Gepubliceerd: 30 november 2010
Indiener(s): Leers , Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32565-VII-2.html
ID: 32565-VII-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

A.

Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

2

   

B.

Begrotingstoelichting

3

   

1.

Leeswijzer

3

2.

Het beleid

3

2.1

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

3

2.2

De beleidsartikelen

4

2.3

De niet-beleidsartikelen

11

3.

Tijdelijke baten-lastendienst 4FM

13

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2010 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de begrotingsstaat van het Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de baten-lastendiensten van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

De Minister voor Immigratie en Asiel,

G. B. M. Leers

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

Deze 2e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de uitvoering van de begroting 2010. De suppletoire begroting 2010 hangt samen met de Najaarsnota 2010.

In de begrotingstoelichting worden de majeure beleidsmatig relevante mutaties in de overzichtstabel gepresenteerd en toegelicht. In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij het betreffende beleidsartikel is een gedetailleerd overzicht opgenomen.

De stand van de 2e suppletoire begroting (Najaarsnotastand) wordt opgebouwd door middel van de mutaties vanaf de stand van de 1e suppletoire begroting.

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

 

Art. nr.

Uitgaven 2010

Stand ontwerpbegroting 2010

 

5 883 208

Stand 1e suppletore begroting 2010

 

6 021 498

Belangrijkste suppletore mutaties

  
   

Programma Invoering Wet Protocol Identiteitsvaststelling

23

– 5 400

Bommenregeling (naar Gemeentefonds)

23

– 22 100

Inzet aflossing BPR

31

5 300

Prima gelden

33

9 151

Liquiditeitsbehoefte

43

50 010

   

Overige mutaties

 

10 069

Stand 2e suppletore begroting 2010

 

6 068 528

Toelichtingen

Programma Invoering Wet en Protocol Identiteitsvaststelling (IWPI)

Conform afspraak met het ministerie van Veiligheid en Justitie draagt het ministerie van BZK voor het jaar 2010 € 5,4 mln. bij voor het programma IWPI.

Bommenregeling

Vanaf 2010 wordt de bestaande explosievenregeling beëindigd en het daarvoor beschikbare budget overgedragen aan het Gemeentefonds.

Inzet aflossing Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten

BPR heeft een schuld aan de opdrachtgever voor de reisdocumenten op de balans staan die aan de opdrachtgever (BZK) moet worden terugbetaald. Deze ontvangst wordt onder andere ingezet voor tekorten op het budget voor de jeugd-NIKs en onder andere voor het Actieprogramma Lokaal Bestuur.

Prima gelden

Voor de ontwikkeling van een aantal e-overheidprojecten ontvangt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een budget van het ministerie van Economische Zaken in het kader van het Programma Implementatie Agenda ICT beleid (PRIMA). 

Liquiditeitsbehoefte

Het VUT-fonds heeft aangegeven in september een niet begroot beroep te doen op de leenfaciliteit. In overleg met onder andere het Agentschap Financiën is dit verzoek gehonoreerd.

Tijdelijke baten-lastendienst 4FM

In maart 2010 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de oprichting van de baten-lastendienst 4FM. Op 1 april van 2010 is deze baten-lastendienst van start gegaan.

De cijfermatige verwerking is in paragraaf 3 inzake de baten-lastendienst opgenomen.

2.2 De beleidsartikelen

21. Nationaal crisis- en veiligheidsbeleid
21. Nationaal crisis- en veiligheidsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1000)

Stand ontwerpbegroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

  

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

35 663

49 677

6 579

56 256

      

Uitgaven:

37 027

51 041

6 579

57 620

21.25

Apparaatuitgaven

7 867

7 541

913

8 454

      

Programma-uitgaven

29 160

43 500

5 666

49 166

waarvan juridisch verplicht

    
      

21.1

Nationaal Veiligheidsbeleid

10 076

13 976

5 840

19 816

a.

Onderzoekraad voor veiligheid

  

1 821

 

b.

NEC

  

4 269

 

c.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

– 250

 
      

21.2

Nationaal CrisisCentrum

8 348

18 288

1 647

19 935

d.

Vernieuwing Rijksdienst Rijks crisiscentrum

  

3 200

 

e.

NEC

  

– 2 269

 

f.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

716

 
      

21.3

Onderzoekraad voor veiligheid

10 736

11 236

– 1 821

9 415

g.

Onderzoekraad voor veiligheid

  

– 1 821

 

Toelichtingen op mutaties 2e suppletoire begroting

Ad. a en g. Onderzoekraad voor veiligheid

Aangezien het eigen vermogen van de Onderzoekraad voor veiligheid in 2010 het totaal van de in 2010 toegestane reserves met € 1,8 mln. overstijgt wordt dit bedrag in mindering gebracht op de in 2010 uit te keren rijksbijdrage.

