Kamerstuk 31952-3

Begrotingstoelichting (inclusief overzicht moties en toezeggingen) bij de Raming der voor de Tweede Kamer in 2010 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

Dossier: Raming der voor de Tweede Kamer in 2010 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

Gepubliceerd: 20 mei 2009
Indiener(s): Gerdi Verbeet (PvdA)
Onderwerpen: begroting bestuur financiƫn parlement
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31952-3.html
ID: 31952-3

31 952
Raming der voor de Tweede Kamer in 2010 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

nr. 3
BEGROTINGSTOELICHTING (UITGAVEN EN ONTVANGSTEN)

1. Leeswijzer

Artikel 3 «Wetgeving en controle Tweede Kamer» is ingedeeld in de volgende paragrafen:

1. Algemene doelstelling

2. Speerpunten 2010

3. Tabel budgettaire gevolgen van beleid en begrotingsvoorstellen

4. Operationele doelstellingen

5. Risico’s

6. Kengetallen

7. Bedrijfsvoeringparagraaf

Overeenkomstig de ontwerpbegroting 2009 is bij beleidsartikel 3 een paragraaf Speerpunten 2010 opgenomen. Deze dient als tegenhanger van de (departementale) beleidsagenda.

In de tabel «budgettaire gevolgen van beleid» is geen regel met «juridisch verplicht» opgenomen. Met juridisch verplicht wordt bedoeld inzichtelijk te maken voor welk deel van de begroting al juridisch afdwingbare verplichten zijn aangegaan. Bij de Tweede Kamer zijn de verschillende budgetten te beschouwen als apparaatskosten; de vrij beïnvloedbare ruimte daarvan is beperkt.

Tussen de Eerste en Tweede Kamer en het kabinet zijn afspraken gemaakt over het financieel beheer. Uitgangspunt daarbij is dat de Eerste en Tweede Kamer zelf verantwoordelijk zijn voor het beheer en dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich strikt beperkt tot de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de Comptabiliteitswet 2001. Controle achteraf is daarbij een instrument om te beoordelen of de Colleges bij hun beheer binnen de grenzen blijven die de Comptabiliteitswet stelt. Daartoe worden de administraties van de Colleges jaarlijks gecontroleerd door de Rijksauditdienst en vindt periodiek overleg plaats met deze dienst.

Dit onlangs nog eens herbevestigd in een brief aan de Tweede Kamer van de minister van BZK (TK 29 833, nr. 17). Zie bijlage.

Financiële uitgangspunten

Het financiële uitgangspunt voor de Raming 2010 is het meerjarencijfer voor dat jaar zoals opgenomen in hoofdstuk IIA van de Rijksbegroting voor 2009 met betrekking tot de artikelen 2 «Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer», 3 «Wetgeving en controle Tweede Kamer» en 4 «Wetgeving en controle Eerste Kamer en Tweede Kamer» (31 700 IIA). Daarnaast is rekening gehouden met de structurele doorwerking van de in het wijzigingsvoorstel naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2009 op te nemen mutaties. Aangezien de Raming bij de Kamer voorafgaat aan de afronding van de Rijksbegroting als geheel, zijn mogelijk uit het laatstgenoemde proces voortvloeiende, generieke, mutaties niet in deze staat verwerkt.

2. De artikelen

Artikel 2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

1. Algemeen

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement geraamd.

Bij het opstellen van de Raming 2010 is nog geen rekening gehouden met de financiële doorwerking van de uitslagen van de Europese verkiezingen. Dit kan pas gebeuren bij de Voorjaarsnota 2010.

2. Activiteiten

2a. Zorg dragen voor uitbetalingen i.v.m. wettelijke regelingen

De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Stb. 1997, 250), de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en de Wet schadeloosstelling leden Europees Parlement (Stb. 1979, 379) zorg voor de uitgaven uit hoofde van:

– schadeloosstelling leden Tweede Kamer (artikel 2.1)

– reis- en overige kostenvergoedingen leden Tweede Kamer (artikel 2.1)

– wachtgelden oud-leden Tweede Kamer (artikel 2.2)

– pensioenen oud-leden en hun nabestaanden (artikel 2.2)

– schadeloosstelling Nederlandse leden van het Europees Parlement (artikel 2.3)

Aan deze activiteiten zijn de volgende kengetallen verbonden.

Aantallen deelgerechtigden2005200620072008
Pensioenen oud-leden242249253262
Wachtgelden oud-leden621209182
Weduwen- en Weduwnaarspensioenen124132122120
Wezenpensioenen4443
Totaal432505470467

2b. Facilitering outplacement

Daarnaast is binnen dit artikel een budget ten behoeve van outplacement voor oud-leden van de Tweede Kamer opgenomen. Het doel van de outplacementfaciliteit is tweeledig:

1. het bieden van een faciliteit voor oud-leden bij het zoeken naar een nieuwe functie;

2. het verminderen van het beroep op de wachtgeldregeling.

Het Presidium heeft in zijn vergadering van 12 december 2001 op grond van zowel een advies van de Commissie emolumenten als naar aanleiding van opmerkingen gemaakt bij gelegenheid van de behandeling van de Raming voor 2002, een vrijwillige outplacementregeling voor oud-leden van de Tweede Kamer vastgesteld. De outplacementregeling, die voor het eerst in de Raming van de Tweede Kamer voor 2003 (28 336, nr. 4, blz. 2) werd opgenomen, wordt door de Tweede Kamer beheerd.

In totaal is voor outplacement jaarlijks € 0,2 mln. beschikbaar. De uitgaven in 2008 beliepen € 0,059 mln.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

3a. Begrotingsvoorstellen

Er is geen sprake van wijzigen van de huidige meerjarencijfers. Wel wordt een voorbehoud gemaakt voor wat betreft de begroting en verantwoording van de schadeloosstelling van de Europarlementariërs. Er is sprake van het mogelijk vrijvallen van schadeloosstelling voor leden van het Europees Parlement na de eerstvolgende verkiezingen. Bij de nieuwe zittingsperiode van het Europarlement hebben de nieuwe Nederlandse leden van het Europarlement de plicht en de zittende leden de keuze de schadeloosstelling te laten betalen via het Europarlement en niet meer via de Tweede Kamer. De precieze hoogte van het vrijkomende bedrag zal afhangen van zowel de uitslag van de verkiezingen in juni 2009 als van de keuze van individuele leden van het Europarlement.

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden      
Tweede Kamer alsmede leden van het Europees Parlement200920102011201220132014
       
Verplichtingen32 43231 88632 96332 96332 46332 463
Uitgaven32 43231 88632 96332 96332 46332 463
1. schadeloosstelling20 72620 72620 72920 72920 72920 729
2. pensioenen en wachtgelden9 3258 7799 8539 8539 3539 353
3. schadeloosstelling Europarlementariërs2 3812 3812 3812 3812 3812 381
Ontvangsten286286286286286286

4. Kengetallen

In onderstaand overzicht zijn als achtergrondinformatie de gerealiseerde uitgaven en gemiddelden van de artikelonderdelen 2.1, 2.2 en 2.3 opgenomen voor de jaren 2005–2008 en prognoses voor 2009 en 2010.

 200520062007200820092010
1. schadeloosstelling19 38419 36620 66120 23220 72620 726
gemiddeld per lid TK129129138135138138
2. pensioenen en wachtgelden.8 0927 46111 9969 0169 3258 779
– totaal 2 en 327 47626 82732 65729 24830 05129 505
gemiddeld per lid TK183179218195200197
3. schadeloosstelling leden Europarlement2 2912 2962 3622 4292 3812 381
Gemiddeld per lid EP*858587908888

* In de EP berekening wordt geen rekening gehouden met onkostenvergoeding en wachtgeldverplichtingen.

Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer

1. Algemene doelstelling

Taak van de Tweede Kamer

Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: het controleren van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (Grondwetsgeving) en enkele andere grondwets- en wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

De ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer heeft als missie het ondersteunen van het constitutioneel proces. De ambtelijke organisatie wil dit verder versterken door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden en de fractie organisatie in alle facetten van het werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteit, zoals door de Kamer bepaald, is daarbij leidend voor de ambtelijke organisatie.

Het constitutioneel proces in de Tweede Kamer kenmerkt zich door een van jaar tot jaar toenemende complexiteit. Het aantal te behandelen onderwerpen neemt toe, de diepgang en omvang van de te beoordelen informatie wordt groter en de belangstelling vanuit de media en van de kant van belanghebbenden zorgen voor een toegenomen tijdsklem. Daarmee stijgt eveneens de druk op de Kamerleden en de ondersteunende functies. Zowel het aantal plenaire vergaderingen als het aantal commissievergaderingen vertoont de laatste jaren een stijgende lijn. Het aantal Kamervragen is in de periode 1987 tot en met 2008 zelfs ruim verdrievoudigd, van 963 in 1987 tot 3136 in 2008. Het aantal moties is in dezelfde periode ruim verzesvoudigd. In 1987 werden er 387 moties ingediend en in 2008 2543. ( zie het rapport Vertrouwen en Zelfvertrouwen).

2. Doelstellingen 2010

Op basis van de in de geleidende brief (Kamerstuk nr. 1) genoemde doelen, de Raming 2009, de behandeling daarvan en recente ontwikkelingen ziet het Presidium de volgende clusters van doelstellingen voor de Raming 2010:

1. De ambtelijke organisatie biedt (de leden van) de Tweede Kamer een adequate ondersteuning bij haar wetgevende en controlerende taken

2. De ambtelijke organisatie biedt (de leden van) de Tweede Kamer politiek neutrale, adequate en innovatieve informatie(voorziening) én stelt de met het politieke proces verbonden informatie ook beschikbaar aan de Nederlandse samenleving.

3. De ambtelijke organisatie ondersteunt (de leden van) de Tweede Kamer met een coherente, duurzame, efficiënte en effectieve bedrijfsvoering.

Deze doelstellingen worden in paragraaf 4 nader toegelicht.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

3a. Begrotingsvoorstellen

Er is geen sprake van wijzigen van de huidige meerjarencijfers

3.b Tabel budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

3: Wetgeving en controle Tweede Kamer200920102011201220132014
Verplichtingen92 42587 82483 53584 98384 41984 419
Uitgaven92 42587 82483 53584 98384 41984 419
1. apparaat67 44562 84558 55360 00159 43759 437
2. onderzoeksbudget1 0571 0571 0581 0581 0581 058
3. drukwerk2 8032 8032 8032 8032 8032 803
4. fractiekosten20 69720 69620 69820 69820 69820 698
5. uitzending leden423423423423423423
Ontvangsten2 0662 0662 0662 0662 0662 066

4. Operationele doelstellingen

De afgelopen jaren werden, ook in de keuze van de speerpunten, gekenmerkt door een optimalisering van de ondersteuning van leden door middel van (financiële) investeringen. Het Presidium meent dat, gelet op maatschappelijke ontwikkelingen, voor 2010 een koers moet worden gevaren waarbij de optimalisering van de ondersteuning van leden onverkort van kracht blijft, maar met een terughoudende instelling qua uitgavenpatroon (financiële) middelen. De uitvoering van de taakstelling en uitbestedingen zullen dit jaar haar beslag krijgen, nog meer dan in voorgaande jaren.

In 2009 is de Parlementaire Zelfreflectie afgerond. De uitvoering van de aanbevelingen vergen deels een cultuurverandering. Dit is een continu proces. Deels betreffen de aanbevelingen meer concrete voorstellen. De uitvoering daarvan zal voor een deel in 2010 plaatsvinden.

In deze paragraaf worden de doelstellingen 2010 gekoppeld aan een aantal concrete maatregelen.

Ad. 1 De ambtelijke organisatie biedt (de leden van) de Tweede Kamer een adequate ondersteuning bij haar wetgevende en controlerende taken.

Kernpunt vormt hierbij het proces van Parlementaire Zelfreflectie. De motie Schinkelshoek (TK 30 996, nr. 9) heeft geleid tot een breed proces van Parlementaire Zelfreflectie, dat in 2009 is afgesloten met een conferentie en een bespreking van de aanbevelingen in een nota overleg. De uitvoering van de aanbevelingen vergen deels een cultuurverandering. Dit is een continu proces. Deels betreffen de aanbevelingen meer concrete voorstellen. De uitvoering daarvan zal voor een deel in 2010 plaatsvinden. Het Presidium verwacht bijvoorbeeld dat de invoering van de uitvoerbaarheidtoets (één van de conclusies die uit het onderzoek is voortgevloeid) tot een intensivering van de werkzaamheden van de ambtelijke diensten zoals het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven, de Griffie en de Diensten Commissieondersteuning kan leiden. Duidelijk moet zijn dat de regering primair verantwoordelijk is voor het beantwoorden van vragen van de Kamer. De ambtelijke diensten kunnen en zullen deze rol niet overnemen.

De tien aanbevelingen uit het rapport van de stuurgroep worden stapsgewijs doorlopen.

Op voorhand is duidelijk dat de volledige uitvoering van de aanbevelingen een aanvullende financiële claim noodzakelijk maakt. Daarbij moet opgemerkt worden dat het uitputten van het reeds bestaande onderzoeksbudget en het realloceren van het budget van de themacommissies een eventuele claim met 0,5 mln. Euro kan verlagen. Niet alle kostenramingen leiden tot uitgaven. Het Presidium heeft op dit moment afgezien van het opnemen van een claim. Deels omdat de Kamer zich nog niet heeft uitgesproken over de aanbevelingen uit het rapport. Deels omdat het Presidium dit gegeven de huidige financiële omstandigheden niet wenselijk acht.

Tabel: financiële consequenties aanbevelingen stuurgroep parlementaire zelfreflectie

 AanbevelingConcreetBudget1
1Het werken met een toekomst- en onderzoeksagenda van de KamerInstellen thema- en tijdelijke commissies2  Uitvoeringsonderzoeken ex post (twee à drie per jaar)1 500 000
2Het werken met een «uitvoeringstoets» en een technische «tweede lezing» door de Tweede KamerUitvoeringstoeten ex ante  Advisering over «tweede lezing»300 000
3Het aanscherpen van het gebruik van parlementaire instrumentenPoortwachterfunctie: terugzenden van stukken  Andere wijze van organiseren hoorzittingen  Initiatiefvoorstellen100 000
4Het vaker benutten van adviesraden, planbureaus en Hoge Colleges van StaatOnderzoek- c.q. werkprogramma per commissie  ProcesafsprakenBudgettair neutraal
5Het selectief omgaan met spoeddebattenVerwijzing overleg van plenaire agenda naar commissies  Introductie Spoedoverleg  Nieuwe drempel spoeddebattenBudgettair neutraal
6Het selectief omgaan met de plenaire afronding van algemene overleggen (VAO’s)AO afronden met inventarisatie of plenaire afronding gewenst is; verzoek daartoe door of namens de commissievoorzitterBudgettair neutraal
7Het verbeteren van de persoonlijke en facilitaire ondersteuning van KamerledenVergroten ondersteuning voor het afhandelen van e-mails.3 735 000
8Het versterken van de kennis en deskundigheidScholingsaanbod aan leden en fracties  Programma staatsbestelBudgettair neutraal
9Het beter benutten van de KamerorganisatieDienstverlening transparanter makenBudgettair neutraal
10Het onderzoeken van de mogelijkheden om kandidaat-bewindslieden te horen door de Kamer alvorens zij worden benoemdKennis overdragen  Onderzoek doen en desgewenst extern advies inwinnenBudgettair neutraal

1 Alle genoemde bedragen zijn structureel van aard en moeten dus structureel aan de begroting van de Kamer worden toegevoegd.

