Kamerstuk 31324-(R1844)-4

Verslag (nader, tweede nader etc)

Dossier: Wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie

Gepubliceerd: 25 maart 2008
Indiener(s): Ank Bijleveld (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31324-4.html
ID: 31324-(R1844)-4

31 324 (R 1844)
Wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 25 maart 2008

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgaveblz.
   
A.Algemeen2
1.Inleiding2
2.De reisdocumentenadministratie en een positief register3
3.Biometrie in reisdocumenten en gewetensbezwaren3
4.Het verstrekkingenregime en bestrijding van fraude door vermissing3
5.Bezwaren tegen de administraties in hun huidige vorm4
6.Plaatsonafhankelijke uitgifte4
7.Een nieuwe opzet van de reisdocumentenadministratie5
8.Doel van de reisdocumentenadministratie6
9.Inhoud van de reisdocumentenadministratie6
10.Beveiliging van de reisdocumentenadministratie6
11.Privacybescherming en fraudebestrijding7
12.De EU-verordening en verdere Europese ontwikkelingen9
13.Financiële gevolgen en administratieve lasten10
14.Ontvangen adviezen11
   
B.Artikelsgewijze toelichting11

A. ALGEMEEN

1. Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. De leden zien het grote belang van een deugdelijke reisdocumentenadministratie met het oog op o.a. (identiteits-)fraude en mensen- en kinderhandel.

In het lange voortraject van dit wetsvoorstel hebben deze leden in juni 2001 tijdens een algemeen overleg al aangedrongen op een spoedige inwerkingtreding van biometrie in reisdocumenten. Dit voorstel van wet dat in april 2002 bij de Tweede Kamer is ingediend is echter niet verder gekomen dan een verslag van de zijde van de Kamer. De nota naar aanleiding van het verslag is nooit uitgebracht. Belangrijkste reden daarvoor waren de aanslagen van 9/11, de internationale ontwikkelingen op het terrein van de biometrie en de nadrukkelijke wens om op internationaal (Europees) niveau te komen tot afspraken over het gebruik van biometrie in reisdocumenten.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij hebben daarbij een aantal vragen die hieronder aan de orde zullen komen.

De leden van de SP-fractie hebben met enige verbazing kennisgenomen van deze wetswijziging. Het is deze leden niet duidelijk welke problemen de regering met deze wetswijziging wil oplossen. Zij zijn niet overtuigd van de noodzaak om vingerafdrukken op te nemen in een centrale database.

In dit wetsvoorstel, zo constateren deze leden, worden maar liefst 26 nadere regels voorgesteld, algemene maatregelen van rijksbestuur, algemene maatregelen van bestuur en ministeriele regelingen. Waarom heeft de regering hiervoor gekozen? De aan het woord zijnde leden hebben de indruk dat de Kamer hierdoor een onvoldragen wetsvoorstel krijgt voorgelegd. Zij vernemen graag de gemotiveerde opvatting van de regering op dit punt. Deze leden komen op dit punt o.a. terug bij hun opmerkingen over het Cpb-advies.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel tot wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie. Alvorens zij een standpunt bepalen willen zij graag diverse opmerkingen maken en de regering een aantal vragen voorleggen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel dat onder andere de normen uit de Europese verordening voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten regelt.

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorstel om de Paspoortwet te wijzigen. Deze leden kunnen zich goed voorstellen dat het wenselijk is te komen tot een betere uniformering om op deze manier te voorkomen dat er van één persoon meer paspoorten in omloop kunnen zijn en om te zorgen voor een vereenvoudiging van de procedure. Zij hebben wel enkele vragen over dit voorstel in verband met privacy, de bezwaren die een deel van de Nederlandse bevolking heeft en over de veiligheid.

2. De reisdocumentenadministratie en een positief register

De leden van de PvdA-fractie lezen dat aangezien alle Nederlandse paspoorten inmiddels van een chip worden voorzien, de mogelijkheid is ontstaan om te komen tot een positief register. Eerder was daar van af gezien en werd genoegen genomen met een negatief register van vervreemde of verloren reisdocumenten. In hoeverre is er sprake van dat de technische mogelijkheid om een positief register in te stellen aan de behoefte aan een dergelijk register heeft bijgedragen? Zou een centraal register ook zonder de chip mogelijk zijn geweest, zo vragen deze leden.

3. Biometrie in reisdocumenten en gewetensbezwaren

De leden van de SP-fractie vragen welke mogelijkheden burgers hebben om opname van hun vingerafdruk in een database, die met de reisdocumentenadministratie is verbonden, te voorkomen? Is er een procedure voor gemoedsbezwaarden?

