Kamerstuk 32370-9

Financiële bijdrage van de Kamer aan het Huis voor democratie en rechtsstaat

Dossier: Raming der voor de Tweede Kamer in 2011 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

Gepubliceerd: 15 september 2010
Indiener(s): Gerdi Verbeet (PvdA)
Onderwerpen: begroting bestuur financiën parlement
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32370-9.html
ID: 32370-9

Nr. 9 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de leden

Den Haag, 15 september 2010

Bij de behandeling van de Raming voor de Kamer voor 2011 in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 28 juni jl. heb ik namens het Presidium een brief toegezegd over de mogelijke incidentele en tijdelijke besteding van het budget dat beschikbaar wordt gesteld voor het Huis voor democratie en rechtsstaat.

In de Raming van de Kamer is voor 2011 en volgende jaren 2 486 miljoen euro opgenomen voor de betaling van de schadeloosstelling van de in Nederland gekozen leden van het Europees Parlement. Sinds de nieuwe zittingsperiode van het Europees Parlement worden de nieuwgekozen leden rechtstreeks vanuit Brussel betaald en hebben de herkozen leden eenmalig de mogelijkheid gehad om voor de oude, dan wel de nieuwe situatie te kiezen. Op twee na hebben ook alle herkozen leden voor rechtstreekse betaling vanuit Brussel gekozen.

De Kamer heeft bij meerdere gelegenheden (debatten over de Raming en over het Huis voor democratie en rechtsstaat) ingestemd met het, in overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gedane voorstel om deze vrijvallende middelen aan te wenden voor de medefinanciering van het Huis. Te gelegener tijd zal dit bedrag dan ook worden overgeboekt naar het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (zie ook bijgaand afschrift van een brief aan de staatssecretaris voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

Tot het moment van overboeking wordt een groot deel van deze middelen aangewend voor verbetering van de toegang voor bezoekers en de publieke uitstraling van de Tweede Kamer, terwijl een beperkt deel beschikbaar wordt gesteld voor de zogenoemde proeftuinen, die bedoeld zijn als aanzetten voor de activiteiten van het Huis. Deze richten zich in het bijzonder op jongeren en passen goed binnen de doelstellingen van de Kamer om het bezoek aan ons gebouw van juist deze doelgroep sterk te bevorderen.

In het zomerreces van 2010 is de publieksingang aan de Lange Poten sterk vergroot en zijn de garderobevoorzieningen voor zowel individuele- als groepsbezoekers sterk verbeterd en uitgebreid.

Tegen 2011 is een koffiecorner voor bezoekers voorzien en wordt opnieuw een bijdrage verstrekt voor de uitvoering van bovengenoemde proeftuinen.

Het Presidium moet zich nog beraden over de wijze waarop de Kamer c.q. de Staten-Generaal als geheel aandacht gaat schenken aan het 200-jarig bestaan van de beide kamers in 2015. Het is denkbaar dat een deel van de middelen ook daaraan wordt besteed.

Daarnaast is er vanuit de fracties en individuele leden een groeiende vraag naar een draadloos netwerk in het gebouw (WiFi). Dit kan zowel de ondersteuning van de werkzaamheden van de Kamer als geheel en de fracties in het bijzonder ten goede komen en kan tevens bijdragen aan de uitstraling van de Kamer naar de bezoekers. Het biedt op termijn mogelijkheden voor een betere begeleiding van en voorlichting aan groepen en individuele bezoekers van de Tweede Kamer. Het Presidium overweegt een deel van bovengenoemde middelen ook daarvoor in te zetten.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

G. A. Verbeet

De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

J. E. Biesheuvel-Vermeijden

BIJLAGE

Mevrouw drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 25 augustus 2010

Geachte mevrouw Bijleveld-Schouten,

Op ambtelijk niveau heeft de Tweede Kamer kennis kunnen nemen van uw conceptregeling voor de subsidiering van het Huis voor democratie en rechtsstaat. Dat leidt mij tot de volgende opmerkingen.

De Tweede Kamer heeft de bereidheid uitgesproken om de middelen die op haar Raming staan ter financiering van de schadeloosstelling van de in Nederland gekozen leden van het Europees parlement, nu deze leden voortaan rechtstreeks via Brussel worden gehonoreerd, in beginsel beschikbaar te stellen voor het Huis voor democratie en rechtsstaat. De Kamer wordt daarmee de grootste contribuant van het Huis. Het gaat hier maximaal om 2 486 000 euro (ultimo 2011). Maximaal omdat de herkozen leden van het Europees Parlement nog eenmaal konden kiezen voor honorering vanuit het land waar men gekozen is. Twee leden hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

In het licht van bovenstaande acht ik het gerechtvaardigd dat de Voorzitter van de Tweede Kamer wordt betrokken bij de beoordeling van de jaarplannen van de stichting. Er worden daar straks immers ook activiteiten ondernomen die sterk samenhangen met het onder de aandacht van de doelgroep van het Huis te brengen werkzaamheden van, in en door de Tweede Kamer en de positie ervan in ons democratisch bestel. Het zal u niet onbekend zijn dat heel veel parlementen dit soort activiteiten zelf organiseren, terwijl we dat nu voor een groot deel in handen leggen van een onafhankelijke stichting.

Dit geldt overig ook voor de activiteiten van de Stichting Bezoekerscentrum Binnenhof (SBB). Het bestuur van deze stichting wordt nu nog gevormd door de beide kamers, maar de SBB draagt haar werkzaamheden over aan het Huis in de vorm van een juridische fusie. Daarbij teken ik nog aan dat de Tweede Kamer de stichting jaarlijks met 70 000 euro subsidieert om zo de entreeprijs voor het bezoek aan de beide kamers en de Ridderzaal op een aanvaardbaar niveau te houden. Ook in dat verband acht ik blijvende betrokkenheid van de Kamer op zijn plaats.

Zoals meerdere keren is uitgesproken en bevestigd, is de Tweede Kamer bereid om de bovengenoemde bijdrage te leveren en is het ook het voornemens dit bedrag op termijn over te boeken naar het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Tot dat nader vast te stellen moment, samenhangend met de opening van het fysieke Huis, waarover nog besluitvorming in de Stuurgroep moet plaatsvinden, is de Kamer bereid bij te dragen aan de exploitatie van het Huis in wording op basis van de behoefte aan financiering zoals die zal moeten blijken uit de door de directie van het Huis op te stellen meerjarenvisie.

Vooralsnog zal de Kamer een substantieel van de middelen aanwenden voor verbetering van de toegang voor bezoekers en de publieke uitstraling van de Tweede Kamer.

Met vriendelijke groet,

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

G. A. Verbeet