2 Voorbeelden: Tijdelijke commissie Klimaatverandering, themacommissie Technologiebeleid.

De tien aanbevelingen worden stapsgewijs doorgelopen.

1 Het werken met een toekomst- en onderzoeksagenda van de Kamer.

Het instellen van extra tijdelijke commissies zal een extra werkbelasting met zich meebrengen. Het is niet de verwachting dat er verdringing zal optreden ten opzichte van andere commissieactiviteiten. In de regel wordt op dit moment een tijdelijke commissie bestaft met eigen personeel dat op de reguliere werkplek wordt vervangen. Daarnaast vindt externe inhuur plaats en worden activiteiten uitbesteed. Ervaringsgegevens leren dat een tijdelijke commissie (met of zonder enquêtebevoegdheid) gemiddeld 750 000 Euro kost. Het instellen van twee tijdelijke commissies per jaar voor het houden van toekomstverkenningen en/of uitvoeringsonderzoeken zou dan 1,5 miljoen Euro kosten.

  Voor themacommissies is thans € 100 000 op jaarbasis gereserveerd. Verhoging is thans niet nodig.

2 Het werken met een «uitvoeringstoets», een technische «tweede lezing» en het uitstellen van stemmingen

Het uitvoeren van deze aanbeveling past binnen het bestaande instrumentarium van de Tweede Kamer. De inhoudelijke deskundigheid en capaciteit is grotendeels al beschikbaar. Wel zal een verschuiving van activiteiten optreden. Zo zal het analyseren van beschikbare uitvoerbaarheidtoetsen waarschijnlijk ten koste gaan van de tijd die ingezet kan worden voor andere activiteiten. Of en in welke mate dit gebeurt is nu nog niet te becijferen.

  Wel valt een schatting te maken van de kosten voor het uitbesteden van de uitvoerbaarheidtoetsen aan derden. Dergelijke toetsen zijn ook in het verleden uitgevoerd en werden betaald vanuit het onderzoeksbudget. De inschatting is dat er jaarlijks twee a drie van deze toetsen uitgevoerd kunnen worden. Kosten per toets liggen naar schatting tussen de 75 000 en 125 000 Euro. Een additionele claim voor onderzoeksbudget is dan nodig. Gedacht wordt aan 300 000 Euro.

3 Het aanscherpen van het gebruik van parlementaire instrumenten.

Deze aanbeveling strekt met name op het beter voorbereiden van hoorzittingen. Duidelijk wordt dat de vormgeving van deze hoorzittingen moet lijken op de vorm van de hoorzittingen van tijdelijke commissies. Dat maakt het mogelijk een inschatting te maken van de benodigde capaciteit. Het goed voorbereiden van een hoorzitting met één getuige kost ongeveer een werkdag. Dit betreft zowel de procedurele als de inhoudelijke voorbereiding. Het maakt daarbij niet uit of het al dan niet een parlementaire enquête betreft. Een hoorzitting voor het horen van enkele personen zoals wordt voorgesteld zou dan ruwweg één week kosten.

  Stel nu dat iedere vaste commissie twee of drie van deze hoorzittingen per jaar zou houden, zou dat neerkomen op zo’n veertig hoorzittingen en dus een capaciteitsbeslag van 1 fte. Aangezien niet beoogd wordt de intensievere voorbereiding van hoorzittingen ten koste te laten gaan van andere activiteiten betekent dit extra kosten. Deze worden geschat op 100 000 Euro.

  Voor de ondersteuning van initiatiefnemers (initiatiefvoorstellen) is een voorstel in ontwikkeling (maximaal € 15 000 voor een initiatiefnemer). Aangenomen wordt vooralsnog dat dit gedekt kan worden uit het onderzoeksbudget, derhalve is dit vooralsnog budgettair neutraal.

4 Het vaker benutten van adviesraden, planbureaus en Hoge Colleges van Staat.

Het uitvoeren van deze aanbeveling kan relatief eenvoudig en zal geen kosten met zich meebrengen. Verder is het niet realistisch om te veronderstellen dat onze grootste «kennisleverancier», de Algemene Rekenkamer, meer dan nu al het geval is in staat zal zijn verzoekonderzoek uit te voeren. De huidige verzoeken vanuit de Tweede Kamer leggen al een grote claim op de beschikbare capaciteit en de onderzoeksprogrammering van de rekenkamer. Vooralsnog mag er van worden uitgegaan, dat de extra vraag aan adviesraden, planbureaus en Hoge Colleges van Staat ten koste gaat van het uitbesteden van onderzoek aan andere partijen en dus budgettair neutraal is.

5 Het selectief omgaan met spoeddebatten.

Het voeren van minder spoeddebatten kost geen geld. Wel is denkbaar dat dit voorkomt dat de druk op enkele ambtelijke diensten (zoals DVR) verder oploopt. Zo zal er minder in de avonden vergaderd hoeven te worden.

  Minder debatten betekent dat het voor de ambtelijke organisatie eenvoudiger zou moeten zijn capaciteit vrij te spelen voor de uitvoering van de aanbevelingen 1, 2, 3 en 4. Blijft het aantal spoeddebatten op het huidige niveau of neemt dit nog verder toe, dan zal dit moeten worden vertaald in extra personele inzet bij de betrokken diensten.

6 Het selectief omgaan met de plenaire afronding van algemene overleggen (VAO’s).

Ook dit kost geen geld maar betekent het vrijkomen van extra capaciteit voor andere activiteiten.

7 Het verbeteren van de persoonlijke en facilitaire ondersteuning van Kamerleden.

In het kader van deze aanbeveling is eerder gesproken over het uitbreiden van de fractieondersteuning van 0,5 fte per lid ten behoeve van e-mailafhandeling. De totale personele kosten hiervoor bedragen 3 435 000 Euro. Gebaseerd op schaal 7 BBRA.Verder zijn er additionele kosten voor de inrichting van de werkplekken. Op basis van de rijksbreed gehanteerde normtarieven is uitgegaan van 5 000 Euro per jaar per werkplek. Daarvoor is een extra 300 000 benodigd. Het totaal komt daarmee op 3 734 100 Euro. Gelet op de huidige financiële/economische situatie acht het Presidium het niet opportuun die te ramen.

  In dit verband overweegt het Presidium een onderzoek om na te gaan wat de aard en omvang is van de betreffende problematiek. Op deze wijze kan op een nader te bepalen moment een onderbouwde keuze plaats vinden voor een eventuele investering.

8 Het versterken van kennis en deskundigheid.

Het opstellen van een scholingsprogramma voor nieuwe en zittende leden zal tijd vergen en wellicht ook kosten. De omvang hiervan laat zich niet betrouwbaar schatten. De verwachting is wel dat de kosten niet erg hoog zullen zijn. Mede omdat de verwachting is dat in nauw overleg met de fracties de daar beschikbare deskundigheid kan worden benut.

9 Het beter benutten van de Kamerorganisatie.

Deze aanbeveling sluit aan bij de acties die in de afgelopen periode in gang zijn gezet.

10 Het onderzoeken van de mogelijkheden om kandidaat-bewindslieden te horen door de Kamer alvorens zij worden benoemd.

Het onderzoek naar de mogelijkheid om kandidaat-bewindslieden te horen zal weinig of geen kosten met zich meebrengen. De eventuele hoorzittingen zullen wel voorbereiding vergen. De hoorzittingen zijn beperkt in aantal, worden uitgevoerd in een voor de Kamerorganisatie relatief rustige tijd en komen gemiddeld eens in de vier jaar voor.

Ad 2 De ambtelijke organisatie biedt (de leden van) de Tweede Kamer politiek neutrale, adequate en innovatieve informatie(voorziening) én stelt de met het politieke proces verbonden informatie ook beschikbaar aan de Nederlandse samenleving.

Met het operationeel worden van Parlis neemt de hoeveelheid beschikbare informatie snel toe. Het Presidium laat in 2010 onderzoeken op welke wijze de informatiseringketen doelmatiger kan worden ingezet. De verwachting is dat de in de voorgaande jaren gedane investeringen nu leiden tot doelmatiger processen en dus efficiencywinst tot gevolg hebben. Overigens vindt al in 2009 een onderzoek plaats bij de Griffie. In 2010 wordt invulling gegeven aan de (efficiency- en besparingsmogelijkheden) die uit dit onderzoek voortvloeien.

Bij de behandeling van de Raming 2009 is toegezegd dat de Dienst Automatisering (DA) uiterlijk eind maart 2009 de ICT basis infrastructuur op orde gebracht zal hebben. Gelet op het belang van deze projecten wordt in afwijking van het overzicht van «moties en toezeggingen» hier afzonderlijk verslag van gedaan.

In de periode medio 2007 tot en met maart 2009 heeft de DA een groot aantal projecten uitgevoerd ter versterking van de basis infrastructuur.

De vier belangrijkste, ook tijdens de behandeling van de Raming 2009 genoemde knelpunten betroffen:

1. traagheid van de PC op de werkplek;

2. traagheid van de internetverbinding op de werkplek;

3. beperkte opslagcapaciteit van de e-mailboxen en

4. beperkte opslagcapaciteit van de persoonlijke mappen (de «O-schijf»).

Ad 1. Traagheid van de PC op de werkplek

Inmiddels zijn alle verouderde PC’s vervangen door nieuwe, snellere exemplaren voorzien van een groot beeldscherm.

Ad 2. Traagheid van de internetverbinding

In 2008 is het netwerk van de Kamer ingrijpend vernieuwd waardoor de snelheid en betrouwbaarheid van het netwerk is toegenomen.

Ad 3. Beperkte opslagcapaciteit van de e-mailboxen

Tijdens het zomerreces 2008 is een nieuw e-mailsysteem in gebruik genomen waardoor de ruimte voor email sterk is vergroot (tot 2 gigabyte).

Ad 4. Beperkte opslagcapaciteit van de persoonlijke mappen (de «O-schijf»)

In de tweede helft van 2008 en begin 2009 is de capaciteit van de gegevensopslag van de Kamer zodanig uitgebreid dat naar verwachting de komende jaren geen knelpunten meer zullen optreden. De DA monitort de groei van de opslag nauwgezet en zal waar nodig opslagcapaciteit «bijschakelen». Daarmee is tegemoetgekomen aan de groeiende behoefte van de leden aan gegevensopslag.

Voor de volledigheid zij vermeld dat de explosieve groei aan gegevensopslag niet uniek is voor de Kamer. In vrijwel iedere informatie- en kennisintensieve sector is het een uitdaging dit proces te beheersen. Verdere investeringen in 2010 en daarna zijn daarom onvermijdelijk en dus ook opgenomen in de meerjarenplanning van de Dienst Automatisering. Het blijft evenwel noodzakelijk voor alle gebruikers om hun bestanden regelmatig op te schonen en te actualiseren, want hoeveel opslagcapaciteit er ook beschikbaar wordt gesteld, oneindig is deze nooit.

Kwaliteitsborging

Naast bovengenoemde vier kernprojecten heeft de DA een aantal projecten uitgevoerd waardoor onderhoud en toekomstige vernieuwingen van de basisinfrastructuur gewaarborgd zijn. Dit betreft vernieuwingen waar de gebruikers van de basisinfrastructuur niet direct iets merken, maar welke noodzakelijk zijn om ook in de toekomst een goede werking te garanderen. Verder is de Kamer in 2008 overgestapt op een systematiek waarbij (met gebruikmaking van moderne technieken) de omvang van de rekencentra kan worden teruggebracht. Deze stap leidt uiteindelijk tot minder apparatuur, minder beheerslast alsmede minder energiegebruik. Deze op termijn vrijkomende beheercapaciteit wordt ingezet om de met name de laatste vier jaar toegenomen beheerlast door de komst van nieuwe applicaties op te kunnen vangen.

Kamer Thuis Dienst

Momenteel werkt de DA ook aan de volgende versie van de Kamer Thuis Dienst. In lijn met de toezegging uit de Raming 2009 wordt gewerkt aan een structuur waarbij leden zelf voorzien in ICT-voorzieningen voor de thuiswerkplek en in een mobiele telefoon. Vooruitlopend daarop zullen de belangrijkste bestaande knelpunten in de verbinding tussen de thuiswerkplek en de Kamer rond de zomer 2009 worden opgelost.

In lijn met de toezegging uit de Raming 2009 wordt onderzocht op welke manier tegemoet gekomen kan worden aan de wens van de leden om een deel van de ICT voorzieningen in eigen beheer te nemen. De uitkomsten van een in april 2009 gehouden peiling onder de leden over dit onderwerp is besproken in het Strategisch Overleg Informatievoorziening (STOI). Op basis van deze peiling adviseert het Strategisch Overleg Informatievoorziening (STOI) aan het Presidium om bij het aantreden van de nieuwe Kamer na de verkiezingen in 2011 de thuiswerkplek door de leden zelf te laten verzorgen, maar de mobiele telefonie (zowel de telefoon als het abonnement) door de Kamerorganisatie. Het eindoordeel over dit advies is uiteraard aan de Kamer.

Afronding reorganisatie DA

Het bovenstaande heeft ook geleid tot veranderingen bij de DA.

Naar verwachting wordt de hiervoor noodzakelijk reorganisatie van de Dienst Automatisering medio 2009 afgerond.

Basisinfrastructuur

Naar de mening van het Presidium zijn daarmee alle tijdens de Raming gedane toezeggingen gerealiseerd. De basisinfrastructuur is op orde. Desalniettemin blijft ICT een belangrijk dossier waar een constante aandacht voor onderhoud en vernieuwing noodzakelijk is. De ambtelijke organisatie zal in 2009 maar ook daarna, in samenspraak met het Strategisch Overleg Informatievoorziening (STOI) en de ambtelijk secretarissen, de ICT voorzieningen in lijn houden met de wensen en behoeften van de Kamer.

Videoconferentie (VC)

Videoconferentie (VC) maakt gebruik van audio- en videotelecommunicatie om mensen op verschillende locaties virtueel bij elkaar te brengen voor een bijeenkomst. Dit kan een eenvoudige bespreking zijn tussen twee of meer personen in verschillende kantoren (point-to-point), of meerdere locaties (multi-point). Naast de audio en visuele uitwisselingen, kan videoconferentie ook worden gebruikt voor de uitwisseling van documenten en op computer weergegeven informatie, zoals een computerpresentatie. Met name multinationale ondernemingen hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in VC systemen. Besparingen zowel in tijd en kosten als de vermindering van CO2 uitstoot kan, afhankelijk van het reispatroon, substantieel zijn.

In principe kan Videoconferentie ingezet worden voor die activiteiten van de Kamer waarvoor gereisd dient te worden. Te denken valt aan commissieactiviteiten in het buitenland, hoorzittingen en overleg met andere parlementen in het kader van de «oranje/gele kaart» procedure. Hierbij kan VC ter substitutie van reisbewegingen worden ingezet. Daarnaast kan VC vergadermogelijkheden ontsluiten die nu uit praktische overwegingen onuitvoerbaar zijn. Even een uurtje overleggen met de Nederlandse Antillen en Aruba wordt met VC haalbaar.

Inmiddels is een aantal VC systemen beschikbaar gekomen, variërend van eenvoudig (een PC met een webcamera en veelal gratis software) tot zeer uitgebreide systemen (inclusief speciaal ingerichte Videoconferentieruimtes waarvan de kosten kunnen oplopen tot enkele tonnen per locatie). Met name bij de laatste uitvoering is het, om de hoge kwaliteit werkelijk te behalen, noodzakelijk dat de locatie waarmee de Videoconferentie wordt gehouden over eenzelfde infrastructuur beschikt.

Besloten is om, voordat besluiten worden genomen tot investering, een aantal proeven te doen met het gebruik van Videoconferentie in een realistische setting.

De oprichting van het Huis voor Democratie en Rechtsstaat.

De oprichting van het Huis voor Democratie en Rechtsstaat is bij de behandeling van de begrotingen 2007 van de ministeries van Algemene Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties door diverse fractiewoordvoerders aan de orde gesteld. Daarbij heeft de Kamer de motie-Heijnen / Van de Camp (TK 31 200 III, nr. 8H) met als dictum: «verzoekt het kabinet in overleg met beide Kamers en de gemeente Den Haag nog dit jaar een plan van aanpak te doen opstellen voor de realisatie van een «Huis van de Democratie», aangenomen». Voorts heeft de Kamer een amendement van de leden Schinkelshoek / Heijnen (TK 31 200 VII, nr. 27) op de begroting van het ministerie van BZK aangenomen, waardoor een bedrag van € 0,5 mln. beschikbaar is gesteld als stimulans ten einde te komen tot de oprichting van het Huis voor Democratie en Rechtsstaat. De betrokkenheid van de Tweede Kamer bij het Huis voor Democratie en Rechtsstaat is groot. Dat betreft zowel het programma als de bouwkundige voorzieningen. De Kamer heeft grote ambities voor wat betreft de ontvangst en educatie van jonge en van nieuwe Nederlanders. Zo heeft de Kamer zich bij de behandeling van de Raming 2008 van de Tweede Kamer via de motie-Schinkelshoek (TK 30 996, nr.11) uitgesproken over de wenselijkheid om in principe alle jongeren voor hun 18e jaar een keer in de Tweede Kamer te hebben ontvangen alvorens zij voor de eerste keer bij de Kamerverkiezingen hun stem uitbrengen. Daarbij gaat het om bijna 200 000 jongeren per jaar. De Kamer wil ook nieuwe Nederlanders laten kennis maken met het feitelijk functioneren van de parlementaire democratie en ontvangt daartoe nu al tal van groepen.

Het belangrijkste obstakel voor het ontvangen van meer (groeps) bezoekers is de accommodatie waarover de Tweede Kamer momenteel voor dat doel beschikt. De toegangsprocedures zijn de laatste jaren aanmerkelijk tijdrovender geworden, waardoor de wachttijden soms te lang zijn. De Kamer heeft ook gebrek aan ontvangst-, tentoonstellings-, educatieve- en debatruimtes, toiletvoorzieningen, koffiecorners e.d. Het Huis voor Democratie en Rechtsstaat moet bouwkundig en programmatisch zeer nauw verbonden worden met de Tweede Kamer en kan zo bijdragen aan een verbetering van de ontvangstmogelijkheden van de Tweede Kamer.

Het Presidium verwacht dat in 2010 een aanvang gemaakt kan worden met de uitvoering van de bouwkundige aanpassingen aan de gebouwen van de Tweede Kamer.

Het Presidium is in beginsel bereid ook financieel bij te dragen aan de realisatie van het Huis voor Democratie en Rechtsstaat dat na verwachting rond 2012 zijn deuren zal openen. Beide projecten kunnen respectievelijk incidenteel en structureel gefinancierd worden uit het geheel of voor een groot deel vrijvallen van het budget waaruit de schadeloosstelling van de Nederlandse leden van het Europees Parlement gefinancierd wordt.

Audiovisuele voorzieningen

De audiovisuele voorzieningen in de Tweede Kamer dateren uit de tijd van de oplevering van de nieuwbouw in 1992. Het Presidium acht het wenselijk na te gaan of de audiovisuele voorzieningen toereikend zijn voor toekomstig gebruik. De AV-voorzieningen moeten bijdragen aan het toegankelijk en transparant maken van het functioneren van het Parlement voor burgers en andere geïnteresseerde gebruikers en de faciliteiten die ten dienste staan aan leden en fracties versterken. Om goed voorbereid te zijn op de toekomst wordt nu ambtelijk gewerkt aan het opstellen van een strategienota. In deze nota komen voorstellen voor de audiovisuele voorzieningen. De besluitvorming omtrent de Audiovisuele voorzieningen zal in 2010 plaatsvinden. De eventuele start in 2011. De uitgaven van het vooronderzoek en de mogelijk te treffen audiovisuele voorzieningen worden vooralsnog als PM-posten in de meerjarencijfers verwerkt.

Wel worden nog deze zomer maatregelen getroffen om het audiosignaal van meer vergaderzalen beschikbaar te hebben op de werkplekken.

Ad 3 De ambtelijke organisatie ondersteunt (de leden van) de Tweede Kamer met een coherente, duurzame, efficiënte en effectieve bedrijfsvoering.

In de Raming 2008 is door het Presidium een efficiencytaakstelling van 5% opgenomen. Deze taakstelling omvat de volgende reeks:

 200920102011201220132014
Opbouw in fte714,128,328,328,328,3
Bedrag€ 341 000€ 681 000€ 1 363 000€ 1 363 000€ 1 363 000€1 363 000

2010 wordt gekenmerkt door soberheid. Het Presidium is van mening dat een behoudende instelling met betrekking tot (financiële) uitgaven en investeringen op zijn plaats is, mede gelet op de doelstellingen die de Kamerorganisatie zich heeft gesteld. Zoals de uitvoering van de Taakstelling, die in 2010 verder haar beslag zal krijgen. Daarnaast wordt dit jaar (in nauw overleg met de ondernemingsraad en de bonden) uitvoering gegeven aan een Europese aanbesteding tot uitbesteding van het schoonmaakonderhoud. De implementatie zal in 2010 zijn beslag krijgen door een verwerking in de jaarplannen van de diensten en de directies. Dit zal niet leiden tot gedwongen ontslagen of overname door een private partij.

Energiebesparing

De Kamer aanvaardde bij de behandeling van de Raming voor 2008 een motie van het lid Duyvendak.

Waarin werd opgeroepen om tot verdere energiebesparing bij de Kamer te komen. De Tweede Kamer doet al veel aan energiebesparing en participeert in een aantal energievriendelijke initiatieven (100% groene stroom, warmteterugwinning, gebruik van stadsverwarming, zonnepanelen, proeven met led-verlichting en energiezuinige tl-verlichting, veegpulsen, bewegingssensoren e.d.).

Technisch gezien was er op enkele onderdelen nog winst te behalen bijvoorbeeld door de introductie van een derde zogenoemde veegpuls en door toepassing van led-verlichting. Het dak- en gevelproject, dat de gebouwen weerbaar tegen ongewenst bezoek moet maken, heeft als bijkomend voordeel dat de isolatie van de gebouwen daardoor ook aanzienlijk wordt verbeterd. De grootste bijdrage aan energiebesparing moet evenwel gevonden worden in het gedrag van «de bewoners» van de Tweede Kamer.