In de nieuw te vormen reisdocumentenadministratie zullen ook de gegevens van de vinderafdrukken worden opgenomen. De leden van de VVD-fractie ontvangen graag een reactie op de vraag hoe zal worden omgegaan met burgers die weigeren om hun vingerafdrukken te geven in verband met gewetensbezwaren. Burgers zullen zich in bepaalde situaties toch moeten kunnen legitimeren.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering in te gaan op de positie van mensen die vanuit hun levensovertuiging bezwaren hebben tegen het vastleggen van identiteitgebonden kenmerken, zoals de vingerafdruk in het paspoort. Kan voor hen, bijvoorbeeld net als voor kinderen, een afwijkend regime worden getroffen?

De leden van de SGP-fractie vragen aandacht voor het feit dat een beperkt deel van de Nederlandse bevolking aarzelingen heeft bij, of ernstige bedenkingen tegen, het gebruik van biometrie in reisdocumenten. Graag vernemen zij van de regering in hoeverre dit wetsvoorstel binnen de huidige Europese normen noodzakelijk is. Met name richten deze leden hun vraag ook op de ruimte die artikel 1, derde lid lijkt te bieden voor deze groep. Is er destijds bij de behandeling van dit artikel van de Europese verordening ook gedacht aan een mogelijkheid voor mensen met deze bezwaren? Is het op basis van dit artikel voor hen mogelijk te kiezen voor een reisdocument met een beperkte geldigheidsduur? Mede in het licht van de mogelijkheden die de regering ziet om uitzonderingen te maken voor kinderen en ouderen (blz. 14, 25 en 32), zou het overweging verdienen om ook keuzemogelijkheden te bieden voor mensen met dergelijke fundamentele bezwaren. Hoe denkt de regering hierover?

4. Het verstrekkingenregime en de bestrijding van fraude door vermissing

De leden van de CDA-fractie vragen of de procedure rondom vermissing niet vereenvoudigd kan worden. Nu is het zo dat personen die een document missen (verloren dan wel ontvreemd) zich op basis van artikel 31 van de Paspoortwet moeten vervoegen bij een politiebureau – dat al lang niet meer in elk dorp of wijk gevestigd en geopend is – en een proces-verbaal moeten laten opmaken door de politie. In de praktijk betekent dit dat men eerst naar de gemeente moet (voor de juiste gegevens) en daarna naar de politie voor een (nagenoeg nietszeggend) proces-verbaal om daarmee vervolgens weer terug naar het gemeentehuis te gaan voor de aanvraag van een nieuw document. Bij de politie worden op deze wijze jaarlijkse vele duizenden uren besteed aan formaliteiten. Is het, zo vragen de leden van de CDA-fractie, vanuit het oogpunt van vermindering van administratieve lasten voor zowel politie als burgers niet mogelijk om de procedure rondom vermissing volledig in handen te geven bij de uitgevende instantie? Te meer daar ook nu al bij de uitgifte van nieuwe paspoorten ten gevolge van vermissing of diefstal door de aanvrager moet worden aangegeven dat men geen verboden handeling heeft verricht, of doen verrichten met het document en dat men zich niet schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrifte. De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering hierop uitvoerig in te gaan.

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe effectief een centrale reisdocumentenadministratie is als het gaat om het tegengaan van diefstal en verlies van reisdocumenten. Kan de regering aangeven hoeveel diefstallen en verliezen er per jaar naar verwachting minder zullen zijn dan in het geval van een decentrale administratie met een negatief register? Leidt de voorgestelde nieuwe administratie tot een daling van het aantal reisdocumenten dat niet in het maatschappelijk verkeer mag voorkomen? Zo ja, hoe groot wordt die daling ingeschat?

5. Bezwaren tegen de administraties in hun huidige vorm

De leden van de PvdA-fractie vragen of aangegeven kan worden hoeveel verificatievragen er tussen de paspoortverstrekkende autoriteiten nu jaarlijks worden gesteld. Hoeveel reisdocumenten geven deze autoriteiten jaarlijks uit en hoeveel reisdocumenten worden door deze decentrale administraties beheerd?

Volgens de leden van de SGP-fractie is een van de geschetste bezwaren dat de decentrale administraties onderling niet met elkaar verbonden zijn. De regering kiest om die reden voor een centrale administratie. Tegelijkertijd wordt elders in de toelichting (blz. 18) gesteld dat de database in technische zin een samenstel van databases zal zijn. De leden van de SGP-fractie vragen zich af hoe deze zaken zich tot elkaar verhouden. Wat moeten zij precies voorstellen bij het genoemde samenstel van databases en wat het concrete verschil is met de reeds bestaande decentrale administraties, behalve het gegeven dat zij met elkaar worden verbonden?

