Kamerstuk 26407-81

Verslag van een algemeen overleg

Biodiversiteit


Nr. 81 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 11 december 2012

De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft op 15 november 2012 overleg gevoerd met staatssecretaris Verdaas van Economische Zaken over biodiversiteit

(De volledige agenda is opgenomen aan het einde van het verslag.)

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Hamer

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken, Franke

Voorzitter: Jacobi

Griffier: Peen

Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: De Boer, Van Gerven, Geurts, Graus, Jacobi, Ouwehand en Van Tongeren,

en staatssecretaris Verdaas van Economische Zaken, die vergezeld is van enkele ambtenaren van zijn ministerie.

Aanvang 14.03 uur

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris, zijn ondersteuning, de leden en de bezoekers welkom. Ik stel voor om uit te gaan van een spreektijd van zeven minuten en één interruptie..

De heer Graus (PVV): Voorzitter. Ik begin met de motie-Graus/Koopmans (28 973, nr. 59), die is ingediend op 22 juni 2011 en waarin de regering wordt verzocht zorg te dragen voor een Nederlandse vertegenwoordiging in de Trilateral Seal Export Group (TSEG) van de Zeehondencrèche naast de door het voormalige ministerie van EL&I aangewezen vertegenwoordiger van IMARES. Deze motie is niet uitgevoerd door de regering. Voormalig staatssecretaris Bleker kan daar niets aan doen omdat dit te maken heeft met het ambtenarenapparaat. Er wordt een spelletje gespeeld waar ik niet blij mee ben. De motie is met algemene stemmen aangenomen en wij willen dat de Zeehondencrèche wordt afgevaardigd in het trilaterale overleg. De ambtenaren van het ministerie voeren als tegenargument aan dat de Zeehondencrèche niet objectief genoeg is, et cetera. Dat is onzin.

Mevrouw De Boer (VVD): Voorzitter, ik heb een punt van orde. Volgens mij moet de heer Graus de staatssecretaris aanspreken en het niet hebben over ambtenaren.

De voorzitter: Het is duidelijk dat de heer Graus een verzoek heeft aan de staatssecretaris en daar wil ik hem ruimte voor geven.

De heer Graus (PVV): Voorzitter. Ik wil dat er een onderzoek komt naar het reilen en zeilen binnen IMARES en naar de incestueuze contacten tussen mensen van het ministerie en IMARES. Ik vraag ook, desnoods via een motie, om wat valt onder de Waddenzee onder te brengen bij het ministerie dat toeziet op de Noordzee. Dan zijn we misschien in een keer van alles af. Er moet een onderzoek komen naar de manier van tellen en de geldstroom van IMARES en ik ga dat niet via de Rekenkamer vragen. Het inzicht wordt mij niet gegeven en dat deugt niet. De Zeehondencrèche dient toegelaten te worden tot het trilaterale overleg. In Duitsland zit immers ook iemand in het trilaterale overleg wiens partner dierenarts is en die is dus ook indirect betrokken. Het argument dat wordt aangehaald door de ambtenaren deugt niet.

Ik wil dat de noodoproep van Lenie 't Hart van 4 november 2012 in het debat wordt meegenomen. Die noodoproep komt van iemand die in tientallen jaren al 7 000 zeehonden, de ambassadeurs van de Waddenzee, heeft gered met gevaar voor eigen leven en zonder belang. Zij heeft dat allemaal met eigen geld gedaan ten behoeve van de dieren, op € 100 000 voor een longwormonderzoek na. Professor Ab Osterhaus van de Erasmus Universiteit Rotterdam heeft samen met de Zeehondencrèche aangetoond dat het aantal zeehonden in de Waddenzee in de afgelopen decennia is teruggelopen en dat een gevaar dreigt. «Er zijn vele antropogene invloeden die de zeehonden in de Waddenzee bedreigen en een volgende ziekte-uitbraak ligt op de loer. Het is niet de vraag óf er een nieuwe uitbraak van het zeehondenvirus komt, maar wannéér.», aldus Ab Osterhaus. En Ab Osterhaus is niet de eerste de beste.

IMARES is bezig als beleidsmaker, terwijl het een onderzoeksinstituut is. Het moet onderzoeken doen, maar die doet de Zeehondencrèche veel meer en beter. De Zeehondencrèche heeft meer promovendi gehad en meer stukken gepubliceerd. Volgens mij is er enkele jaren geleden iets gebeurd. Iemand van IMARES is er vandoor gegaan met de onderzoeken van de Zeehondencrèche. Vanaf dat moment is er een vete ontstaan tussen IMARES en de Zeehondencrèche over de rug van de ambassadeurs van de Waddenzee, de zeehonden. Dat kan niet. Ik vind dat schandalig. Ik wil dat er diepgaande onderzoeken komen. Er zijn al journalisten mee bezig en ik zie hun resultaten graag tegemoet. Tussen 1994 en 2000 waren de tellingen van de Zeehondencrèche en IMARES gelijk en op een gegeven moment wijken ze van elkaar af. Dat komt omdat IMARES geen goede manier van tellen heeft. Een vliegtuig van de Zeehondencrèche heeft een vliegtuig van IMARES gevolgd. Dat zigzagt maar wat en heeft aan boord een piloot en een mevrouw met een fotocamera die ernaast zit. De Zeehondencrèche doet het met een piloot, drie mensen en high definition camera's, en maakt cirkels om gebieden. Bovendien telt IMARES enkele tientallen procenten bij de tellingen. IMARES zegt dat als je op een zandplaat zeehonden telt, er ook zeehonden zijn die in zee blijven en dat men daarvan de gemiddelde tijd neemt. Door de zenders ondervinden de zeehonden echter meer weerstand, gebruiken ze 10% meer energie en hebben ze meer moeite met duiken door de opwaartse lift. Door de knikmomenten, de momenten dat het nekje naar achteren wordt getrokken, ontstaat energieverspilling. De zeehonden moeten dus meer vis eten en dat lukt minder snel doordat de hydrodynamica in gevaar komen. De dieren moeten dus wel langer in het water blijven. Het is dierenmishandeling. Ik ga de zeehonden vangen. Als ik er eentje te pakken krijg, krijgen ze de zenders niet meer terug. Die laat ik door een dierenarts verwijderen en dan zijn ze weg.

Ik wil dat de staatssecretaris tijdens de CITES-conferentie namens ons spreekt over een stop op de olifantenjacht en desnoods over geboortebeperking door middel van hormoondarten. Er zijn in Nederland dierenartsen die dat met helikopters en fuiken kunnen en willen doen. Trophy hunting mag niet mogelijk gemaakt worden door Nederlandse reisbureaus. De staatssecretaris wordt straks door bepaalde mensen ingefluisterd dat hij daarover niet gaat, maar dat gaat hij wel. Wij willen niet dat volgevreten Nederlanders, Belgen en Duitsers via Nederlandse reisbureaus dieren afschieten. Dat zijn dieren met een complex zenuwstelsel, die een hechtere familieband dan wij hebben en die vaak jarenlang wegteren van verdriet als er een uitvalt. Ik pleit ook voor een doorvoer- en importverbod voor ivoor of ivoorproducten via Nederland. Mijn vader heeft ooit gezegd dat mensen die jagen op dieren, iets moeten compenseren en te kleine niepkes hebben. Dat is dialect voor piemeltjes. Ik geloof: hoe kleiner het piemeltje, hoe groter de dieren moeten zijn die ze afschieten.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Ik sluit mij op een aantal punten, niet alle, aan bij de heer Graus. De aangenomen motie over de Zeehondencrèche moet gewoon worden uitgevoerd. Ik heb de regering al eerder gevraagd naar de problemen met het zenderen van zeehonden. Mij lijkt een moratorium een verstandige maatregel. Als er onduidelijkheid is over de effecten op de dieren, is het mij een lief ding waard om zeker te weten dat de dieren geen hinder ondervinden voor dit type onderzoek wordt voortgezet. De vorige staatssecretaris heeft toegezegd dit mee te nemen bij de herziening van de Wet op de dierproeven (WOD), die wordt aangepast omdat de Europese richtlijn is veranderd. Dit ligt niet op het bord van deze staatssecretaris maar bij de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ik ben blij dat dit meegenomen wordt, maar in de tussentijd lijkt een moratorium op zijn plaats. De aanwijzingen dat het onderzoek erg ingrijpt in het welzijn van de dieren zijn namelijk erg sterk. Ik hoor graag de reactie van de staatssecretaris.

De staatssecretaris is nieuw, dus ik ga hem niet direct in dit AO verantwoordelijk houden voor het feit dat wij de internationale afspraken niet hebben gehaald. In 2010 zouden wij het verlies aan biodiversiteit hebben gestopt. Dat is de minimale doelstelling, want eigenlijk wil je biodiversiteit terug. Zelfs dat stoppen hebben wij niet gehaald. Er zijn wel nieuwe doelstellingen afgesproken. Dit lijkt een cirkeltje te worden: je haalt het niet en dan spreek je in internationaal verband af dat je het over tien jaar wel gaat halen. In de tussentijd krijg je dan gelegenheid om met taskforces, convenanten en plannetjes te komen. Volgens mij moeten tussentijds concrete stappen worden vastgelegd. Het kabinet voor het voorgaande kabinet had een mooi plan, een biodiversiteitsbeleidsprogramma. Daar staan wijze woorden in, onder andere dat wij het zonder biodiversiteit niet gaan redden omdat wij daarvan volledig afhankelijk zijn. Alles wat wij dragen en eten heeft zijn oorsprong in de natuur. Ik vraag de staatssecretaris om, terugkijkend op de ambities die zijn verwoord en het belang dat wordt gehecht aan het behoud en het herstel van biodiversiteit, met een beleid te komen waarbij wij tussentijds kunnen bekijken of wij op de goede weg richting 2020 zijn, zodat wij niet in 2020 weer moeten zeggen dat wij het niet gehaald hebben en beloven dat over tien jaar wel te doen. Dat kunnen wij ons niet veroorloven. Er hoeft geen nieuw beleidsprogramma te komen, de basispunten liggen er, maar er moeten tussentijdse doelen worden gesteld zodat wij kunnen bekijken of wij op de goede weg zijn.

De vorige staatssecretaris heeft een brief gestuurd waarin hij schrijft dat de otter in Nederland een goede plek heeft en dat het de intentie is om de otter duurzaam in stand te houden. De PvdD onderschrijft dit natuurlijk, maar heeft vragen bij de voorgestelde maatregelen. De vorige staatssecretaris schreef dat de populatie wordt bedreigd, onder andere door inteelt. Onderzoek heeft de onmiddellijke oorzaak echter nog niet uitgewezen. De PvdD heeft advies ingewonnen bij Stichting Otterstation Nederland en de IUCN Otter Specialist Group. Die hebben de staatssecretaris geadviseerd om niet opnieuw otters uit te zetten. De vorige staatssecretaris heeft dat advies in de wind geslagen. Ik hoor graag van de huidige staatssecretaris hoe hij hiernaar kijkt. Het lijkt de PvdD onverstandig om nieuwe otters uit te zetten. Er zijn veel problemen met het verkeer en er worden otters doodgereden. Mevrouw Jacobi heeft vragen gesteld over het plan om otters uit te zetten in het Grote Rivierengebied. Over dat plan maken wij ons zorgen. De gebieden zijn vervuild door dioxines en pcb's en de otter eet paling als een van zijn voedselbronnen. Het lijkt ons beter om het uitzetten van nieuwe otters af te blazen en in te zetten op het bereiken van de otters van Duitse populaties. Dit vloeit ook voort uit de richtlijnen van de IUCN voor herintroductie en de daarvan afgeleide landelijke beleidslijn dat uitzetten niet moet plaatsvinden als otters ergens op eigen kracht kunnen komen. Graag een reactie daarop. Dus: niet verder uitzetten van otters, ervoor zorgen dat ze niet meer worden platgereden en inzetten op de verbindingen, de ecologische hoofdstructuur, zodat de populatie wellicht de Duitse populatie kan bereiken. Dat lijkt een veel duurzamer beleid dat is gericht op duurzame instandhouding.

De PvdD is blij dat wordt nagedacht over de komst van de wolf naar Nederland. Die lijkt op handen. Ook hier geldt dat de ecologische hoofdstructuur een sleutelrol speelt. Alterra stelt dat de kans klein is dat de wolf zich definitief in Nederland vestigt omdat hij grote kans loopt om doodgereden te worden Ik hoop dat de versnippering wordt aangepakt. Alterra beveelt aan om de wolf op de lijst van beschermde inheemse diersoorten te plaatsen. Ik ondersteun dat pleidooi. Naast het voortzetten van de ecologische hoofdstructuur moeten we daar werk van maken zodat het illegaal doden van de wolf gesanctioneerd kan worden. Neemt de staatssecretaris de aanbevelingen van Alterra over?