Ad. b. en e. NEC

Op een aantal posten zoals NAVI en de Denk-Vooruitcampagne is een tekort ontstaan.

Aangezien de besluitvorming over een nieuwe opdrachtnemer voor het project Netcentrisch werken (NEC) langer heeft geduurd dan voorzien, liep de implementatie van het project vertraging op. Hierdoor ontstond een overbruggingsperiode waarin de projectorganisatie in stand moest worden gehouden. Dit om er voor te zorgen dat medewerkers in dienst konden worden gehouden om het weglekken van de specialistische kennis te voorkomen. Daarnaast moest bij de veiligheidregio's, waar NEC al was ingevoerd, het systeem in bedrijf worden gehouden. De overheveling voorziet in het budget dat benodigd is voor de verlenging van deze overbrugging.

23. Veiligheidsregio’s en Politie
23. Veiligheidsregio's en Politie

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1000)

Stand ontwerpbegroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

  

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

5 494 823

5 562 314

– 27 365

5 534 949

Waarvan garantieverplichtingen

    
      

Uitgaven:

5 178 470

5 245 961

– 27 365

5 218 596

23.25

Apparaatuitgaven

17 949

14 374

– 297

14 077

      

Programma-uitgaven

5 160 521

5 231 587

– 27 068

5 204 519

 

waarvan juridisch verplicht

    
      

23.1

Bekostiging Politie regionaal/bovenregionaal

4 036 196

4 044 731

– 22 512

4 022 219

a.

Artikel 3 bijdrage

  

5 656

 

b.

Arbeidsvoorwaarden

  

– 29 067

 

c.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

899

 
      

23.2

Bekostiging Politie landelijk

620 025

642 541

14 437

656 978

d.

Rijks Alarmcentrale

  

1 271

 

e.

Vredesmissie

  

2 100

 

f.

Arbeidsvoorwaarden

  

7 903

 

g.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

3 163

 
      

23.3

Kwaliteit Politie en Veiligheidsregio's

372 533

403 711

486

404 197

h.

Programma IWPI (naar Justitie)

  

– 5 400

 

i.

Defensiebijdrage C2000

  

2 900

 

j.

Artikel 3 bijdrage

  

– 4 331

 

k.

M&ICT projecten

  

– 4 900

 

l.

Arbeidsvoorwaarden

  

21 164

 

m.

Burgernet

  

– 5 337

 

n.

NEC

  

– 2 000

 

o.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

– 1 610

 
      

23.4

Bekostiging Veiligheidsregio's

131 767

140 604

– 19 479

121 125

p.

Bommenregeling (naar Gemeentefonds)

  

– 22 100

 

q.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

2 621

 
      

Ontvangsten

750

750

123

873

Toelichtingen op mutaties 2e suppletoire begroting

Ad. a en j. Artikel 3 bijdrage

Artikel 3 bijdrage die verstrekt zal worden aan 3 politieregio's (Fryslân, Flevoland en Gelderland-Zuid).

Ad. b, f. en l. Arbeidsvoorwaarden

De budgetten worden conform de junicirculaire 2010 opgehoogd, mede door de CAO afspraak, voor onder andere arbeidsvoorwaarden politie, loon- en prijsbijstelling en diversiteit KLPD en Politie Academie.

Ad. e. Vredesmissie

Voor de juiste artikelbelasting wordt het bedrag overboekt naar artikel 23.2 (KLPD) als bijdrage aan de uitzendingen van politiekorpsen voor vredesmissies.

Ad. h. Programma Invoering Wet en Protocol Identiteitsvaststelling (IWPI)

Conform afspraak met het ministerie van Veiligheid en Justitie draagt het ministerie van BZK voor het jaar 2010 € 5,4 mln. bij voor het programma IWPI.

Zie ook paragraaf 2.1, overzicht belangrijkste mutaties.

Ad. i. Defensiebijdrage C2000

Betreft de 2e tranche ad € 2,9 mln. van de Defensiebijdrage 2010 aan het exploitatiebudget C2000.

Ad. k. M&ICT projecten

Betreft bijdrage voor financiering van de projecten ANPR (automatische kentekenherkenning), Crashcubes, Icarus en NL-Alert, welke in 2010 van start zullen gaan.

Ad. m. Burgernet

Betreft de voorfinanciering met betrekking tot Burgernet, 2e fase Wet DNA en Taskforce diversiteit.

Ad. n. NEC

Aangezien de besluitvorming over een nieuwe opdrachtnemer voor het project Netcentrisch werken (NEC) langer heeft geduurd dan voorzien, liep de implementatie van het project vertraging op. Hierdoor ontstond een overbruggingsperiode waarin de projectorganisatie in stand moest worden gehouden. Dit om er voor te zorgen dat medewerkers in dienst konden worden gehouden aangezien het weglekken van de specialistische kennis te voorkomen. Daarnaast moest bij de veiligheidregio's, waar NEC al was ingevoerd, het systeem in bedrijf worden gehouden. De reallocatie voorziet in het budget dat benodigd is voor de verlenging van deze overbrugging.

Ad. p. Bommenregeling (naar Gemeentefonds)

Vanaf 2010 wordt de bestaande explosievenregeling beëindigd en het daarvoor beschikbare budget overgedragen aan het Gemeentefonds.

Zie ook paragraaf 2.1, overzicht belangrijkste mutaties.

25. Veiligheid en Bestuur
25. Veiligheid en Bestuur

(*€ 1000)

Stand ontwerpbegroting 2010

Stand 1e suppletore begroting

Mutaties 2e suppletore begroting

Stand 2e suppletore begroting

  

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

58 358

47 774

– 3 297

44 477

      

Uitgaven:

58 358

47 774

– 3 297

44 477

25.25

Apparaat

4 598

5 860

2 768

8 628

      

Programma-uitgaven

53 760

41 914

– 6 065

35 849

 

waarvan juridisch verplicht

    
      

25.1

Veiligheid en Bestuur

19 251

24 318

– 8 638

15 680

a.

Decentralisatie-uitkeringen (naar Gemeentefonds)

  

– 3 040

 

b.

Drugpilots (naar Gemeentefonds)

  

– 2 694

 

c.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

– 2 904

 
      

25.2

Veiligheid, informatie en technologie

34 509

17 596

2 573

20 169

d.

M&ICT projecten

  

4 900

 

e.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

– 2 327

 
      

Ontvangsten

445

1 245

0

1 245

Toelichtingen op mutaties 2e suppletoire begroting

Ad. a. Decentralisatie-uitkeringen.

Het betreft de tranche 2010 in het kader van de decentralisatie-uitkering Polarisatie en Radicalisering, dat overgeboekt wordt naar het Gemeentefonds.

Ad. b. Drugpilots

Volgens afspraak draagt BZK via een decentralisatie-uitkering in het Gemeentefonds bij aan drugspilots in verschillende gemeenten. De pilots zijn gericht op het verminderen van overlast en criminaliteit.

Ad. d. M&ICT projecten.

Betreft bijdrage voor financiering van de projecten ANPR (automatische kentekenherkenning), Crashcubes, Icarus en NL-Alert, welke in 2010 van start zullen gaan.

27. Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
27. Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1000)

Stand ontwerpbegroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

  

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

176 429

186 199

1 834

188 033

      

Uitgaven:

176 429

186 199

1 834

188 033

27.1

Apparaatuitgaven

169 661

177 931

1 834

179 765

      

27.2

Geheime uitgaven

6 768

8 268

 

8 268

      

Ontvangsten

974

1 324

1 243

2 567

Toelichtingen op ontvangsten mutaties 2e suppletoire begroting

Betreft diverse ontvangsten van het dienstencentrum als gevolg van de detachering van een aantal medewerkers.

29. Inspectie Openbare Orde en Veiligheid
29. IOOV

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1000)

Stand ontwerpbegroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

  

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

5 231

5 278

57

5 335

      

Uitgaven:

5 231

5 278

57

5 335

29.25

Apparaatuitgaven

4 279

4 326

57

4 383

      

Programma-uitgaven

952

952

 

952

waarvan juridisch verplicht

    
      

29.1

Inrichting en werking openbaar bestuur

952

952

 

952

31. Bestuur en Democratie
31. bestuur en Democratie

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1000)

Stand ontwerpbegroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

  

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

86 507

72 262

10 308

82 570

      

Uitgaven:

91 014

76 769

10 308

87 077

31.25

Apparaat

10 475

11 805

2 631

14 436

a.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

2 631

 
      

Programma-uitgaven

80 539

64 964

7 677

72 641

waarvan juridisch verplicht

    
      

31.1

Inrichting en werking Openbaar Bestuur

5 488

6 308

1 368

7 676

b.

Inzet aflossing BPR

  

1 050

 

c.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

318

 
      

31.2

Democratie en burgerschapsvorming

22 810

24 360

1 491

25 851

d.

Campagne Tweede Kamer verkiezingen

  

1 200

 

e.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

291

 
      

31.3

Reisdocumenten en GBA-stelsel

49 094

30 984

4 729

35 713

f.

Online Raadplegen Reisdocumenten Administratie

  

– 2 300

 

g.

Reisdocumentenprogramma

  

4 580

 

h.

Inzet aflossing BPR

  

5 300

 

i.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

– 2 851

 
      

31.4

Constitutionele Zaken (CZW)

430

596

 

596

      

31.5

Kiesraad

2 717

2 716

89

2 805

j.

Niet beleidsmatig relevante mutaties

  

89

 
      

Ontvangsten

202 865

202 715

12 156

214 871

k.

Ontvangst BPR R-programma

  

4 580

 

l.

Inzet aflossing BPR

  

7 050

 

m.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

526

 

Toelichtingen op mutaties 2e suppletoire begroting

Ad. b. f. g. h. k. l. Basisadministratie Personeelsgegevens en reisdocumenten (BPR)

BPR heeft een schuld aan de opdrachtgever voor de reisdocumenten op de balans staan die aan de opdrachtgever (BZK) moet worden terugbetaald. Deze ontvangst wordt onder andere ingezet voor tekorten op het budget voor de jeugd-NIKs en voor het Actieprogramma Lokaal Bestuur.

Verder is de aanbesteding nog niet gestart van de Online Raadpleegbare Reisdocumenten Administratie (ORRA). De uitgaven aan de ORRA zullen grotendeels naar volgend jaar doorschuiven.

Zie ook paragraaf 2.1, overzicht belangrijkste mutaties.

Ad. d. Campagne Tweede Kamer verkiezingen

In juni 2010 zijn de vervroegde landelijke verkiezingen voor de Tweede Kamer gehouden. Hierdoor is ook de vervroegde publiekscampagne gehouden.

33. Dienstverlenende en innovatieve overheid
33. diensverlenende en innovatieve overheid

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1000)

Stand ontwerpbegroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

  

(1)

(3)

(4)

(5)=(3+4)

Verplichtingen

90 302

91 012

10 266

101 278

      

Uitgaven:

90 302

91 012

10 266

101 278

33.25

Apparaat

4 290

4 440

1 857

6 297

a.

Compensatie tekort apparaatskosten

  

1 500

 

b.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

357

 
      

Programma-uitgaven

86 012

86 572

8 409

94 981

waarvan juridisch verplicht

    
      

33.1

Administratieve lasten

8 390

8 540

– 465

8 075

c

Niet beleidsmatig relevante mutaties

  

– 465

 
      

33.2

Innovatieve dienstverlening en ontwikkeling

e-overheidsvoorzieningen

25 087

27 884

4 831

32 715

d.

PRIMA gelden

  

9 151

 

e.

Nationaal Uitvoerings Programma (NUP) beheer

  

– 1 900

 

f.

OPN in beheer (Advies Overheid.nl)

  

– 2 500

 

g.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

80

 
      

33.3

Beheer e-overheidsvoorzieningen

52 535

50 148

4 043

54 191

h.

Nationaal Uitvoerings Programma (NUP) beheer

  

1 900

 

i.

OPN in beheer (Advies Overheid.nl)

  

2 500

 

j.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

– 357

 
      

Ontvangsten

0

0

11 341

11 341

k.

PRIMA gelden

  

9 151

 

l.

Ontvangsten ICTU

  

1 396

 

m.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

794

 

Toelichtingen op mutaties 2e suppletoire begroting

Ad. d. en k. PRIMA gelden

Voor de ontwikkeling van een aantal e-overheidprojecten ontvangt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een budget van het ministerie van Economische Zaken in het kader van het Programma Implementatie Agenda ICT beleid (PRIMA). 

Zie ook paragraaf 2.1, overzicht belangrijkste mutaties.

Ad. h. Nationaal Uitvoerings Programma (NUP)

Het gaat hier om een bijdrage aan het Gemeentefonds voor de uitvoering van het beheer van Antwoord.nl.

Ad. i. OPN in beheer (Advies Overheid.nl)

Herschikking (beleid naar beheer) van de middelen voor Advies Overheid.nl (OPN) is noodzakelijk vanwege volledige beheername van de elektronische officiële publicaties in 2010. Medio 2009 is de wet Officiële Elektronische Bekendmaking ingegaan. Deze wet maakt het mogelijk om officiële publicaties rechtsgeldig op het internet te plaatsen. De papieren versies van de Staatscourant, het Staatsblad en het Tractatenblad zijn hierdoor komen te vervallen.

Ad. l. Ontvangsten ICTU

Via de eindafrekening van het programma Elektronische Gemeenten (EGEM) van de Stichting ICTU is een bedrag van € 1,4 mln. terugontvangen.

35. Arbeidszaken overheid
35. Arbeidszaken overheid

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1000)

Stand ontwerpbegroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

  

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

60 838

59 759

– 715

59 044

Waarvan garantieverplichtingen

    
      

Uitgaven:

60 838

59 759

– 715

59 044

35.25

Apparaat

5 668

5 668

1 166

6 834

      

Programma-uitgaven

55 170

54 091

– 1 881

52 210

35.1

Overheid als werkgever

13 604

18 025

– 1 881

16 144

      

35.2

Politieke ambtsdragers

10 094

9 594

 

9 594

      

35.3

Uitkeringsregelingen voormalige gebiedsdelen

31 472

26 472

 

26 472

      

Ontvangsten

820

820

 

820

37. Kwaliteit Rijksdienst
37. Kwaliteit Rijksdienst

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1000)

Stand ontwerpbegroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

  

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

109 920

129 282

1 799

131 081

      

Uitgaven:

109 920

129 282

1 799

131 081

37.25

Apparaat

15 998

17 125

2 186

19 311

a.

