoegd aan de interne begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit voor de verhoging van het garantiekapitaal.

Storting van VAMIL-middelen (interne begrotingsreserve 21.13)

In de begroting 2010 is voor de jaren 2010–2013 4 x € 6 mln. toegevoegd aan de LNV-begroting in het kader van de Willekeurige Afschrijving Milieu investeringen (VAMIL). Ondernemers die kunnen aantonen dat zij in 2007 of 2008 hebben geïnvesteerd in duurzame kassen of stallen en schade hebben geleden, omdat ze de verruiming in de vervroegde en willekeurige afschrijving milieu-investering (Vamil) niet hebben kunnen toepassen, komen – na een toets op de gegevens en de berekening – in aanmerking voor vergoeding van het geleden (rente)nadeel. In 2010 wordt deze

€ 6 mln. niet uitgegeven omdat de verplichtingen en uitgaven voortvloeiend uit de aanvragen van 2010 worden aangegaan in 2011 en ook pas tot uitgaven leiden in 2011. Deze middelen worden toegevoegd aan de interne begrotingsreserve, zodat deze beschikbaar blijven voor de uitbetaling.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

22 Agrarische ruimte

Stand oorspronkelijk vastgestelde

2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen

25 034

23 787

– 1 545

22 242

Uitgaven

63 489

64 702

14 136

78 838

Programma-uitgaven

52 542

53 755

13 927

67 682

22.11 Ruimte voor grondgebonden landbouw

22 782

22 182

– 1 754

20 428

22.12 Ruimte voor niet grondgebonden landbouw

29 760

31 573

15 681

47 254

Apparaatsuitgaven

10 947

10 947

209

11 156

22.21 Apparaat

 

 

 

 

22.22 baten-lastendiensten

10 947

10 947

209

11 156

 

 

 

 

 

Ontvangsten

55 637

57 650

18 181

75 831

Toelichting op de programma-uitgaven en verplichtingen

OD 22.11 Ruimte voor grondgebonden landbouw

Er is een ramingsbijstelling mogelijk voor grondgebonden landbouw (buiten het ILG) van € 1,8 mln.

OD 22.12 Ruimte voor niet grondgebonden landbouw

Bij Voorjaarsnota 2010 zijn zowel de uitgaven als de ontvangsten verhoogd met het meerjarige kasbeslag van het project «Mooi en vitaal Delfland» en de daarmee samenhangende FES-ontvangsten. Het project maakt echter deel uit van de Greenports. Dit leidt derhalve tot een budgetoverheveling van € 17,7 mln. van OD 24.13 naar OD 22.12 voor zowel de uitgaven als de ontvangsten.

Met ingang van 2011 zullen de FES-bijdragen aan projecten uitsluitend op de begrotingen van de vakdepartementen worden verantwoord, en niet langer in de FES-begroting. Door deze aanpassing worden de kasritmes van een aantal lopende projecten aangepast tot de meest realistische inschatting op dit moment. Dit omdat door de nieuwe systematiek de flexibiliteit om voorgestelde wijzigingen in kaspatronen alsnog te accommoderen binnen het budgettaire beeld sterk afneemt. Op grond hiervan vindt bij het project «Greenports» in 2010 een verlaging plaats met € 2,0 mln. ten gunste van 2011 en 2012.

Toelichting op de ontvangsten

De verhoging hangt samen met de verschuiving van middelen voor het project «Mooi en vitaal Delfland» (€ 17,7 mln.) en de aanpassing van de uitgaven (€ 2,0 mln.) Daarnaast zijn hogere ontvangsten voorzien (€ 3,5 mln.) bij de vereveningspot. De landelijke verveningspot heeft betrekking op de afwikkeling van langlopende klassieke landinrichtingsprojecten.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

23 Natuur

Stand oorspronkelijk vastgestelde

2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen

297 259

299 113

46 597

345 710

Uitgaven

503 376

507 396

60 511

567 907

Programma-uitgaven:

424 607

424 559

27 936

452 495

– waarvan juridisch verplicht

322 043

   

23.11 Verwerven Ecologische Hoofdstructuur

44 027

44 926

– 3 199

41 727

23.12 Inrichten Ecologische Hoofdstructuur

129 223

125 713

11 530

137 243

23.13 Beheren Ecologische Hoofdstructuur

177 062

186 905

10 076

196 981

23.14 Beheer natuur buiten EHS en beschermen van de internationale biodiversiteit

74 295

67 015

9 529

76 544

Apparaatsuitgaven

78 769

82 837

32 575

115 412

23.21 Apparaat

11 659

8 947

2 679

11 626

23.22 Baten-lastendiensten

67 110

73 890

29 896

103 786

     

Ontvangsten

33 795

36 594

– 2 199

34 395

Toelichting op de programma-uitgaven

OD23.11 Verwerven Ecologische Hoofdstructuur

Met ingang van 2011 zullen de FES-bijdragen aan projecten uitsluitend op de begrotingen van de vakdepartementen worden verantwoord, en niet langer in de FES-begroting. Door deze aanpassing worden de kasritmes van een aantal lopende projecten aangepast tot de meest realistische inschatting op dit moment. Dit omdat door de nieuwe systematiek de flexibiliteit om voorgestelde wijzigingen in kaspatronen alsnog te accommoderen binnen het budgettaire beeld sterk afneemt. Op grond hiervan vindt in 2010 verlaging plaats met € 2,8 mln. ten gunste van 2011. Het betreft hier het project Westerschelde.

Bovendien wordt het budget met € 0,4 mln. verlaagd aangezien de vergoeding voor rente en aflossing aan de particuliere natuurbeschermingsorganisaties lager uitvalt als gevolg van de lage rentestand.

OD23.12 Inrichten Ecologische Hoofdstructuur

De verhoging met € 11,5 mln. houdt verband met het volgende:

  • Vanuit de begroting van Infrastructuur en Milieu is € 15 mln. beschikbaar gesteld aan EL&I ten behoeve van natuur- en gebiedsontwikkeling rond de Maas in Limburg. Het gaat hier om de aanleg van de hoogwatergeul Well-Aijen.

  • Tevens is het budget verhoogd met € 3 mln. ten behoeve van noodzakelijke inrichting en planvorming in het kader van de Nota Uitvoering RivierenGebied. Dit bedrag is minimaal noodzakelijk ter compensatie van de temporisatie die in de begroting 2010 is verwerkt.

  • Hiertegenover wordt het budget verlaagd met € 6,4 mln. Dit houdt verband met middelen die EL&I beschikbaar stelt aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor de uitvoering van diverse ICES-natte natuurprojecten in het kader van de samenwerkingsafspraak Veiligheid en Natuur

OD23.13 Beheren Ecologische Hoofdstructuur

De verhoging met € 10,0 mln. houdt verband met het volgende:

  • Op de begroting 2009 zijn 2 amendementen verwerkt. Het gaat hier om amendement Cramer voor riettelers en amendement Jabobi en Atsma voor weidevogelbeheer. De projecten in het kader van de uitvoering van deze amendementen zijn in 2009 opgestart maar lopen nog door in 2010. Voor de kosten van deze projecten is in 2010 totaal € 6,3 mln. extra budget benodigd.

  • Op basis van bestaande afspraken met Staatsbosbeheer worden de schouwkosten en WOZ-kosten van hun gronden en terreinen op basis van nacalculatie door EL&I vergoed. Hiervoor wordt het budget met € 1,1 mln. verhoogd.

  • Als basis voor de uitbetaling van de GLB-Bedrijfstoeslagregeling (BTR) 2009 is in 2010 gebruik gemaakt van een referentielaag van het perceelsregistratiesysteem die niet volledig voldeed aan de EU-regelgeving. De bij de EU in te dienen declaratie voor de BTR moet gebaseerd zijn op een geactualiseerde perceelslaag die volledig EU-conform is. Dit had tot gevolg dat er meer aan BTR-premies en POP betalingen is uitbetaald dan bij de EU kon worden gedeclareerd. Van het totaalbedrag van € 16 mln. heeft 75% betrekking op landbouw en 25% op Pop betalingen natuur en landschap. De voormalig minister van LNV heeft eerder aan de Tweede Kamer toegezegd (brief TK 28 625, nr. 99) dat de begunstigden hiervan geen financieel nadeel mogen ondervinden. Op grond hiervan vindt budgetverhoging plaats met € 4 mln.

  • € 1 mln. in verband met het toekennen van de loon- en prijscompensatie 2010 voor Staatsbosbeheer

  • In verband met een hoger beroep op de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (onderdeel ganzen) vindt verhoging plaats met € 1 mln.

  • In verband met de kosten voor schade die wordt veroorzaakt door grotere aantallen overwinterende ganzen is OD23.13 bij Voorjaarsnota met € 14,8 mln. verhoogd voor de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer. Een deel hiervan heeft echter betrekking op het hoger beroep op het Faunafonds. Dit leidt tot budgetverschuiving van € 3,5 mln. naar OD23.14.

  • In 2009 is besloten de regeling Behoud en Herstel van Historische Buitenplaatsen te herzien. Met ingang van 2010 wordt de regeling uitgefaseerd en overgedragen aan OCW. Voor de uitfinanciering is voor 2010 nog € 2,4 mln. benodigd.

  • In de LNV-begroting 2010 is de tranche 2010 aan intensiveringsmiddelen uit het Coalitieakkoord Balkenende IV toegevoegd voor onder meer Natuur en landschap. Deze intensiveringsmiddelen zijn grotendeels ingezet ter dekking van diverse knelpunten op het terrein van natuur en landschap. Op grond hiervan vindt budgetverlaging plaats met € 3 mln.

OD23.14 Beheer natuur buiten EHS en beschermen van de internationale biodiversiteit

De verhoging met € 9,5 mln. houdt verband met het volgende:

  • De regeling Effectgerichte Maatregelen (EGM) is met ingang van 2009 uitgefaseerd. Voor de uitfinanciering is voor 2010 tm 2012 nog budget nodig. Voor 2010 leidt dit tot een budgetverhoging met € 3,8 mln.

  • In verband met de kosten voor schade die wordt veroorzaakt door grotere aantallen overwinterende ganzen is OD23.13 bij Voorjaarsnota met € 14,8 mln. verhoogd voor de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer. Een deel hiervan heeft echter betrekking op het hoger beroep op het Faunafonds. Dit leidt tot een budgetverhoging met € 3,5 mln. (van OD23.13).

  • Deze OD wordt met € 3,3 mln. verhoogd in verband met o.m. de uitvoering van het programma Biodiversiteit waar I&M, OS en EL&I jaarlijks aan bijdragen en het programma «Leren voor duurzame Ontwikkeling».

  • Mede als gevolg van de tragere start van de Gegevensautoriteit Natuur is vertraging opgetreden in de uitfinanciering van lopende verplichtingen. Op grond hiervan wordt het budget verhoogd met € 5,9 mln.

  • Met het Deltaprogramma wordt een doelmatige, daadkrachtige en integrale aanpak van de grote wateropgaven voor Nederland in de komende decennia nagestreefd. Bovendien zal het Deltaprogramma ook een aanzienlijke invloed hebben op de toekomstige ruimtelijke inrichting van Nederland. EL&I is hierbij verantwoordelijk voor de 2 deelprogramma's Wadden en Zuidwestelijke Delta. In de tweede helft van 2010 is de voorverkenningsfase begonnen. Op grond hiervan wordt het budget in 2010 met € 1,5 mln. verhoogd.

  • Onderdeel van het Programma naar een Rijke Waddenzee is de verdere uitvoering van de transitie mosselvisserij en het opstellen van een agenda voor een duurzame garnalenvisserij. Op grond hiervan wordt het budget met € 1 mln. verhoogd.

  • Als gevolg van het toegenomen aantal adviezen zijn de kosten voor milieueffectrapportages gestegen. Het budget wordt hiertoe met € 1 mln. verhoogd.

  • EL&I levert een jaarlijkse bijdrage aan de begroting van I&M voor de commissie Milieu Effect Rapportage. Op grond hiervan vindt budgetverlaging plaats van € 1,8 mln.

  • Het budget wordt verlaagd met € 2,7 mln. doordat voor de programma’s Deltanatuur en Natuurherstel Mosseltransitie 2010 het opstartjaar is. Hierdoor zijn de geraamde budgetten niet volledig in 2010 benut. Vanaf 2011 worden beide programma’s operationeel.

  • In de LNV-begroting 2010 is de tranche 2010 aan intensiveringsmiddelen uit het Coalitieakkoord Balkenende IV toegevoegd voor onder meer Natuur en landschap. Deze intensiveringsmiddelen zijn grotendeels ingezet ter dekking van diverse knelpunten op het terrein van natuur en landschap. Op grond hiervan vindt budgetverlaging plaats met € 5 mln.

Toelichting op de apparaatsuitgaven

De verhoging met € 2,7 mln. op apparaat houdt verband met het volgende:

  • Als gevolg van een structurele overheveling naar de begroting van I&M bij begrotingsvoorbereiding 2010 voor de basisregistraties Adressen en Gebouwen, Topografie en een Grootschalige Basiskaart Nederland is op het apparaatsbudget een tekort ontstaan. Op grond hiervan vindt verhoging plaats met € 1,7 mln.

  • Een deel van het programmabudget van de Gegevensautoriteit Natuur (GAN) wordt ingezet voor apparaatsuitgaven die zijn gerelateerd aan de GAN. Op grond hiervan vindt verhoging plaats met € 0,6 mln.

  • € 0,2 mln. in verband met het toekennen van de looncompensatie 2010.

De verhoging op de bijdrage baten-lastendiensten houdt verband met het volgende:

  • Als gevolg van hogere uitgaven vanwege de invoering van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) in 2010, hogere uitvoeringskosten Programma Beheer, de groei van het aantal verleende ontheffingen Flora- en faunawet en de uitvoeringskosten van het project CITES elektronische dienstverlening wordt het budget verhoogd met totaal € 28,7 mln.

  • Het toekennen van de looncompensatie 2010 ad € 1,1 mln.

Toelichting op de ontvangsten

De verlaging van de ontvangstenraming met ca. € 2,1 mln. houdt grotendeels verband met een gewijzigde raming inzake de FES-bijdrage Westerschelde.

Toelichting op de verplichtingen

Een aantal van de bovenstaande mutaties op de uitgaven heeft geen invloed op het verplichtingenbudget waardoor de verplichtingenbijstelling € 14 mln. lager is. Deze mutaties zijn:

  • De verlaging met betrekking tot het project Westerschelde ad € 2,8 mln. (OD23.11).

  • De uitfinanciering van de projecten op grond van het amendement Cramer en het amendement Jacobi en Atsma ad € 6,3 mln. (OD23.13).

  • De uitfinanciering van lopende verplichtingen inzake de Gegevensautoriteit Natuur ad € 3,6 mln. (OD23.14).

  • De uitfinanciering van de regeling Effectgerichte Maatregelen (EGM) ad € 3,8 mln. (OD23.14).

  • De verhoging met € 3,0 mln. inzake de uitvoering van het programma Biodiversiteit (OD23.14).

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

24 Landschap en recreatie

Stand oorspronkelijk vastgestelde

2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen

84 585

79 633

3 692

83 325

Uitgaven

138 175

163 285

– 15 908

147 377

Programma-uitgaven

105 281

129 071

– 16 532

112 539

– waarvan juridisch verplicht

    

24.11 Nationale Landschappen

21 728

21 228

– 1 600

19 628

24.12 Landschap Algemeen

21 564

12 204

– 2 500

9 704

24.13 Groen en de Stad

23 239

57 189

– 13 500

43 689

24.14 Recreatie

38 750

38 450

1 068

39 518

Apparaatsuitgaven

32 894

34 214

624

34 838

24.21 Apparaat

    

24.22 baten- lastendiensten

32 894

34 214

624

34 838

     

Ontvangsten

40 559

71 109

– 21 800

49 309

Toelichting op de programma-uitgaven

OD24.11 Nationale Landschappen

Uit het rapport «Nulmeting op kaart» is gebleken dat de verwervingstaakstelling voor bos en landschap inmiddels is gerealiseerd. Daarom wordt een neerwaartse ramingsbijstelling verwerkt van € 1,6 mln. in 2010 op het budget voor verwerving bos en landschap.