6. Plaatsonafhankelijke uitgifte

De leden van de CDA-fractie merken op dat de regering stelt dat de mogelijkheid om plaatsonafhankelijke dienstverlening te realiseren nauw samenhangt met de modernisering van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA). In hoeverre is dit een conditio sine qua non voor een succesvolle implementatie van de nieuwe centrale reisdocumentenadministratie, gezien het feit dat de reisdocumentenadministratie afnemer is van de GBA? En kan de regering waarborgen dat de GBA een juist en volledig beeld geeft? Zo neen, op welke termijn zal dit wel kunnen worden gerealiseerd?

De leden van de SP-fractie juichen het toe dat de aanvraag en uitgifte van paspoorten in de toekomst met deze centrale database plaatsonafhankelijk kan plaatsvinden en dat buitenlanders en asielzoekers op meer plaatsen terecht kunnen voor een aanvraag. Voorwaarde is, zo menen deze leden, een goed functionerend centraal deel van de Gemeentelijke Basisadministratie. De ontwikkeling en invoering hiervan, zo begrepen deze leden uit de inhoud van stuk TK 27 859 nr. 10, stuit op problemen. Graag ontvangen zij een nadere uiteenzetting over de ontwikkeling van het centraal deel van de Gemeentelijke Basisadministratie.

In het kader van de lastenvermindering voor de burgers achten de leden van de VVD-fractie het plaatsonafhankelijk maken van reisdocumenten een goede zaak. Kan een plaatsonafhankelijke uitgifte ook via een decentrale reisdocumentenadministratie met een centrale verwijsindex tot stand worden gebracht, zo vragen zij. Voorts vragen zij of het plaatsonafhankelijk maken van de uitgifte van reisdocumenten tot concurrentie tussen gemeenten kan leiden. De kans bestaat namelijk dat burgers zich tot die gemeenten wenden waar reisdocumenten het goedkoopst zijn. Hoe ziet de regering dat? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

In verband met de plaatsonafhankelijke uitgifte van reisdocumenten vragen de leden van de SGP-fractie of dit niet extra problemen oplevert voor het bestrijden van fraude. Hoe snel worden de aanvraaggegevens voor een paspoort in de administratie opgenomen? Zou het ook voor kunnen komen dat iemand overweegt om in een volgende gemeente ook spoedig na zijn eerste aanvraag een aanvraag in te dienen? Hoe gaat de procedure rond de verwerking van de aanvraag dan in zijn werk? Komt er in een later stadium alsnog een waarschuwingssignaal? Plaatsonafhankelijke uitgifte vraagt om goed op elkaar afgestemde gegevens. Is als gevolg van dit wetsvoorstel ook bereikt dat de GBA van de verschillende gemeenten precies hetzelfde is opgezet of kunnen hierbij nog afstemmingsproblemen voorkomen?

7. Een nieuwe opzet van de reisdocumentenadministratie

De leden van de CDA-fractie vragen of nog steeds de mogelijkheid van een identiteitskaart blijft bestaan. Kan de regering nader ingaan op de vraag of, en zo ja, op welke wijze de identiteitskaart als identiteitsbewijs in gebruik blijft en welke keuzemogelijkheden er voor burgers zijn?

De leden van de PvdA-fractie vragen of er dwingende Europese regelgeving bestaat op grond waarvan Nederland of het Koninkrijk over moet gaan tot een gecentraliseerde administratie van reisdocumenten. Zo ja, welke regelgeving betreft dit? Welke andere landen binnen de EU kennen reeds een gecentraliseerde administratie van reisdocumenten?

De leden van de VVD-fractie vragen de regering nader te motiveren waarom is gekozen voor een centrale reisdocumentenadministratie. Zouden de gestelde doelen ook met een decentrale opzet en een centrale verwijsindex kunnen worden bereikt?

Begrijpen de leden van de VVD-fractie het goed dat het Basisregister reisdocumenten zal ophouden te bestaan en dat het Register paspoortsignaleringen zal blijven bestaan naast de voorgestelde centrale reisdocumentenadministratie? In hoeverre verplicht de EU-verordening van 13 december 2004 tot het opnemen van biometrische gegevens in een centrale dan wel decentrale reisdocumentenadministratie? Op welke wijze hebben andere Europese landen dit geregeld? Worden in andere EU-landen de biometrische gegevens ook in een administratie, al dan niet centraal, opgeslagen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering op de hier gestelde vragen.

De aan het woord zijnde leden wijzen erop dat de nieuwe opzet van de reisdocumentenadministratie gepaard gaat met allerlei nieuwe technische voorzieningen, waaronder ICT-voorzieningen. Welke maatregeIen heeft de regering genomen om er voor te zorgen dat dit project niet te maken krijgt met de problemen, waar vele andere ICT-projecten van de overheid wel mee zijn geconfronteerd? Het is de bedoeling dat de centrale administratie straks het gehele jaar door continu bevraagbaar is. Welke voorzieningen zullen worden getroffen voor het geval het systeem uitvalt? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

8. Doel van de reisdocumentenadministratie

Als een van de doelen van de nieuwe reisdocumentenadministratie wordt genoemd (onder punt d. op p. 13) het verrichten van onderzoek naar handelingen die een bedreiging vormen voor de veiligheid van de staat. De leden van de PvdA-fractie zouden graag op dit punt meer uitleg willen hebben wat hier wordt bedoeld en waarom een gecentraliseerde administratie daaraan zal bijdragen. Zijn er indicaties dat personen die de veiligheid van de staat bedreigen gebruik maken van vervalste reisdocumenten? Is het de regering bekend of terroristen, zoals de terroristen die aanslagen pleegden in New York of Madrid, gebruik maakten van vervalste reisdocumenten?

9. Inhoud van de reisdocumentenadministratie

In de nieuw te vormen reisdocumentenadministratie worden gegevens opgeslagen die nu in de decentrale reisdocumentenadministratie en het Basisregister reisdocumenten zijn opgeslagen. Voorts, zo stelt de regering, worden aanvraaggegevens die niet meer worden geactualiseerd zoals de gezichtsopname, de handtekening en de vingerafdrukken in de administratie opgenomen. De leden van de CDA-fractie vragen, of dit betekent dat een gezichtsopname van bijvoorbeeld een persoon van zeven jaar oud geldig blijft tot op hoge leeftijd? Zo neen, kan de regering nader ingaan op de noodzaak om de gezichtsopname na verloop van tijd te actualiseren in relatie tot de actualiteit en betrouwbaarheid van deze gezichtsopname? Wat is de beleidslijn ten aanzien van personen met gezichtsbedekkende kleding (boerka)?

Voorts vragen deze leden de regering nader in te gaan op de vraag of en door welke instantie het reisgedrag van personen nagegaan kan worden aan de hand van de loggegevens, waaruit dan bijvoorbeeld blijkt dat de grenscontroleautoriteit van een bepaald land een verificatievraag heeft gesteld aan de reisdocumentenadministratie.

Waarom, zo vragen de leden van de SP-fractie, kiest de regering voor het opnemen van vingerafdrukken in het paspoort? Waarom heeft zij bijvoorbeeld niet gekozen voor een irisscan? Waarom worden de vingerafdrukken ook opgenomen in een centrale database?

Graag vragen de leden van de VVD-fractie ook nog aandacht voor het vraagstuk van het dragen van een hoofddoek op een pasfoto. Uit de Paspoortuitvoeringsregeling vloeit voort dat een foto, waarop de persoon in kwestie om religieuze en/of levensbeschouwelijke redenen met een hoofdbedekking is afgebeeld, is toegestaan. Eerder hebben de leden van de VVD-fractie aangegeven dat iedereen in Nederland zonder het dragen van een hoofddoek op een pasfoto voor een reisdocument moet zijn afge-beeld. Opnieuw willen zij daar een pleidooi voor houden. Hoe kijkt de regering daar tegen aan? Hoe wordt er in dezen omgegaan met personen die een boerka dan wel een niquaab dragen? Zijn deze kledingstukken op een pasfoto voor een reisdocument ook toegestaan? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

10. Beveiliging van de reisdocumentenadministratie

De regering geeft aan dat vanuit het oogpunt van voorkoming van fraude een centrale reisdocumentenadministratie de beste oplossing is. Denkt de regering hierbij aan een samenvoeging op één fysieke lokatie, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Zo ja, hoe wordt dan fysieke kwetsbaarheid voorkomen? Zijn er voldoende maatregelen genomen tegen inbraak in het systeem zoals bijvoorbeeld een «cyberattack»? En kan deze centrale administratie ook niet juist kwetsbaar zijn, zoals bijvoorbeeld het centrale computercentrum van de Belastingdienst?

Ten aanzien van de toegang tot de centrale administratie vragen deze leden, hoeveel gebruikers(-organisaties) door middel van certificaten toegang zullen krijgen tot deze administratie? En zijn de autorisatieprofielen herleidbaar tot de enkele functionaris?

In artikel 4b, vierde lid wordt geregeld dat de verstrekking van biometrische kenmerken van de houder uit de reisdocumentenadministratie in gevallen, bedoeld in het tweede lid, onder a en c, geschiedt aan de officier van justitie. De leden van de CDA-fractie vragen, hoe een en ander geregeld is voor de gevallen, bedoeld in het tweede lid, onder b en d?

De leden van de PvdA-fractie constateren dat om de vertrouwelijkheid en integriteit van de gegevens te waarborgen de centrale database zo wordt opgezet dat «er in technische zin niet één database is, maar een samenstel van databases die gezamenlijk de totale reisdocumentenadministratie vormen» (p. 18). Hiermee moet worden voorkomen, dat kwaadwillenden zich slechts op de manipulatie van één object, de centrale database, hoeven te richten. Begrijpen deze leden het goed dat door middel van het samenstel van databases wordt beoogd om het risico van manipulatie te spreiden? Leidt manipulatie of storing aan één van de databases waaruit de centrale database bestaat er toe dat slechts een deel van die centrale database niet of minder goed functioneert of is de samenhang tussen de delen zodanig dat bij storing of manipulatie van een deel de gehele database problemen vertoont?

Op het punt van de authenticatie en autorisatie vragen deze leden hoeveel personen – na authenticatie en autorisatie – toegang krijgen tot het geheel of delen van de databank. Brengt het feit dat er meer personen toegang zullen krijgen tot een gecentraliseerde databank of delen daarvan grotere risico’s ten aanzien van beveiliging of privacybescherming met zich mee dan in het geval van gedecentraliseerde databanken waartoe minder personen toegang tot hebben?

De leden van de VVD-fractie wijzen erop dat in het nieuwe systeem bij de aanvraag van een nieuw reisdocument zal worden nagegaan of voor de aanvrager al een opdracht loopt voor de vervaardiging van een reisdocument dan wel de aanvrager reeds onder een andere identiteit over een ander reisdocument beschikt. Voor nooddocumenten zal deze zgn. zoekfunctie vooralsnog niet worden ingevoerd. Wanneer verwacht de regering dat ook voor het uitgeven van nooddocumenten van deze zoekfunctie gebruik zal kunnen worden gemaakt, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Het is voor de leden van de SGP-fractie te begrijpen dat bij nooddocumenten spoed nodig is waardoor een grondig onderzoek niet mogelijk is. Vindt er bij een dergelijke uitgifte in een later stadium alsnog een dergelijk grondig onderzoek plaats? 100 procent betrouwbaarheid van de verificatie is niet te geven. Zijn er gegevens beschikbaar hoe betrouwbaar de verificatie is in geval ook de voorgestelde vingerafdrukken worden opgenomen in het paspoort? Wordt het percentage van de testdocumenten dan nog verbeterd?

11. Privacybescherming en fraudebestrijding

De leden van de CDA-fractie onderschrijven het grote belang van privacybescherming. Zij ondersteunen de voorstellen met betrekking tot het gebruiken van gegevens in de reisdocumentenadministratie ten behoeve van het voorkomen en bestrijden van fraude, het ter beschikking stellen van gegevens voor de identificatie van slachtoffers van rampen en ongevallen, en ten behoeve van de identiteitsvaststelling van verdachten en veroordeelden in het kader van de toepassing van het strafrecht en in het kader van het waarborgen van de staatsveiligheid.

Waarom, zo vragen deze leden, heeft de regering de toepassing van deze gegevens in dit wetsvoorstel niet mogelijk gemaakt bij de opsporing van verdachten van alle misdrijven en overtredingen? De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering hier uitvoerig op in te gaan.

De regering spreekt over de biometrische kenmerken van een persoon die universeel (iedereen heeft ze), uniek (ze zijn bij iedereen verschillend) en onveranderlijk zijn. Kan de regering nader ingaan op de vraag in hoeverre dat geldt voor de gezichtsopname?

De leden van de PvdA-fractie vragen of de centrale databank ook voor strafrechtelijke doelen, waaronder opsporingsdoeleinden, wordt gebruikt. Zo ja, wie krijgt dan toegang tot die databank en wie moet er toestemming geven voor het raadplegen van de databank voor dergelijke doeleinden? Kan de regering een helder overzicht geven voor welke doeleinden de databank wel en niet mag worden gebruikt en wie er voor welke doeleinden gebruik van mag maken? De leden van de PvdA-fractie ontvangen graag antwoord op deze vragen.

De leden van de SP-fractie vragen een nadere uiteenzetting waarom het Openbaar Ministerie toegang moet krijgen tot de centrale database. Wie krijgen allemaal nog meer toegang tot deze database, zo vragen zij. Voorts willen zij graag weten waarom de huidige wetgeving het Openbaar Ministerie in geval van zware criminaliteit op dit punt onvoldoende middelen zou bieden. Deelt de regering de zorgen van deze leden dat de centrale database in de praktijk een opsporingsregister wordt? Zo neen, waarom niet? Is hier volgens de regering sprake van datamining? Zo nee, waarom niet? Voorts vragen zij hoe groot op dit moment het foutenpercentage is van de vingerafdrukken die op dit moment bij Justitie zijn verzameld. Waarom deelt de regering niet de zorg dat de kans op fouten en vervuiling groter zijn als bestanden groter worden?

