Gepubliceerd: 30 maart 2010
Indiener(s): Fred Teeven (VVD), Marianne Thieme (PvdD)
Onderwerpen: natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu recht strafrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30511-20.html
ID: 30511-20
Origineel: 30511-16
Wijzigingen: 30511-26

30 511
Voorstel van wet van de leden Waalkens en Ormel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het verhogen van de maximale proeftijd voor misdrijven die de gezondheid of het welzijn van dieren benadelen, en in verband met het verhogen van het strafmaximum voor onder meer het doden van andermans dieren

nr. 20
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN THIEME EN TEEVEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 16

Ontvangen 30 maart 2010

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I worden na onderdeel A drie onderdelen ingevoegd, luidende:

Aa

In het eerste Boek, Titel II A, komt de titel van de eerste afdeling te luiden:

EERSTE AFDELING

Onttrekking aan het verkeer, ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, schadevergoeding en verbod op het houden van dieren

Ab

Na artikel 36f wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 36g

1. Een verbod op het houden van dieren kan worden opgelegd:

1°. bij de rechterlijke uitspraak waarbij iemand wegens een strafbaar feit wordt veroordeeld;

2°. bij de rechterlijk uitspraak waarbij overeenkomstig artikel 9a wordt bepaald dat geen straf zal worden opgelegd;

3°. bij de rechterlijk uitspraak waarbij, niettegenstaande vrijspraak of ontslag van alle rechtsvervolging, wordt vastgesteld dat een feit is begaan.

2. Artikel 33c, tweede en derde lid, alsmede artikel 446 van het Wetboek van Strafvordering, zijn van overeenkomstige toepassing.

3. De maatregel kan tezamen met straffen en andere maatregelen worden opgelegd.

Ac

Na Titel XIV, artikel 253, wordt een titel ingevoegd, luidende:

TITEL XIVA

Misdrijven tegen dieren

Artikel 254b

1. Mishandeling van een of meer dieren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.

2. Met mishandeling wordt gelijkgesteld de opzettelijke benadeling van de gezondheid van één of meer dieren.

3. Poging tot dit misdrijf is niet strafbaar.

II

Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:

B

Artikel 350, tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervalt.

III

Na artikel II worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIA

Indien het bij geleidende brief van 18 april 2007 aanhangig gemaakte voorstel van wet van het lid Waalkens houdende strafbaarstelling van het plegen van seksuele handelingen met dieren en pornografie met dieren (verbod seks met dieren) tot wet is of wordt verheven, en eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt dan, deze wet, wordt artikel I, onderdeel Ac, van deze wet vervangen door twee onderdelen, luidende:

Ac

Na Titel XIV, artikel 253, wordt voor artikel 254 ingevoegd:

TITEL XIVA

Misdrijven tegen dieren

Ad

Na artikel 254a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 254b

1. Mishandeling van een of meer dieren wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.

2. Met mishandeling wordt gelijkgesteld de opzettelijke benadeling van de gezondheid van één of meer dieren.

3. Poging tot dit misdrijf is niet strafbaar.

ARTIKEL IIB

Indien het bij geleidende brief van 18 april 2007 aanhangig gemaakte voorstel van wet van het lid Waalkens houdende strafbaarstelling van het plegen van seksuele handelingen met dieren en pornografie met dieren (verbod seks met dieren) tot wet is of wordt verheven, en later in werking treedt dan deze wet, komt artikel I van die wet te luiden:

ARTIKEL I

In Titel XIVA worden voor artikel 254b van het Wetboek van Strafrecht twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 254

Hij die ontuchtige handelingen pleegt met een dier wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden of geldboete van de vierde categorie.

Artikel 254a

1. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft degene die een afbeelding – of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding – van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, verspreidt, openlijk tentoonstelt, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of in bezit heeft.

2. Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft degene die van het plegen van een van de misdrijven, omschreven in het eerste lid, een beroep of een gewoonte maakt.

Toelichting

Het wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid tot het opleggen van een houdverbod van 10 jaar als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf. Indiener is van mening dat een houdverbod tevens moet kunnen worden opgelegd als maatregel. Het probleem bij het houdverbod als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf, is dat de voorwaarde komt te vervallen bij de tenuitvoerlegging van de hoofdstraf. Een overtreder kan er dan voor kiezen de voorwaarden te overtreden, een kleine boete te betalen of een paar uur werkstraf te verrichten, en vervolgens weer het oude pad te hervatten.

Dit amendement creëert derhalve de mogelijkheid om het houdverbod tevens als maatregel op te leggen. Daarmee kunnen ook personen die niet strafrechtelijk worden veroordeeld, bijvoorbeeld omdat er sprake is van overmacht, wegens afwezigheid van schuld, of vanwege persoonlijke omstandigheden, door de rechter alsnog een houdverbod opgelegd krijgen.

Daarnaast regelt dit amendement dat er een aparte titel in het wetboek van strafrecht wordt opgenomen die ziet op misdrijven tegen dieren. Het mishandelen van andermans of eigen dieren is reeds strafbaar gesteld in de Gezondheids en Welzijnswet voor Dieren. In het Wetboek van Strafrecht is alleen het mishandelen van andermans dieren strafbaar gesteld. Met dit amendement wordt geregeld dat ook het mishandelen van eigen dieren strafbaar wordt gesteld. Hierdoor krijgt het mishandelen van dieren in het algemeen een plaats in het wetboek van strafrecht, daar naar mening van de indiener de Gezondheids en Welzijnswet voor Dieren voornamelijk is gericht op de professionele dierhouder, en niet op het dier zelf. Het artikel betreffende dierenmishandeling beoogt zoveel mogelijk aan te sluiten bij het reeds bestaande artikel inzake mishandeling (artikel 300 WSr). Zo wordt ook de opzettelijke benadeling van de gezondheid van één of meer dieren gezien als mishandeling. Hierbij denkt de indiener aan bijvoorbeeld het aanbieden van een worst met schroeven aan een hond of het aanbieden van een stuk vlees met aspirine aan een kat. Door het opnemen van een aparte titel in het Wetboek van Strafrecht die ziet op misdrijven tegen dieren wordt de intrinsieke waarde van het dier erkent.

De samenloop bepaling regelt dat ook de artikelen betreffende het verbod seks met dieren onder deze nieuwe titel komen te vallen.

Thieme

Teeven