Voor de Statenpassage is inmiddels een energielabel afgegeven. Dit jonge bouwdeel heeft als enige Rijksoverheidsgebouw het A-label gekregen. Het gebouw Hotel krijgt naar verwachting na de uitvoering van een aantal bouwkundige aanpassingen een B-label. De overige gebouwen op het Binnenhof zijn monumentaal van aard. Daarop is de energielabelling niet van toepassing.

5. Risico’s

Ontwikkeling P-uitgaven

Het is mogelijk dat in 2010 geen volledig loon- en prijsbijstelling zal plaats vinden voor wat betreft de ambtelijke artikelonderdelen. Het hiermee gemoeide bedrag bedraagt € 0,182 mln.

Daarnaast is er discussie over de verhoging van de pensioenpremie. De uitgaven van de Kamer zullen hierdoor met ongeveer € 0,400 mln. toenemen.

Invoering Rijkspas.

Er heeft nog geen besluitvorming plaats gevonden over de invoering van de Rijkspas binnen de Kamer. De bestaande pas wordt in ieder geval zo danig verbeterd dat misbruik veel beter kan worden voorkomen. Wel zijn een aantal scenario’s verkend. De hoogte van de bedragen hangt af van het nog te kiezen scenario.

6. Kengetallen

In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief (2004 – 2008) de uitgaven per artikelonderdeel binnen dit artikel als totaal en als gemiddelde per Kamerzetel opgenomen.

Uitgavenoverzicht (x € 1 000

Wetgeving en controle Tweede Kamer20042005200620072008
– apparaatskosten49 29453 97253 60658 66261 554
– onderzoeksbudget843222384529470
– drukwerk3 5172 8472 7933 0302 821
– fractiekosten18 52117 34718 93323 05721 746
– uitzending leden170140315244468
– enquêtes     
totaal artikel 372 34574 52876 03185 52287 059
gemiddeld per zetel482497507570580

De volgende cijfers dienen in hun context te worden bezien. Wetsvoorstellen die met blanco verslag en als hamerstuk zijn behandeld, tellen bijvoorbeeld in dit overzicht even zwaar als wetsvoorstellen die voorwerp zijn (geweest) van uitvoerig voorbereidend onderzoek en dagenlange plenaire vergaderingen.

Specificatie inzake de werkzaamheden van de Kamer (in aantallen)

 2005200620072008
Vergaderingen    
Plenaire vergaderingen106100106111
Commissievergaderingen    
– openbaar8737148291 310
– besloten711609592431
Spoeddebatten38294365
Overige vergaderingen6 6785 3217 5698 568
Werkbezoeken commissies    
Binnenland66324536
Buitenland23231535
Wetsvoorstellen, moties en vragen    
Ingediende wetsvoorstellen291269214285
– initiatief wetsvoorstellen923914
– rijksbegrotingen18182020
– fondsen7878
– suppletoire begrotingen54454676
In stemming gebrachte wetsvoorstellen*183290262236
Ingediende moties1 4341 1701 9682 543
– aangenomen*513488601686
– verworpen*5134329931 334
– ingetrokken858489105
– aangehouden*8538137104
– gewijzigd10974111212
– in behandeling*830
– vervallen1215434102
Schriftelijke vragen2 0451 7722 6713 002
– beantwoord*2 2252 0142 6772 972
Mondelinge vragen9692113134
Interpellaties5548

Amendementen per fractie in 2008

 AangenomenVerworpenIngetrokkenOvergenomen
fractieamendementenamendementenamendementenamendementen
CDA543141
PvdA4512202
SP14108171
VVD157980
GroenLinks21520
ChristenUnie32270
D6631331
SGP5320
PVV01400
PvdD01310
Verdonk0000
Gevolmachtigde    
Minister van    
de Nederlandse    
Antillen0000
totaal170262745

waaronder ook in voorgaande jaren ingediende wetsvoorstellen, moties en vragen.

Ingediende moties per fractieAantalSchriftelijke vragen per fractieAantal
SP540SP770
PVV392PVV466
VVD380CDA464
CDA263VVD389
PvdA223PvdA367
GroenLinks242PvdD257
PvdD185GroenLinks195
D66133D66184
ChristenUnie138SGP89
SGP40ChristenUnie74
Verdonk7Verdonk13

7. Bedrijfsvoeringparagraaf

De accenten in de bedrijfsvoering van de Tweede Kamer voor 2010 zijn in paragraaf 4 reeds toegelicht.

Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

1. Algemeen

Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer en betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.

2. Budgettaire gevolgen van beleid

Er is geen sprake van wijzigen van de huidige meerjarencijfers

2b. Tabel budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)

4: Wetgeving en controleEerste en Tweede Kamer200920102011201220132014
Verplichtingen1 4731 4671 4671 4671 4671 467
Uitgaven1 4731 4671 4671 4671 4671 467
3. interparlementaire betrekkingen1 4731 4671 4671 4671 4671 467
Ontvangsten232323232323

De raming van artikelonderdeel 03. «interparlementaire betrekkingen» heeft betrekking op de volgende onderdelen:

– uitzending leden naar internationale organen,

– aandeel Nederland in de kosten van interparlementaire organen,

– contacten tussen de parlementen van het Koninkrijk,

– ontvangst van buitenlandse parlementsleden en delegaties van internationale organen

– de Nederlandse groep van de Interparlementaire Unie (IPU).

3. Kengetallen

In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief (2004–2008) de uitgaven met betrekking tot dit artikel opgenomen. Voorts zijn, afgeleid hiervan, gemiddelden per Kamerzetel (van Eerste en Tweede Kamer) opgenomen. Met ingang van 2009 maken ook de apparaatskosten van de Griffie interparlementaire betrekkingen geen onderdeel meer uit van het gezamenlijk artikel met de Eerste Kamer (artikel 4 «Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer»). Deze uitgaven maken thans onderdeel uit van artikel 3 «Wetgeving en controle Tweede Kamer».

Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer (x € 1 000)20042005200620072008
totaal apparaat444452414486435
gemiddeld per zetel (225)22222
Interparlementaire betrekkingen1 9631 1741 1771 2821 392
totaal artikel 42 4071 6261 5911 7681 827
gemiddeld per zetel (225)117788

3. Het verdiepingshoofdstuk

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000)

2: Uitgaven ten behoeve van leden en200920102011201220132014
oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden      
van het Europese Parlement      
Stand ontwerp-begroting 2009:32 43231 88632 96332 96332 46332 463
2.1: schadeloosstelling20 72620 72620 72920 72920 72920 729
2.2: pensioenen en wachtgelden9 3258 7799 8539 8539 3539 353
2.3: schadeloosstelling Europarlementariërs2 3812 3812 3812 3812 3812 381
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk:      
2.3: schadeloosstelling Europarlementariërs      
Stand ontwerp-begroting 2010:32 43231 88632 96332 96332 46332 463
2.1: schadeloosstelling20 72620 72620 72920 72920 72920 729
2.2: pensioenen en wachtgelden9 3258 7799 8539 8539 3539 353
2.3: schadeloosstelling Europarlementariërs2 3812 3812 3812 3812 3812 381

Opbouw ontvangsten (in € 1 000)

2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer200920102011201220132014
Stand ontwerp-begroting 2009286286286286286286
Stand ontwerp-begroting 2010286286286286286286

Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000)