Mevrouw De Boer (VVD): Wat is volgens de PvdD het ideale eindbeeld met de wolf? Wil zij roedels van honderden wolven hebben? Mogen ze in de buurt van Amsterdam komen? Wat gebeurt er als je oog in oog met een wolf komt te staan en er een ongeluk gebeurt? Wil de PvdD de wolf ten koste van alles beschermen in een drukbevolkt land als Nederland, dat helemaal doorkruist wordt door wegen en spoor?

Mevrouw Ouwehand (PvdD): De PvdD vindt dat de versnippering ongedaan moet worden gemaakt. Dat is niet alleen in het belang van de wolf, maar een voorwaarde voor herstel van biodiversiteit in Nederland. Daar hoort bij dat de natuur zo wordt ingericht dat je kunt afwachten of dieren zichzelf weer kunnen vestigen. Ik zeg nadrukkelijk «afwachten» en niet «herintroduceren». Dieren kunnen heel goed aanvoelen of een leefgebied geschikt is of niet. Daarbij moet je natuurlijk zorgen dat je de natuurgebieden goed afrastert en dat dieren niet op plekken kunnen komen waardoor situaties ontstaan die wij overlast noemen. Ik hoop dat dit kabinet op die manier te werk gaat als het de ehs wil voltooien. Ik vind het mooi als de wolf terugkeert naar Nederland, maar ik zeg niet dat we honderd wolven moeten hebben. Dat verzamelgedrag in de natuur is juist niet in het belang van dieren, mensen en de natuur zelf.

Mevrouw De Boer (VVD): Ik hoor dat er gebieden moeten worden afgerasterd. Betekent dat dat er geen andere dieren meer mogen komen? Welke dieren mogen wel binnen de rasters en welke niet? Mogen, kunnen of willen mensen eigenlijk wel in een bos lopen waar een roedel wolven verkeert?

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik heb een prachtig artikel gelezen over een natuurgebied in Italië waar de lokale ondernemers enorm profiteren van de aantrekkingskracht van de wolf. Mensen gaan daar graag heen, overnachten daar en vertoeven in dat gebied omdat ze de kans hebben om de wolf te zien. Het heeft, ook als je niet zo geïnteresseerd bent in de waarde van de natuur op zichzelf, economisch gezien een enorm voordeel als je ervoor zorgt dat de natuur zich herstelt. Mensen blijken het heel mooi te vinden en komen graag in aanraking met een glimp van de gedachte dat je wilde dieren kunt zien.

Voorzitter. Het vorige sluit aan bij de problemen die zijn gerezen bij het ecoduct Hulshorst. De staatssecretaris komt uit Gelderland en hij kent dit vast. Het zou mooi zijn als hij toezegt dat het ecoduct niet opengaat zolang er geen humane, dier- en natuurvriendelijke oplossingen zijn voor de migratie van de herten. Daar hoort bij dat de dieren niet worden afgeschoten als zij het ecoduct over zijn gelopen. Ook daar zou je met rasters eventuele problemen moeten voorkomen. Het moet niet zo zijn dat vijftien herten over het ecoduct gaan en de zestiende wordt neergeschoten. Een ander ecoductprobleem speelt bij ecoduct De Borkeld. De Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS) wil graag dat onderzoek wordt gedaan naar «recreatief medegebruik». Ik ben bij het ecoduct geweest. Er zijn maar twee plekken over 200 kilometer waar wilde dieren de A1 kunnen oversteken. Ik wil dat graag zo houden. De plaatselijke ruiterverenigingen hebben er helemaal geen behoefte aan. Ik wil graag van de staatssecretaris horen dat dit niet gebeurt. Het is een van de smalste ecoducten van Nederland en die smalle ruimte is nodig voor het wild.

Er is een voorstel gedaan door Amerika om de ijsbeer een betere bescherming te bieden. Ik zie graag dat Nederland dat ondersteunt. Wij hebben een verslag gehad van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC). Ik hoor graag of de staatssecretaris of Nederland de volgende IWC wil voorstellen ook kleine walvisachtigen te beschermen.

De heer Van Gerven (SP): Voorzitter. In Nederland sterven steeds meer dieren- en plantensoorten uit. Al 85% van de oorspronkelijke biodiversiteit is verloren. Het standpunt van de SP en van velen is dat wij de opdracht hebben om aan onze kinderen en kleinkinderen de aarde ten minste net zo mooi achter te laten als wij hem zelf hebben aangetroffen toen wij geboren werden. Wil de staatssecretaris reageren op deze algemene stelling?

Er moet nog veel gebeuren. Er werd herinnerd aan het beleidsprogramma Biodiversiteit werkt. Ik heb geconstateerd dat dat programma niet werkt. Ik lees: omdat gegevens ontbreken van een duidelijke interventiestrategie en een gemandateerde sturing, is het niet aannemelijk dat het beleidsprogramma een aantoonbaar effect op de biodiversiteit heeft gehad. Het is een beetje ambtelijk, maar kennelijk zet het weinig zoden aan de dijk, wordt er veel geouwehoerd en gepraat en worden er open deuren ingetrapt. Het voordeel van een nieuwe staatssecretaris is dat hij van buiten komt en een frisse blik heeft. Ik roep hem op om dat vooral te doen en schoon schip te maken met dingen die niet werken. Het voordeel van een crisis is dat het geld en de mogelijkheden minder zijn en dat dit de geest kan scherpen. En dat uit de mond van de SP.

Er is gesproken over het ecoduct in Hierden. Het is duidelijk dat het een goed principe is, Darwin wist al dat je dieren niet op een eilandje moet zetten want dan sterven ze uit, maar dan moet je ervoor zorgen dat niet aan de andere kant de jagers al klaarliggen om het zestiende edelhert te laten hemelen. Dit heeft onder andere te maken met de manier waarop de faunabeheereenheden zijn samengesteld. Daarin zit een grote oververtegenwoordiging van jagers ten opzichte van de vertegenwoordiging van natuurorganisaties. Kan de staatssecretaris ervoor zorgen dat in de faunabeheereenheden ook de natuurorganisaties een eigen stoel krijgen zodat er een evenwichtige vertegenwoordiging komt? Als hij dat toezegt, scheelt dat een motie van mijn kant.

Ik hoor graag van de staatssecretaris over de alternatieven voor de jacht op de ganzen. Er ligt een aangenomen motie over de ganzen met betrekking tot Schiphol. Wat is de stand van zaken, ook op het punt om geen ganzenlokkende gewassen en dergelijke te verbouwen? Graag een reactie van de staatssecretaris.

De staatssecretaris zegt dat hij voor de ecologische hoofdstructuur is, maar dat die weleens wat kleiner zou kunnen worden dan menigeen denkt. Dat is een slechte start: de staatssecretaris begint veelbelovend, maar nuanceert vervolgens. Wie schetst echter mijn verbazing? Gisteren zei onze vrolijke Mark dat de oorspronkelijke ehs helemaal wordt aangelegd. Ik vraag het na bij de staatssecretaris, want ten slotte is hij de baas. Wordt het 728 000 hectare, de oorspronkelijke ehs inclusief de verbindingszones, ja of nee? Wat gaat gebeuren met de afspraken met de provincies? De staatssecretaris weet als geen ander dat Gelderland er heel anders in staat dan bijvoorbeeld Brabant. Brabant heeft recent 240 miljoen euro extra uitgetrokken. Gelderland was wat terughoudender. Hoe gaat dat verder?

De motie over de gezenderde zeehonden is aangenomen en die moet gewoon uitgevoerd worden. Graag hoor ik het standpunt van de staatssecretaris.

De heer Graus (PVV): De motie gaat over de toelating van de Zeehondencrèche tot het trilaterale overleg. Die is gesteund door de gehele Kamer en wordt niet uitgevoerd. Ik heb ook moties ingediend voor het stoppen van zenderen van zeehonden.

De heer Van Gerven (SP): Voorzitter. De internationale afspraken over biodiversiteit zijn dat de achteruitgang in 2020 gestopt moet zijn. Gaat dat lukken met het akkoord dat de coalitie heeft gesloten? Is de staatssecretaris bereid om met de maatschappelijke organisaties te praten over het opnemen van de ijsbeer in het verdrag over internationale handel in bedreigde dieren en planten? Het dier heeft het erg moeilijk omdat er van alles smelt in die gebieden. Hij kan wel een zetje gebruiken.

Ik sluit mij kortheidshalve aan bij het betoog van de PvdD over de otter. Er moet iets gebeuren. 30% van de otters verdrinkt in visfuiken. In de Tjonger is onlangs weer een fuikslachtoffer gevonden. Er gebeuren zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. Hoe gaat de staatssecretaris dit aanpakken?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Voorzitter. De staatssecretaris heeft blijkbaar al een wetgevingsoverleg gehad, maar daar was ik niet bij. Ik verwelkom daarom de staatssecretaris in de commissie en wens hem succes in dit mooie ambt en dit fantastische onderwerp dat voor GroenLinks belangrijk is. GroenLinks streeft naar een balans tussen mens en natuur. Daarvoor hebben wij graag een actieve staatssecretaris aan onze zijde. Als je de eerste uitspraken in de media hoort, zou je bijna denken dat uit het GroenLinks-programma wordt geciteerd. Kijk je naar het coalitieakkoord, dan begin je echter wat te twijfelen en krijg je een enkele nuancering. Het klinkt misschien een beetje plat, maar na staatssecretaris Bleker is het al snel een vergroening. Toen was het heel bleek en nu gaat het weer groener worden. Wij hopen dat wij samen kunnen doorbouwen op de eerste indrukken.

Nederland heeft een van de grootste delta's. Wij vergeten weleens hoe uniek die is. Wij zeggen dat het Amazonewoud en de ijsbeer behouden moeten worden en daar ben ik het mee eens, maar wat gaan wij doen aan dit unieke getijdengebied en de omgang met de biodiversiteit? Hoe kijkt de staatssecretaris daar tegenaan? Ik krijg ook graag een schets over het Waddengebied. Als je Nederlanders vraagt waar zij graag op vakantie gaan dan zijn dat immers de Wadden en Zeeland.

Welke insteek heeft Nederland afgesproken met andere Europese landen? Er wordt vaak gezegd dat Brussel wil dat wij dingen doen, maar zo zit het niet. Wij hebben zelf gezegd dat wij dingen willen. Over zeereservaten hebben wij bijvoorbeeld al heel lang geleden afspraken gemaakt. De staatssecretaris knikt, dus hij kent deze verdragen. Mijn collega's zeiden al dat wij met veel afspraken een behoorlijk stuk achterlopen. Er is ruimte genoeg voor een flinke ambitie. Wat gaat de staatssecretaris doen met de aanbevelingen van de Taskforce Biodiversiteit? Dat is de kern van dit debat. Hoe ziet de staatssecretaris de rol van de provincies ten opzichte van het Rijk bij het afmaken van het netwerk van aaneengesloten natuurgebieden? Wat betreft natuurbeleid is de rijksoverheid verantwoordelijk voor de kaders en de ambitie, maar de provincies zijn verantwoordelijk voor het invullen en uitvoeren. Dat gaf in de vorige periode enorm veel gedoe over ruilgronden, de financiering en het verstrekken van kortingen.

Gisteravond is een motie van GroenLinks aangenomen bij het debat over het regeerakkoord die de regering oproept om in overleg te treden met de natuur- en milieuorganisaties en de groene ondernemers. Er staan mooie doelen in het regeerakkoord. Ze zouden nog wat mooier kunnen, maar er staan woorden in waar wij blij van worden. Hoe worden die woorden ingevuld? De motie vraagt de regering om dit samen met de natuur- en milieuorganisaties, groene ondernemers en relevante instellingen te doen. Hoe wil deze staatssecretaris dat vormgeven? Hoe zit het met de middelen? De staatssecretaris zal zeggen dat hij voldoende middelen heeft, maar op welke manier wil hij die aanwenden? Hoe zit dat in de tijd en zijn er mogelijke problemen? Hoe denkt hij over publiek-private financiering? Daar waren in de vorige periode veel discussies over. GroenLinks heeft er een duidelijke mening over, maar omdat dit het eerste overleg is, hoor ik graag een schets van de staatssecretaris.

Onder CITES is er een verbod in de handel van beschermde diersoorten. Nederland is helaas een grote doorvoerhaven voor producten van beschermde diersoorten. De handel in walvisvlees gaat gewoon via de haven in Rotterdam. Ik begrijp hoe het juridisch zit, maar het is heel mal. Je sluit een verdrag, zegt dat je de biodiversiteit in Nederland maar ook in andere landen hoog wil houden en faciliteert vervolgens dat deze producten door de haven gaan. Op Schiphol wordt streng gecontroleerd als een toerist een haaientand of een stukje ivoor bij zich heeft. Kan de staatssecretaris bekijken of Nederland daar wat aan kan doen, al is het maar met een vrijwillige gedragscode, en of het in het Europees verband op de agenda kan? Hiertoe is al eens een motie van GroenLinks aangenomen, maar die is denk ik gesneuveld in de overdracht tussen staatssecretaris en ministers.