OD24.12 Landschap Algemeen

De verlaging met € 2,5 mln. houdt verband met het volgende:

  • Ten behoeve van de renovatie van kasteel Groeneveld te Baarn wordt € 0,8 mln. overgeheveld naar artikel 29 alwaar de renovatiekosten worden verantwoord.

  • Als gevolg van een vertraging vallen de geplande uitgaven op het gebied van landschapsplanning in 2010 lager uit. Op grond hiervan wordt het budget verlaagd met € 1,3 mln.

  • Van de uitgaven met betrekking tot het FES-project «Nieuwe Hollandse Waterlinie» wordt € 0,4 mln. naar latere jaren verschoven.

OD24.13 Groen en de Stad

De verlaging met € 13,5 mln. houdt verband met het volgende:

  • Bij Voorjaarsnota zijn zowel de uitgaven als de ontvangsten van de onderhavige OD verhoogd met het meerjarige kasbeslag van het project «Mooi en vitaal Delfland» en de daarmee samenhangende FES-ontvangsten. Het project maakt echter deel uit van de Greenports. Dit leidt derhalve tot een budgetoverheveling van € 17,7 mln. naar OD 22.12 voor zowel de uitgaven als de ontvangsten.

  • Ter compensatie van natuurprojecten rond de nieuwe Amerikaanse ambassade in Den Haag/Wassenaar is € 5 mln. beschikbaar gesteld. Het betreft hier het realiseren c.q. verbeteren van de ecologische structuur, het versterken van de cultuurhistorische en recreatieve waarden van de landgoederen en het verbeteren van de recreatieve voorzieningen

  • De uitgaven op de onderdelen Beheer Recreatie om de Stad en Veelzijdig Platteland vallen als gevolg van vertraging in 2010 lager uit. Dit betekent een verlaging met € 0,8 mln.

OD24.14 Recreatie

De verhoging met € 1,1 mln. houdt verband met de loon- en prijscompensatie aan Staatsbosbeheer van € 0,5 mln. en een verhoging van de bijdrage aan het recreatieschap Midden Delfland van € 0,6 mln.

Toelichting op de verplichtingen

Voor een toelichting op de verplichtingenverhoging wordt verwezen naar de uitgaven. De budgetoverheveling naar OD22.12 van € 17,7 mln. inzake het project «Mooi en vitaal Delfland» heeft echter alleen betrekking op de kas aangezien de verplichtingen reeds in 2009 zijn aangegaan.

Toelichting op de ontvangsten

De verlaging van de ontvangsten met € 21,8 mln. houdt grotendeels verband met het volgende.

  • Voor een toelichting op de verlaging met € 17,7 mln. wordt verwezen naar de toelichting bij uitgaven OD 24.13

  • De geraamde verkoopopbrengsten door het Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) vallen lager uit door minder belangstelling van derden voor aankoop BBL-gronden als gevolg van de economische crisis. Op grond hiervan wordt de ontvangstenraming met € 3,7 mln. verlaagd.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

25 Voedselkwaliteit en Diergezondheid

Stand oorspronkelijk vastgestelde

2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen

71 846

125 943

804

126 747

Uitgaven

72 336

123 822

2 018

125 840

Programma-uitgaven

32 089

79 524

– 5 798

73 726

waarvan juridisch verplicht

    

25.11 Bevorderen van kwalitatief hoogwaardig voedselaanbod en consumptiepatroon

15 021

14 239

– 2 052

12 187

25.12 Handhaven diergezondheidsniveau

17 068

65 285

– 3 746

61 539

Apparaatsuitgaven

40 247

44 298

7 816

52 114

U25.21 Overige Apparaat

6 265

5 424

87

5 511

U25.22 Baten-lastendiensten

33 982

38 874

7 729

46 603

     

Ontvangsten

1 247

5 808

– 129

5 679

Toelichting op de programma-uitgaven:

OD 25.11 Bevorderen van kwalitatief hoogwaardig voedselaanbod en consumptiepatroon

De Rijksbijdrage in de destructiekosten is met ingang van 1 januari 2010 beëindigd. In verband met de eindafrekening van de destructiekosten over 2009 heeft er in 2010 nog een nabetaling plaats gevonden van € 2,6 mln. waarmee het onderhavige artikel is verhoogd. In verband met extra douane controles met het oog op het voorkomen van de insleep van dierziekten is een bedrag van € 2 mln. overgeheveld naar het Ministerie van Financiën.

Voor diverse onderzoeks- en voorlichtingsprojecten op het terrein van voedsel wordt per saldo een bedrag van € 0,6 mln. overgeheveld naar andere artikelen.

Als gevolg van vertraging bij de implementatie van een aantal maatregelen uit de Nota Duurzaam Voedsel is sprake van een onderbesteding van circa € 2,1 mln. Zo is er o.a. vertraging opgetreden bij de instelling van het Platform Duurzaam Voedsel.

OD 25.12 Handhaven diergezondheidsniveau

Voor diverse onderzoeksprojecten op het gebied van diergezondheid zoals onderzoek naar de oorzaken van Q koorts is een bedrag overgeheveld van € 0,5 mln. naar DLO en € 0,2 mln. naar het Ministerie van VWS. Op het terrein van crisisorganisatie dierziektebestrijding is sprake van een onderbesteding van € 3 mln.

OD 25.22 Baten-lasten diensten

De voorgenomen indexering van de tarieven van de VWA per 1 juli 2010 is als gevolg van de demissionaire status van het vorige kabinet door de Tweede Kamer controversieel verklaard. Als gevolg hiervan is uitstel opgetreden van de tariefstijging VWA naar 1 januari 2011. Deze gederfde inkomsten moeten worden gecompenseerd evenals de gederfde inkomsten als gevolg van het roodvleesconvenant waardoor de bijdrage aan de VWA moet worden verhoogd.

Voorts is het artikel verhoogd met € 0,6 mln. loonbijstelling en met € 1,9 mln. ten behoeve van de kosten die samenhangen met de integratie van de baten-lastendiensten AID, PD en VWA tot de Nieuwe VWA.

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

26 Kennis en Innovatie

Stand oorspronkelijk vastgestelde

2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen

971 800

987 051

44 327

1 031 378

Uitgaven

993 537

1 016 641

4 812

1 021 453

Programma-uitgaven

980 912

1 004 926

4 697

1 009 623

26.15 Kennisontwikkeling en Innovatie

158 089

171 468

11 627

183 095

26.16 Waarborgen en vernieuwen onderzoek en onderwijs

822 823

833 458

– 6 930

826 528

Apparaatsuitgaven

12 625

11 715

115

11 830

26.21 Overige apparaat

11 919

11 009

104

11 113

26.22 baten- lastendiensten

706

706

11

717

     

Ontvangsten

25 680

32 820

-7 851

24 969

Toelichting op de programma-uitgaven

OD 26.15 Kennisontwikkeling en innovatie

De verhoging van OD 26.15 houdt voor het grootste gedeelte (€ 8,2 mln.) verband met de uitvoering van diverse projecten door de Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) op het gebied van o.a. natuur, mestbeleid, gewasbescherming, vaccinontwikkeling, dierenwelzijn, visserij en smaaklessen. Daarnaast wordt het budget met € 1,4 mln. verhoogd door een bijdrage van het RIVM aan RIKILT voor de Doorlichting Beleidsondersteunende Laboratoria Voedselveiligheid (DOBOLAV). Verder vinden er overboekingen plaats vanuit andere departementen voor bijdragen aan verschillende onderzoeksprojecten zoals smaaklessen, monitoring stroomgebieden, fijnstof en duurzame biomassa (€ 1,7 mln.)