De aan het woord zijnde leden vragen hoe de regering gaat voorkomen dat foute vingerafdrukken in de centrale database terechtkomen. Wat zijn de gevolgen voor een individuele burger in het geval een foutieve vingerafdruk in de centrale database wordt opgenomen? Welke mogelijkheden krijgen burgers om de opslag en gebruik van een mogelijk foutieve vingerafdruk op te sporen en ongedaan te maken?

In het algemeen merken de leden van de VVD-fractie op dat fraude met reisdocumenten deze leden zorgen baart. Zij hebben daar in het verleden ook steeds aandacht voor gevraagd. Een ander aspect dat hierbij een rol speelt, is de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van burgers, ook een voor deze leden belangrijk aandachtspunt. Deze beide belangen, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de fraudebestrijding, moeten met elkaar in balans zijn. De leden van de VVD-fractie vragen hoe de regering aankijkt tegen het met elkaar in balans brengen van beide belangen. In hoeverre is de privacy van burgers in het voorgestelde centrale reisdocumentenregister gewaarborgd? De leden van de VVD-fractie vragen voorts aandacht voor het feit dat biometrische gegevens door derden kunnen worden ontvreemd zonder dat iemand dat in de gaten heeft, waardoor identiteitsfraude mogelijk wordt. Dat kan de eigenaar van de biometrische gegevens in grote problemen brengen. Wat wordt er gedaan aan een goede bescherming van deze gegevens? Wat kan en moet de eigenaar van de biometrische gegevens doen als blijkt dat iemand anders zijn biometrische gegevens gebruikt.

Het wetsvoorstel zal het mogelijk maken dat onder bepaalde voorwaarden biometrische gegevens aan de officier van justitie kunnen worden verstrekt. Welke bezwaarmogelijkheden zijn er als blijkt dat burgers ten onrechte in een politieonderzoek worden betrokken? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering op deze punten.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de regering kan toelichten wat een burger kan ondernemen op het moment dat er toch gefraudeerd is met zijn gegevens?

Zoals in de beschrijving van de voorgeschiedenis van dit wetsvoorstel reeds wordt opgemerkt, ontbrak bij de eerste plannen een goed zicht op de privacy en de maatschappelijke acceptatie. De leden van de SGP-fractie vragen of de destijds aanwezige bezwaren nu volledig afwezig moeten worden geacht. Zij hebben de indruk dat er bij een deel van de samenleving fundamentele bezwaren zijn tegen onderdelen van dit wetsvoorstel. Naast het reeds genoemde punt van de gewetensbezwaren denken zij hierbij aan de vraagstukken rond privacy en het tegengaan van het misbruik maken van gegevens die opgeslagen zijn. Is er nog recent onderzoek gedaan naar de bezwaren die tegen deze gegevensopslag leven? Is de weerstand toe- of afgenomen en op welke vragen richt deze weerstand zich?

12. De EU-verordening en verdere Europese ontwikkelingen

De leden van de CDA-fractie vragen aandacht voor het feit dat de verordening m.b.t. het opnemen van biometrische kenmerken in reisdocumenten (gezichtsopname en vingerafdrukken) door de Raad van de Europese Unie op 13 december 2004 is aanvaard, en de Europese Commissie op 18 oktober 2007 een voorstel voor een ontwerpverordening inzake veiligheidskenmerken in paspoorten heeft vastgesteld en voor behandeling naar de Raad en het Europees Parlement heeft gestuurd. In de ontwerpverordening wordt voorgesteld om uitzonderingsbepalingen op te nemen voor het afgeven van vingerafdrukken voor kinderen onder de zes jaar en voor degenen die daartoe fysiek niet in staat zijn. Daarnaast wordt voorgesteld om het algemeen beginsel van één persoon per paspoort te introduceren. In onderhavig wetsvoorstel wordt dit beginsel van één persoon per paspoort echter (nog) niet geregeld. In dat licht hebben de leden van de CDA-fractie enkele vragen. Kan de regering uitvoerig ingaan op haar exacte positie met betrekking tot het beginsel van één persoon per paspoort? Kan de regering ook aangeven wat dit aan administratieve lasten met zich meebrengt? Hoeveel meer paspoorten zouden dan moeten worden uitgegeven? In hoeverre is het hebben van een eigen reisdocument voor kinderen onder de zes jaar effectief met het oog op de problemen rondom gezichtsopname en vingerafdrukken? Kan de regering ook uitvoerig ingaan op de argumentatie waarom een eigen paspoort voor kinderen betere waarborgen zou bieden tegen kinderhandel dan dat ze op het paspoort van (een van) hun ouders zijn bijgeschreven? Hoe kijkt de regering vanuit het oogpunt van veiligheid en vermindering van administratieve lasten aan tegen een keuzemogelijkheid die ouders zouden moeten kunnen hebben om kind(eren) op het pasoort van (een van) beide ouders te plaatsen dan wel hun kind(eren) een eigen pasoort te geven?

Tot slot vragen deze leden hoe de regering aankijkt tegen de gedachte om paspoorten, die worden uitgegeven aan personen met een leeftijd boven de 75 jaar, levenslang geldig te verklaren en dus niet meer te vernieuwen na vijf jaar. Dit om administratieve lasten te verminderen van een leeftijdscategorie die over het algemeen minder mobiel is.

Ook de leden van de PvdA-fractie is het bekend dat de Europese Commissie onlangs een ontwerpverordening heeft gemaakt waarin nieuwe voorstellen worden gedaan met betrekking tot de eisen voor reisdocumenten (zie TK 22 112, nr. 614, fiche 3). Zo wordt er onder andere voorgesteld om het algemene beginsel van één persoon per paspoort te introduceren. Zou dit betekenen dat het bijschrijven van kinderen in paspoorten onmogelijk wordt? Begrijpen deze leden het naar aanleiding van het fiche goed dat de regering in principe in kan stemmen met de lijn van de genoemde ontwerpverordening? Kan de genoemde (ontwerp)verordening er toe leiden dat de Paspoortwet wederom moet worden aangepast? Zo ja, op welke termijn verwacht u dat een hernieuwde wijziging van de Paspoortwet aan de orde kan zijn? Wat is de stand van zaken ten aanzien van de (ontwerp)verordening?

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het feit dat de Europese Commissie een wijziging van de Europese Verordening heeft aangekondigd voor veiligheidskenmerken in paspoorten. Daarin worden uitzonderingsbepalingen opgenomen voor het afgeven van vingerafdrukken voor kinderen onder de 6 jaar. Deze leden constateren dat dit aspect in voorliggend wetsvoorstel is verwerkt en hebben een aantal vragen op dit punt. Wat is volgens de regering de meerwaarde van het hebben van een paspoort voor kinderen? Welke biometrische kenmerken zullen op dit paspoort worden opgeslagen? Komt er ook een pasfoto op de chip? In hoeverre denkt de staatsecretaris dat de pasfoto van een baby of kind na één of twee jaar nog representatief is? Worden deze paspoorten ook onderdeel van de voorgenomen centrale database? Is de regering voornemens om met invoering van dit voorstel ook de leeftijdsgrens voor de identificatieplicht te verlagen?

In de Europese verordening wordt bovendien het algemene beginsel opgenomen van één persoon per paspoort. Dit betekent dat het bijschrijven van kinderen op het paspoort van één van de ouders straks niet meer mogelijk is. Op dit voorstel is in deze wetswijziging niet geanticipeerd. Wat is de opvatting van de regering over dit voorstel van één persoon per paspoort? Waarom kiest de regering er niet voor om de behandeling van dit wetsvoorstel pas voort te zetten als de nieuwe Europese Verordening er is?

De aan het woord zijnde leden ontvangen voorts graag een reactie van de regering op het zogenoemde «impact assessment» van de Europese Commissie, waarin wordt vastgesteld dat het voorgestelde entry/exit-systeem, waarbij alle bezoekers van de Europese Unie biometrisch worden geregistreerd, weinig zal bijdragen aan de bestrijding van terrorisme en criminaliteit? (Staatscourant 3 maart 2008)

De leden van de VVD-fractie stellen vragen naar aanleiding van het feit dat ingevolge de EU-verordening van 13 december 2004 alle paspoorten en reisdocumenten moeten worden voorzien van een in een chip opgeslagen gezichtsopname en twee vingerafdrukken. In hoeverre verplicht deze verordening de EU-landen er toe om vingerafdrukken in paspoorten en reisdocumenten toegankelijk te maken voor opsporingsdoeleinden, zo vragen deze leden. Hoe is dit in andere Europese landen geregeld? Het College bescherming persoonsgegevens staat hier kritisch tegenover. De leden van de VVD-fractie vragen de regering nog eens nader op de kritiek van dit college in te gaan.

