Kamerstuk 32261-24

Reactie op de notitie van de leden van de Staten van Aruba, A. Bikker, van Curaçao, D. Rozier en van Sint Maarten, R. Douglas, omtrent de erkenning van diploma’s en registratie in het BIG-register van Caribische studenten.

Dossier: Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking

Gepubliceerd: 8 november 2011
Indiener(s): Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen: organisatie en beleid werk werkgelegenheid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32261-24.html
ID: 32261-24

Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 2011

In antwoord op de brief van 16 september jl. van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, geef ik u, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, hierbij mijn reactie op de notitie van de leden van de Staten van Aruba, A. Bikker, van Curaçao, D. Rozier en van Sint Maarten, R. Douglas, omtrent de erkenning van diploma’s en registratie in het BIG-register van Caribische studenten.

De reactie volgt puntsgewijs bij de gestelde aanmerkingen en conclusies in de notitie.

Aanmerkingen

Ad 1

Dat het Koninkrijk voor wat betreft Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden gebonden is aan het op 19 juli 1974 te Mexico tot stand gekomen UNESCO verdrag; artikel 5 van de Regionale Overeenkomst inzake de erkenning van diploma’s op het gebied van het hoger onderwijs in Latijns Amerika en het Caribische gebied om de noodzakelijke maatregelen te treffen teneinde met het oog op de uitoefening van een hoger beroep zo spoedig mogelijk tot erkenning te komen van diploma’s, getuigschriften of academische graden die door de bevoegde autoriteit van een andere overeenkomstsluitende Staat zijn verleend.

Nederland is de vermelde overeenkomst nagekomen voor beroepsbeoefenaars in de individuele gezondheidszorg. Artikel 41 en 45 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) bevatten een regeling voor erkenning van een buitenlands diploma en voor registratie en toelating tot de beroepen, als bedoeld in respectievelijk artikel 3 van de wet BIG (apotheker, arts, fysiotherapeut, gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, tandarts, verloskundige en verpleegkundige) en de krachtens artikel 34 van de wet BIG aangewezen beroepen (apothekersassistent, diëtist, ergotherapeut, huidtherapeut, logopedist, mondhygiënist, oefentherapeut, optometrist, orthoptist, podotherapeut, radiotherapeutisch laborant, radiodiagnostisch laborant, tandprotheticus en verzorgende in de individuele gezondheidszorg).

De Commissie Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid (CBGV), ingesteld bij het Besluit buitenslands gediplomeerden volksgezondheid (Stb. 1996, 69), adviseert mij per afzonderlijke aanvrage omtrent de gelijkwaardigheid van het buitenlandse diploma aan het Nederlandse vereiste diploma en of ik aan betrokkene al dan geen verklaring van vakbekwaamheid kan afgegeven en kan registreren in het BIG-register, ingeval van een artikel 3 Wet BIG beroep.

Ad 2

In Nederland zou onvoldoende gewicht worden toegekend aan de registratie – na getoetst/ erkend te zijn door de Koninkrijk’s instantie «NASKHO» – in het/de BIG registers van Curaçao c.q. Sint Maarten van degenen die hun graad of diploma aan universiteiten of hogescholen in de Caribische regio hebben behaald.

NASKHO, the Netherlands Antillen Foundation for Clinical Higher Education, is geen publiek instituut dat diploma’s kan erkennen. NASKHO verzorgt medische (na)scholing en congressen voor artsen. Evenmin zijn er naar mijn weten publieke kwaliteitsregisters voor beroepen in de individuele gezondheidszorg op Aruba, Curaçao of op Sint Maarten.

Diploma’s van opleidingen in de individuele gezondheidszorg van Zuid-Amerika en van het Caribische gebied – waaronder ook Curaçao, Sint Maarten en Aruba – beschouwt Nederland als zogenaamde derde landen diploma’s, afkomstig van buiten de EER. Dit in tegenstelling tot diploma’s van binnen de Europese Economische Ruimte, die voor de erkenning een procedure kennen in het kader van de richtlijn nr. 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (Pb EU L 255). De houders van derde landen diploma’s kunnen volgens de procedure, zoals hiervoor onder mijn antwoord onder ad 1 omschreven, een verklaring voor vakbekwaamheid en een registratie in het BIG-register verkrijgen om het betrokken beroep in Nederland uit te oefenen.

De bijzondere situatie van Curaçao, Sint Maarten en Aruba – als onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden – wordt momenteel niet gereflecteerd in hun status van derde landen. Tussen Nederland en deze drie Caribische landen van het Koninkrijk bestaan verschillende samenwerkingsprotocollen. Wellicht is het mogelijk dat op termijn ook afspraken kunnen worden gemaakt die de registratie van houders van een diploma van een opleiding die opleidt tot een beroep in de individuele gezondheidszorg gevestigd op Aruba, Curaçao of Sint Maarten in het Nederlandse BIG-register vergemakkelijken.

Ad 3

Dat de erkenning van de bevoegdheid van buitenlands gediplomeerden die in de regio hebben gestudeerd naar Arubaans gezondheidsrecht c.q. verzekeringsrecht in de praktijk vaak aanhaakt op registratie in het Nederlandse BIG register.

Ik heb geen aanwijzingen dat men in Aruba voor de erkenning van de bevoegdheid van buitenlands gediplomeerden in de praktijk zou aanhaken op registratie in het Nederlandse BIG-register.

Ad 4

Dat de Nederlandse Wet BIG een kennis- en vaardighedentoets (assessment) en een aanpassingsstage kent voor de buitenlands gediplomeerden.