3: Wetgeving en controle Tweede Kamer200920102011201220132014
Stand ontwerp-begroting 2009:89 32586 82483 53584 98384 41984 419
3.1: apparaat64 34561 84558 55360 00159 43759 437
3.2: onderzoeksbudget1 0571 0571 0581 0581 0581 058
3.3: drukwerk2 8032 8032 8032 8032 8032 803
34: fractiekosten20 69720 69620 69820 69820 69820 698
3.5: uitzending leden423423423423423423
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk:      
Artikelonderdeel 3.1: apparaat      
Eindejaarsmarge1 100     
Overige voorstellen      
Artikelonderdeel 3.1 apparaat      
Kasschuif ICT uit 20081 500     
Kasschuif Huis voor Democratie en Rechtsstaat500     
Kasschuif bouwkundige verandering toegangsfac. 1 000    
Stand ontwerp-begroting 2010:92 42587 82483 53584 98384 41984 419
3.1: apparaat67 44562 84558 55360 00159 43759 437
3.2: onderzoeksbudget1 0571 0571 0581 0581 0581 058
3.3: drukwerk2 8032 8032 8032 8032 8032 803
3.4: fractiekosten20 69720 69620 69820 69820 69820 698
3.5: uitzending leden423423423423423423

Opbouw ontvangsten (in € 1 000)

3: Wetgeving en controle Tweede Kamer200920102011201220132014
Stand ontwerp-begroting 20092 0662 0662 0662 0662 0662 066
Stand ontwerp-begroting 20102 0662 0662 0662 0662 0662 066

Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000)

4: Wetgeving en controle EK/TK       
4.3: interparlementaire betrekkingen200920102011201220132014
Stand ontwerp-begroting 20091 4731 4671 4671 4671 4671 467
Stand ontwerp-begroting 20101 4731 4671 4671 4671 4671 467

Opbouw ontvangsten (in € 1 000)

4: Wetgeving en controle EK en TK200920102011201220132013
Stand ontwerp-begroting 2009232323232323
Stand ontwerp-begroting 2010232323232323

Overzicht moties en toezeggingen

Versiedatum: 1 mei 2009

Overzicht van de moties, alsook door het Presidium gedane toezeggingen in zowel de nota naar aanleiding van het Verslag als bij gelegenheid van de behandeling van de Raming van de Kamer voor 2009 (31 473).

 Omschrijving van de moties/toezeggingenVindplaatsStatus
 MOTIES  
1.Motie van de leden Duyvendak en KalmaVerzoekt het Presidium om ook de werking van «regeerakkoorden en coalitieakkoorden» deel uit te laten maken van het parlementaire proces van zelfreflectie. TK 2007–2008, 31 473, nr. 15 TK 103–7343Uitgevoerd, zie rapport van de stuurgroep.
2.Motie van het lid Schinkelshoek c.s. Verzoekt het Presidium, ook in het kader van de parlementaire zelfreflectie: – te bezien hoe de Kameragenda meer ruimte voor plenaire gedachtewisseling en debat kan bieden en de Kamer voor Prinsjesdag te informeren; – in het kader van de parlementaire zelfreflectie de mogelijkheden te inventariseren om op de plenaire agenda van de Kamer onderwerpen voor zowel de korte als de langere termijn tot hun recht te laten komen;TK 2007–2008, 31 473, nr. 23 (ter vervanging van nr. 7)TK 103–7343Uitgevoerd, zie rapport van de stuurgroep.
3.Motie van het lid Aptroot c.s. Verzoekt het Presidium een nieuw kader op te stellen voor de vervangingsinvesteringen waarbij gebruik voorop staat, inclusief de gevolgen voor de financiën en het milieu en verzoekt voorts de Kamer hierover vóór 1 november 2008 te informeren.TK 2007–2008, 31 473, nr. 24 (ter vervanging van nr. 11)TK 103–7343Uitgevoerd. TK 31 473 nr. 27
 TOEZEGGINGEN
4.Het Presidium gaat er van uit dat met de na 2010 structureel verhoogde meerjarencijfers, het thans voorzienbare ambitieniveau op ICT-gebied budgettair veilig is gesteld.NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 2Verwerkt in IIA
5.Het is de bedoeling bij de besluitvorming over de aanpassing van de rechtspositie van de leden op basis van het rapport van de commissie Dijkstal -voorzien tegen het einde van 2008- ook het outplacement te betrekken. Naar verwachting zal in dat traject ook de sollicitatieplicht voor de leden aan de orde komen.NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 3Wetsvoorstel is aangehouden. Presidium beraadt zich op wenselijkheid indienen alternatief initiatief wetsvoorstel.
6.– De stuurgroep van Kamerleden, die aan het proces van parlementaire zelfreflectie invulling geeft, heeft inmiddels bijeenkomsten belegd met zowel Kamerleden als personen en instellingen van buiten de Kamer. Deze bijeenkomsten lopen door tot in het najaar van 2008. De uitkomsten van deze bijeenkomsten worden gepresenteerd tijdens een conferentie in het voorjaar van 2009. – De stuurgroep zal tevens bezien in hoeverre over de thematiek van de parlementaire zelfreflectie een gestructureerde dialoog met de burgers zal worden aangegaan.– Het Presidium is voornemens in dit verband voorstellen aan de Kamer te doen die kunnen leiden tot een beter functionerend Parlement. – De uitkomst van dit proces zal doorwerking vinden in de voor de Raming 2010 te formuleren speerpunten. Dit zal ook gevolgen hebben voor de werkwijze van de (ambtelijke) organisatie van de Kamer.NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 4     NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 15 NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 7  NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 7–8Uitgevoerd, zie rapport van de stuurgroep.
7.Aangezien de indruk bestaat dat er op het gebied van ambtelijke ondersteuning door ministeries bij het schrijven van amendementen en initiatiefvoorstellen sprake is van een aantal knelpunten, wordt bezien of hieraan door aanpassing van de «Aanwijzingen voor de Regelgeving» tegemoetgekomen kan worden.NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 6Op dit moment vindt ambtelijk overleg plaats. Naar verwachting zal eind 2009 besluitvorming plaatsvinden.
8.Momenteel wordt de mogelijkheid onderzocht na het zomerreces van 2008 een experiment te starten met woordelijke verslaglegging van algemeen overleggen. Dit experiment zou betrekking hebben op drie commissies en een duur kennen van zes maanden. Indien dit experiment uitzicht biedt op succes, zou de mogelijkheid ontstaan om moties in algemene overleggen in te dienen.1NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 7Evaluatie voorbereiden voorjaar 2009
9.Het Presidium zegt toe dat de Kamer in 2008 zal voldoen aan de eisen met betrekking tot het inkoopbeheer.NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 13Uitgevoerd. De Rijksauditdienst heeft over 2008 een verklaring van geen bezwaar afgegeven.
10.Het project VLOS is in beginsel gereed. Door de samenhang met Parlis kan VLOS echter pas in gebruik worden genomen zodra Parlis operationeel is. De ingebruikname van VLOS is nu begin 2009 voorzien.NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 14Invoering heeft vertraging opgelopen door vertraging bij invoer Parlis en het realiseren van technische aanpassingen in de plenaire zaal t.b.v. inrichten zogeheten markeerplekken. Ingebruikname wordt voorzien in 2009.
11.De evaluatie van het Bureau Onderzoek Rijksuitgaven (BOR) zal eind 2009 gereed zijn. Het Presidium is bereid de Kamer hierover eind 2008, dus tussentijds, nader te informeren. NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 17–18De evaluatie loopt. De afronding zal plaatsvinden voor de behandeling van de Raming 2010 in de Kamer.
12.Voorts zal worden bezien of de samenwerking tussen het BOR en het CIP kan worden geïntensiveerd.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 34De evaluatie loopt. De afronding zal plaatsvinden voor de behandeling van de Raming 2010 in de Kamer.
13.Het haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijkheid van «teleconferencing» vindt plaats in de tweede helft van 2008. De uitkomsten van dit onderzoek zullen in het eerste kwartaal van 2009 ter besluitvorming worden voorgelegd aan de STOI en het Presidium.NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 20Op basis van de eerste inventarisaties en bezoeken aan leveranciers, in overleg met het Presidium, besloten een aantal kleinschalige pilots te doen, alvorens een beslissingsinvestering te doen.
14.De quick scan-rapportage van Berenschot ligt voor de leden ter inzage op het Presidiumsecretariaat. Desgevraagd is een kopie van het rapport beschikbaar.NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 29 TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 49Uitgevoerd.
    
15.Zodra het definitieve concept van het protocol aangaande de werkafspraken tussen het MT en de ambtelijk secretarissen gereed is, zal dit ter vaststelling aan het Presidium worden voorgelegd. Dit protocol wordt vervolgens als bijlage aan het Reglement van orde toegevoegd.NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 29Uitgevoerd.
16.Ingeval van aanpassing van de Rijksbegrotingvoorschriften (RBV 2008) op dit punt of als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, wordt in de komende Ramingsvoorstellen een bedrijfsvoeringsparagraaf opgenomen.NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 30Uitgevoerd.
17.In het overleg tussen de fractie van de Partij voor de Dieren en de ambtelijke organisatie aangaande het duurzaam en milieu- en diervriendelijk aanbod in de drie restaurants, zal ook nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de etikettering van het voedsel.NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 32–34Uitgevoerd.
18.Voor de Raming 2010 ontvangt de Kamer een notitie waarin wordt ingegaan op de ambities van de Kamer voor de langere termijn, en waarin ook de resultaten van het proces van parlementaire zelfreflectie zijn opgenomen.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 24Uitgevoerd. Zie aanbiedingsbrief van de Raming 2010.
19.De Kamer ontvangt vóór aanvang van het zomerreces 2008 schriftelijk informatie omtrent de voorlichting en opleidingen die de laatste week van het reces worden aangeboden in het kader van de inwerkingtreding van Parlis.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 29Uitgevoerd.
20.De Voorzitter garandeert dat, aangezien de basisstructuur van de ICT uiterlijk in het eerste kwartaal van 2009 op orde is, bij gelegenheid van de behandeling van de Raming voor 2010 er geen aanleiding meer zal zijn ICT-problemen aan de orde te stellen.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 30, 47, 50Uitgevoerd. Zie memorie van toelichting Raming 2010.
21.De Voorzitter geeft aan positief te staan tegenover het voorstel de toegangsprijs van het Bezoekerscentrum te halveren. Voorwaarde is dan wel dat niet alleen de Tweede Kamer, maar ook de Eerste Kamer bijdraagt in de financiering van deze tariefsverlaging.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 31Uitgevoerd. Prijs is gehalveerd. De Eerste Kamer heeft in de concept-Raming 2010 eveneens een bijdrage opgevoerd.
22.Zoals ook reeds in de schriftelijke beantwoording is toegezegd zal de viering van 200 jaar Kamer plaatsvinden in 2015. Het Presidium is verantwoordelijk voor de organisatie. NnavV 2007–2008, 31 473, nr. 6, blz. 31 TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 31Uitgevoerd. Er wordt gewerkt aan een plan van aanpak. Voorzien is o.a. in een boek over de gebouwen rond het Binnenhof. Discussiepunt vormt nog het meest logische tijdstip.
23.De Kamer vraagt advies aan de Commissie voor de Werkwijze over de mogelijkheid om een spoedoverleg naar de vorm van een wetgevingsoverleg (met inbegrip van de mogelijkheid van het indienen van moties) in het leven te roepen. Daarbij wordt ook de vraag betrokken over de introductie van de 30 ledenregel in commissies. De Commissie voor de Werkwijze zal tevens advies worden gevraagd omtrent de problematiek van de overbelaste Kameragenda en het voorstel om wanneer de plenaire agenda erg vol is en er vergaderd wordt volgens het kerstregime, de pauzes te schrappen.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 31–32, 47–49Uitgevoerd.
24.De vragen die zijn gesteld over de ondersteuning van de fracties op EU-gebied, worden meegenomen in het proces van parlementaire zelfreflectie. Uitgevoerd, zie rapport van de stuurgroep.
25.Er zal nogmaals worden bezien hoe onverwachte gaten in de plenaire agenda voorkomen kunnen worden.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 32Uitgevoerd.
26.Voorts zal de Commissie voor de Werkwijze worden gevraagd om een advies aangaande de mogelijkheid van moties bij het vragenuur.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 33Uitgevoerd.
27.De Kamer ontvangt een plan van aanpak voor het diversiteitbeleid ten aanzien van het Kamerpersoneel.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 32–33, 47Voor het zomerreces tekent de Griffier het charter Vrouwen naar de Top.
28.De Voorzitter zal, gelet op de druk op het milieu, het Presidium positief adviseren aangaande het gebruik van kraanwater tijdens vergaderingen, in plaats van flesjes water.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 35Uitgevoerd.
29.De Voorzitter zegt de Kamer een brief toe aangaande het binnen de Kamer te hanteren Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)-beleid.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 35Uitvoering loopt. De ambtelijke leiding van de Tweede Kamer heeft een inkoopsbeleidsplan vastgesteld met daarin ook aandacht voor onderhavig punt.
30.Dit jaar vindt besluitvorming plaats over mogelijke uitbesteding naar aanleiding van het onderzoek naar doelmatigheidTK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 36Er zijn geen plannen voor het grootschalig uitbesteden van diensten en dienstverlening. Uitzondering vormt het schoonmaak onderhoud. Voorafgaand aan definitieve besluitvorming vindt hierover en over het sociaal plan overleg plaats met betrokken medewerkers en de OR. Bij vacatures op het gebied van techniek zal keer op keer worden getoetst of uitbesteden een optie is.
31.Na het zomerreces 2008 wordt de VISwijzer het leidende criterium voor de visproducten die het Restaurantbedrijf aan gaat bieden.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 38Uitgevoerd.
32.De Kamer ontvangt voor Prinsjesdag een plan van aanpak met betrekking tot een na te streven energiebesparing met 3%.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 47Uitgevoerd. In 2008 vond de interne bewustwordingscampagne Energiek plaats ter ondersteuning van energiereductie. Deze geslaagde campagne werd in het eerste kwartaal 2009 afgesloten met de uitreiking van een prijs voor het beste energiebesparende idee op de werkplek. Deelname aan de activiteiten was groot; voor het volgen van rondleidingen en filmbezoek tot het schrijven van columns door Kamerleden. Het kennisniveau over de energiezuinige maatregelen van de Kamer is vergroot en er is meer bewustzijn ontstaan over welke bijdrage Kamerbewoners individueel kunnen leveren. Voor twee bouwdelen van het gebouw zal de Kamer een energielabel krijgen. De Staten passage krijgt label A en het gebouw Hotel ontvangt na aanpassingen het label B. De overige gebouwen zijn monumenten en krijgen geen label.
33.De Voorzitter benadrukt een voortrekkersrol te willen vervullen waar het gaat om het Huis van de Democratie.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 47De Voorzitter vormt samen met de Voorzitter van de Eerste Kamer, de minister van BZK en de burgemeester van Den Haag de stuurgroep die de oprichting van het Huis voorbereidt.
34.Voor het einde van het jaar, dus nog voor de eerstvolgende Ramingsbehandeling, ontvangt de Kamer nadere informatie omtrent de implicaties van het inkoop- en aanbestedingsbeleid.TK 2007–2008, 31 473, nr. 22, blz. 50Uitgevoerd.

1 Dit vereist wel wijziging van het Reglement van Orde.