Ik sluit mij graag aan bij de opmerkingen van mijn collega's over de otter, de walvis en de wolf. Er is ook biodiversiteit op zee. Verschillende vismethoden zijn beschadigend voor het zeeleven. Hoe staat het met het handhaven van de bestaande verdragen? Zou er voor wat betreft bruinvissen geen tandje bij moeten?

Het Planbureau voor de Leefomgeving doet een aantal suggesties voor synergie tussen natuur- en ander beleid, zoals klimaatbeleid, waterbeleid en misschien ook recreatie. Het Planbureau suggereert dat het kabinet landbouwgebieden kan aanwijzen waar natuur- of oppervlaktewaterkwaliteit prioriteit krijgt of dat de overheid milieuvriendelijke natuurgerichte landbouw gaat ondersteunen. Ook hierop graag een reactie van de staatssecretaris.

De heer Geurts (CDA): Voorzitter. De uitdaging voor de komende tijd is het voeden van een groeiende wereldbevolking. Het formuleren van een strategische agenda biodiversiteit voor de toekomst is volgens de CDA-fractie een opdracht aan deze nieuwe staatssecretaris. Is de staatssecretaris bereid om daarbij ook de voedselzekerheidsproblematiek mee te nemen? Deelt de staatssecretaris de mening van de CDA-fractie dat landbouw, visserij en natuur onderdeel zijn van de oplossing voor de internationale uitdagingen rond voedselzekerheid en biodiversiteit? De vraag naar voedsel neemt de komende decennia toe, terwijl de beschikbaarheid van landbouwgrond afneemt. Tegelijkertijd moet er aandacht voor biodiversiteit zijn. Dat vraagt om een duurzamer consumptiepatroon en efficiënter gebruik van grondstoffen en energie. De productie per hectare beschikbare grond moet omhoog en gewassen en producten moeten beteeld of gehouden worden waar dat het beste kan. Is dat ook het beeld van de staatssecretaris? Heeft de staatssecretaris een idee waar dat het beste kan?

De uitwisseling met andere landen van kennis opgedaan door de Nederlandse gouden driehoek verdient aandacht, zeker ook in eigen land. Gelukkig heeft de premier gisteren in het debat hierover duidelijkheid gegeven. In een betoog gaf hij het belang van de Universiteit van Wageningen aan. De staatssecretaris zal dat als oud-gedeputeerde van Gelderland zeker onderschrijven.

Op veel werkbezoeken word ik geconfronteerd met het feit dat de Nederlandse mestregels doorgeschoten zijn. Evenwichtsbemesting is zoek. Er wordt meer product van een hectare gehaald dan er aan mineralen wordt ingebracht. De bemestingnorm is te laag en er is onbalans. Behoud van bodemvruchtbaarheid is daarbij essentieel. Er blijkt echter een kennisleemte te zijn op het vlak van organische stof, bodemdiversiteit en bodemweerbaarheid. Op welke wijze gaat de staatssecretaris die kennisleemte invullen?

De kennisleemten met betrekking tot de wolf zijn inmiddels ingevuld. Wat is de stand van zaken met het wolvenplan? Gaat Nederland kennismaken met de wolf in het wild? Wij dringen aan op het zorgvuldig vaststellen van dergelijke plannen. Hiermee is ervaring opgedaan in bijvoorbeeld Duitsland. Voor het CDA staat de vraag wie waarvoor verantwoordelijk is voorop. Een voorbeeld daarvan zijn de hamsterperikelen in Limburg. Daar heeft de voorzieningenrechter de Staat geboden ervoor te zorgen dat de verbindingszones tussen het hamstervriendelijk beheerd areaal met 50 hectare wordt uitgebreid. Hierover zou overleg met de provincies hebben plaatsgevonden. Wat is de stand van zaken? Het is niet duidelijk waar de verantwoordelijkheden liggen, net als in het geval van de korhoender die nu wordt geïmporteerd vanuit Zweden. De heer Koopmans, oud-Kamerlid van het CDA, heeft daarover vragen gesteld.

Er zijn ervaringen met het openstellen van ecoducten. Het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) geeft daar inhoud aan en heeft als doel barrières in de ecologische hoofdstructuur die door de bestaande rijksinfrastructuur zijn veroorzaakt op te heffen. Dit vindt plaats door een integrale gebiedsgerichte aanpak onder regie van de provincies. De uitvoering van het MJPO is, zeker nu het Faunafonds gedecentraliseerd wordt, de eerste prioriteit van de provincies. Ik heb recent in Epe de wildschade door edelherten bekeken waardoor mais weken eerder geoogst moest worden. De voedingswaarde van deze mais was uiteraard niet optimaal. Een naastgelegen golfbaan werd bezocht door dassen en de schade is enorm. Ook een kwekerij van kerstbomen was getroffen door de schade die is veroorzaakt door het wild. Schade aan landbouwgewassen wordt nog enigszins vergoed, maar die aan de golfbaan en de kwekerij niet. Hoe kijkt de staatssecretaris tegen deze ontwikkelingen aan? De CDA-fractie volgt voorlopig de lijn van de heer Graus over het zenderen van zeehonden.

In februari 2012 is de Kamer geïnformeerd over nationale koppen op de spermarichtlijn. Dit heeft betrekking op de EU-regelgeving die ingesteld is om intracommunautaire handel in stierensperma te reguleren. Voor de binnenlandse handel geeft de EU echter geen voorschriften. Toch heeft Nederland de regels voor intracommunautaire handel toegepast en daarmee een Europese kop op de regelgeving gezet. In een schriftelijk antwoord schrijft de premier dat Europese koppen in Nederland eigenlijk niet van toepassing zijn. Kan die kop geschrapt of aangepast worden zonder dat dit afbreuk doet aan de gezondheids- en dierenwelzijnseisen?

Er zou overleg met de Stichting Gelderlander Paard Associatie en de Stichting Zeldzame Huisdierrassen plaatsvinden over het behoud van de bloedlijn van het Gelders paard. Deze organisaties hebben hierover een brief aan de Kamer gestuurd. Wat is de stand van zaken?

Mevrouw De Boer (VVD): Voorzitter. Ik moet even wennen aan deze wondere wereld van de natuur. Ik ben mij aan het inlezen en moet zeggen dat ik de brief van 5 juli 2012 over biodiversiteit onleesbaar vind. Als je van buiten komt en probeert een inkijkje te krijgen, ben je het spoor vrij snel bijster. Er zijn allerlei instanties, men monitort monitoren en zendert zeehonden. Na lezing van de brief was ik er niet achter hoe het zit met de biodiversiteit in Nederland, laat staan dat mensen in het land dit begrijpen. Het is de bedoeling om te bekijken of een nieuwe strategische agenda wordt opgesteld. Neem hierin minder platformen en instrumenten op, monitor geen monitoren en roep geen taskforces en andere zaken in het leven.

In tegenstelling tot de PvdD is de VVD geen voorstander van het terugkeren van de wolf. Wij kunnen hem misschien niet bij de grens tegenhouden of terugsturen, maar ik moet er niet aan denken dat mensen er een tegenkomen in Nederland, waar wij dat niet gewend zijn. Als je op vakantie bent in een beschermde omgeving met een gids, zoals op een safari in Afrika, kun je beren en wolven bekijken, maar in een dichtbevolkt land als Nederland, dat bovendien doorkruist wordt door spoor, wegen en water, lijkt het mij ook in het belang van de wolf zelf dat wij dit prachtige dier niet terug laten komen. Het doet me denken aan het liedje van Drs. P die in de arrenslee naar Omsk gaat. Nadat hij zijn vier, vijf kinderen en vrouw uit de slee heeft gegooid, sneuvelt hij ook en zijn zijn laatste woorden: Omsk is een prachtige stad, maar net iets te ver weg. Dat soort beelden roept dit op.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Ik bied aan om bij een volgende onbegrijpelijke brief de VVD-fractie met haar 80 medewerkers te ondersteunen. Als mevrouw De Boer denkt aan de overlijdens- en ongevallenrisico's in Nederland, hoeveel hoger schat zij dat die worden als er tien of vijftien wolven in Nederland rondlopen?

Mevrouw De Boer (VVD): Ik wil dat niet eens weten. Stel je voor dat een klein kind in het bos oog in oog komt te staan met zo'n wolf. Ik moet daar niet aan denken. Misschien dat u dat voor uw rekening wilt nemen? Ik vind het bovendien niet in het belang van de wolf zelf.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Als mevrouw De Boer dat vindt, verwacht ik van de VVD binnenkort een voorstel om honden te verbieden. Er zijn meer ongevallen met honden of scooters of auto's dan er ooit zijn in landen waarin de wolf in kleine mate is teruggebracht. Die ongevallen zijn in de statistieken bijna niet terug te vinden. Er zijn veel meer ongelukken met honden en kleine kinderen, vooral met gevaarlijke doorgefokte vechthonden. Wat betreft ongelukken in het verkeer accepteren wij een dodenaantal van 700 per jaar. Ik ken de VVD als een rationele partij die naar de cijfers kijkt en ik roep mevrouw De Boer op om de cijfers in perspectief te zien en geen angstverhalen te brengen die niet de realiteit worden.

Mevrouw De Boer (VVD): De VVD is inderdaad een rationele partij en is niet voornemens om van Nederland een nieuw wildpark te maken. Ik vergelijk een hond niet met een wolf en laat het voor rekening van GroenLinks om dat aan de mensen in het land uit te leggen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Volgens mij kunnen we mevrouw De Boer geruststellen: Roodkapje was een sprookje. Het is niet zo dat de gebieden waar de wolf leeft en waar mensen kunnen genieten van wolven of hun sporen kunnen zien, zwaar beveiligd zijn. De cijfers laten zien dat het zeer onwaarschijnlijk is dat een wolf ook maar in de buurt van een mens komt en die bijt of opeet. Wij kunnen de wolf inderdaad niet terugsturen aan de grens. Het pleidooi van Alterra om het dier op de lijst beschermde inheemse diersoorten te zetten, betekent dat er mogelijkheid is tot ontheffing. De PvdD is daar heel terughoudend in, maar mocht er toch een situatie zijn waarin welk beschermd dier dan ook voor een aantoonbaar gevaarlijke situatie zorgt, dan zijn er mogelijkheden. Waarom is de VVD zo angstig? Zo ken ik haar niet.

Mevrouw De Boer (VVD): Het is ook in het belang van de wolf zelf. Als wolf moet je er niet aan denken om de A28 op een drukke dag over te steken. De VVD meent dat de terugkeer van de wolf in Nederland geen enkele zin heeft. Wij gaan zitten wachten op die ene wolf die de grens oversteekt en ondertussen zijn er medewerkers aan het werk die daar beleid op maken. Dat beest past hier niet meer. Mensen die de wolf willen zien, kunnen naar Italië en andere landen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat is raar. De VVD zegt terecht dat je de wolf niet kunt terugsturen. Als de wolf terugkomt, is het toch beter om daarop voorbereid te zijn? Je kunt mensen toch beter vertellen dat ze niet bang hoeven te zijn en ervoor zorgen dat gebieden voor de wolf en andere dieren zo zijn uitgerasterd dat er geen verkeersonveilige situaties ontstaan? Waarom is dat dom beleid? Ik vind dat juist verstandig.

Mevrouw De Boer (VVD): Laten wij het hoofd koel houden en bekijken of de wolf bereid is om een kijkje te nemen op de Veluwe. Als het beest komt wil ik weleens zien of wij daar in Nederland zo gelukkig mee zijn. Misschien is het wel het schrikbeeld uit het sprookje, maar wij zijn niet voor terugkeer van de wolf in Nederland.

Voorzitter. De VVD is niet voor het idee van de mens als schepper. Ik lees dat de otter verkeersslachtoffer wordt. Hoe meer otters wij krijgen, hoe meer verkeersslachtoffers helaas zullen vallen. De vraag is of dit beest kan aarden in Nederland, want ik lees in de stukken dat er sprake is van inteelt. Eind negentiende eeuw is het beestje uitgeroeid, ook omdat hij overlast veroorzaakte. Mijn punt is dat wij de otter introduceren, zeggen dat het beest meer habitat nodig heeft en er meer maatregelen genomen moeten worden om de otter te beschermen. Wat is de volgende stap? Dat de fuiken in de sloten, die er al honderden jaren staan, worden verboden? Wat als een otter in een kooi terechtkomt die is bedoeld om muskusratten te vangen? Gaan wij die dan ook niet meer vangen met alle overlast van dien? Er wordt een territorium gecreëerd, terwijl we al weer honderden, miljoenen jaren verder zijn. Ik geloof dat de SP de aarde wil laten terugkeren naar hoe het ooit begonnen is na de oerknal, maar dat lijkt mij een onbegonnen zaak. Wij zijn er huiverig voor. Wij gunnen het beest alle plezier in het leven, maar als wij allerlei fratsen gaan uithalen en daardoor andere problemen creëren, zetten wij er een vraagteken bij of het zo verstandig is om de otter op allerlei plekken te laten terugkeren. Dat is ook voor de bescherming van het dier zelf.