OD 26.16 Waarborgen en vernieuwen onderzoek en onderwijs

Vanuit het Fonds Economische Structuurversterking (FES) zijn in het kader van het Project Biosolar Cells middelen toegevoegd aan de LNV-begroting (€ 2,0 mln.). Met ingang van 2011 zullen de FES-bijdragen aan projecten uitsluitend op de begrotingen van de vakdepartementen worden verantwoord, en niet langer in de FES-begroting. Door deze aanpassing worden de kasritmes van een aantal lopende projecten aangepast tot de meest realistische inschatting op dit moment. Dit omdat door de nieuwe systematiek de flexibiliteit om voorgestelde wijzigingen in kaspatronen alsnog te accommoderen binnen het budgettaire beeld sterk afneemt. Op grond hiervan vinden bij verschillende projecten in 2010 een verlaging plaats van in totaal ongeveer € 12 mln ten gunste van latere jaren.

Daarnaast heeft er een overboeking van € 3,6 mln vanuit OCW plaatsgevonden voor de bijdrage aan conjuncturele effecten in het MBO. Mbo instellingen en AOC's komen in aanmerking voor een aanvullende vergoeding. Het gaat om instellingen die geconfronteerd worden met een onevenredig grote toename van het aantal studenten ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze toename is een gevolg van de economische recessie.    

Toelichting op de verplichtingen

Het verschil tussen de verplichtingen en de uitgaven houdt verband met het feit dat de verplichtingen voor het FES-project Biosolar Cells geheel in 2010 zijn overgeboekt naar de LNV-begroting (€ 25 mln.). Daarnaast worden de verplichtingen voor bekostiging MBO opgehoogd met € 15 mln. in 2010. De verplichtingen voor de bekostiging worden in het jaar voorafgaand aan het bekostigingsjaar vastgelegd. De verplichting 2011 wordt in 2010 vastgelegd.

Toelichting op de ontvangsten

Vanuit het Fonds Economische Structuurversterking (FES) zijn in het kader van het Project Biosolar Cells middelen toegevoegd aan de LNV-begroting (€ 2,0 mln.). Met ingang van 2011 zullen de FES-bijdragen aan projecten uitsluitend op de begrotingen van de vakdepartementen worden verantwoord, en niet langer in de FES-begroting. Door deze aanpassing worden de kasritmes van een aantal lopende projecten aangepast tot de meest realistische inschatting op dit moment. Dit omdat door de nieuwe systematiek de flexibiliteit om voorgestelde wijzigingen in kaspatronen alsnog te accommoderen binnen het budgettaire beeld sterk afneemt. Op grond hiervan vinden bij verschillende projecten in 2010 een verlaging plaats van in totaal ongeveer € 12 mln.

Daarnaast wordt het budget met € 1,4 mln. verhoogd door een bijdrage van het RIVM aan RIKILT voor de Doorlichting Beleidsondersteunende Laboratoria Voedselveiligheid (DOBOLAV).

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

27 Reconstructie

Stand oorspronkelijk vastgestelde

2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen

35 823

34 723

– 15 651

19 072

Uitgaven

118 482

117 538

– 16 151

101 387

Programma-uitgaven

100 202

99 258

– 16 500

82 758

– waarvan juridisch verplicht

    

27.11 Reconstructie zandgebieden

73 111

72 011

– 16 500

55 511

27.12 Bodem en water

27 091

27 247

 

27 247

Apparaatsuitgaven

18 280

18 280

349

18 629

27.21 Overige apparaat

    

27.22 baten- lastendiensten

18 280

18 280

349

18 629

     

Ontvangsten

34 698

34 854

 

34 854

Toelichting op de programma-uitgaven:

OD27.11 Reconstructie zandgebieden

Dit OD wordt verlaagd met € 16 mln. zijnde een ramingsbijstelling. Deze bijstelling doet geen afbreuk aan de met de provincies afgesproken meerjarige doelen in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG).

Tevens dragen de provincies via het ILG-budget bij aan onderzoeksprojecten op het gebied van fijnstofmaatregelen. Op grond hiervan vindt verlaging plaats met € 0,5 mln. ten gunste van artikel 21.

