Kamerstuk 31874-75

Motie Van Toorenburg/Dezentjé Hamming-Bluemink over geen extra financiële middelen voor de inspectie van gastouders door de VNG en GGD Nederland

Dossier: Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang


100,0 %
0,0 %

VVD

PvdA

SP

PvdD

PVV

D66

CDA

GL

SGP

CU


Nr. 75 MOTIE VAN DE LEDEN VAN TOORENBURG EN DEZENTJÉ HAMMING-BLUEMINK

Voorgesteld 1 juli 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat indien het aantal van 40.000 gastouders wordt overschreden een keuze moet worden gemaakt tussen het beschikbaar stellen van extra financiële middelen aan de VNG en GGD Nederland of prioritering zodat het aantal te inspecteren gastouders daalt;

constaterende, dat de VNG en GGD Nederland in het bestuurlijk overleg met de minister hebben aangegeven te willen vasthouden aan toetsing van alle gastouders op A en B;

constaterende, dat het mogelijk is over te gaan tot prioritering om zo het aantal inspecties te beperken en binnen de beschikbaar gestelde financiële middelen te blijven;

spreekt als haar voorkeur uit dat er geen extra financiële middelen beschikbaar worden gesteld voor de inspectie van gastouders door de VNG en GGD Nederland, maar dat door prioritering, waaronder wordt verstaan dat tijdens de overgangsperiode 2010/2011 uitsluitend gastouders gecontroleerd worden op locatie, als zij niet bij de vraagouder thuis oppassen, het toezicht binnen het gestelde financiële kader plaats dient te vinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Toorenburg

Dezentjé Hamming-Bluemink