Kamerstuk 32337-12

Amendement van de leden Bouwmeester en Berndsen-Jansen ter vervanging van nr. 8 over een rechterlijke toetsing voorafgaand aan de dwangbehandeling

Dossier: Wijziging van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiƫle jeugdinrichtingen in verband met de verruiming van de mogelijkheid onvrijwillige geneeskundige behandeling te verrichten


Nr. 12 AMENDEMENT VAN DE LEDEN BOUWMEESTER EN BERNDSEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 81

Ontvangen 26 januari 2012

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel C, wordt artikel 16b wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Een besluit van het hoofd van de inrichting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, kan slechts worden genomen na een daartoe strekkende machtiging van de beroepscommissie.

  • 3. Het hoofd van de inrichting kan bij de beroepscommissie een schriftelijk verzoek doen tot een machtiging als bedoeld in het tweede lid. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de behandeling van het verzoekschrift door de Raad.

II

In artikel I, onderdeel D, wordt in het eerste onderdeel na «artikel 16b» een zinsnede ingevoegd, luidende: , eerste lid.

III

In artikel I, onderdeel E, wordt in het tweede onderdeel na «artikel 16b» een zinsnede ingevoegd, luidende: , eerste lid.

IV

In artikel II, onderdeel B, wordt artikel 46d als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Een besluit van de directeur als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, kan slechts worden genomen na een daartoe strekkende machtiging van de beroepscommissie.

  • 3. De directeur kan bij de beroepscommissie een schriftelijk verzoek doen tot een machtiging als bedoeld in het tweede lid. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de behandeling van het verzoekschrift door de Raad. Artikel 60, eerste lid, is niet van toepassing op het besluit van de directeur als bedoeld in het eerste lid.

V

In artikel II, onderdeel B, wordt in artikel 46e, eerste, tweede en vierde tot en met zesde lid, na «artikel 46d» telkens ingevoegd: , eerste lid.

VI

In artikel III, onderdeel B, wordt artikel 51d als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. De directeur van de inrichting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, kan slechts worden genomen na een daartoe strekkende machtiging van de beroepscommissie.

  • 3. De directeur van de inrichting kan bij de beroepscommissie een schriftelijk verzoek doen tot een machtiging als bedoeld in het tweede lid. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de behandeling van het verzoekschrift door de Raad. Artikel 65, eerste lid, is niet van toepassing op het besluit van de directeur van de inrichting als bedoeld in het eerste lid.

VII

In artikel III, onderdeel B, wordt in artikel 51e, eerste, tweede en vierde en vijfde lid, na «artikel 51d» steeds ingevoegd: , eerste lid.

Toelichting

Dit amendement beoogt de rechtsbescherming van gedetineerden te verbeteren. Daartoe is het nodig dat de rechter vooraf toestemming geeft voor een onvrijwillige geneeskundige behandeling. Een beslissing van het hoofd van de inrichting met de mogelijkheid van bezwaar en beroep met een schorsende werking, acht de indiener een onvoldoende waarborg voor die rechtsbescherming. Naar de mening van de indiener biedt een rechterlijke beslissing om iemand in een justitiële inrichting op te nemen, onvoldoende grond voor een beslissing over een eventueel noodzakelijke onvrijwillige geneeskundige behandeling.

Bij de rechterlijke toets vooraf is gekozen voor de beroepscommissie van de Raad voor de strafrechtstoepassingen jeugdbescherming, het rechterlijk college dat in de beginselenwetten belast is met beroepszaken over beslissingen op grond van de beginselenwetten en dus ook over de beslissingen over de dwangbehandeling die nu al in de beginselenwetten is opgenomen. De beroepscommissie beschikt over de noodzakelijke expertise, omdat een lid met psychiatrische en gedragsdeskundige expertise aanwezig is.

Bouwmeester Berndsen