Mij bereiken geluiden uit Overijssel dat de steenmarter daar nogal wat overlast veroorzaakt. Kan de staatssecretaris bekijken hoe dat zit? Is dat zo en kunnen wij hier wat tegen doen? Ik begrijp dat het een beschermde diersoort is, maar hoeveel overlast kun je accepteren?

Op de agenda staan allerlei brieven over internationale conferenties. Wij moeten ons niet gaan bemoeien met de walvisvaart in Japan. De walvis is een prachtig dier en wij respecteren zeer zeker de bestaande verdragen, maar wij kunnen dit internationaal lastig afdwingen. Desalniettemin is het goed dat de landen bij elkaar zijn en daar afspraken over maken, want dat legt toch zachte druk op Japan. In de stukken lees ik dat wij misschien bindende afspraken maken over de kleine zeezoogdieren. Ik zou eerlijk gezegd niet willen dat Japan zich bemoeit met onze zeehondenpopulatie. Nederland wil daarin waarschijnlijk weer braver dan braaf zijn, dus ik ben daar niet voor. Laten wij dat in eigen handen houden en geen internationale afspraken maken.

Voorzitter: Graus

Mevrouw Jacobi (PvdA): Voorzitter. Een mooier begin dan een AO over biodiversiteit kan de staatssecretaris niet krijgen. De samenleving kan heel veel verbeteringen aanbrengen op het gebied van ecosystemen en hun samenhang. Op heel veel fronten is er nog veel te doen. De rode lijn in de stukken is het verlies aan biodiversiteit en ecosysteemdiensten – het World Economic Forum noemt dit als een van de grootste bedrijfsrisico's, dus de economische waarde is ook nog eens heel belangrijk – en dat wij nog steeds niet in staat zijn om de biodiversiteit in haar totaliteit te verbeteren. Wel kunnen wij het verlies stopzetten en de achteruitgang tegenhouden.

Ik ben trots dat het in het regeerakkoord is gelukt om de ecologische hoofdstructuur terug te krijgen. Samen met de GroenLinks- en de D66-fractie werk ik aan de punten en komma's van de initiatiefwet Mooi Nederland waarmee wij landschap, natuur, de biodiversiteit in planologische zin en de flora- en fauna-aspecten in brede zin, verder willen helpen. Ik hoop dat die wet straks bijdraagt aan het zetten van een paar stappen. Wij willen naar draagvlak voor de natuur en samenhang van water, natuur, landschap, recreatie en waar het kan landbouw. Wij hebben een aantal jaren moeten toestaan dat de samenhang en kwaliteit losgeknipt en ingekort werden. Alle provincies moeten snel kijken naar de stappen die wij kunnen maken. Er waren gisteren ook moties in die richting. Daar is de eerste winst te halen, zeker waar waterbeheer en -veiligheid aan elkaar geknoopt kunnen worden. Niet voor niets is ooit die 728 000 hectare genoemd voor een land als het onze dat veel delta heeft. Dat is een richtinggevend kader. Ik zou het een heel groot verlies vinden als wij weer heel technisch en polariserend over dit vraagstuk gaan spreken. Ik zou dat niet alleen op het terrein van de biodiversiteit, maar ook op het terrein van de sociale en de economische aspecten en in menselijk opzicht van een grote armoe vinden. Ik roep iedereen op om dit aspect te zien als: gelukkig, wij knopen dat netwerk aan elkaar en maken ons land mooier, niet alleen in groen maar ook in economisch opzicht.

De heer Van Gerven (SP): Is de PvdA van mening dat de oorspronkelijk ecologische hoofdstructuur uitgevoerd moet worden?

Mevrouw Jacobi (PvdA): Mijn pleidooi is dat de 728 000 hectare die ooit als richtinggevend kader zijn neergezet iets zegt over de robuustheid. Er zijn gebieden gezocht en men is heel technisch aan de slag gegaan om die uit te tekenen. De allereerste uitdaging is om met dat richtinggevende kader in de hand toe te gaan naar een robuust netwerk. Ik hoop dat wij in de buurt komen. Mochten wij met alle provincies, grondeigenaren, natuurorganisaties en de overheid in 2023 bij 600 000 hectare zijn, dan vind ik dat ook goed. Als de kwaliteit van de ecosystemen en van het netwerk en de leefgebieden goed is, is elke stap in die richting winst. De SP vindt niets goed genoeg en dat vind ik jammer. Ik hoop op haar medewerking voor de genoemde inzet en dat wij elkaar niet steeds gaan afrekenen op het halen van een hectare meer of minder. Het moet robuust zijn en voldoen aan kwaliteit.

De heer Van Gerven (SP): Het lijkt welhaast of ik staatssecretaris Bleker hoor spreken.

Mevrouw Jacobi (PvdA): Dat vind ik een belediging. De heer Bleker en de betrokken partijen hebben de ecologische hoofdstructuur kapot geknipt. Ik vind het vals en laag bij de grond dat u zo reageert op partijen die er alles aan doen om dit te herstellen. Ik verlang een constructieve houding van de SP.

De heer Van Gerven (SP): Het oorspronkelijke plan behelsde ongeveer 728 000 hectare. Vindt de PvdA dat dit oorspronkelijke plan uitgevoerd moet worden?

Mevrouw Jacobi (PvdA): Ik verval in herhaling. Er moet een robuust plan komen. Dat we in de toekomst een keer linksom gaan in plaats van rechtsom is niet heel wezenlijk. Als u het hebt over oorspronkelijk, betekent dat dat u de tekentafel erbij pakt. Het netwerk moet er komen en dat moet goede kwaliteit krijgen. Dat is ook de lijn die Natuurmonumenten altijd heeft gevolgd. In het oorspronkelijke plan zaten soms knelpunten die misschien op een andere manier opgelost kunnen worden. Ik wil op deze manier het ecologische netwerk in ons land herstellen. Het moet robuust zijn. Het woord «oorspronkelijk» is misschien behulpzaam als referentiekader, maar moet niet de blauwdruk zijn. Als de ehs niet over Ootmarsum gaat, maar over een plaats die ernaast ligt, vind ik dat minder belangrijk.

Voorzitter. Uit het eerste rapport van de TEEB-studie, Groen, gezond en productief, blijkt dat groen, dus ook de ehs, leidt tot verlaging van kosten voor zorg en ziekteverzuim. Zo zijn er meer aspecten waarbij groen gekoppeld kan worden aan besparingen in andere sectoren en waardoor het totale land kan worden verbeterd. In hoeverre kunnen wij dit soort integrale sturing verbeteren? Ik sluit aan bij iedereen die zegt dat dit concreet moet worden en dat we niet zitten te wachten op allerlei plannen die soms tegen elkaar ingaan. Ik noem de biobased economy die aan de ene kant heel groen is, maar aan de andere kant misbruikt wordt en leidt tot monoculturen. Ik ben ervoor om de best practices van alle sectoren en ministeries tot een concreet plan te maken zodat we ons land verder kunnen helpen.

Wat betreft de walvissen sluit ik mij aan bij de woorden van GroenLinks en de PvdD. In de zomer hebben wij vragen gesteld over de otters. Ik wil graag weten hoe het zit met het uitzetbeleid en het gebruiken van stop grids zodat otters niet in fuiken belanden.

Natuurmonumenten heeft aangeboden om naar oplossingen te zoeken voor de problematiek in Gelderland. De PvdA vindt dat alles uit de kast gehaald moet worden voordat als laatste redmiddel afschot wordt gebruikt. Ik vind dat hier sprake is van een polariserende werking en zie graag dat de staatssecretaris zijn oud-collega belt om te vragen of niet eerst naar andere oplossingen gekeken kan worden.

De vergadering wordt van 15.07 uur tot 15.20 uur geschorst.

Staatssecretaris Verdaas: Voorzitter. Mij was al aangekondigd dat dit de leukste commissie is. Dat beeld wordt gelukkig bevestigd. Ik hoop dat wij in deze sfeer kunnen blijven werken, maar het gaat natuurlijk wel over uiterst serieuze zaken. «Leuk» gebruik ik in de zin van heel uiteenlopend, gevarieerd en dynamisch en is niet te verwarren met de ernst van de onderwerpen. Er is expliciet gevraagd naar mijn eigen kijk op biodiversiteit en vraagstukken over natuur en soorten en ik hecht eraan om die in dit eerste overleg te delen.

Ik vind dat biodiversiteit vanuit een intrinsieke motivatie moet worden gekoesterd. Over de manier waarop je dat precies vertaalt en concreet maakt, komen wij nog talloze keren te spreken. Los van die intrinsieke waarde, waarbij ik het een morele plicht vind om zorg te dragen voor de omgeving, is er een economische urgentie om met elkaar voort te leven op onze planeet. Dat is geen hobby meer van een paar idealisten. Toppers van grote multinationals dragen tegenwoordig ook uit dat het koesteren en verder brengen van biodiversiteit een absolute noodzaak is. Dan bevind je je in goed gezelschap. Het is een brede ambitie van heel veel mensen, van links tot rechts.

Vier, vijf jaar terug heb ik in een sessie met voorlieden uit de «groene hoek» een emotioneel pleidooi gehouden. Ik zei: als jullie niet op tijd de natuur terugkrijgen in de harten van de mensen in plaats van die steeds te laten percipiëren als een hindermacht, krijgen jullie de boemerang terug en weten jullie niet wat jullie meemaken. Ik blik niet terug, maar ik kan duiden dat wij de afgelopen jaren door een fase zijn gegaan. Daar zitten heel goede kanten aan; wij praten weer met urgentie over dit onderwerp en erkennen dat het niet een vanzelfsprekendheid is dat wij investeren in natuur en biodiversiteit. Als je het draagvlak niet organiseert bij de mensen die ervan genieten en ermee te maken hebben, verspeel je uiteindelijk ook het politieke draagvlak. Daarbij komt dat zich soms heel perverse effecten van natuurwetgeving voordoen. Ik heb daar zelf genoeg voorbeelden van meegemaakt. Ook over die kant moet een open gesprek mogelijk zijn. De doelen zijn wat mij betreft helder. De noodzaak is om biodiversiteit te koesteren en daar hoeven wij niet de discussie over aan te gaan. Daarnaast moeten wij zorgen dat het draagvlak meer is dan een lijn op de kaart. Wij moeten aan de slag en verbindingen zoeken en coalities smeden om van daaruit te werken aan een robuust netwerk in Nederland. Dat is de juiste volgorde. Als je de randvoorwaarden creëert, komt de natuur ook meestal weer op haar pootjes terecht. Over dit onderwerp heerst de nodige emotie. Dat is goed, want politiek is ook emotie. Ik ben daar zelf ook niet geheel vreemd van, maar ik zal proberen de nuchterheid te bewaren.

Ik rond af met een anekdote over de manier waarop het zou moeten werken. Tien, vijftien jaar geleden liep ik hard langs de IJssel. Toen speelde de discussie of de zeearend wel of niet geherintroduceerd zou worden. Ik geloofde mijn eigen ogen niet, maar ik zag hem vliegen. Dat was gek: er liep al jaren een discussie over de voor- en de nadelen en het beest was al aan het verkennen of het in Nederland een plek vond. Nog voordat de discussie maatschappelijk en politiek was afgerond, zat hij in de Oostvaardersplassen. Dat is voor mij een mooi voorbeeld van de manier waarop het zou moeten werken: investeer in de randvoorwaarden en dan komen de otters, wolven en zeearenden op een manier die past.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dit is de eerste keer dat wij met de nieuwe staatssecretaris over natuur spreken. Ik vind het belangrijk om de piketpalen te kennen en om hem mee te geven hoe mijn fractie erin staat. Ik onderschrijf nadrukkelijk dat je niet moet postzegelen met natuur, haar niet moet benaderen als een hobby voor mensen die toevallig belangstelling hebben voor de ecologie en de biologie en het draagvlak niet uit het oog moet verliezen. Ik geef de staatssecretaris mee dat de ervaring is dat de Nederlandse verplichtingen en wetten door de Nederlandse Staat niet worden nagekomen. Als natuurorganisaties, die ik niet ken als buitengewoon opstandige jongens, naar de rechter stappen, krijgen zij vanuit de politiek nadrukkelijk de zwartepiet toegespeeld. De suggestie die daaronder ligt, is dat het allemaal heel gemeen is van de natuurorganisaties. Waar staat de staatssecretaris als hij spreekt over draagvlak en niet willen polariseren? Is hij van mening dat er een belangrijke taak voor hem en andere politici ligt om ervoor te zorgen dat wij onze eigen verplichtingen naleven en dat als wij dat niet doen en iemand naar de rechter gaat, daar geen schande van wordt gesproken?

Staatssecretaris Verdaas: Ik kan daar heel kort en helder over zijn: ik zal nooit over welke organisatie of burger die naar de rechter gaat om zijn recht te halen, schande spreken. Dat is een principekwestie. Dat is een burgerrecht en de rechter heeft het oordeel.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat is een mooi begin. Ik heb aan staatssecretaris Bleker de vraag gesteld over de Hedwigepolder: als er geen draagvlak is voor de ontpoldering, had de staatssecretaris dan niet zelf actief moeten uitleggen wat het belang is van een gezond estuarium? Hij wilde daar niet op ingaan. Ziet deze staatssecretaris dat hij een taak heeft om moeilijke zaken die in het belang zijn van de ecologie, de biodiversiteit en onze verplichtingen, aan burgers uit te leggen en dat hij een rol heeft om goed te communiceren om dat draagvlak te creëren?

Staatssecretaris Verdaas: Ik formuleer het heel precies omdat ik op geen enkel moment iets over mijn voorganger wil zeggen. Ik vind het mijn taak om voor besluiten te staan die misschien minder goed vallen of begrepen worden en uit te leggen waarom wij dat zo doen.

De heer Van Gerven (SP): Ik ben benieuwd naar het standpunt van de staatssecretaris over de ecologische hoofdstructuur. Hij heeft de suggestie gewekt dat die wel eens kleiner zou kunnen worden dan gedacht. Wat is het plan van het kabinet? Wil het de ehs conform het oorspronkelijke plan van 728 000 hectare uitvoeren?

Staatssecretaris Verdaas: Ik kan die vraag nu beantwoorden of bij het betreffende blokje in een breder kader meepakken.

De voorzitter: Ik stel voor dat de staatssecretaris om structuur te behouden deze vraag beantwoordt bij het betreffende blokje.

Staatssecretaris Verdaas: Voorzitter. Er is gesproken over de walvissen, de trophy hunting, het ivoor en het transport in de Rotterdamse haven. Bij dat laatste is er inderdaad een juridische beperking. Op Schiphol gaat het vaak om invoer en in Rotterdam om doorvoer. Dit wordt uitgezocht en wellicht kom ik daar later op terug. Wat betreft de trophy hunting streven wij volgens mij hetzelfde doel na om stropen te voorkomen. De heer Graus vroeg of het verboden kan worden dat mensen via Nederlandse reisbureaus gaan jagen. Je moet daarin reëel zijn: je kunt niet verbieden dat mensen een reis boeken naar een dergelijk land en daar een jacht boeken. Als de heer Graus suggesties heeft voor de manier waarop dat zou kunnen, dan staan wij daarvoor open. Ik geef dit soort antwoorden niet graag, maar je hebt er gewoon mee te maken.

Dit geldt ook voor de walvissen. Het is het eeuwige dilemma. Ik heb vanochtend tijdens het WGO het voorbeeld van de visvangst bij Mauritanië gebruikt. Het dilemma is: houd je de dialoog gaande in de hoop dat je stapjes boekt of trekken landen zich terug uit een forum en gaan ze hun eigen gang? Die continue inzet mag de Kamer van mij verwachten. Mij is verteld hoe vaak mijn voorganger in een jaar tijd in de Kamer heeft moeten zijn. Het is niet dat ik graag uitstapjes naar andere landen maak, maar als het een gezamenlijke missie is om de stem van het Nederlandse parlement te laten horen, ben ik aan de zijde van de Kamer om daar tijd voor vrij te maken en stappen te zetten. Ik proef dat er vooral op deze thema's een breed draagvlak is om internationaal je gezicht te laten zien en je uit te spreken.

De heer Graus (PVV): De reisbureaus maken zich schuldig aan een grove vorm van dierenmishandeling die plaatsvindt vanuit Nederland. Ook Belgen en Duitsers maken daar gebruik van. Natuurlijk is een regering bij machte om die reisbureaus aan te pakken. Het zijn er maar enkele en die kunnen gewoon gesloten worden. De regering kan dat laten regelen door de collega's van Justitie. De staatssecretaris dient dat ook te doen.

Staatssecretaris Verdaas: Over het doel en dat wij dit liever niet hebben, zijn wij het snel eens. Echter een reisbureau sluiten dat iets verkoopt waar je in Nederland geen jurisdictie over hebt, is heel ingewikkeld. Ik wil daar best nog een keer naar kijken, ook met de collega's van juridische zaken. Als u een goede jurist kent die ideeën heeft over de manier waarop dit wel kan, laat het weten. Dan leggen wij daar contact mee. Tot nu toe heb ik niet de informatie dat wij dit kunnen regelen.

De heer Graus (PVV): Ik zal ervoor zorgen dat de mensen die ermee bezig zijn, contact zoeken met de juiste mensen binnen de regering. De weg die u schetst, wil ik ook graag bewandelen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Het internationale veld valt in twee dingen uiteen. Het eerste: komen wij de afspraken na die wij met ons volle verstand gemaakt hebben? Daarop is achterstalligheid en wij wachten de verdere acties van de staatssecretaris af. Het tweede is: als je het niet keihard juridisch kunt regelen, zoals in het geval van de Rotterdamse haven, kun je wel in gesprek over een vrijwillige gedragscode die afgesproken kan worden met Hamburg, Bremen en Antwerpen. Een andere mogelijkheid is om een dergelijk onderwerp in Europees verband te agenderen. De vorige regering liet continu het economische belang zwaarder wegen dan het belang van de internationale afspraken. Als we aan anekdotes doen, kan ik vertellen hoe de Nederlandse ambassadeur in Japan reageert op de walvissen. Dat is: lieve schat, ik zou best wel wat willen, maar we hebben zulke grote handelsbelangen dat ik niets doe. Hoe hoog is nu de intentie om onze eigen afspraken na te komen? Is er in tegenstelling tot het verleden een hogere ambitie om dingen op de internationale agenda te zetten?

Staatssecretaris Verdaas: Het antwoord is twee keer ja. Op de laatste vraag zeg ik toe dat ik deze zal agenderen en bekijken of met de concurrerende havens een gedragscode kan worden afgesproken. Ik ben niet naïef, want dat zal geen makkelijke weg zijn, maar ik wil hem wel bewandelen.

Voorzitter. Wat betreft de otter ben ik van de school die eerst de randvoorwaarden wil organiseren zodat je een robuuste populatie op de been kunt houden zonder inteelt of het na drie aanrijdingen moeten uitzetten van nieuwe otters. Ik proef uit de bijdragen van een aantal Kamerleden dat ze dat een gewenste benadering vinden. Mevrouw Van Tongeren sprak over internationale verplichtingen. Wij hebben een verplichting op ons genomen om voor de otter voldoende habitat te organiseren. Ik wil hier niet de deskundige uithangen, maar ik zeg bij dezen toe dat ik met de provincies en natuurorganisaties, maar misschien ook met de visserij voor zover daar een belang ligt, eerst bekijk wat een robuust voldoende gebied is en of en op welke manier en termijn de link met de Duitse populatie georganiseerd kan worden. Ik proef steun van de Kamerleden om even pas op de plaats te maken en eerst te kijken naar de randvoorwaarden alvorens verder te gaan met het introduceren van de populatie zelf.

Mevrouw De Boer (VVD): Ik ben het er helemaal mee eens dat gekeken moet worden naar wat allemaal moet gebeuren en dat wij daarin keuzes dienen te maken. Het beest moet wel een leefbaar territorium hebben. De VVD gaat het te ver om al de fuiken en vallen voor muskusratten op te ruimen, want dat gaat ten koste van de waterveiligheid. Het blijven keuzes, maar laten wij eerst eens bekijken hoe het zit en wat je daarvoor moet laten of doen.

Staatssecretaris Verdaas: Als ik naar de inbreng over de wolf luister, lijken de tegenstellingen heel groot te zijn. Ik wil toch een lijn schetsen waarvan ik hoop dat eenieder die niet zo gek vindt. De wolf komt alleen als de randvoorwaarden kloppen, want anders heeft hij hier niets te zoeken. Een paar jaar terug was het gerucht dat in de buurt van Duiven een jong mannetje rondliep dat keek of hij nieuw territorium kon bezetten. Die wolf is dus als een haas teruggegaan naar Duitsland. Langs de A12 is niet echt een plek waar een wolf een goed leven heeft. Het zal allemaal zo'n vaart niet lopen. Er zullen de komende jaren af en toe exemplaren de grens oversteken en tot de ontdekking komen dat er in Duitsland betere plekken zijn. Daar waar wij doorgaan met het organiseren van robuuste verbindingen – denk ook aan de plannen van Stichting ARK die een Europees netwerk voor wildlife op het netvlies heeft – is het onvermijdelijk dat op een gegeven moment ook een wolf besluit dat Nederland voldoende op orde is. Dat houdt niet op bij een landsgrens, maar dat is een gebied dat van Duitsland in Nederland doorloopt. Ik heb zelf op menig vakantie gehoopt een wolf te ontmoeten, als ik wist dat die daar zat. Vergeet het maar: je komt ze echt niet tegen. Dat is misschien een geruststelling voor mevrouw De Boer. Ik denk dat wij ons geen zorgen hoeven te maken, maar er is wel een soort mentale voorbereiding nodig. Dat proef ik ook bij mevrouw De Boer en in die zin wil ik iedereen recht doen. Wij moeten niet ridiculiseren, maar het benaderen vanuit de gedachte dat het prachtig zou zijn als je in Europa ook voor het grote wild een meer evenwichtig stabiel netwerk krijgt waarin alle soorten zich op een natuurlijke manier kunnen bewegen. Dan kom je misschien ook van die vervelende beheerjacht af, want dat hangt allemaal met elkaar samen. Als dat perspectief gesteund wordt, ontsnap je aan de discussie of je voor of tegen de wolf in Nederland bent. Dat laatste is het gevolg van een andere inzet en nooit een doel op zichzelf. De verbindingen zo organiseren dat de natuur weer wat bewegingsruimte krijgt en populaties kunnen overleven en je geen zwijnen en herten hoeft af te schieten omdat er natuurlijke vijanden zijn, is een perspectief waarvan ik warm word en waarvoor ik warm loop, maar dat is niet een, twee, drie geregeld.

Mevrouw De Boer (VVD): Wij gaan beleid maken op de terugkeer van de wolf, maar wij hebben al zo veel beleid. Is het niet verstandig om af te wachten en te bekijken op welke manier dat beest zich beweegt? Nogmaals, de VVD is op voorhand geen voorstander van terugkeer van de wolf. Wij vinden Nederland daarvoor niet geschikt. In Polen en Duitsland heb je veel grotere gebieden waar dat beest veel beter kan bewegen. Gaan wij beleidsstukken maken zonder dat dat beest ooit een poot over de grens heeft gezet?

Staatssecretaris Verdaas: Laat ik ook dit zo precies en scherp mogelijk proberen te formuleren. Wij gaan geen beleidsstukken maken voor de wolf. De ambitie van dit kabinet is erop gericht om de natuurgebieden verder te ontwikkelen en verbindingen te herstellen waar zij ontbreken. Dat kan ertoe leiden, en dat hoop ik, dat het voor de wolf uitnodigend genoeg is om in Nederland een kijkje te nemen. Het moment waarop is niet exact te bepalen. Denk aan de zeearend. Daarom bereiden wij ons voor op de mogelijke consequenties, zoals de angsten van mensen en mogelijke schade aan schapen en dergelijke, en het treffen van een regeling daarvoor. Dat is geen beleidsnota, maar nuchter nadenken om beter voorbereid te zijn. Of het in 2016 of 2026 gebeurt? Ik heb nog niemand daar een zeker antwoord op horen geven.

Mevrouw De Boer (VVD): U woont in Overijssel, ik in Groningen en ik stel voor dat men in Overijssel een leuk experiment uitvoert. Ik wacht het even af. Laten wij geen dikke beleidsstukken produceren.

Staatssecretaris Verdaas:. Veel leden hebben gesproken over de ehs. Ik sluit aan bij de inbreng van mevrouw Jacobi. Er is de afgelopen jaren heel veel energie losgekomen, juist door de bezuinigingen op de natuur. Ik heb gezien dat mensen er weer voor wilden gaan lopen. Mensen werden creatiever en er werden nieuwe coalities gezocht en gesmeed. Die sfeer, die energie van samen opwerken, kunnen wij nu vasthouden en verder uitbouwen. Ik wil 200 miljoen euro structureel extra voor natuur in tijden waarin je miljarden moet bezuinigen, niet afdoen met de opmerking dat dat niet genoeg is, of klein bier is. Het is fantastisch dat in deze tijden dit zo serieus genomen wordt en er structureel meer geld wordt uitgetrokken. Het grootste risico op dit dossier is dat je terugvalt in technocratie en zegt dat er een paar lijnen op een kaart gezet moeten worden waarmee aan de slag moet worden gegaan. Ik zeg tegen de heer Van Gerven: de stip op de horizon is voldoende areaal en voldoende verbindingen om de doelen achter de oorspronkelijke hoofdstructuur te realiseren. Gisteren werd dat vertaald in de oude ehs, maar die is voor mij een kwaliteitsdoel. Wij doen daar niets aan af, maar laten wij met alle partners van onderop bekijken waar de grootste kansen liggen om zo efficiënt mogelijk met die 200 miljoen euro extra om te gaan. Dan realiseer je een robuustere ehs dan waaraan tot voor kort werd gedacht. Hoe die precies gaat lopen en hoe groot die exact wordt? Als je het debat wilt smoren en het gevoel van het overkomt ons weer wilt voeden, moet je niet doen wat de heer Van Gerven zegt, maar vanuit de coalities die aan het ontstaan zijn verder opwerken.

De heer Van Gerven (SP): Het antwoord van de staatssecretaris is in tegenspraak met de uitspraak van de minister-president. Ik citeer: «Wij willen de ehs uitvoeren conform het oorspronkelijke plan.» Hij zei dat in een debatje met mevrouw Thieme. Over dat oorspronkelijke plan is twintig jaar nagedacht. Inclusief verbindingszones is dat 728 000 hectare. Ik schenk die 2000 m2 aan anderen, maar dat is een ander uitgangspunt dan de 620 000 hectare die mevrouw Jacobi noemt. De staatssecretaris creëert mist. In het akkoord lees ik duidelijk dat de ehs met de verbindingszones er weer komt. Gisteren hebben wij ernaar gevraagd bij het debat over de regeringsverklaring. Daaruit blijkt dat het uitgangspunt is dat de oorspronkelijke ehs wordt uitgevoerd met minder geld en dat wij er langer over doen. Ik vraag de staatssecretaris om geen mist te creëren en te beamen dat wat de minister-president gisteren zei, uitgangspunt van het beleid van de staatssecretaris is. Anders moet ik een motie indienen om dit volstrekt helder te krijgen.

Voorzitter: Graus

Mevrouw Jacobi (PvdA): Voordat de staatssecretaris hierop antwoordt, wil ik opmerken dat ik verkeerd geciteerd word. Die 620 000 hectare heb ik genoemd in het kader van herstel van het netwerk en omdat wij gaan voor kwaliteit van leefgebieden en voor ecosystemen. Ik heb gezegd dat als wij in 2023 op 620 000 hectare zitten, ik daar blij mee ben. Die oorspronkelijke 728 000 hectare was er niet voor niets. Daarbij ging het over robuustheid, maar of dat nou 10 000 hectare meer of minder moet worden? Voor mijn part wordt het 790 000 hectare. Wij nemen langer de tijd en het referentiepunt is kwaliteit voor de leefgebieden. Of ze echter bij Ootmarsum linksom of rechtsom gaan, vind ik minder belangrijk. Als het de kwaliteit ten goede komt, mag van het oorspronkelijke plan worden afgeweken. Ik hoop dat de heer Van Gerven mijn intenties goed begrijpt. Ik ga ervan uit dat ook hij er vol voor gaat om de netwerken en leefgebieden te herstellen. Dit is het traject om dat te bereiken met kwaliteit en draagvlak in het land. Laten wij elkaar niet al in 2012 afrekenen op hectares waarover in de oorspronkelijke plannen werd gesproken. Het zou heel mooi zijn, maar ik wil knallen, knallen en knallen voor kwaliteit.

De heer Van Gerven (SP): De PvdA maakt een terugtrekkende beweging. De minister-president zegt dat het oorspronkelijke plan wordt uitgevoerd. Daar is twintig jaar of langer over nagedacht en grosso modo komen wij dan voor alle provincies tezamen uit op 728 000 hectare plus 2000 m2. Daar moeten wij met z'n allen voor knallen. De vraag is hoe wij dit met zo min mogelijk middelen zo goed mogelijk kunnen realiseren. Ik wil voor die 728 000 hectare, dat oorspronkelijke plan, de toezegging dat zowel de PvdA als de staatssecretaris dit als doel ziet waaraan gewerkt gaat worden en dat het doel niet de 600 000 hectare is die het vorige kabinet voor ogen stond.

Voorzitter: Jacobi

Staatssecretaris Verdaas: Aan het oorspronkelijke doel doen wij niets af. Dat heeft de premier gisteren ook gezegd. Hij heeft ook gezegd dat er een brief naar de Kamer komt met een klip-en-klaar antwoord op de duiding van de motie door het kabinet. Het is misschien wel verstandig om met voortschrijdend inzicht, met de ervaringen in het veld en met alle partners, de natuurorganisaties, de provincies maar ook de belanghebbenden in het gebied, te bekijken of het nog de grens is die wij willen. Laten wij eerst meters maken en ambities realiseren voordat wij weer een blauwdruk op de kaart zetten in de hoop dat het over twintig jaar wel goed komt. Laten wij de lessen die wij van die aanpak hebben geleerd ter harte nemen. De heer Van Gerven moet dit niet vertalen als het inleveren op doelen. Er zit volgens mij geen licht tussen wat gisteren is gezegd in het debat over de regeringsverklaring en wat ik hier zeg. Die oorspronkelijke doelen blijven als stip op de horizon staan. Ik nodig de heer Van Gerven uit om te koesteren en te steunen dat er in tijden van krapte 200 miljoen euro extra structureel wordt geïnvesteerd. Anders wordt het heel lastig. Ik weet niet of dit gebruikelijk is, maar ik wil een vraag terugstellen. Stel dat deskundigen of belanghebbenden zeggen dat wij, anders dan wij twintig jaar terug hebben bedacht, meer doelen binnenhalen voor hetzelfde geld, wil de heer Van Gerven dan nog steeds vasthouden aan de oorspronkelijke ehs? Ik betoog dat wij met gezond verstand met alle betrokkenen aan dat doel moeten blijven werken.

De heer Van Gerven (SP): Elke nieuwe tijd brengt nieuwe mores met zich mee. Ik houd daar wel van. Voor de SP is het plan voor de oorspronkelijke ehs zeer up-to-date, maar wij zijn altijd in voor een beter plan. Ik zie echter niet in dat wij dat voor minder dan die 728 000 hectare inclusief verbindingszones voor elkaar krijgen. Neem bijvoorbeeld het Oostvaarderswold. Die zaken moeten opgepakt worden en dan is het van belang om het plan niet klein te maken. De suggestie die de staatssecretaris wekt is dat hij er minder sterk in staat dan de minister-president. Dat zou toch wel heel erg spijtig en opmerkelijk zijn.

De voorzitter: Ik stel voor dat de staatssecretaris nog een korte reactie geeft. Over enkele weken behandelen wij de begroting en komt dit punt weer uitgebreid aan de orde.

Staatssecretaris Verdaas: Volgens mij zijn wij het eens over het ultieme doel. De vraag is of je van onderop werkt met alle betrokkenen, het draagvlak vasthoudt en slim omgaat met de bestaande middelen of meer blauwdrukachtig en top-down werkt. Het PBL zegt dat het slimmer kan dan wij in het verleden hebben gedaan. Ik hoop dat u zich aan onze zijde schaart en vindt dat het prachtig is dat wij 200 miljoen euro extra kunnen investeren en dat je dat zo goed mogelijk met alle betrokkenen moet proberen te doen, juist om te voorkomen dat ooit weer ter discussie komt wat je niet zou moeten gaan doen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Er is hier veel over te zeggen, maar daar is nu geen tijd voor. De PvdD was blij met de uitspraak van de minister-president dat de ambitie de oorspronkelijke ehs is. Hij zei erbij dat wij in 2016 bekijken of dat lukt. Ik moet een opmerking maken over de 200 miljoen euro extra. Dat bedrag is ten opzichte van 72% bezuinigen. Als je de middelen die nu gereserveerd staan doortrekt, betekent dat voor 2015 het natuurbudget wordt gehalveerd. Is het reëel om de ambitie die de minister-president uitsprak en die de staatssecretaris onderschrijft, in te vullen met dit budget? Anders is het een doekje voor het bloeden. Dan zeg je tegen de PvdA dat de oorspronkelijke ehs wordt gerealiseerd, maar omdat de middelen niet voldoende zijn, weet de VVD nu al dat het toch niet gaat lukken. Kunnen wij voor de begrotingsbehandeling van de staatssecretaris een inschatting krijgen van het beschikbare budget zoals het nu ingeboekt staat en of die ambitie wel waargemaakt kan worden? Dan kunnen wij er bij de begroting nog wat aan doen.

De voorzitter: Mevrouw Van Tongeren wilde dezelfde vraag stellen.

Staatssecretaris Verdaas: De Kamer heeft het laatste woord over de middelen, maar de kans dat je bij de behandeling van een regeerakkoord fors kunt schuiven is niet heel groot. Er zijn twee knoppen waaraan je kunt draaien: slim omgaan met middelen of tijd. In het regeerakkoord staat helder dat wij meer tijd gaan nemen. Het staat eenieder vrij om te bekijken of die knop meer opengedraaid kan worden, maar ik ben hier om het regeerakkoord uit te voeren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik snap dat er in het regeerakkoord mooie woorden staan. Over andere maatregelen is veel gedoe geweest en de Kamer en de fracties die het regeerakkoord schreven, wilden meer duidelijkheid over de manier waarop die zouden uitpakken. Kan de staatssecretaris een kijkje geven op de manier hoe het uitpakt? Hij heeft zelf gewezen op perverse effecten op het natuurbeleid. Als de kwaliteit van de natuur niet snel verbetert, kun je voor activiteiten die andere partijen willen geen vergunningen verlenen. Dan zet de polarisatie, die de staatssecretaris niet wil, zich voort. Het is gerechtvaardigd om te vragen wat de komende tijd kan van dit budget. Ik wil daar echt duidelijkheid over.

Staatssecretaris Verdaas: Dan heb ik de vraag niet goed begrepen. Die duidelijkheid zoek ik zelf ook. Ik wil geen valse verwachtingen wekken. Ik ga met alle partners het gesprek aan over de extra ambities die mogelijk gerealiseerd kunnen worden en over de reële planning en haalbare doelen. Daar zal deels een procesmatig antwoord op komen. Het is echter ook mijn ambitie om de komende jaren dit samen met de commissie op te zetten en wellicht lastige keuzes te maken. Wij weten dat wij niet alles in dit tempo met dit budget voor 2016, 2018 of 2021 volledig gerealiseerd kunnen hebben. Misschien moeten wij het gesprek met elkaar aangaan. Het woord «deltanatuur» is gevallen. Gaan wij bijvoorbeeld primair werk maken van de internationale meerwaarde van Nederland op het gebied van de deltanatuur of gaan wij overal een beetje doen? Dat zijn lastige gesprekken, maar de kaders worden in overleg met de mensen die het moeten doen vastgesteld. Dat gesprek ga ik graag met de Kamer aan. Op een termijn van een paar weken of maanden kan dat echter nog geen uitgekristalliseerd beeld opleveren. Ik ben uw man als het gaat om het in volledige openheid meenemen van de commissie en de ruimte bieden om met mij en de decentrale overheden de richting te bepalen.

Voorzitter. Wat betreft het biodiversiteitsbeleid komt er een strategische agenda. Er is op 30 januari 2013 een AO gepland over de TEEB-studies. Misschien is dat het moment om daar dieper op in te gaan.

De heer Geurts (CDA): Neemt de staatssecretaris daarbij ook de voedselzekerheidsproblematiek mee?

Staatssecretaris Verdaas: Dat klopt. Biodiversiteit is voor onze voedselvoorziening van belang. Soms kan intensieve teelt de biodiversiteit in de weg zitten. De heer Geurts kaartte aan dat zaken wat betreft opbrengst en geschiktheid op de juiste plek moeten plaatsvinden. Dat moet je relateren aan transport. Dit sluit aan bij het regeerakkoord waarin wij spreken over de circulaire economie; je moet naar de gehele keten kijken en daarvan met goede argumenten je keuzes laten afhangen.

Ik heb mij laten bijpraten over de ins en outs van het conflict over de zeehonden. Ook de motie van de Kamer, die met unanieme stemmen is aangenomen, is mij bekend. Ik vind het spijtig dat er conflicten zijn over zo'n belangrijk onderwerp, want uiteindelijk zijn het betrokken deskundigen die als doel hebben dat het goed gaat met de zeehondenpopulatie, of ze nu bij IMARES, Pieterburen of in Denemarken of Duitsland werken. Het is jammer dat men met de beste bedoelingen, passie en de bijbehorende emoties in een patstelling belandt. Ik zet het scherp weg: Duitsland en Denemarken hebben gezegd dat als wij die motie volgens de letter uitvoeren, het overleg ophoudt. Ik ben van de school die dat zelf wil checken. Ik wil bij degenen in Denemarken en Duitsland die verantwoordelijk zijn, navragen of het echt zo scherp ligt en wat de angsten, zorgen en bezwaren zijn. Ik zal dit terugkoppelen naar de Kamer. Het is een kwestie van twee telefoontjes en dan weet ik het. Ik zal met de betrokkenen zelf, ook met IMARES, gaan praten en ik hoop dat er een andere manier is om hieruit te komen. Houdt de Kamer dan vast aan de inzet en zeggen de buurlanden dat zij ophouden met het overleg, dan is dat uiteindelijke de keuze die de Kamer kan maken.