Niet beleidsmatig relevante mutaties

  

2 186

 
      

Programma-uitgaven

93 922

112 157

– 387

111 770

 

waarvan juridisch verplicht

    

37.1

Management Rijksdienst (ABD)

18 544

22 375

– 1 363

21 012

b.

Niet beleidsmatig relevante mutaties

  

– 1 363

 
      

37.2

Functionerende bedrijfsvoering

29 086

34 015

1 182

35 197

c.

VRD Vinken en Vonken

  

1 000

 

d.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

182

 
      

37.3

Informatisering Rijksdienst

42 914

40 554

907

41 461

e.

Bijdrage ICBR 2010

  

1 623

 

f.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

– 716

 
      

37.4

Facilitaire zaken Rijksdienst

3 378

15 213

– 1 113

14 100

g.

Bijdrage ICBR 2010

  

1 276

 

h.

Invoering e-factureren

  

– 1 022

 

i.

Naar VROM inkoopcategorie vervoer

  

– 1 510

 

j.

Overige niet beleidsmatig relevante mutaties

  

143

 
      

Ontvangsten

267

5 910

3 315

9 225

Toelichtingen op mutaties 2e suppletoire begroting

Ad. c. VRD Vinken en Vonken

Dit betreft een bijdrage voor het project «niet vinken maar vonken» in het kader van de Vernieuwing Rijksdienst. Met dit project worden reeds bestaande onderzoeken en gegevens over het handelen en presteren van de rijksoverheid gecombineerd, verbonden, geordend en geanalyseerd. De bestaande gegevens komen hierdoor beter beschikbaar en worden vergelijkbaar en in tijd traceerbaar. Met deze informatie worden handvatten gecreëerd om sturing op prestatie en kwaliteit van de overheidspraktijk beter mogelijk te maken.

Ad. h. Invoering e-factureren

Dit betreft een bijdrage vanuit de middelen van de Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijk ten behoeve van het versnellen van invoeren e-factureren.

2.3 Niet-beleidsartikelen

39. Algemeen
39. Algemeen

(*€ 1000)

Stand ontwerpbegroting 2010

Stand 1e suppletore begroting

Mutaties 2e suppletore begroting

Stand 2e suppletore begroting

  

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

98 357

129 051

– 3 477

125 574

      

Uitgaven:

98 357

129 051

– 3 477

125 574

39.1

Apparaat algemeen

85 871

116 565

– 1 843

114 722

a.

Vernieuwing Rijksdienst Rijks crisiscentrum

  

– 3 200

 

b.

Niet beleidsmatige mutaties

  

1 357

 
      

Programma-uitgaven

12 486

12 486

– 1 634

10 852

 

waarvan juridisch verplicht

    
      

39.5

Kennis, onderzoek (en internationaal)

7 401

7 326

766

8 092

      

39.6

Internationaal

5 085

5 070

– 2 695

2 375

      

39.10

Verzameluitkering

0

90

295

385

      

Ontvangsten

0

19 566

4 862

24 428

Toelichtingen op mutaties 2e suppletoire begroting

Ad. a. Vernieuwing Rijksdienst Rijks crisiscentrum

Bijdrage in het kader van het programma Vernieuwing rijksdienst voor het interdepartementale veranderingstraject «Crisisstructuur op Rijksniveau» dat tot doel heeft de rijksbrede crisisstructuur te optimaliseren.

41. Nominaal en onvoorzien
41. Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1000)

Stand ontwerpbegroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

  

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

– 22 738

– 628

1 031

403

      

Uitgaven:

– 22 738

– 628

1 031

403

41.1

Loonbijstelling

    

41.2

Prijsbijstelling

    

41.3

Onvoorzien

– 22 738

– 628

1 031

403

a.

Maatregelen bedrijfsvoering (van div. art.)

  

2 331

 

b.

Campagne Tweede Kamer verkiezingen

  

– 1 300

 

Toelichtingen op mutaties 2e suppletoire begroting

Ad. a. Maatregelen bedrijfsvoering

Ter dekking van verschillende budgettaire problematiek onder andere als gevolg van het niet uitkeren van de loon- en prijsbijstelling en ter invulling van de taakstelling Versobering Bedrijfsvoering Rijksdienst, bezuinigt BZK met 18 maatregelen op de dagelijkse bedrijfsvoering. Er wordt bezuinigd op onder andere automatisering, externe inhuur, werving en selectie, mediaproducties en drukwerk, binnen- en buitenlandse reizen, opleidingen, externe bijeenkomsten en congressen en personeelsaangelegenheden. Op verschillende plaatsen in de begroting is de meerjarenraming hiervoor aangepast.

Ad. b. Campagne Tweede Kamer Verkiezingen

In juni zijn de vervroegde landelijke verkiezingen voor de Tweede Kamer gehouden. Hierdoor is ook de vervroegde publiekscampagne gehouden.

43. VUT-fonds
43. VUT-fonds

Budgettaire gevolgen van beleid (in € 1000)

Stand ontwerpbegroting 2010

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

  

(1)

(2)

(3)

(4)=(2+3)

Verplichtingen

0

0

50 010

50 010

      

Uitgaven:

0

0

50 010

50 010

43.1

VUT-fonds

 

0

50 010

50 010

a.

Liquiditeitsbehoefte

  

50 010

 
      

Ontvangsten

324 022

139 300

0

139 300

Toelichtingen op mutaties 2e suppletoire begroting

Ad. a. Liquiditeitsbehoefte

Het VUT-fonds heeft aangegeven in september een niet begroot beroep te doen op de leenfaciliteit. In overleg met onder andere het Agentschap Financiën is dit verzoek gehonoreerd.

Zie ook paragraaf 2.1, overzicht belangrijkste mutaties.

3. Tijdelijke baten-lastendienst 4FM

Inleiding

Eind 2008 hebben de ministeries van BZ, SZW, VenW en VROM besloten een gezamenlijk bedrijf voor facilitair management te gaan vormen, genaamd 4FM. Belangrijke aanleiding voor deze stap was de noodzaak om, in het kader van de personele taakstelling, 25% te besparen op het aantal medewerkers dat zich met facilitaire dienstverlening bezighoudt. Naast de besparing op personeelskosten wordt 4FM gezien als een stap in de realisatie van het concept van de rijkswerkplek. Ook levert de vorming van 4FM nieuwe mogelijkheden op tot (rijksbrede) standaardisering op het gebied van facilitair management. De vorming van 4FM wordt daarnaast gezien als een mogelijkheid om de efficiency te bevorderen en maakt het gemakkelijker services te bestellen en in meerdere «4FM» gebouwen (samen) te werken. Als laatste biedt een grotere organisatie de kans de professionaliteit en kwaliteit aanzienlijk te bevorderen. Op 1 april 2010 is 4FM van start gegaan. 4FM bedient vanaf 1 april 4 ministeries met ca 12 000 werkplekken en meer dan 365 000 m² bruto vloeroppervlak. 4FM biedt met name diensten aan op het gebied van: Gebouwbeheer (dagelijks beheer en onderhoud e.d.), consumptieve diensten (bedrijfsrestaurant e.d.), post en reprografie (post, spoedstukken e.d.) en verstrekken van inrichting (werkplekinrichting).

Missie

«We gaan ervoor dat klanten en medewerkers 4FM aanbevelen bij anderen.»

Visie

De twee bovenstaande bouwstenen «Klanten» en «Medewerkers» vormen het belangrijkste kapitaal van 4FM en zijn dan ook het uitgangspunt in ons denken en handelen.

Taken 4FM

4FM is een facilitaire organisatie en levert producten en diensten op het gebied van gebouwbeheer, exploitatie, consumptieve diensten, risicobeheersing, schoonmaak, verhuizen, post en reprografie, verstrekken van inrichting, voorzieningen, vervoer, facility management en overige diensten. 4FM heeft er voor gekozen om haar producten en diensten te rubriceren op basis van de NEN norm en wel de NEN 2748. Hiervoor is nadrukkelijk gekozen omdat dit de deelname aan de Rijksbrede benchmark mogelijk maakt.

Exploitatie

Begroting van baten en lasten voor het jaar 2010 ( x € 1 000)

Baten-lastendienst 4FM

 

Omschrijving

20101

Baten

 

Opbrengst moederdepartement

0

Opbrengst overige departementen

51 557

Opbrengst derden

0

Rentebaten

0

Vrijval voorzieningen

0

Bijzondere baten

600

Totaal baten

52 157

  

Lasten

 

Apparaatskosten

 

– personele kosten

11 213

– materiële kosten

38 238

Rentelasten

361

Afschrijvingskosten

 

– materieel

2 027

– immaterieel

0

Overige lasten

 

– dotaties voorzieningen

0

– bijzondere lasten

0

Totaal lasten

51 839

  

Saldo van baten en lasten

318

XNoot
1

Het boekjaar 2010 loopt van 1 april 2010 tot en met 31 december 2010.

Toelichting

Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van 4FM is een kostendekkende exploitatie, zonder winstoogmerk. Een eventueel batig saldo zal aan het eigen vermogen worden toegevoegd om toekomstige tegenvallers te kunnen opvangen dan wel in de vorm van een prijsverlaging aan de opdrachtgevers worden terugbetaald.

Opbrengst overige departementen (x € 1 000)

 

20101

Opbrengst overige departementen

 

Basis (p vast en q vast)

34 938

Basis + (q variabel)

3 764

Maatwerk (p en q variabel)

2 108

Werkelijke kosten (idem)

8 771

Opstartkosten

1 976

  

Totaal opbrengst overige departementen

51 557

XNoot
1

Het boekjaar 2010 loopt van 1 april 2010 tot en met 31 december 2010.

Basis dienstverlening

De basis dienstverlening omvat onder meer het dagelijks beheer en onderhoud gebouwen, locatiebeveiliging niveau 1, reguliere schoonmaak en standaard werkplekinrichting. Op de prijzen zijn de geraamde inkoopbesparingen in mindering gebracht.

Basis + dienstverlening

De basis+ dienstverlening bestaat onder andere uit het opleiden van BHV’ers, verhuizingen, catering evenementen en accessoires werkplekinrichting Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de jaarlijkse prijsstijging (CPI) van de leveranciers teniet gedaan zal worden door de door 4FM te realiseren inkoopbesparingen.

Maatwerk

Onder maatwerk dienstverlening vallen bijvoorbeeld locatiebeveiliging niveaus 2 en 3, incidentele extra schoonmaak, complexe verhuizingen en advies en projectmanagement. Maatwerk is volledig vraaggestuurd en is dus (vooralsnog) beperkt inschatbaar. 4FM bouwt in de komende jaren meer ervaringscijfers op, waardoor de inschatting aan maatwerk kosten en opbrengsten aan betrouwbaarheid zal winnen.

Werkelijke kosten

Werkelijke kosten zijn eveneens volledig vraag dan wel verbruik gerelateerd. 4FM kent 4 producten die op deze wijze afgerekend worden en wel nutsvoorzieningen, externe vergaderaccommodaties, telefonie (meertalig) en openbaar vervoer. 4FM bouwt in de komende jaren meer ervaringscijfers op, waardoor de inschatting aan werkelijke kosten en opbrengsten aan betrouwbaarheid zal winnen.

Opstartkosten

4FM maakt in 2010 opstartkosten om nieuwe systemen, processen en procedures in te richten en haar medewerkers in te werken. Tevens is voorzien in extra capaciteit waardoor extra kosten gemaakt worden. Een deel van deze kosten worden «gedekt» met vernieuwing rijksdienst gelden. Voor de niet gedekte kosten is met de 4 afnemers afgesproken dat zij ieder voor een deel bijdrage in de opstartkosten.

Bijzondere baten

De onder deze post verantwoorde opbrengsten betreffen toegezegde vernieuwing rijksdienst (VRD) gelden, die dienen ter dekking van de opstartkosten van 4FM.

Apparaatskosten

De personeelskosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst inclusief de kosten van tijdelijk personeel. De in de apparaatskosten verwerkte personeelskosten zijn gebaseerd op 211,2 fte. De materiële kosten omvatten met name de directe inkoop/contract kosten (2010: € 34,5 mln.). Daarnaast worden ook huisvestingskosten, ICT kosten en servicekosten voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgenomen. Voor de directe inkoop/contract kosten geldt dat in de raming is uitgegaan van een gelijkblijvend inkoopvolume. Voorts zijn op contractniveau, in relatie met de aanbestedingskalender, de verwachte besparingen in mindering gebracht op de kosten.

Rentelasten

Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiele vaste activa vanuit het ministerie van Financiën. In deze raming is gerekend met een generiek percentage van 4%.

Afschrijvingslasten

Het door 4FM van de departementen overgenomen materieel is geactiveerd en wordt conform de betreffende regelgeving afgeschreven. Voor nieuwe investeringen is dit eveneens van toepassing.

Kasstroomoverzicht 2010 (x € 1 000) 

  

20101

1.

Rekening-courant RHB 1 januari (incl. deposito)

0

2.

Totale operationele kasstroom

2 345

3a.

Totaal investeringen (-/-)

– 20 687

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

3.

Totaal investeringkasstroom

– 20 687

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

4c.

Aflossingen op leningen (-/-)

– 2 410

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

18 277

4.

Totaal financieringskasstroom

16 590

5.

Rekening-courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

– 65

XNoot
1

Het boekjaar 2010 loopt van 1 april 2010 tot en met 31 december 2010.

Toelichting

Voor het jaar 2010 bestaat het investeringsbedrag uit € 15,7 mln. ten behoeve van de overname van de gebruiksgoederen van de latende 4 departementen en € 5 mln. ten behoeve van nieuwe investeringen in 2010.

Aflossing op leningen

4FM genereert haar middelen, om aan de aflossingsverplichtingen aan het ministerie van Financiën te kunnen voldoen, door de in de kostprijs opgenomen afschrijvingsbedragen in rekening te brengen bij de 4 opdrachtgevers. Ten behoeve van het kasstroomoverzicht is er vanuit gegaan dat de ontvangst van het afschrijvingsbedrag en de betaling van de aflossing in hetzelfde jaar plaats vinden. In 2010 loopt de aflossingsverplichting nog niet volledig parallel aan de afschrijvingsbedragen, hetgeen het geringe negatieve saldo verklaart.

Beroep op de leenfaciliteit

Het saldo onder het beroep op de leenfaciliteit komt direct overeen met het saldo van de investeringen in het betreffende jaar.

Definitieve openingsbalans per 1 april 2010 (x € 1 000) 

 

Balans

Activa

 

Immateriële activa

 

Materiële activa

15 687

– grond en gebouwen

 

– installaties en inventarissen

15 285

– overige materiële vaste activa

402

Voorraden

9

Debiteuren

 

Nog te ontvangen

5 022

Liquide middelen

 

Totaal activa

20 718

  

Passiva

 

Eigen Vermogen

 

– exploitatiereserve

 

– verplichte reserve

 

– onverdeeld resultaat

 

Leningen bij het MvF1

15 687

Voorzieningen

74

Crediteuren

 

Nog te betalen

4 957

Totaal passiva

20 718

XNoot
1

De ontvangsten uit hoofden van een conversieverlening aan 4FM zullen bij de Voorlopige Rekening worden verantwoord.

Doelmatigheidsindicatoren

Overzicht doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen voor het jaar 2010

Omschrijving

2010

(9 mnd-en)

Generieke indicatoren

 

Kostprijs per werkplek

€ 5 743

In % van 2010

100,0%

Saldo van baten en lasten

€ 318 000

In % van baten

0,6%

Kostenontwikkeling

 

– Totale kosten als % van de kosten in 2010

100,0%

– Personele kosten als % van de totale kosten

21,6%

– Materiele kosten als % van de totale kosten

73,8%

Apparaatskosten 4FM *

€ 10 977 001

Kostenbesparing aanbestedingen (5%)

€ 204 000

  

Specifieke indicatoren

 

Fysieke en telefonische bereikbaarheid van het Facilitair Servicepunt 7000

100%

Digitale bereikbaarheid

98%

Verhelpen storingen binnen afgesproken doorlooptijd

90%

Klanttevredenheid maatwerk minimaal -Tevreden met uitvoering en resultaat -

95%

Klanttevredenheid

1e kw 2011

Kostenbesparing aanbestedingen (5%)

€ 204 000

Duurzaamheid

100%

Toelichting op de specifieke doelmatigheidsindicatoren

Fysieke en telefonische bereikbaarheid van het Facilitair Servicepunt 7000

Dit betreft de fysieke en telefonische bereikbaarheid van het Facilitair Servicepunt 7000 conform de in de PDC afgesproken openingstijden.

Digitale bereikbaarheid

Dit betreft de digitale bereikbaarheid gedurende de openingstijden van de front office middels de ICT systemen die 4FM inzet voor de dienstverlening.

Verhelpen storingen binnen afgesproken doorlooptijd

Storingen zijn na melding verholpen binnen de in de PDC vastgestelde doorlooptijd.

Klanttevredenheid maatwerk

De klanttevredenheid over een maatwerkproject is minimaal «tevreden met de uitvoering en het resultaat».

Klanttevredenheid

Dit betreft de score op de klanttevredenheid via een te houden klanttevredenheidsonderzoek (KTO) in het 1e kwartaal 2011 (of op een ander moment indien dat beter aansluit bij de cyclus van een departement). Norm: minimaal gelijk aan de nulmeting die is uitgevoerd door de departementen vóór de start 4FM op 1 april 2010.

Kostenbesparing aanbestedingen

Dit betreft de besparing opde inkoopkosten van de door 4FM ten behoeve van de ministeries ingekochte goederen en diensten streefnorm: zijn per 01/04/2012 met 5% gedaald ten opzichte van het niveau op 31/03/2010 en dat wordt verdisconteerd in de tarieven van 2012. In 2010 dalen de inkoopkosten naar verwachting met 0,73% (voor alle departementen samen € 204 000). Deze daling is reeds verdisconteerd in de tarieven per 01/04/2010.

Duurzaamheid

Alle vanaf 1/4/2010 uitgevoerde aanbestedingen dienen voor 100% te voldoen aan de criteria voor duurzaamheid volgens het agentschap NL.