Inmiddels is in Europa de Verordening betreffende veiligheidskenmerken in paspoorten in voorbereiding (zie TK 22 112, nr. 614, fiche nr. 3). Wat zijn de gevolgen van deze verordening voor het onderhavige wetsvoorstel? Behoeft dit wetsvoorstel wijziging als gevolg van deze verordening? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

13. Financiële gevolgen en administratieve lasten

De leden van de CDA-fractie vragen hoe de kosten die gemaakt worden ten behoeve van de invoering van vingerafdrukken in de reisdocumenten, zoals de kosten van voorzieningen bij uitgevende instanties én de kosten van de invoering van de centrale reisdocumentenadministratie, zich verhouden tot de opbrengsten. Voor welk deel worden deze kosten doorberekend in de nieuwe reisdocumenten? Ten aanzien van de administratieve lasten vragen deze leden, in hoeverre ook de tijdsbesparing bij politie en justitie door één centrale administratie is meegenomen. Zo ja, hoeveel bedraagt deze dan. Zo nee, waarom niet? En kan de regering ook de verwachting uitspreken dat het oplossingspercentage van misdrijven zal stijgen door gebruik te maken van de centrale reisdocumentenadministratie?

De leden van de SP-fractie hebben vragen over het feit dat de nieuwe elementen die nu worden geïntroduceerd worden betaald door de Rijksoverheid, maar de kosten van het beheer van de nieuwe administratie worden versleuteld in de prijs voor de desbetreffende reisdocumenten. Voor deze leden is nog niet duidelijk of deze wetswijziging voor de burgers een prijsverhoging, of juist een prijsdaling van het paspoort betekent. Hoeveel duurder of goedkoper zal het paspoort als gevolg van deze wetswijziging voor burgers worden?

14. Ontvangen adviezen

De leden van de PvdA-fractie lezen dat het College bescherming persoonsgegevens (Cpb) zich in maart 2007 niet heeft kunnen verenigen met het toenmalige concept-voorstel. Het CPb was van mening dat een gedegen analyse van de voor- en nadelen van een centrale reisdocumentenadmininistratie ontbrak. Een alternatief waaronder een decentraal systeem met een centrale verwijsindex was toen niet besproken. Aangezien dat laatste inmiddels wel is gebeurd, vragen de leden van de PvdA-fractie of het Cpb zich op dit punt wel heeft kunnen vinden in het wetsvoorstel.

De leden van de PvdA-fractie zijn voorts bekend met opmerkingen van de Permanente commissie van deskundigen in internationaal vreemdelingen-, vluchtelingen- en strafrecht (commissie Meijers) die in april 2006 al heeft gereageerd op de brief van de toenmalige minister van Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties (25 764 nr. 26). De commissie Meijers richtte zich op 13 april 2006 tot de Tweede Kamer. In reactie daarop schreef de toenmalige minister dat hij het «prematuur» vond van de commissie Meijers om toen reeds uitspraken te doen over een wetsvoorstel dat nog niet bekend was (25 764 nr. 30). De leden van de PvdA-fractie zouden graag zien dat de regering nu wel ingaat op de genoemde brief van de commissie Meijers. Deze leden lezen in de brief van de commissie Meijers ook dat «vele deskundigen en nationale en internationale dataprotectieautoriteiten [hebben] gewezen»op de risico’s van een centrale opslag van biometrische gegevens. Kan de regering ook hier nader op in gaan?

De leden van de SP-fractie vragen de regering te reageren op de vrees voor de zogenoemde «functioncreep», die het Cpb verwoordt. Waarom deelt de regering kennelijk niet de zorgen van deze leden dat door de nadere vast te stellen regels de toegankelijkheid van de data veel ruimer kan worden? Waarom heeft de regering er niet voor gekozen om deze nader te regelen zaken op te nemen in het wetsvoorstel?

B. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel N

De leden van de VVD-fractie vragen welke gevolgen dit wetsvoorstel zal hebben voor de termijn die ligt tussen de aanvraag van een nieuw reisdocument en het ophalen ervan. Thans is de termijn vijf werkdagen. Begrijpen deze leden het goed dat deze termijn wordt verruimd? Zo ja, wat zal de nieuwe termijn zijn?

Artikel II

De leden van de VVD-fractie merken op dat artikel II rekening houdt met de mogelijkheid dat de invoering van biometrische gegevens in de Nederlandse reisdocumenten op een ander tijdstip plaatsvindt dan de toestandkoming van de centrale reisdocumentenadministratie en de plaatsonafhankelijke aanvraag- en uitgifteprocedures voor reisdocumenten. Wanneer, zo is de verwachting, zal het wetsvoorstel voor deze drie onderdelen in werking treden? Is het de verwachting dat deze drie onderdelen niet gelijktijdig in werking treedt?

Als de leden van de VVD-fractie goed zijn geïnformeerd, is het de bedoeling dat de invoering van de vingerafdrukken in reisdocumenten in Europa per 28 juni 2009 geschiedt. Wat zijn de gevolgen voor reisdocumenten die op dat moment nog geldig zijn? Zijn die geldig tot de datum die in het reisdocument is aangegeven?

Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering op de hier gestelde vragen.

De voorzitter van de commissie,

Leerdam

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (CU).

Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Van Gent (GL), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (CU).