De heer Graus (PVV): Dit is heel belangrijk. De staatssecretaris heeft het over betrokken deskundigen. Mensen die zeggen dat een zeezoogdier, de ambassadeur van de Waddenzee met een zeer complex zenuwstelsel dat mogelijk nog gevoeliger is dan een mens, moet doodhongeren, noem ik geen betrokken deskundigen. Ze hebben in Duitsland getest dat het tien dagen duurt voordat een babyzeehondje is doodgehongerd. Ik noem ze mensen die een appeltje met iemand te schillen hebben. Ursula Siebert is lid van de TSEG en verbonden aan de wetenschappelijke ondersteuning van de Zeehondencrèche in Duitsland. Haar man is daar dierenarts. Dus het verhaal is onzin en het is bashen van onze Zeehondencrèche. Dat gaat gewoon niet gebeuren.

De voorzitter: Ik heb van de staatssecretaris begrepen dat hij dit zorgvuldig met eigen inbreng probeert op te lossen. Kan de heer Graus personen of organisaties aanreiken waarmee contact moet worden gezocht?

De heer Graus (PVV): Dat zal ik zeker doen. Ik waardeer het enorm dat de staatssecretaris zegt dat hij gaat bemiddelen. Ik hoop dat hij dat persoonlijk doet. Er zijn honderden goede ambtenaren, zoals die achter hem zitten, maar er zitten een paar rotte appels tussen en die zijn incestueus bezig. Die moeten worden aangepakt. Ik hoop dat de staatssecretaris het gehele dossier zeehonden-Waddenzee overbrengt naar Den Haag en het dossier zeehonden-Noordzee en bruinvissen. Dan zijn wij van alle gezeik af.

De voorzitter: Mijnheer Graus, het zou fijn zijn als u probeert respectvol uw punt te maken.

De heer Graus (PVV): Dan maak ik er geürineer van.

Staatssecretaris Verdaas: Ik sta voor de integriteit en deskundigheid van alle ambtenaren totdat het tegendeel onomstotelijk is vastgesteld.

De heer Graus (PVV): Ik heb het op de agenda laten zetten omdat het erom gaat dat IMARES niet wil dat dieren worden opgevangen, maar dat ze tien dagen lang wegteren. Dat vind ik geen deskundigen. Dat is matennaaien. Geloof mij, er is geen samenwerking. Dat is moedwillig kapot willen maken van het werk dat de Zeehondencrèche doet. Die mensen hebben 7 000 levende en 15 000 dode dieren opgevangen. Het gaat niet goed met de zeehond. De staatssecretaris moet eens gaan kijken: die dieren liggen aan beademingsapparatuur weg te teren van de longworm en andere zaken. Dat is verschrikkelijk. Het kan niet zo zijn dat betrokken deskundigen zeggen dat je dat aan de natuur moet overlaten. Dat is pure dierenmishandeling van een beschermd dier.

De voorzitter: Uw punt is gemaakt.

Staatssecretaris Verdaas: Ik heb gezegd wat ik ga doen. Dat is het meest haalbare. De conclusie koppel ik terug naar de Kamer en dan maken wij hier de keuze of wij uit het overleg stappen of niet.

Voorzitter. De heer Van Gerven vroeg of de natuurorganisaties een plek kunnen krijgen in de faunabeheereenheden. Volgens mij is dat op een aantal plekken al het geval, maar ik durf dat niet met zekerheid te zeggen. Het is uiteindelijk een zaak van de provincies en de faunabeheereenheden zelf. Ik ga er formeel niet over, maar ik breng zeker de suggestie over om de emoties eraf te halen en dat wij alleen daar beheer doen waar het ook echt nodig is en het de instemming van de betrokkenen heeft. Dat lijkt mij een gewenst perspectief.

De heer Van Gerven (SP): De Dierenbescherming zit er doorgaans niet in en die zien wij graag in die faunabeheercommissies. Het gaat ook om een evenredige vertegenwoordiging, want vaak zit er een persoon namens allen in en dat geeft een scheve verhouding. Ik snap dat dit provinciaal wordt geregeld, maar als u zich ervoor wilt inzetten dat die evenredige vertegenwoordiging inclusief de Dierenbescherming tot stand komt, bent u mijn man.

Staatssecretaris Verdaas: Dit is erg gevoelig. Er moet vertrouwen zijn dat je constructief in zo'n eenheid opereert. Dat kun je niet afdwingen. Dat is een kwestie van elkaar en verschillende belangen willen begrijpen.

Voorzitter. De heer Geurts vroeg naar de ontsnippering. Die staat in het regeerakkoord en die willen wij doorzetten. Vanwege de beperkte inzet van middelen zullen wij heel kritisch moeten bekijken waar de grootste toegevoegde waarde ligt. Ook daar geldt dat met alle betrokkenen gepraat zal worden over de juiste investeringen en de juiste locaties.

De heer Geurts CDA): Ik hield een betoog over de schade en heb met name de wildschade in Epe proberen te visualiseren. Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen deze ontwikkeling? Neemt hij in de toegezegde brief de discussie over de vergoeding mee? Beschadiging van landbouwgewassen wordt enigszins vergoed, maar schade aan een golfbaan, een kwekerij of een kerstboom niet. Er zijn ondernemers in het buitengebied die door dit soort schades zwaar getroffen worden. Neemt hij in die brief mee hoe zijn visie daarop is?

Staatssecretaris Verdaas: Dat zal ik doen. Ook hierbij geldt dat de provincies eerst aan zet zijn om afspraken te maken. Bij mijn weten is er geen belemmering van onze kant en kan men zijn eigen koers varen. Ik ga dit echter uitzoeken en kom erop terug.

Voorzitter. Voor ecoduct Hulshorst geldt dat de aanleg gebeurt onder verantwoordelijkheid van het Rijk en Rijkswaterstaat, maar dat de provincie de regie voert over de openstelling en de manier waarop wordt omgegaan met beheer en schadevergoeding. Ik beloof dat ik met mijn oud-collega Van Dijk bel, maar ik weet dat er intensief overleg wordt gevoerd met alle betrokkenen om tot een nette oplossing te komen. Wij maken geen ecoducten om migratie van dieren een vroegtijdig halt toe te roepen. De gevoeligheden zijn bekend. Het bewijst wel dat de ecoducten werken. Dat wordt ook nog weleens in twijfel getrokken.

Voorzitter: Graus

Mevrouw Jacobi (PvdA): Wetende dat Natuurmonumenten oplossingen ziet die kunnen voorkomen dat het middel afschot, dat voor de PvdA de allerlaatste oplossing is, wordt gebruikt, heb ik voorgesteld om de volle ruimte te geven aan de organisaties die oplossingen kunnen geven. Interpreteer ik de woorden van de staatssecretaris goed als ik zeg dat alle inzet daarop wordt gericht?

Voorzitter: Jacobi

Staatssecretaris Verdaas: Met het risico dat mijn oud-collega's gaan zeggen: vroeger was hij nooit zo bemoeizuchtig, zal ik het appel met de urgentie die u erin legt overbrengen. Formeel gaan wij nergens over, maar dat is geen reden om je niet voor zaken in te spannen.

Voorzitter. De heer Van Gerven sprak over de gewassen die ganzen aantrekken en over Schiphol. Er liggen nog Kamervragen over dit onderwerp. Ik wil daar iets meer tijd voor nemen en de ins en outs met de Kamer delen.

Ik stel voor dat wij de sleepnetten en het staand wand tijdens een AO over visserij nader uitdiepen. De vraag over de Wadden en het Deltaprogramma komt ook in een AO aan de orde. Ik hecht eraan dat de Wadden een samenhangend gebied is en dat wij de samenwerking met de buurlanden voortzetten. Natuur houdt zich niet aan grenzen en zeehonden ook niet. Er is er mij veel aan gelegen om het conflict waarover wij het eerder hadden op te lossen. Het zou jammer zijn als zo'n overleg sneeft.

Mevrouw Van Tongeren stelde een vraag over het Deltaprogramma. Ik heb niet meer voor ogen of dat een specifieke of meer algemene vraag was.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Ik stelde algemene, uitnodigende vragen. Blijft het doel hetzelfde maar wordt er getemporiseerd, of worden zowel het doel als het project kleiner en wordt het later gerealiseerd? Mijn fractie kan best iets meebewegen, maar als het dat laatste is, beginnen wij toch wat ongelukkig te worden. Ik nam aan dat de vraag al was beantwoord bij de ecologische hoofdstructuur: het doel blijft keihard overeind, maar als de middelen ontoereikend zijn wordt er misschien iets geschoven in de tijd.

Staatssecretaris Verdaas: De heer Van Gerven vraagt of het lukt om de teruggang in 2020 te stoppen. Ik zei onlangs tegen een journalist dat als ik helderziend was, ik ongetwijfeld een ander vak had gekozen. Wij gaan alles op alles zetten om die teruggang te stoppen. Gelukkig zijn er ook positieve signalen. Op onderdelen hebben wij de laatste tientallen jaren progressie geboekt, maar het is nog niet voldoende. Er werd gevraagd op welke manier de motie over de duurzaamheidsdoelstellingen die bij de regeringsverklaring is aangenomen, wordt vormgegeven. Ik zit morgen met de manifestpartijen om tafel. Ook het ministerie zal op dit onderdeel een rol moeten spelen. Dit is een breed thema dat bijna aan alles raakt en ik stel voor om hiermee op een nader moment de diepte in te gaan.

Mevrouw De Boer vroeg naar de overlast van de steenmarter in Overijssel. Daar waar overlast wordt veroorzaakt, is er een mogelijkheid tot schadevergoeding via het Faunafonds. Afschieten of vangen mag niet zomaar, maar ik herinner mij een situatie waarin er een in een basisschool zat. Volgens mij is het dier uiteindelijk gevangen en verderop vrijgelaten. Er zijn dus oplossingen denkbaar.

Over de nationale koppen op de spermarichtlijn voor runderen is overleg met LTO Nederland geweest en die steunt de nationale kop. Het is een soort kwaliteitskeurmerk en dat willen wij handhaven. Ik ben niet van nationale koppen, maar je moet altijd maatwerk willen leveren. In dit geval doe je er niemand onrecht mee. De belanghebbenden in kwestie steunen dit. Als ik informatie mis, hoor ik dat graag van de heer Geurts.

De heer Geurts (CDA): Ik neem het antwoord mee. Wij zullen ongetwijfeld nog over het onderwerp biodiversiteit spreken en dan kom ik er zo nodig op terug.

Staatssecretaris Verdaas: Voorzitter. Het ministerie is betrokken bij de Stichting Zeldzame Huisdierrassen die onderzoek doet naar de genetica van het Gelders paard en de erkenning daarvan in het stamboek. Uiteindelijk is het ook daar weer aan hobbyboeren, ondernemers of anderen die zich verantwoordelijk voelen om verdere stappen te zetten.

De heer Graus (PVV): Voorzitter. Ik dank de secretaris voor de toezeggingen. Ik ben het niet eens met het verhaal over IMARES. Als de staatssecretaris de website bezoekt, zal hij lezen dat ze de zeehonden gewoon willen laten sterven en minder willen opvangen. Dat kan niet. De Nederlandse bevolking wil dat zeehondjes als beschermde dieren worden opgevangen. Die plicht hebben wij ook. In artikel 36 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren staat de zorgplicht voor dieren. Die geldt ook voor wilde en zeker voor beschermde dieren. Het is dus onmogelijk wat IMARES wil. Ik wil dat er een onderzoek komt naar het zenderen en de verkeerde tellingen en een onderzoek naar de geldstromen van IMARES. Ik snap niet dat ik al jaren moet vragen op welke manier de geldstromen naar IMARES lopen. Het deugt voor geen meter, want anders had ik die informatie allang gehad. Het via de Rekenkamer laten lopen, is een heel moeilijke procedure. Het deugt niet, het stinkt en ik wil dat graag uitgezocht hebben.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Ik heb met instemming naar een groot deel van de beantwoording van de staatssecretaris geluisterd, met name naar zijn waardering voor de intrinsieke waarde van biodiversiteit. Hij behoort tot de school die zegt: leefomstandigheden en gebieden moeten in orde zijn, laat dan dieren terugkeren en bereid je voor op wat er eventueel gebeurt. Is de staatsecretaris bereid om de aanbeveling van Alterra op te volgen om de wolf op de lijst van beschermde inheemse diersoorten te plaatsen? Zijn bij het gesprek over de otters ook de organisaties betrokken die ik eerder heb genoemd? Kan de staatssecretaris toezeggen dat er in de tussentijd geen otters worden uitgezet? Wij horen graag het resultaat van deze gesprekken. Op de ijsbeervraag heb ik geen antwoord gehad.

De ambitie van het Rijk is het uitvoeren van de oorspronkelijke ehs, terwijl de provincies bezig zijn met de herijkte ehs. Hoe gaat de staatssecretaris daarmee om? Gezien het beschikbare budget moeten wij die ambitie toetsen aan de realiteit. Volgens mij moet daar een en ander over uit te zoeken zijn.

De heer Geurts (CDA): Voorzitter. De staatssecretaris zou nog ingaan op de bodemvruchtbaarheid.

De heer Van Gerven (SP): Voorzitter. Wil de staatssecretaris bij de beantwoording van de vragen over de ganzen de stand van zaken van de aangenomen motie van 21 juni 2011 over de alternatieven voor afschot meenemen? Kan de staatssecretaris aangeven wat de provincies moeten doen met betrekking tot de ehs? Moeten de herijkingen geparkeerd worden tot er een nieuw overleg is? De SP wil geen onomkeerbare stappen. Hoe zit het met de stop grids voor fuiken?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor de heldere beantwoording. Dat is normaal gesproken een cliché, maar in dit geval meen ik het echt. De staatssecretaris heeft met ons gedeeld wat hij niet weet, wat hij wil en vanuit welke visie hij komt. Daar wil ik deze secretaris een compliment voor geven. In het regeerakkoord hebben wij geen visie kunnen ontdekken, maar wel een soort boekhoudersmentaliteit. Ik hoop dat de staatssecretaris zijn houding in deze coalitie vol weet te houden. Wij volgen het beleid constructief-kritisch. Mijn zorg zit in het ambitieus en idealistisch starten. Hoe houdt de staatssecretaris dat vast in het krachtenveld dat op hem af gaat komen? Hoe zit het met betrekking tot de ehs met de ruilgronden en de financiën? Wordt nu nog een en ander vrijgegeven of verkocht dat wij eigenlijk op termijn nodig hebben? Kan met de provincies worden afgesproken dat zij pas op de plaats maken totdat helder is op welke manier wij, iets langzamer maar met hetzelfde doel, doorgaan met het netwerk van natuurgebieden in Nederland?

Voorzitter: Graus

Mevrouw Jacobi (PvdA): Voorzitter. Ik vroeg naar de resoluties die door de IUCN zijn aangenomen over armoedebestrijding. Die zien er veelbelovend uit, maar ik denk dat het goed is dat er een exactere route komt. Ik vroeg ook naar het verzamelen van best practices om het strategisch plan voor de nationale biodiversiteitsactieplannen te voeden en naar de stop grids voor de otterproblematiek.

Voorzitter: Jacobi

Staatssecretaris Verdaas: Voorzitter. Vanuit onze begroting gaat er € 100 000 naar de zeehondenpopulatie. De rest van de geldstroom van IMARES zit in de begroting van Economische Zaken. Ik zal de informatie checken en aan de heer Graus doen toekomen. De heer Graus zegt dat het zenderen schade toebrengt. Ik vind het lastig om op grond van de inbreng van deskundigen net te doen of ik het ultieme antwoord heb.

De heer Graus (PVV): IMARES baseert zich bij de tellingen op de tijd die de dieren onder water blijven. Dieren met een zendertje moeten langer onder water blijven door het in gevaar komen van de hydrodynamica. Zij gebruiken meer energie en kunnen minder goed vissen vangen. Als IMARES vervolgens dieren op een zandplaat telt, gaat het ervan uit dat een deel onder water is en daar heel lang blijft. De tellingen van IMARES kloppen niet volgens alle zeezoogdierdeskundigen die ik heb gesproken. De tellingen van de Zeehondencrèche kloppen wel. Daarbij is het dierenmishandeling.

De voorzitter: Ik stel voor dit onderwerp bij het AO over de opvang van dieren te betrekken.

Staatssecretaris Verdaas: Ik wil dit zelf ook precies weten. Ik zal mij verdiepen in dit specifieke punt en een derde deskundige om zijn mening vragen. Ik trek nu geen conclusies, want dan doe ik het onderwerp geen recht.

De wolf komt op de lijst van beschermde inheemse diersoorten. Dat is bijna een automatisme. Illegaal doden wordt dan gesanctioneerd.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): De staatssecretaris moet daar wel zelf voor zorgen, want die wolf staat er nu nog niet op.

Staatssecretaris Verdaas: Ik zeg toe dat wij geen nieuwe otters gaan uitzetten.

De bodemvruchtbaarheid is inderdaad een onderwerp waarover bij ons nog een kennisleemte is. Het is binnen de topsectoren Agri&food en Tuinbouw en uitgangsmaterialen een belangrijk onderwerp dat hoog op de agenda staat. Om de kennisleemte te vullen, besteedt het ministerie van Economische Zaken 2,4 miljoen euro. Wij nemen het onderwerp serieus en willen stappen zetten. Als er meer inzichten zijn zullen wij die vertalen in wet- en regelgeving.

Zowel de VS als Canada komen naar Brussel om hun opvatting over de ijsbeer uit te leggen. Het lijkt mij goed om dat gesprek eerst aan te gaan en te bekijken waar zij mee komen. Ik zal de Kamer daarover informeren. Vervolgens kan worden besloten hoe en wat wij kunnen doen om dit onder de aandacht te brengen.

Het is niet zo dat de provincies nu op hun handen zitten en niet bezig zijn met de ehs. Integendeel, overal wordt met meer urgentie dan ooit doorgewerkt, al moest het afgelopen jaar alles herijkt worden. Zelfs binnen de herijkte ehs is nog genoeg werk te doen. Ik wil de commissie volledig meenemen bij de vervolgstappen voor de inzet van de structurele extra middelen en het vormgeven van het kader en bij de manier waarop wij de flexibiliteit willen houden om effectief en slim te werken. Het zal zoeken worden naar het evenwicht tussen de mate van sturing van de Kamer en de kansen of flexibiliteit. Het gaat er niet om of een verbinding linksom of rechtsom wordt aangelegd, maar of wij de onzekerheid kunnen verdragen dat die keuze in de regio wordt gemaakt. Het is belangrijker dat het gebeurt dan dat wij hier precies bepalen hoe het gebeurt.

De leidraad over de ganzen die door de Raad voor Dierenaangelegenheden wordt voorbereid is bijna klaar en komt dan naar de Kamer. De stop grids in fuiken zijn door de provincie Friesland verplicht gesteld in gebieden waar de otters leven.

De heer Van Gerven (SP): Ik weet niet of Friesland de enige provincie is waar dit aan de orde is.

Staatssecretaris Verdaas: Ik zal dat navragen.

De heer Van Gerven (SP): Het decentralisatieakkoord betreffende de ehs wordt uitgewerkt. Stel dat provincies bepaalde stappen zetten die niet in lijn zijn met het coalitieakkoord of met wat de Kamer wil? Er mogen geen stappen gezet worden die later moeilijk te corrigeren zijn.

Staatssecretaris Verdaas: In algemene zin zijn wij het daarover eens. Ik kan echter niet bedenken hoe dat zou kunnen, want de provincies werken binnen de afgesproken kaders. De herijkte ehs is voor een belangrijk deel gelegen binnen de ehs die wij willen. Ik begrijp niet goed waarom u bezorgd bent dat onomkeerbare stappen worden genomen.

De heer Van Gerven (SP): Het gaat over verkoop van gronden, het veranderen van bestemmingsplannen en schaduwwerking. Er zijn allerlei instrumenten. Als je bepaalde besluiten neemt, duurt het lang voor die herroepen zijn.

Staatssecretaris Verdaas: In algemene zin handelen de provincies binnen de kaders die zijn vastgesteld. Volgende week vrijdag heb ik met de gedeputeerden landelijk gebied een gesprek waarin aan de orde komt hoe het nieuwe perspectief gerealiseerd gaat worden. Dat zal tot een kader moeten leiden dat terugkomt in de commissie.

De heer Van Gerven (SP): Kan daarover gerapporteerd worden?

Staatssecretaris Verdaas: Ik kan een verslag sturen. Het wordt een algemeen verkennend overleg over de wijze waarop gewerkt gaat worden en wat de kansen en mogelijkheden zijn. Er worden geen geheime deals gemaakt.

De resolutie armoedebestrijding presenteert een kader voor het verband tussen duurzaam gebruik van wetlands en armoedebestrijding. Dat is een hulpmiddel om het ecosysteem van wetlands in beeld te brengen en een relatie te leggen met de middelen van bestaan van de lokale bevolking. Dit is gebaseerd op het conceptuele kader van de Millenium Ecosystem Assesment. De best practices lijkt mij een pragmatische aanpak om te laten zien hoe het ook kan en om van daaruit de wereld te verbeteren.

De voorzitter: Ik heb de volgende toezeggingen genoteerd:

  • De staatssecretaris van Economische Zaken zal juridisch advies inwinnen over reisbureaus die reizen aanbieden voor trophy hunting en bekijken op welke manier deze aangepakt kunnen worden.

  • De staatssecretaris van Economische Zaken gaat na of een gedragscode voor doorvoerhavens met betrekking tot walvisvlees mogelijk is.

  • De staatssecretaris van Economische Zaken gaat met de betrokken overheden en organisaties na wat een robuust gebied is met betrekking tot het uitzetten van otters.

  • De staatssecretaris van Economische Zaken stuurt de strategische agenda met betrekking tot biodiversiteit naar de Kamer waarbij ook het aspect voedselzekerheid wordt meegenomen.

  • De staatssecretaris van Economische Zaken zal navraag doen in Duitsland en Denemarken over het mogelijk opschorten van het overleg in de TSEG indien de motie Graus/Koopmans wordt uitgevoerd en de Kamer over deze uitkomst informeren. Nadere informatie van de heer Graus wordt hierbij gevoegd.

  • De staatssecretaris van Economische Zaken gaat in de toegezegde brief over de ecoducten in op de wildschade.

  • De staatssecretaris van Economische Zaken beantwoordt de vragen over de gewassenproblematiek en de ganzenproblematiek rond Schiphol.

  • De staatssecretaris van Economische Zaken stuurt informatie over de geldstromen van IMARES naar de Kamer.

  • De staatssecretaris van Economische Zaken stuurt informatie over de laatste inzichten over het zenderen van zeehonden naar de Kamer. Dit onderwerp wordt toegevoegd aan de agenda voor het AO over opvang van dieren.

  • De staatssecretaris van Economische Zaken zegt toe dat er geen otters worden uitgezet zolang er gesprekken gaande zijn over de randvoorwaarden.

  • De staatssecretaris van Economische Zaken informeert de Kamer over gesprekken die in EU-verband gevoerd worden met de VS en Canada over de toestand van de ijsbeer.

  • De staatssecretaris van Economische Zaken stuurt de leidraad over het doden van ganzen naar de Kamer zodra deze gereed is.

  • De staatssecretaris van Economische Zaken stuurt de Kamer het verslag van het gesprek met de gedeputeerden over de manier waarop het verder moet met de ecologische hoofstructuur.

  • De Kamer wordt door de staatssecretaris van Economische Zaken geïnformeerd over de problematiek met betrekking tot het ecoduct Hulshorst.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik wil graag een VAO en heb begrepen dat de heer Graus dat ook wil.

De voorzitter: Hiermee komt een einde aan het AO Biodiversiteit. Ik bedank iedereen voor zijn of haar inbreng en het publiek voor het luisterend oor en de betrokkenheid. Er komt een VAO met als eerste spreker het lid Ouwehand.

Sluiting 16.51 uur.

Volledige agenda

  • 1. Stand van zaken biodiversiteitbeleid

    26 407-63 – Brief regering d.d. 5 juli 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

  • 2. Elfde Conferentie van Partijen van de conventie van Ramsar

    26 407-64 – Brief regering d.d. 10 juli 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

  • 3. Aanbieding van twee onderzoeken inzake de komst van de wolf naar Nederland

    26 407-65 – Brief regering d.d. 13 september 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

  • 4. Verslag elfde Conference of the Parties van het verdrag van Ramsar

    26 407-66 – Brief regering d.d. 17 september 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

  • 5. Nederlandse en Europese inzet bij de 11e Conferentie van Partijen van het Biodiversiteitsverdrag

    26 407-70 – Brief regering d.d. 4 oktober 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

  • 6. Ontwikkelingen voor de 64e jaarvergadering van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC)

    33 000-XIII-191 – Brief regering d.d. 26 juni 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

  • 7. Resultaten Internationale Walvisvaartcommissie (IWC64)

    33 000-XIII-196 – Brief regering d.d. 3 augustus 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

  • 8. Stand van de otter in Nederland

    30 825-178 – Brief regering d.d. 14 juni 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

  • 9. Maatregelen voor de duurzame instandhouding van de otter

    30 825-183 – Brief regering d.d. 15 oktober 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

  • 10. Voorbereiding CITES CoP en reactie op moties ingediend tijdens het VAO over het zenderen van (zee)dieren, de olifantenjacht en CITES op 4 juli jl.

    31 379-15 – Brief regering d.d. 29 oktober 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

  • 11. De stand van zaken over de uitvoering van de motie deelname van de Zeehondencrèche in de TSEG en de toezegging om in de zomer met IMARES en de Zeehondencrèche over de controverse te spreken

    28 286-594 – Brief regering d.d. 29 oktober 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

  • 12. Resultaten van de elfde Conferentie van Partijen inzake de Conventie van Biologische Diversiteit (COP11)

    26 407-71 – Brief regering d.d. 2 november 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

  • 13. Aanbieding Taskforce-advies, Green Deals en Programma Natuurlijk Ondernemen

    33 043-10 – Brief regering d.d. 16 januari 2012

    staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker