Kamerstuk 30615-8

Wijziging Wet bereikbaarheid en mobiliteit i.v.m. invoering versnellingstarief en verbetering van de uitvoerbaarheid; Brief minister over de laatste ontwikkelingen

Dossier: Wijziging van de Wet bereikbaarheid en mobiliteit in verband met invoering van een versnellingstarief en verbetering van de uitvoerbaarheid

Gepubliceerd: 10 mei 2007
Indiener(s):
Onderwerpen: belasting financiƫn verkeer weg
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30615-8.html
ID: 30615-8

30 615
Wijziging van de Wet bereikbaarheid en mobiliteit in verband met invoering van een versnellingstarief en verbetering van de uitvoerbaarheid

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2007

Naar aanleiding de vragen van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat inzake de wijziging van de Wbm in verband met het versnellingstarief (07-VW-B-018) informeer ik u over de laatste ontwikkelingen ter zake.

De voorgestelde wetswijziging van de Wbm vloeit voort uit de Nota Mobiliteit en is bedoeld om de aanpak van notoire knelpunten in het wegennet (mede) te kunnen financieren door onder andere innovatief aanbesteden en publiek-private samenwerking. De wet maakt het mogelijk om een prijs te vragen voor het financieren van de aanleg van nieuwe infrastructuur, waarbij ook op de bestaande weg een prijs gevraagd kan worden, indien deze in dezelfde verbinding voorziet of in het verlengde van de nieuw aan te leggen weg ligt. Hierbij gaat het om twee instrumenten: tol en versnellingsprijs. Bij de financiering van de Nota Mobiliteit is rekening gehouden met een bedrag van ca. € 1 mrd dat door tol wordt opgebracht. Bij de versnellingsprijs gaat het met name om financiering van de rentekosten van het versneld aanleggen van projecten waar reeds financiële dekking voor is.

Wat is de relatie tussen de invoering van een versnellingsprijs en het kabinetsvoornemen tot (vervroegde) invoering van kilometerbeprijzing?

Van de versnellingsprijs, initieel bedoeld als voorfase van de kilometerprijs, is bij de behandeling van de begroting van Verkeer en Waterstaat en het MIT eind vorig jaar, al vast komen te staan dat projecten die op deze wijze versneld uitgevoerd zouden kunnen worden, evenals projecten die met behulp van tol gefinancierd worden niet eerder dan 2012/2013 worden opengesteld. Dat is, in afwijking van het advies van het Platform Anders Betalen voor Mobiliteit, waarin was voorgesteld al een prijs te vragen op het moment dat de schop de grond in gaat, ook het moment dat voor het eerst een prijs wordt gevraagd aan de weggebruiker. Tijdens de begrotingsbehandeling heeft mijn vorige ambtsgenoot aangegeven dat een versnellingsprijs bovenop de kilometerprijs komt. Het kabinetsvoornemen tot een – eventueel gefaseerde – invoering van de kilometerprijs in deze kabinetsperiode verandert niets aan dit gegeven.

Versnellingsprijs op de A2 tussen Maasbracht en Geleen

In 2005 zijn voor de A2 door Limburg 2 startnotities opgestart. Een voor een korte termijn oplossing die de verkeerstoename moet ondervangen die eind 2007 verwacht wordt wanneer de aansluiting van de A73-Zuid op de A2 bij Maasbracht gereed is. En één voor een structurele oplossing voor de verbinding A2 Maasbracht-Geleen die ook op langere termijn de toenemende verkeersdrukte aankan. Voor de korte termijn-oplossing, een spitsstrook op de A2 tussen St. Joost en Urmond in zuidelijke richting, is 28 februari een Ontwerp-TracéBesluit (OTB) ter inzage gelegd.

Voor de structurele oplossing A2 Maasbracht–Geleen was er pas op langere termijn (na 2018) geld beschikbaar. Hierop heeft de regio, bij monde van de provincie Limburg, aangedrongen om de mogelijkheden te onderzoeken om het project eerder te realiseren. Tijdens overleg met de provincie Limburg in november 2005 is afgesproken dat provincie en rijk gezamenlijk de mogelijkheden en gevolgen van invoering van de versnellingsprijs op de A2 tussen Maasbracht en Geleen zouden onderzoeken. Deze afspraken zijn aan de Tweede Kamer kenbaar gemaakt per brief van 6 december 2005 (Kamerstuk 30 300 A, nr. 30).

Dit onderzoek is inmiddels afgerond. De uitkomsten van de haalbaarheidsstudie tonen aan dat het project 7 à 8 jaar versneld kan worden door het toepassen van een beperkte versnellingsprijs gedurende een beperkte periode. De haalbaarheidstudie is onderdeel van bijlage 4 van de brief 10 november 2006 (Kamerstuk 29 644, nr. 15) inzake de netwerkanalyses. In het MIT overleg van 2006 is met de provincie afgesproken om de planstudie A2 Maasbracht–Geleen te vervolgen onder voorwaarde dat de versnelling van het project gekoppeld is aan de toepassing van de versnellingsprijs. Tevens zijn er afspraken gemaakt over de bekostiging van de A2 Maasbracht–Geleen. Hierover bent u eveneens geïnformeerd middels dezelfde brief.

Het toepassen van de versnellingsprijs maakt onderdeel uit van de verdere uitwerking van het project in het kader van de Trace MER procedure. Buiten de afspraken zoals gemaakt in het kader van het MIT is er geen sprake van een overeenkomst voor het toepassen van de versnellingsprijs op de A2. Op basis van de verdere uitwerking van het project, en onder het voorbehoud van aanvaarding van het wetsvoorstel door het parlement, zullen nadere afspraken over de bekostiging en de aanbestedingswijze van het project worden gemaakt. U wordt hierover te zijner tijd nog geïnformeerd.

Verhouding tot het rapport Anders Betalen voor Mobiliteit?

In het rapport Anders Betalen voor Mobiliteit van het de commissie Nouwen werd aangedragen dat betalen voor de aanpak van notoire knelpunten in de vorm van een versnellingsprijs zou kunnen dienen als een voorfase van kilometerprijs. Volgens de bril van het platform Nouwen, zou de weggebruiker hierdoor wennen aan het betalen voor het gebruik van de weg op drukke trajecten. Tol is als zodanig niet door de commissie geadviseerd, maar in het advies wel genoemd als bestaand instrument. In de Nota Mobiliteit is vastgelegd dat beide instrumenten worden gehanteerd. En voor beide instrumenten geldt dat er een prijs wordt gevraagd na openstelling omdat het niet past een prijs te vragen als de weggebruiker wellicht ook al wordt geconfronteerd met oponthoud in verband met de wegwerkzaamheden.

Zijn er elders in Nederland gelijksoortige projecten?

Tijdens de bestuurlijke overleggen over het MIT 2007 is tevens afgesproken om in de volgende projecten tol mee te nemen in de planstudies: A27 Utrecht–Hooipolder, A13/A16, A1-A27-A28 Ring Utrecht en de driehoek Amersfoort–Hilversum–Utrecht. Deze afspraken zijn aan de Tweede Kamer kenbaar gemaakt door middel van een brief van 10 november 2006 (Kamerstuk 29 644, nr. 15). Er zijn geen verdere versnellingsprijsprojecten. Alle andere projecten zijn procedureel niet versnelbaar.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings