Voorgesteld tijdens het wetgevingsoverleg van 1 juli 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de democratische rechtsstaat de ruggengraat vormt van een maatschappij waarin iedereen zich vrij, veilig en gelijkwaardig voelt en minderheden beschermd worden;
constaterende dat onder meer uit de toeslagenaffaire en de aardbevingsschade in Groningen is gebleken dat de democratische rechtsstaat niet vanzelfsprekend is en grondrechten niet altijd voldoende beschermd worden;
constaterende dat volgens de Staatscommissie rechtsstaat de rechtsstaat op de begroting bescherming verdient met waarborging van structurele investeringen;
spreekt uit dat een Minister van Rechtsbescherming met eigen zeggenschap over structurele begrotingsmiddelen onderdeel uit moet maken van een volgend kabinet,
en gaat over tot de orde van de dag.
Lahlah
Koekkoek
Teunissen