De niet-beleidsartikelen

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

28 Nominaal en onvoorzien

Stand oorspronkelijk vastgestelde

2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen

– 959

– 959

959

0

Uitgaven

– 959

– 959

959

0

28.11 Prijsbijstelling

  

0

0

28.12 Loonbijstelling

  

0

0

28.13 Onvoorzien

– 959

– 959

959

0

     

Ontvangsten

    

Toelichting op de uitgaven:

Op de OD onvoorzien is de resterende subsidietaakstelling uit de begroting 2009 ingevuld. Deze invulling maakt onderdeel uit van het totaal knelpunt op het terrein van natuur en landschap waarvoor een kasschuif plaatsvindt vanuit 2011 naar 2010 (zie toelichting onder belangrijkste uitgavenmutaties).

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1 000)
 

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

29 Algemeen

Stand oorspronkelijk vastgestelde

2010

Stand 1e suppletoire begroting 2010

Mutaties 2e suppletoire begroting 2010

Stand 2e suppletoire begroting 2010

Verplichtingen

277 272

312 886

– 3 120

309 766

Uitgaven

277 282

312 881

– 3 119

309 762

Programma-uitgaven

41 841

69 941

3 609

73 550

29.11 Internationale contributies

10 427

10 437

3 409

13 846

29.12 Uitvoering van EU-maatregelen

31 414

54 404

200

54 604

29.13 Verzameluitkering

 

5 100

 

5 100

Apparaatsuitgaven

235 441

242 940

– 6 728

236 212

29.21 Apparaat

226 181

224 836

– 14 700

210 136

29.22 Baten-lastendiensten

9 260

18 104

7 972

26 076

 

 

 

 

 

Ontvangsten

314 256

313 556

– 51 500

262 056

Toelichting op de uitgaven:

OD 29.11 Internationale contributies

De verhoging van het OD internationale contributies houdt verband met het uitvoeren van projecten in het kader van de doelstelling «Duurzame economische ontwikkeling, armoedebestrijding» die door EL&I samen met Ontwikkelingssamenwerking worden uitgevoerd. In verband met vertraging bij de uitvoering van deze projecten is het budget voor 2009 verlaagd en voor 2010 verhoogd.

Daarnaast is het budget voor internationale contributies verhoogd met € 0,5 mln. Tevens heeft een overboeking plaatsgevonden vanuit de begrotingen van EZ en V&W van in totaal € 1,4 mln. voor de rijksbijdrage voor de Floriade 2012.

OD 29.12 Uitvoering van EU-maatregelen

De mutatie op OD 29.12 houdt verband met een aanpassing van de apurementsbijdrage. Het totale bedrag dat  door de Europese Commissie aan correcties is opgelegd op de ingediende declaraties van Nederland bedraagt € 27,5 mln. Hierdoor is het noodzakelijk dat het budget met € 2,2 mln. wordt verhoogd. De bijdrage aan de productschappen is met € 2,0 mln. verlaagd als gevolg van een ramingsbijstelling.

OD 29.21 Apparaat

De verlaging van OD 29.21 hangt samen met het uitdelen van de CAO loonsomcompensatie ad. € 7,8 mln. op basis van het in 2008 afgesloten akkoord CAO-RIJK 2008–2010 en de juridisch verplichte prijscompensatie ad. € 1,1 mln. naar diverse artikelen. Daarnaast is voor de uitvoering van het verandertraject VWA € 1,9 mln. overgeheveld naar het bijdrage artikel 25.22 agentschap VWA. De uitgedeelde prijsbijstellingstranche 2010 wordt ingezet een deel van de knelpunten (tarieven VWA, bedrijfstoeslagregeling GLB en migratiekosten outsourcing kantoorautomatisering) op de LNV-begroting op te vangen.

OD 29.22 Baten-lastendiensten

De verhoging van het OD met € 7,8 mln. hangt samen met het uitbesteden van de kantoorautomatisering van oud LNV aan een externe leverancier. Voor deze migratie worden additionele kosten gemaakt die onder andere samenhangen met vervanging van de hardware.

OD 29 Ontvangsten

Door afname van de wereldhandel als gevolg van de economische crisis vallen de landbouwheffingen circa € 53 mln. lager uit. Daarnaast is een desaldering van € 1,5 mln. opgenomen voor facilitaire dienstverlening die bij de EL&I baten-lasten diensten in rekening worden gebracht.