Voor de beroepen arts, tandarts en verpleegkundige wordt aan de hand van het zogenaamde assessment beoordeeld of de kennis en vaardigheden van de buitenlandse diplomahouder voldoen aan de krachtens de wet BIG gestelde opleidingseisen voor deze beroepen. Het assessment bestaat uit twee onderdelen: de algemene kennis- en vaardighedentoets (AKV-toets), vooral gericht op taal- en communicatievaardigheden, en een beroepsinhoudelijke toets (BI-toets).

Het slagen voor de AKV-toets is een voorwaarde voor het afleggen van de BI-toets, waarbij de nadruk ligt op praktische vaardigheden. Na een niet voldoende resultaat bij het assessment krijgt men een advies voor het volgen van aanvullende opleiding om de tekortkomingen weg te werken.

Beoefenaars van alle overige beroepen met een diploma van buiten de EER moeten ook de AKV-toets afleggen. Na slagen voor de AKV-toets volgt de inhoudelijke beoordeling van de door de aanvrager gevolgde opleiding door de eerder genoemde CBGV.

Conclusie:

Ad 1

Dat moet worden nagegaan in hoeverre in Nederland meer gewicht kan worden toegekend aan registratie in het BIG-register van Curaçao c.q. Sint Maarten en bij voorkeur naar een gelijkwaardige behandeling moet worden gestreefd.

Het primaire belang is de borging van een goede kwaliteit van de beroepsuitoefening in de individuele gezondheidszorg in Nederland. De kennis en vaardigheden van buitenlands gediplomeerden dienen dan ook op gelijke wijze getoetst te worden om na te gaan of deze overeenkomen met de krachtens de wet BIG gestelde opleidingseisen voor het desbetreffende beroep.

Zoals hierboven al uiteengezet, leidt de bijzondere status van Aruba, Curaçao en Sint Maarten als landen van het Koninkrijk der Nederlanden niet automatisch tot een vereenvoudigde procedure t.o.v. landen die geen deel uitmaken van het Koninkrijk. Dit neemt niet weg dat Nederland hecht aan de samenwerkingsmogelijkheid die de Koninkrijksrelatie biedt.

Ad 2

Dat in ieder geval onnodige obstakels voor aansluiting op de registratie in het Nederlandse BIG-register moeten worden weggenomen.

Gediplomeerden in de individuele gezondheidszorg uit Aruba, Curaçao of St. Maarten kunnen worden opgenomen in het Nederlandse BIG-register. Zij dienen hiervoor echter de hierboven reeds beschreven procedure succesvol te doorlopen, die ook geldt voor in derde landen gediplomeerden die geen onderdeel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden.

Ad 3

Dat het wenselijk zou zijn dat, voor zover vereist, de kennis- en vaardighedentoets op grond van de Nederlandse Wet BIG periodiek in Aruba, Curaçao of Sint Maarten of in de BES eilanden zou kunnen worden afgelegd, althans dat aldaar van Nederlandse zijde voorlichtingsessies moeten worden gegeven ter fine van een betere voorbereiding door de desbetreffende buitenlands gediplomeerden.

De afname van de kennis- en vaardighedentoets in Aruba, Curaçao of Sint Maarten of op de Caribisch-Nederlandse eilanden is op dit moment praktisch gezien niet realiseerbaar, bij gebrek aan een kwalitatieve infrastructuur om de test daar af te nemen. De website van het BIG-register (http://www.bigregister.nl) bevat uitvoerige informatie in het Engels voor buitenlandse diplomahouders over de erkenning van diploma’s en over de voorwaarden voor registratie in het BIG-register. Op deze website treft men ook de praktische en inhoudelijke informatie aan over het assessment.

In Nederland worden jaarlijkse voorlichtingsbijeenkomsten over het assessment georganiseerd. Deze worden helaas niet in het buitenland aangeboden, ook niet in de andere landen van het Koninkrijk der Nederlanden.

Ad 4

Dat het wenselijk is om te onderzoeken of op gemeld gebied wellicht een regeling ex artikel 38 van het Statuut tot stand kan worden gebracht voor een betere afstemming ter zake van de erkenning van de vakbekwaamheid van buitenslands gediplomeerden.

Zoals ik hierboven al heb aangegeven is de wet- en regelgeving omtrent de erkenning van in het buitenland verkregen beroepsgerichte opleidingen gebaseerd op Europees recht, meer in het bijzonder de richtlijn betreffende de erkenning van beroepskwalificaties. Deze richtlijn maakt het mogelijk dat per land verschillende procedures voor de erkenning van diploma’s worden opgesteld. Het is evenwel niet mogelijk dat een andere regeling wordt getroffen voor de erkenning van diploma’s vanwege de herkomst van het diploma of vanwege de nationaliteit van betrokkene ingeval het een diploma is van een land van buiten de EER. Dit principe is gehanteerd als uitgangspunt in de Wet BIG. Voor personen die een opleiding op een van de eilanden van Caribisch Nederland afronden, zullen daar waar het de registratie in het BIG-register betreft over enkele jaren dezelfde regels gelden als voor degenen die een opleiding in Nederland hebben afgerond. Ik zal dan bezien of het mede in het licht van het concrete onderwijsaanbod op de eilanden Curaçao, Sint Maarten en Aruba, mogelijk is voor afgestudeerden aan een opleiding aldaar op basis van de samenwerkingsprotocollen die tussen de landen van het Koninkrijk bestaan (werk)afspraken over de registratie te maken.

Ik hoop u hiermee in voldoende mate te hebben geïnformeerd.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers